01. Gedrag

Wanneer we spreken over gedrag dan bedoelen we:

"Hoe gedraagt zich een dwerggeitje tov: mensen, soortgenoten en ander soort dieren?"

Dit hoofdstuk bevat volgende onderwerpen:

1. Gedrag tov mensen.

2. Gedrag tov soortgenoten.

3. Gedrag tov andere dieren.

4. Mekkerende geitjes.

1. Gedrag tov mensen.

Een dwerggeit is een grappig, lief, schattig, vriendelijk en aanhankelijk diertje.

Ze zijn een leuke en perfecte speelkameraad voor de kinderen.

Bokken zijn onrustiger dan miekes en vaak wat agressiever. Als zijn hormonen de kop opsteken, dan denkt hij maar aan één zaak: de miekes.

Een gecastreerde bok is veel rustiger dan een bok, even rustig als een mieke.

Dwerggeitjes zijn zeer slim, leer ze daarom geen verkeerd gedrag zoals o.a.: brood of lekkers door de omheining voeren.

Maak daarover ook afspraken met de buren.

Wanneer men deze slechte gewoonte een aantal keren herhaalt, zullen de geitjes telkens mekkeren wanneer ze iemand de omheining zien naderen.

Neem vanaf het begin de gewoonte aan om het brood enkel op de weide te voeren, zodat de dieren leren dat ze enkel brood krijgen als je op de weide komt.

2. Gedrag tov soortgenoten.

In iedere kudde (ook al telt jou kudde maar 2 dieren) zal er altijd sprake zijn van een rangorde (hiërarchie).

Ieder lid van de kudde kent zijn plaats en gedraagt zich hier ook naar.

De sterkste geit (de leider) zal het eerst eten en het beste voedsel voor zich opeisen. Wanneer men de leider uit de kudde zou halen, zal een ander dier het leiderschap opeisen.

Het vastleggen van de rangorde kan op 2 manieren gebeuren: ofwel loopt het bedreigde dier weg en geeft hiermee te kennen dat het de aanvaller erkent als hoger in rang ofwel mondt het uit in een tweegevecht.

De strijders richten zich omhoog door op hun achterpoten te staan, om vervolgens met de schedels (hoorns) met een flinke klap tegen elkaar te botsen. De haren richten zich rechtop en de staart wordt strak op de rug getrokken of naar beneden gedrukt. Dit ritueel kan zich een aantal malen herhalen tot uiteindelijk één de aftocht blaast. De winnaar (verliezer) van een gevecht zal de strijd aangaan met respectievelijk de winnaar (verliezer) van een ander gevecht, totdat uiteindelijk de rangorde is bepaalt.

Hoornloze geitjes leggen het af tegen gehoornde dieren. Bij de samenstelling van onze kudde dienen we hierbij rekening te houden.

Wanneer we een nieuw geitje of een geitje dat lang uit de kudde weg is geweest (terug) in de kudde plaatst, zal deze om haar rangorde moeten knokken.

Eerst met de laagste in rangorde, na winst met de hogere in de rangorde, enz., tot het uiteindelijk een meerdere erkent of leider wordt.

Er is geen reden tot ongerustheid, ook al ziet het er soms gevaarlijk uit. Dit is een normaal gedrag en normaal zullen de geitjes elkaar niet ernstig verwonden.

Lammetjes hebben, zolang ze bij de moeder zijn, dezelfde rangorde als de moeder.

3. Gedrag tov andere dieren.

Dwerggeitjes zijn heel verdraagzaam t.o.v. andere dieren (andere dieren dan dwerggeitjes). Ze kunnen daarom zonder problemen samen met andere dieren gehouden worden vb: paarden, ponny's, ezels, koeien, schapen, eenden, ganzen, kippen, enz.

4. Mekkerende geitjes.

Met te mekkeren drukken de geitjes hun gevoelens uit en zenden zij signalen uit naar andere geitjes en mensen.

Een geitje kan mekkeren (normaal gedrag) om verschillende redenen, nl.:

- Wanneer ze bronstig is, om de bok te roepen. Dit kan een paar dagen duren en is dan weer over tot de volgende vruchtbare cyclus, 3 weken later.

- Na verstoringen in de kudde, vb als een andere geit of haar lammetjes weggehaald zijn. Dit kan een paar dagen duren.

- Direct na het lammeren kunnen jonge moeders wat onwennig zijn en daardoor mekkeren.

- Een gefrustreerde geitje, omdat ze door een andere geitje van het voer is weggejaagd of het hok is uitgezet en in de regen moet staan.

- Een geitje dat zich alleen voelt, uit de kudde is gezet, de kudde is kwijtgeraakt of alleen gehouden wordt. Daarom NOOIT een geitje alleen houden.

Een geitje kan ook problematisch mekkeren door de foutieve voederwijze van de geitenliefhebber of te goede buren.

Wanneer de liefhebber op elk willekeurig moment van de dag met iets lekkers kan aankomen (vb. brood of brokken), dan zullen ze telkens wanneer ze de geitenhouder zien of horen, zijn aandacht proberen te trekken, voor iets lekkers, door te mekkeren. Wanneer de houder, hun vraag voor iets lekkers beloont door wat te geven, zullen ze de volgende keer weer mekkeren.

Het is dus aan te raden om op vaste tijden te voeren en daarbuiten niets lekkers te geven.

Wanneer de geitenhouder op een ander moment van de dag de geitjes lokt met brood of brokken om ze tam te krijgen (houden) of te tonen aan een bezoeker, dan is hij niet consequent. De geitjes verstaan dat niet en kunnen daardoor beginnen mekkeren.

Het geven van brokken stimuleert het zeurend mekkeren. Geitjes die geen brood of brokken krijgen zullen niets lekkers verwachten en daarom ook zelden om bedelen (mekkeren).

Dit problematisch mekkeren is moeilijk af te leren, enkel door drastisch in te grijpen kan er verbetering optreden.

Men moet de mekkerende geitjes enkele weken afzonderen in de stal of aparte weide, zodat ze geen mensen kunnen zien. Nooit een geitje alleen afzonderen. Tijdens deze 'heropvoedingsperiode" geen brood, brokken of iets lekkers geven, enkel gras, hooi en vers water. Tijdens deze periode ook zo weinig mogelijk bij de mekkerende geitjes komen. Enkel op een vast tijdstip van de dag hooi en vers drinkwater geven, daarbuiten niets. Het is ook aangewezen om de heropvoedingsperiode niet te starten bij zwangere of zogende geitjes.

(20/07/2015)