01. Giftige planten

De algemene regel is dat veel sierplanten en bladhoudende planten vaak min of meer giftig of schadelijk zijn.

1. Zeer giftige planten

Opgepast alle onderstaande planten zijn zeer giftig en kunnen de dood veroorzaken !!

Taxus is de meest giftige struik in West-Europa. Toch is taxus heel populair als haag. Hoewel hagen als dusdanig onaangeroerd worden gelaten, zijn vergiftigingen berucht omdat het nogal eens als snoeiafval door onwetende buurtbewoners aan de dieren gevoederd wordt. 100 gr is voldoende om binnen het half uur de dood te veroorzaken bij schapen en geiten. Opname van kleinere hoeveelheden veroorzaakt koliek en diarree.

Na taxus is gouden regen de meest giftige sierplant. Vooral de bloemen en de zaden bevatten een gifstof die diarree, koliek en tenslotte verlamming en ademstilstand teweegbrengt.

Ook de acaciaboom bevat, vooral in de schors, een zeer sterk gif dat zorgt voor koliek, spierzwakte, verlamming en tenslotte hartstilstand. Vergiftigingen zijn beschreven nadat dieren aan weidepalen van acaciahout knabbelden.

Ook buxus (palmboom) is een zeer giftige struik. Opname van 750 gr leidt tot een fatale ademhalingsstilstand. Door de afstotelijke geur worden de takken echter zelden opgenomen door goed gevoede dieren.

Rododendron, azalea, pieris en oleander bevatten een sterk zenuwgif dat, afhankelijk van de opgenomen hoeveelheid, symptomen veroorzaakt als speekselen, schuimbekken, knarsetanden, wankelen en acute dood.

Vergiftigingen met laurierkers en ook cotoneaster treden vooral op wanneer snoeisel binnen het bereik van de dieren komt. Na opname wordt in beide gevallen cyaan geproduceerd hetgeen de ademhalingsketen stillegt. Voor schapen en geiten is dagelijks 200 gr laurierkers giftig. Symptomen zijn speekselen, ademnood, oplopen, felrode slijmvliezen en stuipen. Tijdens lijkschouwing ruikt men de typische amandellucht.

2. Giftige planten

Opgepast alle onderstaande planten kunnen vergiftiging veroorzaken !!

Aardappelen: aardappelplant behoort tot de familie nachtschade. De plant (aardappelloof), groene aardappel, aardappelkiemen en de schillen vlak voor het kiemen, bevatten solanine, gevaarlijk.

Geeft: solanine breekt de rode bloedcellen af, ontstekingen op slijmvliezen en huid, verlammingsverschijnselen, slap worden, kortademigheid, speekselen, diarree in erge gevallen een hartstilstand.

Acaciaboom: vooral de schors is giftig, zeker in de herfst is de schors het meest giftig.

Geeft bloederige diarree en vervolgens schade aan nieren en lever. (Zie 1. Zeer giftige planten)

Adelaarsvaren: vers en ook in hooi.

Geeft: na een paar weken ziet men eetlustvermindering, prikkelbaarder, wankele gang, de polsslag vermindert, koliek, bloedingen en bloedarmoede.

Amaryllis:

Azalea: bladeren bevatten een sterk zenuwgift (Zie 1. Zeer giftige planten)

Geeft: 4 tot 6 uur na opname speekselen, verminderde eetlust, diarree.

Bastaardklaver: komt voor op zure gronden, in de lente is de giftigheid het grootste

Geeft: bij langdurige opname leverschade en zonnebrand.

Berenklauw:

Beuk - beukennoten: het ene dier is gevoelig, het andere niet, de beukennootjes bevatten blauwzuur. De houtkrullen van beuk kunnen wel gebruikt worden als vloerbedekking.

Geeft: beven, spierzwakte, koliek. Veel beukennoten kan fataal zijn.

Beverboom: zie magnolia

Bilzekruid

Bingelkruid: zowel de zaden als wortels zijn giftig.

Geeft: bloedarmoede en problemen met magen en darmen door de etsende werking op de slijmvliezen.

Bitterzoet: van de familie nachtschade, bessen bevatten solanine, gevaarlijk

Geeft: ontstekingen op slijmvliezen en huid, verlammingsverschijnselen, slap worden, kortademigheid, speekselen, diarree in erge gevallen een hartstilstand.

Blauwe regen

Boerenwormkruid

Boksdoorn: bloemen en vrucht giftig

Bolderik: de hele plant is giftig, maar vooral de zaden zijn gevaarlijk.

Geeft: bloedarmoede, koliek sufheid, verlammingsverschijnselen, geïrriteerde slijmvliezen, speekselen.

