8. Rantsoenberekening
Voor de rantsoenberekening van een papfleslammetje, zie 06. Kweek, punt 5 Opfok.
De hoeveelheid droge stof die een geitje per dag nodig heeft verschilt naargelang:
- een volwassen geit en een drachtige geit (eerste 4 maanden van de dracht): 2% van het lichaamsgewicht;
- een hoogdrachtige geit (vanaf 1 maand voor werpen): + 0,5% van het lichaamsgewicht;
- een melkgevende geit: + 1% per liter melk.
Drogestofpercentages:
- gras bevat 15% droge stof;
- hooi 80% droge stof;
- kuilvoeding 45% droge stof;
- geitenbrok 90% droge stof.
Rantsoennorm:
Minimaal 2/3 ruwvoer en maximaal 1/3 geitenbrok/bijvoeders.
Rantsoenberekening:
Hier onder de rantsoenberekening voor een geitje van 25 kg, droge stof uitsluitend uit hooi en brokken. Ingeval van enkel gras en brokken dient men het percentage voor hooi (80%) te vervangen door het percentage voor gras (15%).
Rekenvoorbeeld volwassen geit van 25 kg (hooi plus brok):
Drogestofbehoefte = 2% van 25 kg = 0,500 kg droge stof.
Minimaal 2/3 van 0,500 kg nodig uit hooi = 0,333 kg droge stof.
Maximaal 1/3 van 0,500 kg nodig uit brok = 0,166 kg droge stof.
Minimaal rantsoen hooi: 0,333/80% = 0,416 kg.
Maximaal rantsoen brok: 0,166/90% = 0,184 kg.
Rekenvoorbeeld hoogdrachtige geit van 25 kg (hooi plus brok):
Drogestofbehoefte = 2% + 0,5% = 2,5% van 25 kg = 0,625 kg droge stof.
Minimaal 2/3 van 0,625 kg nodig uit hooi = 0,417 kg droge stof.
Maximaal 1/3 van 0,625 kg nodig uit brok = 0,208 kg droge stof.
Minimaal rantsoen hooi: 0,417/80% = 0,512 kg.
Maximaal rantsoen brok: 0,208/90% = 0,231 kg.
Rekenvoorbeeld melkgevende geit van 25 kg (hooi plus brok):
Drogestofbehoefte = 2% + 1% = 3% van 25 kg = 0,750 kg droge stof.
Minimaal 2/3 van 0,750 kg nodig uit hooi = 0,500 kg droge stof.
Maximaal 1/3 van 0,750 kg nodig uit brok = 0,250 kg droge stof.
Minimaal rantsoen hooi: 0,500/80% = 0,687 kg.
Maximaal rantsoen brok: 0,250/90% = 0,278 kg.
(30/11/2015)