De zaterdagloop leerde ons weer veel bij over:
Het groepswandelen van honden met hun bazen
Het opschonen van het jachtgebied.
Het leven en welzijn van een wijnboer
Dat van boven de rivieren de zo genoemde Hollanders in het weekend groepsgewijs naar het zuiden oprukken om te gaan fietsen is bekend. Complete wielerpelotons met bijpassende volgwagens nemen de Heuvellandroute in bezit en woeste hordes mountainbikers raggen de veldwegen en bospaden aan gort.
De variant van roedels gelijksoortige honden gevolgd door bijbehorende bazen en bazinnen was tot nu toe onbekend. Uitgerekend op de Blokweg maakte ik kennis met dit nieuwe fenomeen. Gelukkig betrof het de soort Labrador Retrievers met hun even welvoeglijke bezitters, onder leiding van een voortdurend streng op een fluitje blazende akela. Het idee dat het ook Dobermann's geweest hadden kunnen met de daarbij passende bezitters was echter niet zo prettig. In dat opzicht was het een voor de toekomst leerzame ontmoeting. Immers:
" Het zegt meer over de baas dan over zijn hond dat de baas op zijn hond lijkt. "
Nog amper bekomen van de emotie die de confrontatie met zo'n twintig honden toch met zich meebrengt stuitten we een paar honderd meter verder op twee heren die ogenschijnlijk hun vuil langs de provinciale weg aan het dumpen waren. De gruwel van elke hardloper want op de meest afgelegen en dus mooiste plekjes komen onverlaten hun vuil te storten. De zin om vele dure autokilometers te rijden om het eigen vuil goedkoop kwijt te raken is een smerige onzin. Voorzichtige navraag leerde dat het jagers waren die hun jachtgebied opschoonden. De karrenvracht wachtte op de gemeentereiniging en was nog maar een deel van de jaaroogst aan bouwafval en zakken met huisvuil.
Het zou goed zijn dat jagers het werk van de uit kosten overwegingen afgeschafte veldpolitie gaan overnemen. De ervaring is dat je de gewone politie niet hoeft te bellen. Staken of niet, je krijgt de centrale meldpost aan de lijn en die kennen alleen maar de wegen die in de computer staan. Waar ben u? De Bloksweg tussen Genzon en St. Gerlach, nooit van gehoord. Maakt u een grapje met uw naam?
In ieder geval heb ik geleerd dat jagers beduidend meer doen dan alleen maar afschieten. Het is natuurlijk eigen belang maar dat hebben wij allemaal bij de natuur.
De Wijngaardsberg bij Waterval torent hoog boven het parcours van de Mergelland Marathon uit. Naast het passeren met de twee rondjes wordt het gebied al meer meer dan twintig jaar bij tijd en wijle in de training belopen. Mijn droom van een wijngaard op deze helling is echter nog steeds niet uitgekomen. De boer van de Wijngaardsberghof heeft deze droom wel waargemaakt. Sinds dat Napoleon de Nederlandse wijngaarden liet rooien uit protectie voor de Franse markt was het grasland maar nu wordt de naam weer volledig waargemaakt.
Zaterdag troffen wij bij toeval de wijnboer op ons pad die spontaan en vriendelijk een leuke en leerzame excursie gaf. Hij was volgens zeggen zijn boerenbedrijf wat aan het afbouwen. Zijn wijngebied was hij echter als oudedagbezigheid aan het uitbouwen. Zijn wijnkelder annex verkooppunt was ronduit schitterend en het is geen toeval dat de Keuringsdienst van Waren onder de indruk was. Verder was het leerzaam om te horen over nodige opleidingen, aansluiting bij verenigingen, proeverij met Prins Alexander, licentie om te mogen spuiten en nog vele andere zaken waar je niet bij stil staat Dat hij het een voorrecht vond om op zo'n mooie plaats te kunnen wonen werken tekende zijn instelling.