Boterbloem, blaartrekkende boterbloem, scherpe boterbloem kruipende boterbloem: familie van de monnikskap, zeer giftig, bij het hooien verdwijnt het gift. De dieren eten de plant niet graag om hun scherpe smaak.

Geeft: koliek, diarree, bloederige urine en krampen.

Brem: zaden en vruchten giftig

Buxus: zeer giftig, alle plantendelen bevatten giftstoffen. (Zie 1. Zeer giftige planten)

Geeft: prikkelingen op de slijmvliezen van de darm, daardoor krampen. Door de verlamming van de ademhaling sterft het dier.

Clematis

Cotoneaster: (Zie 1. Zeer giftige planten)

Doornappel: alle delen giftig

Duindoorn

Esdoorn:

Gaspeldoorn: hele plant giftig

Gelderse roos: vruchten zijn giftig

Gladiool: geeft bloederige diarree

Goudenregen: de stof cytisine wordt met de melk uitgescheiden, alle delen zijn giftig maar vooral de bloemen en de zaden. (Zie 1. Zeer giftige planten)

Geeft: wijde pupil, koliek, sterk zweten, onzekere gang, diarree en tenslotte verlamming en ademhalingsstilstand.

Heermoes, kwadenaard: kan oorzaak zijn van erge diarree

Heggerank: alles, vooral bes en wortel. Deze klimplant komt vooral voor in de duinen, in kreupelhout en heggen.

Geeft: diarree, koliek, veel urineren, wankele gang, abortus bij drachtige dieren

Herfststijlloos

Hersthooi

Hondsdraf:

Geeft: eerste verschijnselen pas na meerdere dagen na de opname zichtbaar: korte ademhaling, hoesten.

Hondspeterselie: giftig bij grote hoeveelheden

Honingklaver: geeft dezelfde verschijnselen als rattengift.

Geeft: spierzwakte, sloomheid, bloedarmoede, bloed in de urine, diarree (soms met bloed)

Hulst: vruchten giftig

Hyacint

Iris: geeft bloederige diarree

Sint Jacobskruiskruid: alle delen van de plant zijn giftig. Ook de gedroogde in het hooi.

Geeft: geelzucht door slecht functioneren van de lever, koliek, coördinatiestoornissen, geen eetlust, onrustig bewegen, krachteloos.

Sint Janskruid: wordt vaak verward met Sint Jacobskruiskruid, de gele bloemblaadjes zien er echter anders uit. De kenmerkende rode sap van deze plant bevat hypercine. de hele plant is giftig.

Geeft: ontstekingen, bij vergiftiging kunnen de oorpuntjes afsterven.

Jeneverbes: vooral het blad en de vruchten zijn zeer giftig

Geeft: diarree, koliek darmontsteking, bij ernstige vergiftiging de dood na 1 tot 3 dagen.

Juniperus

Kamperfoelie: vruchten zijn giftig

Kardinaalsmuts: bladeren, zaden en vruchten zijn gevaarlijk

Kers: blad min of meer gevaarlijk

Klaproos: komt vaak voor in wegbermen en velden. Het sap van de plant is vooral giftig tijdens de bloei en zaadvorming.

Geeft: koliek darmverstopping, bloederige diarree, zenuwverschijnselen.

Klimop: sommige speciale soorten kunnen schadelijk zijn vooral bloemen ervan. Geiten eten de normale soorten zeer graag. De klimplant bevat een hars met saponie en een hoog gehalte aan looizuur.

Geeft: bij grote hoeveelheid diarree

Krokus: geeft bloederige diarree

Kruiskruid: de volledige plant is giftig, ook in gedroogde vorm blijft de plant giftig.

Geeft: koliek, coördinatiestoornissen, geen eetlust, onrustig bewegen, krachteloos.

Lathyrus: komt vaak in tuinen voor, vooral de zaden zijn giftig.

Geeft: bij grote hoeveelheden eten van zaden: verlamming, krachtverlies tot volledige verlamming van de poten, skeletafwijkingen, inwendige bloedingen

Laurierkers: blad min of meer gevaarlijk. (Zie 1. Zeer gevaarlijke planten)

Geeft: na opname wordt cyaan geproduceerd wat de ademhaling stil legt, speekselen, ademnood, oplopen, felrode slijmvliezen, stuipen.

Lelietje van dalen: gehele plant zeer giftig

Levensboom: komt vaak in tuinen, vooral de zaden zijn giftig.

Geeft: bij grote opname van zaden geeft dat krachtverlies tot verlamming van de poten, skeletafwijking en inwendige bloedingen.

