09. Kleurvariaties

Bij de dwerggeitjes kennen we 3 basiskleuren, nl:

- bruin (wildkleur);

- zwart;

- camel (abrikoos).

Bovenop deze basiskleuren kunnen patronen en aftekening in de pels van de geitjes voorkomen.

1. Basiskleuren:

1.1. Bruin (wildkleur):

Het geitje is volledig bruin met uitzondering van:

- de aalstreep: zwarte streep van schoft tot kruis;

- de pootjes: zwart van ongeveer de onderkant tot aan de knie;

- het hoofd: zwart van onder de ogen tot aan de snuit;

- eventueel een zwarte neusvleugel;

- soms is de buitenzijde van de oorschelp zwart;

- de onderkant van de buik en snuit ook zwart.

Het bruin kan variëren van lichtbruin tot roodbruin.

1.2. Zwart:

Het geitje is volledig zwart, alhoewel door verkleuring door het zonlicht over het zwart een bruine schijn verschijnt.

1.3. Camel of abrikoos:

Camel is een sterk variërende kleur, van chocolade kleur over gelig abrikoos tot bijna wit.

Sommige variërende kleuren krijgen een specifieke benaming zoals:

- isabel: zeer licht (opgebleekte) camel, creme-kleurig, bijna wit. Met een rozige schijn over de pels. Bij sommige isabellen is zelfs de rozige schijn verdwenen en lijkt de pels bijna wit. De hoeven en horens zijn bij deze geitjes ook opgebleekt.

- palomino: goudkleurig;

- chocolad: extreem donkere camel.

Er is geen aalstreep aanwezig, het hele lichaam is in dezelfde kleur.

2. Patronen en aftekening:

2.1. Stippel:

Een stippel diertje heeft een effen gekleurde voorhand in de basiskleur en vanaf het midden- of achterhand wit, met in het witte gedeelte stippen in de basiskleur.

We spreken dan van:

- bruinstippel;

- zwartstippel;

- camelstippel.

De scheiding tussen het effen gedeelte en gestippeld gedeelte begint net achter de voorpoot.

De stippen dienen de grootte van een muntstuk te hebben.

Deze geitjes kunnen een aalstreep hebben in het witte gedeelte.

Een wit staartje is mogelijk.

De stippel afbeelding aan beide zijden van het geitje is best symmetrisch.

2.2. Contrastippel:

Wanneer de stippels elkaar raken en overlappen, zodat het de indruk geeft dat het dier witte vlekjes heeft, wordt het contrastippel genoemd.

We spreken dan van:

- bruincontrastippel;

- zwartcontrastippel;

- camelcontrastippel.

2.3. Bont:

Bont wil zeggen gevlekt in de basiskleur met wit.

We hebben:

- bont 2-kleurig: wit met basiskleur;

- bont 3-kleurig: wit met basiskleur en zwart of bruin.

We spreken dan van:

- bruin bont;

- zwart bont;

- camel bont.

2.4. TAN:

De geitjes hebben de basiskleur met een warm bruine (TAN) aftekening bij:

- de oogstrepen: van boven de oog tot aan de neus;

- de achterkant van de onderpoten;

- buik;

- spiegel: naast en onder de staart;

- op de dijen;

- onder de hals;

- binnenkant van de oren.

Het bruin van de TAN-aftekening kan variëren van grijsbruin tot donkerbruin.

We spreken dan van:

- bruin TAN: Bown&TAN;

- zwart TAN: Black&TAN;

- camel TAN.

camel (chocolad) TAN

Variaties van Black&TAN zijn:

- Brown Belly Black&TAN: Black&TAN met bruine buik;

- Black Belly Black&TAN: Black&TAN met zwarte buik.

2.5. Schimmel:

Bij schimmel zijn er witte haren in het hele haarkleed evenredig verdeeld over het hele lichaam.

De witte haren in de pels variëren, een dier met extreem veel schimmel lijkt zelfs wit te lijken met uitzondering van de poten.Een minimale vorm van schimmel zijn de meeloortjes of meelsnuit.

We spreken dan van:

- bruinschimmel;

- zwartschimmel;

Een variante op zwartschimmel is, door de hoeveelheid witte haren in de pels, de blauwschimmel.

Een blauwschimmel heeft evenveel zwarte als witte haartjes in de pels. Wanneer er nog meer witte haartjes in de pels voorkomen spreken we van lichtblauwschimmel.