De week werd overigens ook nog nuttig besteed aan andere (loop) zaken. Ondanks alle malheur van witte jassen en ziekenhuizen rond de nog steeds onbegrepen redelijk heftige pijn, lukte het toch nog om op gestrekte draf in beweging te komen. Ondanks dit lopen met handicap werden toch nog ca 6 uur bijeen gesprokkeld
In dat kader werd ondermeer de route van de Maasmarathon verkend. Tot mijn verrassing stonden in het centrum van Eijsden de toeschouwers al enthousiast te wachten op de doorkomst. Ik kon alvast met het voorjaar in mijn hoofd weer wennen aan de voeten teisterende keitjes op het 36 km punt.
doolde het trainingsclubje van Jo herderloos in de Broekemmer beemden bij Valkenburg rond. Naast de hoeder ontbrak namelijk tot overmaat van ramp ook nog de echte scheper Raymond Schepers. De hoeder zat thuis uit te rusten om een zwart schaap in de 6 uur van Stein (L) te kunnen winnen.
De logica hiervan is dat eindeloos rondjes lopen tellen sprekend lijkt op eindeloos schaapjes tellen. Je moet dus goed uitgeslapen zijn om wakker als eerste schaap over de dam te komen. De logica van het winnen is de analogie tussen het, tijdens het keutelen van rondjes, rond keutelen van schapen en lopers die oneindig lang het zelfde rondje moeten rond keutelen. Waarom het te winnen schaap zwart was houdt wellicht verband met het feit dat de grijze Keniaan alles wint. Het is de metafoor voor hem als een zwart schaap in witte vermomming.
haalde Jo zijn schaap op het droge door als eerste Nederlander te eindigen en het Wereldrecord voor 55 plussers op die tijd te breken. Hij liep iets meer dan 78 km en dat moet iemand maar proberen na te doen. Natuurlijk stond hij er niet alleen voor. Marc Quadflieg, de Jo trainende Vlaamsche Reus, coachte hem on the road door 72 km lang voor, achter en bij hem te lopen. Verder had Jo een aantal hazen in het veld gebracht waarop hij kon jagen en kon hij in de rondjes nog slim in de achtervolging gaan van bekende ultragekken zoals Henk Sipers, Willem Mutze, Hein Bodelier, Micha en nog vele andere SM-(Loop) bekenden.
Zijn witte kuitkousen gaven echter de doorslag. Zij hielden niet alleen zijn spieren warm maar de elegante snit bracht ook de kleumende toeschouwers in vervoering. Ook camoufleerden zij het feit dat hij zijn hielen op 6 deelnemers na voor iedereen lichtte.
Blijft nu wat te doen met het zwarte schaap. Gelukkig is Jo zo verstandig geweest om mij als consultant in te schakelen. De alternatieven zijn helder:
Opeten, want dat is uiteindelijk het lot van elk schaap tenzij het een wolf in schaapsvacht is.
Leasen aan Raymond Schepers want een als gift gegeven schaap hoort niet op marktplaats thuis.
Adopteren als huisdier
Adopteren als huisdier is geen optie want het uitlaten zou op Jo werken als snelheidsbegrenzer. Opeten is natuurlijk een korte termijn optie. Na het consumeren van wat schapenboutjes is de pret over. Het leasen lijkt mij nog het beste idee. Wel zullen contractueel de puntjes nog op de i gezet moeten worden. Wat te doen met de lammetjes, de schapenmelk en de wol. Deze puntjes geven Jo wel de mogelijkheid om zijn ongebreidelde energie ook nog te besteden aan het kaasmaken en Jenny te bewegen om kuitkousen van eigen wol te gaan spinnen. Zwarte kuitkousen staan Grijze Kenianen ook goed..
Zelf stond ik wenend en tandenknarsend langs de kant. Dat lag niet aan het, door onvoorziene omstandigheden, uitgesteld worden van mijn Midden-Oosten werkreis. Die tegenslag kwam eigenlijk als een geschenk uit de hemel ondanks het feit dat het omkeren voor de incheckbalie op Schiphol een te verwerken gebeuren is. Nee het was mijn eigen tere gestel. Na de SM-Loop stonden de Midwinter- en Galgenbergmarathon op het programma. Ook lonkte in de verte Stein. Want gelijk Jo haat ik rondjes lopen maar hou ik er van om dingen te doen die eigenlijk onverstandig zijn om te doen.
