03. Prolaps of lijfbieden

Prolaps of lijfbieden

Een prolaps kan voorkomen in de laatste weken van de dracht. Geiten met een prolaps oftewel lijfbieden hebben een slijmvliesuitpuiling van de schedewand. Vooral als de geit ligt is rozerood weefsel goed te zien, soms wat vochtig of etterig. In ernstige gevallen kan het weefsel ontstoken zijn.

Een prolaps is progressief, het wordt steeds een beetje erger. Ga ook bij twijfel naar de dierenarts, want geiten met een prolaps kunnen interne ontstekingen oplopen en ook veel problemen krijgen tijdens en na het werpen (te weinig ontsluiting, nageboorte komt niet af, blaasontsteking).

Tot het lammeren moet de geit in een kleine ruimte gehouden worden, waarin het niet kan keren. De geit wordt in zo een positie gebracht waarbij het voorlijf lager is dan het achterlijf.

Vaak zal de dierenarts het weefsel terugbrengen in de schede en vervolgens van een hechting of een beugel voorzien. Wanneer de geboorte op handen is, wordt die tijdelijke afdichting weer weggenomen. De prolaps komt elk jaar terug. Verder fokken met deze dieren dient vermeden, nakomelingen dienen voor de fok uitgesloten omdat deze aandoening erfelijk is.

Wanneer lijfbieden zich voordoet na het lammeren is het de baarmoeder die naar buiten geperst wordt. De baarmoeder is nu binnenstebuiten gekeerd. De eigenaar zorgt er voor dat er geen verwondingen aan de baarmoeder gebeuren en de uitstulping niet erger wordt. Men zorgt ervoor dat het achterlijf hoger ligt en omhult de massa met een vochtig schoon laken. De veearts zal de baarmoeder terug op zijn plaats brengen. Na het terug inbrengen van de baarmoeder worden hechtingen op de vulga aangebracht. Zijn er ernstige beschadigingen aan de baarmoeder, dan wordt deze geamputeerd.

(22/01/2015)