Ligusterhaag

Lupinen: deze komen veel voor in siertuinen (niet te verwarren met de zoete lupine: deze is niet gevaarlijk), alle bovengrondse delen van de plant zijn giftig maar vooral de zaden, zaadhulzen en bladeren.

Geeft: speekselen, verschijnselen aan zenuwstelsel, later geelzucht, huidproblemen onder invloed van UV stralen en ontstoken slijmvliezen.

Mahonie: vruchten zijn giftig

Magnolia, beverboom of valse tulpenboom

Maretak: vruchten zijn giftig

Monnikskap blauw- of geel bloeiend: zwaar vergif ook na drogen in hooi, ook wortels zijn giftig.

Geeft: koliek, benauwdheid, hartfalen en -verlamming.

Nachtschade: volgende planten behoren tot deze familie (zie overeenstemmende plant):

- bitterzoet;

- zwarte nachtschade;

- aardappel;

- tomaat.

Geeft: ontstekingen op slijmvliezen en huid, verlammingsverschijnselen, slap worden, kortademigheid, speekselen, diarree in erge gevallen een hartstilstand.

Narcissen: zowel het loof als de knollen zijn giftig voor geiten

Oleander: bladeren bevatten een sterk zenuwgift. (Zie 1. Zeer giftige planten)

Palm: zie Buxus

Perzik: blad min of meer gevaarlijk

Pierisboompje: bladeren bevatten een sterk zenuwgift. (Zie 1. Zeer giftige planten)

Geeft: speekselen, braken, opgewonden zijn, oedeem in de longen.

Pruim: blad min of meer gevaarlijk

Rabarberbladeren: in grote hoeveelheden gegeten, oorzaak van diarree

Rhododendron: de bladeren zijn giftig voor geiten bevatten een sterk zenuwgift (Zie 1. Zeer giftige planten)

Geeft: 4 tot 6 uur na opname speekselen, verminderde eetlust, diarree.

Rode kornoelje: vruchten zijn giftig

Rood peperboompje: alle delen zijn giftig

(gevlekte) Scheerling: alle delen zijn giftig

Geeft: speekselen, spierzwakte, onzekere wagelende gang, de pupillen zijn wijd, ademhaling krampachtig, de dieren sterven door ademhalingsstilstand.

Slangenwortel: alle delen giftig

Smeerwortel: komt vooral voor in bermen

Geeft: leverschade

Sneeuwbal: bladeren zijn giftig

Sneeuwbes: zaden en vruchten zijn giftig

Sneeuwklok

Sporkehout bladeren (Rhammus Franqula): zaden en vruchten zijn gevaarlijk

Stinkende gouwe: het oranje melksap bevat giftige stoffen, bij drogen verliest de plant de giftige werking. Heeft een scherpe smaak daarom eten de dieren het niet graag.

Geeft: bij vele opname: veelvuldig urineren.

Taxus: zeer giftig en de meest giftige plant, vooral de naalden en zaden zijn zeer giftig. (Zie 1. Zeer giftige planten)

Tomatenplanten: behoort tot de familie nachtschade, het loof is giftig.

Geeft: solanine breekt de rode bloedcellen af, ontstekingen op slijmvliezen en huid, verlammingsverschijnselen, slap worden, kortademigheid, speekselen, diarree in erge gevallen een hartstilstand.

Trosvlier: zaden en vruchten zijn giftig

Tulpen: voorzichtig zijn met het loof

Valse tulpenboom: zie magnolia

Varens

Venijnboom: zeer giftig, zowel de naalden als de bessen

Vingerhoedskruid: komt vooral voor in de omgeving van bossen, is zeer giftige plant, alle plantendelen zijn giftig, maar de bladeren zijn het gevaarlijkst.

Geeft: vertraagde hartwerking, speekselen, diarree koliek, de dood volgt door hartstilstand.

Vlakke dwergmispel: vruchten zijn giftig

Waterscheerling: is een moerasplant in vervuilde sloten, de wortelstok bevat een zeer giftige stof maar heel de plant is schadelijk.

Geeft: stuipen, spierkrampen, brandende pijn in de keel en mond, speekselvloed, koliek, verwijde pupil, krampaanvallen, uitputting, bewusteloos en de dood.

Waterschering

Wegedoorn: vruchten zijn giftig

Wikkesoorten

Wilde wingerd: de vruchten zijn giftig

Wolfskers: alle delen giftig

Wolfsmelk :alle delen giftig

Zuidenwindlelie

Zwarte nachtschade: behoort tot de familie nachtschade, bessen bevatten solanine, gevaarlijk

Geeft: ontstekingen op slijmvliezen en huid, verlammingsverschijnselen, slap worden, kortademigheid, speekselen, diarree in erge gevallen een hartstilstand.

(08/06/2017)