Helaas loopt mijn fysiek ergens tussen mijn middel en mijn voeten niet zoals het moet lopen. Waar de bij tijd en wijle stervende pijn vandaan komt ligt volgens de witte jassen ergens temidden van de Reumatologie, Neurologie en Orthopedie. Maar voorlopig is de oorzaak nog zwarte magie. Mogelijk is het houten beeldje dat als vondeling op mijn pad kwam wel een veeg teken. In ieder geval heb ik hem gunstig gestemd door hem te redden van de ondergang van het verdwijnen in een regengang langs de autoweg.
Verder blijf ik dapper voortschuifelen met een gang die tussen wandelen en hardlopen in zit. Willem Mutze is nu mijn grote idool want hij roeit met die riemen zo hard dat ik hem meestal voor moest laten gaan.
had ik voor het eerst deze week tijd om te lopen. Als ik nog loonslaaf zou zijn dan zou ik hunkeren naar de rustige tijden van het trekken van Drees. Nu hunker ik naar een normale baan want dan zou ik wat tijd krijgen om te lopen. Het lopen zelf was was jing en jang. Het zonnige weer met de winter in de schaduw en de lente in de zon maakte de jing. De jang was het aanhoudend met veel pijn lopen.
Gelukkig is de pijn onafhankelijk van het niet of wel lopen en dus lopen wij vrolijk verder. Hierbij zorgt mijn nieuwe telefoon voor zeer veel vreugde. Door de GPS kan ik niet verdwalen maar dat deed ik al niet. Wel kan ik nu ongelovigen in mijn oriëntatie vermogen overtuigen van het op de juiste weg zijn. Een verdere vreugde is de krachtige foto/filmcamera in het apparaat. Kortom, als er niet gebeld wordt dan moet wel naar de weg worden gekeken of een foto worden gemaakt. Eigenlijk kom je zo niet meer aan lopen toe.
Ondanks dat het alles behalve beestenweer was waren er naast mensen ook andere beesten de zon tegemoet gegaan. Het Varken van Bayeux zat er gelukkig achter want zij walste als een tank alles op haar pad plat. De boomkat zat zonder angst aan te jagen voor het gaas. De bok in Berg waarvan de inwoners bergbokken heten, stond echter zijn mannetje op ons pad en daarvoor ga je van het rechte pad af.
Bij Bemelen slaagden wij er in om nog een nieuw pad te vinden dat echter al uit 2003 stamde. Wiel en Jean hadden hiervoor hun best gedaan en daar op het mooiste plekje gelijk een bank langs neergezet. Dat redde ons van een acute warmtestuwing. De combinatie modderen op de ontdooide delen, glijden op de bevroren delen en bruinbakken in de zon ging namelijk niet in de kouwe kleren zitten.Dat Bemelen in het Limburgs Piemele zou heten is geen fotomanipulatie van mij maar het kraswerk van, waarschijnlijk, een Hollandse toerist. Een aanname die zeer waarschijnlijk is omdat de camping "Mooi Bemelen" in de nabijheid ligt.
kwam de voorspelling van de op de televisie prekende weerprofeten bij hoge uitzondering eens uit. dat was geen kunst want het namelijk heel eenvoudige een kopie van zaterdag. Het uitzicht op Maastricht was dat ook. Van ver af is het best een mooie stad. Van dichtbij viel dat afgelopen week vies tegen. Zelden ben ik zo van de keien geregend als in die stad waar altijd de zon zou schijnen.
De volgende weken trek ik voor wat werk weer naar het Midden-Oosten. Ik vrees dat het weer hard ploeteren wordt zonder de kans te krijgen om het weeknieuws te updaten. Ook de 6 uur van Stein zal ik als deelnemer moeten missen. Daar is echter mee te leven. Dat ik niet kan toeschouwen hoe Jo daar wereldkampioen wordt is echter onverteerbaar. Hopelijk stelt Jo zijn feest een week uit totdat hij weer op de been is, zodat ik kan mee hossen. Salaam.
moest ik de winter in Zuid Limburg missen. Deze viel zaterdagmorgen vroeg boven de 150 m en ik zat helaas onder zeeniveau in Zuid Holland. Het lopen kwam deze week zwaar sowieso in de verdrukking ondanks het verbodsbord dat ik in de omgeving van Wassenaar tegenkwam. Ik vond het in een oude en dus zeer bruin berookte uitspanning, die vreemd genoeg het Witte Huis heette. De kanszoekende jeugd bracht mij daarheen om weer iets bij te leren en zodoende de uitdrukking "Je bent nooit te oud om te leren." weer enige inhoud te geven. De smart van het kennis verzamelen zat vooral in de pijn die het stil zitten opwekt.
