02. Klauwbevangenheid

Klauwbevangenheid

Klauwbevangenheid wordt vaak samen met andere aandoeningen waargenomen.

Er is een opeenhoping van vocht in en om het nagelbed. Het lopen wordt moeilijk. Het komt vaker aan de voorpoten voor dan aan de achterpoten en meestal ten tijde van de geboorte van de lammeren.

Het wordt ook als allergische reactie gezien door opnamen van bepaalde eiwitten. Het kan opgewekt worden door een overvoedering aan granen waardoor een te eiwitrijke voeding ontstaat.

Symptomen

Bij acute gevallen:

- zijn de dieren plotseling kreupel en willen niet meer staan of stappen;

- de klauwen voelen warm aan;

- de klauwrand is gezwollen en pijnlijk;

- soms is de lichaamstemperatuur verhoogd.

Een chronische geval wordt meestal pas laat opgemerkt. Door geringe veranderingen aan het nagelbed ontstaat een gebrekkige, afwijkende groei van het hoorn. De hoorngroei is onregelmatig en is geribbeld. Door deze trage veranderingen treedt er geleidelijke kreupelheid op.

Behandeling

Eerst moet men er voor zorgen dat de vochtophoping aan de klauwrand verminderd. Sterk afkoelen van de klauwen. 1 maal per dag gedurende 10 tot 15 minuten de klauw afkoelen met koud water. Daarnaast wordt het geitje in een zandbak geplaatst waarbij het zand vochtig gehouden wordt.

Het is belangrijk dat de dieren in beweging blijven voor de bloedcirculatie in de ondervoet, daarom worden pijnstillers gegeven. Er worden antibiotica en infusen gegeven om de giftige stoffen in het bloed zo snel mogelijk kwijt te raken.

Verder de dieren een eiwitarm dieet geven.

(04/08/2015)