Inspectie 2.0 ?

Het NIET bewaken van het niveau van het onderwijs, is al het geval sinds de invoering van de nieuwe aanpak van de inspectie in het inspectiedecreet van 1991 - waarin nochtans de outputcontrole centraal stond én gesteld werd dat de inspectie geen pedagogische visie mocht opdringen. In de inspectiepraktijk gebeurde precies het omgekeerde. 

In Onderwijskrant schreef ik in 1991 dat ik betwijfelde of de inspectie over de nodige instrumenten voor niveaubewaking beschikte. Ik betreurde ook dat de vakinhoudelijke deskundigheid van de inspecteurs voortaan als minder belangrijk werd beschouwd.

Gedurende een kwarteeuw drong de inspectie een nefaste methodische aanpak op (constructivistische, eenzijdig vaardigheidsgericht e.d.) met de controversiële 'Uitgangspunten van de eindtermen-1996' als bijbel. De inspectie was mede verantwoordelijk voor de aantasting van de kwaliteit van het onderwijs en de nivaudaling. 

De inspectiekopstukken ontkenden tot voor kort dat er sprake kon zijn van niveaudaling. De rond 1990 door Monard en co verguisde klassieke inspectie bewaakte veel beter het onderwijsniveau. Volgens het recente evaluatierapport over de inspectie 2.0 slaagt de inspectie er nog steeds niet in om het niveau van het onderwijs te bewaken.

Ik schreef enkele jaren geleden dat het nieuwe ROK-kwaliteitskader van de inspectie2.0 veel te wollig en allesomvattend was, te weinig de niveaubewaking en de hiervoor nodige instrumenten centraal stelde. De inspectie beschikt blijkbaar nog steeds niet over de passende instrumenten voor niveaubewaking en ze beschikt m. i ook niet over voldoende vakinhoudelijk sterke inspecteurs. Destijds was de vakinhoudelijke deskundigheid van de inspecteurs een belangrijk rekruteringscriterium.

We moeten meer belang hechten aan andere instrumenten en wegen voor de niveaubewaking nu de voorbije 30 jaar bewezen heeft dat de inspectie daartoe niet in staat is.

Raf Feys