's Middags kon ik nog kennis nemen van de sneeuwgrens en de Schneeberg trots zijn naam zien waarmaken. Op 100 m een groen landschap en op 150 m sneeuw is een begrijpelijk maar immer boeiend fenomeen. Het gaf nog net genoeg beeld om de suggestie van een winterlandschap te wekken. Dit met het ingesloten bewijs dat ook het Limburgse landschap typisch Hollands kan overkomen.
was het tijd voor een optochtenloopje naar Simpelveld. De 'trek" daar is niet te vergelijken met die van Maastricht of Sittard maar levert toch altijd mooie beelden op. Een ware praalwagen is daarbij, hoewel zeldzaam, meegenomen. De meeste belangstelling gaat echter uit naar de einzelgängers of kleine groepjes die echt wat leuks bedacht en gemaakt hebben.
De "trek" was dit jaar beter dan vorig jaar. De wagens met alleen een biervat, wat jeugd en veel herrie waren wat beter aangekleed, al was het "boer zoekt vrouw" gehalte erg hoog en niet echt origineel uitgebeeld. De meeste grote groepen waren mooi uitgedost op basis van de winkelwaren. Slecht een paar groepen vertoonde sporen van echte huisvlijt. De pareltjes vormden ook dit jaar weer het kleine werk met de onnavolgbare indirecte Limburgse humor in twee soorten:
De versie met een doelwit biedt het slachtoffer altijd de helpende hand en is daardoor dodelijker dan de Hollandse aanvallende soort.
De versie hiervan zonder doelwit zijn de zogenaamde "Toon Hermans" variaties op de blijheid. Deze scheppen gewoon een goed gevoel en ontmantelen daarmee alle agressie en stress. Het enige probleem is dat de humor eigenlijk niet te vertalen is. Je moet eigenlijk het rustige poneren en de bedrieglijk vriendelijke intonatie horen.
werd, met de tanden van de pijn op elkaar, vrolijk in de omgeving van Valkenburg rondgehuppeld. Ondanks dat ik intussen de hellingen langs de Geul met de ogen dicht kan lopen, blijven er toch altijd verrassingen. Na het opzwoegen van de Lijkweg (what's in the name) bleken we in meerdere opzichte bijna een lijk te zijn. Onder aan de helling wordt je niet verteld dat je boven aan de helling onder vuur komt te liggen. De Houthemse Schutterij St. Martinus die in Vilt schiet zal het wel vriendelijk bedoelen maar "friendly fire" is geen haar beter dan vijandelijk vuur.
Na enig zoeken bleek dat wij een ouderwetse ANWB paddenstoel over het hoofd hadden gezien.
Dat was overigens niet moeilijk door de camouflerende mospet op zijn kop. Bovendien stond er in rood niet leesbaars meer op.
To hardlopen or not to hardlopen dat was deze week the question. Via hoor en wederhoor van witte jassen werd het duidelijk dat de smerige pijn in het loopwerk iets met spieren te maken zou kunnen hebben die op zenuwen zouden drukken. De behandelingen werden er op gericht om alle spieren en pezen in de onderrug weer in beweging te krijgen. Een barbaarse combinatie van hameren, presseren, wringen, trekken en drukken moest dit doen.Het lopen werd mij niet uitdrukkelijk afgeraden. Dat had echter meer te maken met hun weten dat ik moeilijk van de straat ben af te houden dan met de geneeskundige logica. Ik kreeg slechts het dringende advies om wat te dimmen.
Het op 2/3 lopen hield mij binnen de stadsgrenzen en gaf wat meer tijd om rond te kijken. Zo ontdekte ik dat Heerlen best een mooi centrum zou hebben als de bestuurders er niet zoveel lelijks omheen geplempt hadden. Eigenlijk kan je de kerk alleen binnen de kerk goed bekijken.
