15. Te kort aan mineralen

1. Calcium:

Een tekort aan calcium geeft:

- verschijnselen van melkziekte, door de grote calciumbehoefte aan het einde van de dracht en bij een hoge afgifte van calcium in de melk;

Kan tot enkele weken na aflammeren voorkomen omdat het calcium niet snel genoeg uit het skelet genomen kan worden.

- rachitis bij lammeren;

- bij volwassen dieren veroorzaakt het botziekte, zwakke pijnlijke botten die gemakkelijk breken, de dieren kunnen kreupel worden.

2. Fosfor:

Tekorten of overschotten aan fosfor zijn minder extreem dan bij andere elementen.

3. Magnesium:

Bij een te kort aan magnesium ziet men opwinding en spiersamentrekkingen.

Een tekort kan in klaverrijke weiden tympanie (overmatig gas in de pens) doen ontstaan.

Een te kort is in normale omstandigheden niet vrezen.

4. Kalium:

Een tekort aan kalium leidt tot verminderde voedselopname, slechte groei en verminderde melkproductie.

5. Natrium:

Een tekort geeft "picaverschijnselen" = de geit staat overal aan te likken, aan muren, hekwerk, zand en de handen van de verzorger.

Er kan ook een groeivertraging optreden.

6. Chloor:

7. Kobalt:

Een tekort aan kobalt betekend een tekort aan vitamine B12, verminderde eetlust, groeivertraging, vermageren, verlaagde melkproductie, tranende ogen en bloedarmoede.

8. Koper:

Een te kort aan koper geeft zwaaigat, een teveel aan koper kan vergiftigingen veroorzaken.

Kopertekort geeft ook:

- verminderde eetlust, groeivertraging, vermageren, verlaagde melkproductie, bloedarmoede en verminderde weerstand;

- ontkleuring van de haren.

9. Ijzer:

Ijzertekort geeft:

- bloedarmoede (bleke slijmvliezen);

- slechte eetlust;

- niet gedijen;

- gevoelig voor infecties.

10. Jodium:

Een tekort aan jodium veroorzaakt struma (zwelling van de schildklier). Deze zwelling is aan beide kanten van de luchtpijp te voelen. In ernstige gevallen is het zelfs te zien.

Jonge geitjes groeien vele malen minder dan normaal.

Bij drachtige geitjes kan het abortus veroorzaken. Doodgeboren lammeren zijn kaal, sterk vergrote schildklier en de poten zijn korter dan normaal.

Een vergrote schildklier kan ook ontstaan door een te veel aan jodium, te veel jodium geven moet daarom afgeraden worden.

11. Mangaan:

Een te kort aan mangaan geeft:

- bij de lammeren een vertraagde groei;

- de geitjes willen minder lopen door een afwijkende vorming van het kraakbeen;

- geeft meer boklammeren dan miekelammeren bij een geboorte;

- kromme en zwakke voorpoten bij jonggeborenen;

- minder vruchtbaarheid, er zijn meer dekkingen nodig om de geit drachtig te krijgen.

12. Molybdeen:

13. Nikkel:

Een tekort aan nikkel zorgt voor huidafwijkingen, verminderde groei en slecht functioneren van hart en nieren.

14. Selenium:

Een tekort aan selenium geeft:

- stijve lammeren "white muscle discase";

- beschadiging aan weefsels;

- vruchtbaarheidsproblemen (vroege sterfte van embryo, niet drachtig worden, aan de nageboorte blijven staan).

15. Zink:

Een tekort aan zink zorgt voor:

- de huidafwijkingen (huidontsteking, kaalheid);

- de vermindering van de eetlust;

- een beperkte groei;

- mindere vruchtbaarheid bij jonge geiten;

Zinkgebrek geeft:

- perkamentachtige huid;

- gevoeligheid voor rotkreupel.

Geiten gaan:

- sterk speekselen;

- krijgen korstjes op neus, lippen, ogen en poten;

- de hoorn van nagels en hoorns is afwijkend, het is van slechte kwaliteit en bros, groeien onregelmatig en zijn grillig van vorm.

- kaalheid;

- ruwe vacht;

- ontsteking van tandvlees en oogslijmvlies;

- krijgen eczeemachtige huiduitslag

- abnormale groei van de voorklauwtjes.

16. Zwavel:

Te kort aan zwavel geeft:

- verminderde voeropname;

- eiwittekort;

- trage groei;

- moeilijkheden voor nieuwe haren in het voorjaar.

(02/12/2015)