08. 08/12/2016 - Voeding van dwerggeitjes.

1. Algemeenheden

Zie eveneens het hoofdstuk voeding op onze website.

Voor de voeding van lammetje zie kweek.

Onze dwerggeitjes, hebben net als andere dieren, voeding nodig om:

- te groeien;

- de eigen cellen te vernieuwen;

- het lichaam op temperatuur te houden;

- het leven door te geven aan ongeboren lammetje en ze te laten groeien in de baarmoeder;

- melk aan te maken voor zogende lammetjes;

- enz.,

Kort samengevat, een dwerggeitje heeft voeding nodig om te leven maar ook om lammetjes te laten groeien.

Zo als velen, eten de geitjes sommige dingen graag...andere dingen lusten ze helemaal niet. Sommige geitjes zijn grote eters andere weer niet.

De dwerggeitenhouder moet dus zijn/haar diertjes kennen en dus het juiste voer in voldoende hoeveelheid maar ook niet te veel voeding verstrekken. Ondervoeding moet dus vermeden, maar overvoeding is ook een voederfout. Een ervaren dwerggeitenhouder zal dus onmiddellijk zien wanneer er iets fout is met een geitje, wanneer het geen eetlust heeft of de keuteltjes niet zijn zoals het hoort.

Het spreekt voor zich dat de hoeveelheid voeding aangepast dient te zijn aan:

- de leeftijd (lammetje, volwassen geitje, oud geitje);

- de gesteldheid van het dwerggeitje (te mager, te vet);

- de prestatie die het dwerggeitje moet leveren (al of niet zwanger), het stadia van de dracht (eerste 3 maand of hoog drachtig);

- al of niet zogen van lammetjes (1 lammetje of meerlingen),

aan de hand van de rantsoenberekening vind je een aanwijzing over de hoeveelheid voeding.

Dwerggeitjes zijn kieskeurig, vuile voederbakjes of bevuilde voeding weigeren ze gewoon. Reinheid van voederbakjes en voeding is aangewezen.

Dwerggeiten zijn herkauwers en leven voornamelijk van planten en van uit planten bereide voeding. De kwaliteit van de voeding dient goed te zijn, optimaal bewaard te worden en mag dus zeker geen schimmel bevatten.

Dwerggeiten zijn niet echt grazers, ze knabbelen meer, ze plukken liever wat twijgen, kruiden en iets oudere grassen. Sierplanten en -struiken vinden ze helaas ook lekker hoewel er vele in grotere of mindere maten giftig zijn. Zie giftige planten.

In de 4 magen van het geitje, zorgen bacteriën en micro-organismen voor de omzetting van de voeding zoals oa de plantenvezels (cellulose) in een stof die het geitje nodig heeft als energiebron.

Elke soort voeding (planten, brokken, enz) heeft haar eigen soort bacterie voor de vertering, verander daarom nooit plots van voeding, de bacteriën hebben tijd nodig om zich aan te passen. Verhoog ook plots de hoeveelheid brokken niet, verdeel de verhoging over meerdere dagen.

Wanneer men (te veel) krachtvoer geeft, zal de ruwvoeropname afnemen.

Een geitenhouder die zijn diertje onvoldoende voeding geeft volgens de behoefte van het dier of onvoldoende drinkwater geeft, overtreedt de wet over de gezondheid van levende dieren.

2. Voeding

Gras: er bestaan verschillende soorten grassen die veel in voedingswaarde maar ook in smaak verschillen. Gras is op zijn best de meest aangewezen bron van energie en proteïnen. Gras bevat veel calcium, iets minder fosfor en weinig magnesium. In de winter is de kwaliteit van gras veel minder.

Luzerne: deze peulvrucht eten de geitjes zeer graag. Bevat veel proteïnen en calcium. Te veel voederen kan leiden tot 't bloed. Luzerne is ook te verkrijgen in geperste korrels.

(Voeder)kool: eten de geitjes zeer graag. Bevat veel proteïnen en geeft veel energie. Te veel voederen kan leiden tot diarree.

Hooi: is samen met gras de belangrijkste voeding voor dwerggeitjes.

Stro: zowel granenstro (tarwe, haver, gerst) als erwtenstro wordt graag gegeten op voorwaarde dat het niet bevuild is. De voedingswaarde van stro is wel erg laag.

Bieten: niet te veel bieten voeren, de geitje kunnen er diarree van krijgen. Bokken kan men best geen bieten voederen dit om urinegruis en -stenen in de urinewegen te voorkomen.

Bietenpulp: het bijproduct van suikerbieten is in geperste korrelvorm te verkrijgen. De korrels dienen wel geweekt, ze zwellen enorm als ze nat worden. Vormen een goede bijvoeding voor de geitjes. Bevat veel calcium en weinig fosfor.

Sojabonen en schilfers: is een bijproduct na oliepersing. Bevat veel proteïnen, mag dus niet veel gegeven worden.

Wortelen: zijn net als granen, laag in vezels maar hoog in zetmeel. Bokken kan men best geen wortelen voederen dit om urinegruis en -stenen in de urinewegen te voorkomen.

Takken (boomschors) en bladeren: oa wilg, populier, paardenkastanje, linde, hazelaar, beuk, berk, acacia, enz. worden graag gegeten.

Eiken- en beukenbladeren of een aftreksel hiervan helpen gunstig bij diarree.

Krachtvoer (granen en zaden): bevat oa granen (haver, gerst, maïs) geheel of geplet, zemelen, geplette erwten, sojameel en lijnzaad. Speciaal voor geiten heeft men geitenmengelingen gemaakt. Krachtvoer bevat weinig vezels maar veel proteïnen. De verschillende granen hebben ook verschillende eigenschappen. Graan is hoog in fosfaat maar laag in calcium, haver heeft meer vezel, maïs geeft meer energie. Regelmatig een weinig krachtvoer geven is beter dan af en toe, meerdere kleine hoeveelheden geven is beter dan één grote hoeveelheid, dit om zuurvergiftiging en het minder eten van gras en hooi te voorkomen.

Mineralen en vitaminen: geiten hebben deze nodig. Ze kunnen deze vinden in oa een liksteen.

3. Enkele belangrijke regels ivm voeding

- De dwerggeitjes dienen zo aangepast gevoederd dat ze het hele jaar door in topconditie zijn, ongeacht drachtig of niet, zogend of niet.

- Elke voeding dient goed opgeslagen (zuiver, beschermt tegen vocht en ongedierte).

- Elke voeding dient zo hygiënisch mogelijk aan de geitjes geven.

- Gras en goed hooi is de belangrijkste voeding.

- Elke verandering in de voeding dient geleidelijk te gebeuren, verdeelt over meerdere voederbeurten.

- Tijdens de laatste maand van de dracht, de aanstaande moeder hooi geven van zeer goede kwaliteit, om aan haar energiebehoefte te voorzien.

(08/12/2016)