Ik weet niet of dat de reden is dat de gemeente Heerlen ter compensatie een opgewekt balkende ezel als symbool op het kerkplein heeft gestald. Dat is tenminste een schrander beest want hij rookt niet over zijn longen. Hoewel, bij de gezondheid van het eten van sigaretten mag wel een vraagteken worden geplaatst. Dit bracht mij op de gedachte dat de PVD wel eens aandacht zou kunnen besteden aan meerokende huisdieren. Je zal de meerokende honden, katten, hamsters, kanaries en goudvissen de kost moeten geven. Op de 150 kamervragen van die partij ter waarde van zeker € 3000,- per stuk maakt een vraagje meer of minder toch niets uit.
Zondag begon het lopen naar een jaarlijks hoogtepunt op te lopen. Niets onderstreept het loopplezier meer dan de Zaate Hermoniekes die vlak voor en tijdens carnaval er in het Heuvelland op uit trekken. Van alle kanten stijgt de muziek uit de dalen op en zo dans met je loopschoenen aan door het landschap. Voor het spel zelf hoef je deze schoenen niet aan te trekken. Het gaat echter om het beleven.Een bijkomende verschijnsel is dat je één week per jaar niet opvalt met je loopmaillotje aan. Je verdwijnt als hardloper in de ruis van de carnavalskleding. Ik vermoed zelfs dat ik in de optocht een prijs als einzelgänger zou kunnen wegslepen. De tekst: "Ik ben niet (meer) snel maar ik kom er wel" zal er ingaan als koek..
Klagers geen nood, duizend in een lood is een oud gezegde. Dit ter relativering van mijn klachten over de verbinding tussen het onderstel en carrosserie. Waar de pijn in het verbindingstuk precies zit, is niet te traceren. Waar de pijn vandaan komt, mag Joost weten. Ik heb Joost echter nog niet gevonden. 's Nachts kan ik niet liggen van de pijn, 's morgens kan ik van dito niet zitten of staan, het gaat redelijk over met zitten of lopen of een aspirientje of een wijntje. Lopen gaat bijna pijnvrij vermits ik mij in de gorillahouding voort beweeg maar bij het stoppen snijden de messen door mij heen.
De remedie tegen al dit pijnbankwerk is duidelijk. Gewoon dag en nacht in de gorillahouding blijven doorlopen met om de 5 km een in een glas wijn opgelost aspirientje. Helaas leidt overmatig wijngebruik tot een verschrompelde lever en brandt een teveel aan aspirientjes gaten in de maag. Verder is een eeuwigdurende beweging natuurkundig niet mogelijk. Ik ben dus bang dat ik mij in de armen van de witte jassen moet storten. Niet dat zij mij angst in boezemen maar ik stort mij nu eenmaal liever in andere armen dan in die van de Russische roulette van de geneeskunst..
Al met al gingen er nog wel wat kilometertjes onder de schoenen door. Het aantal is echter niet marathon waardig en van rondjes rond de kerk hou ik niet zo. De spinner staat wel even stil want aan een racefietshouding moet ik even niet denken. Nu is het wat minder lopen bij dit weer niet direct een straf. Uit een doorweekte jas waaien leuk vinden, is ook overdreven. Het spinnen mag ook wel even wachten. Na 17 jaar heeft het oorspronkelijk voor de kinderen aangeschafte TV toestel zijn beeldbuis aan de willigen gehangen en naar een zwart gat wil ik vanwege valgevaar niet kijken.
Een lichtpuntje in al deze ellende is mijn nieuwe mobieltje. Bij de Primafoon was ik tweemaal het wonder van de week. De eerste keer toen ik met een in te ruilen Nokia het personeel verbijsterde. Zij hadden van hun grootouders wel eens vernomen dat in de prehistorie dergelijke apparaten hadden bestaan maar deze nooit gezien. De tweede keer toen ik als eerste in Nederland met de N95 8Gb de winkel uit wandelde. Ik kreeg zelfs bewaking mee om te binnenstad van Heerlen veilig uit te komen. Zo'n nieuw toestel houd je overigens heel lang van de straat. Het bellen had ik na een paar uurtjes wel onder de knie. Het onder de knie krijgen van de overige zaken zoals fotograferen, filmen, geluid opnemen, muziek afspelen, Internet, navigeren en nog wat van die volstrekt onnodige zaken is een studie van vele weken. Als je het laatste snufje hebt geleerd ben je het eerste alweer vergeten.
Zo kregen mijn rondjes rond de kerk toch nog een doel. Muziek bij het lopen, kijken of er geen mail is, een fotootje maken en een stem in je oren die zegt; " Over 200 m linksaf." Dat laatste is verrassend maar vooral leerzaam als je in plaats van de kerk de Wilhelminaberg neemt. Zodoende liep ik recht tegen de ingang van de onlangs bloot gelegde Leermijn aan. Nog even en dan kunnen we in Landgraaf een "Bergwerk" annex natuur marathon lopen en wat wil een mens nog meer. Niets, behalve dan geen pijn meer in het gestel want de Midwintermarathon nadert en een marathon redt tenslotte mensenlevens.
Het nawerk van foto's en verslagen op de SM Loop website verhinderde een serieuze trainingsaanpak. Dat kwam overigens niet slecht uit voor het verwerken van mijn lichamelijke nawerkingen. Deze leken aanvankelijk gering. Niet echt stijf en slechts een beetje trauma in de knieën. Na Nieuwjaar pasten de hardloopschoenen mij weer en liep het alsof er niets gebeurd was. Helaas pindakaas, mijn redelijk serieuze rugklachten die op een wonderbaarlijke wijze na 55 km lopen verdwenen waren keerden met dubbel terug. De enige remedie lijkt nu elke week een ultra te lopen om pijnvrij te blijven. Toch vrees ik dat ik weer eens in de richting van de witte jassen moet optrekken. Het is toch te gek dat je zelfs plat op de rug niet kan slapen van de pijn. Het moeten de zenuwen zijn die mij dwarszitten want met een rustgevend aspirientje of wat alcohol op loop ik de sterren van de hemel.
Het nawerk betrof ook de grote vraag: "Sprong hij in Maas of Geul". Henk Geilen was namelijk getuige geweest van mijn een nogal uitbundige vreugdesprong toen ik na 6:41 bij Voelwames de Geul in de Maas zag stromen. Dat deze afsluitende bokkensprong op een nogal ongelukkige wijze geheel lukte heeft hij op zijn eigen fijnbesnaarde wijze in zijn verslag verwoord.
Toen ik dan ook eindelijk de Geul in de Maas zag stromen heb ik meteen besloten dat het over en sluiten was. Uiteraard een zeer wijs besluit want mijn voet/enkel maakten mij duidelijk dat het tijd werd om rust te gaan nemen als voorbereiding voor een volgend loopje. Mooi is in dit verband het helend vermogen van het menselijk lichaam; ik had inmiddels een behoorlijk grote bloedblaar die de aandacht van het ongemak aan mijn enkel afleidde.
Ik stond daar dus blij als een kind dat ik met veel plezier een geweldige tocht volbracht had te genieten van de symbiose tussen Maas en Geul, maar eigenlijk wilde ik genieten van warmte, eten en drinken. Dus moest ik terug naar mijn auto. Dus ben ik rustig de wandeling door de klei naar de bewoonde wereld begonnen. Toen ik eindelijk weer vaste grond onder mijn voeten had zag ik daar Simon Blok verschijnen. Eerst dacht ik nog aan de een of andere fata morgana, maar Simon staat niet op de lijst van onderwerpen waar ik van fantaseer. Hij was het dus echt. Simon vroeg mij of ik even mee terug kon om zijn glorieuze overwinning van de Geul op de gevoelige plaat vast te leggen. Zo’n verzoek kun je niet weigeren, dus weer terug naar mijn geliefde klei.
Gelukkig is de foto gelukt en zelfs de foto waarop Simon de afsluitende sprong (hij blijft immers een bikkel) in het water volbrengt is gelukt. Deze laatste actie heeft mij trouwens nog lang bezig gehouden want ik weet nog steeds niet of hij nu in de Maas of in de Geul gesprongen is
HOE is Simon in Voulwames gekomen. Het ultieme bewijs is een blok leem met bietenbladeren waartussen Simon zijn loopschoenen zouden moeten liggen. De enige echte en juiste SMU route was door het bietenveld langs de Geul. Dat dat niet de makkelijkste route was kunnen we aan Henk zijn enkel vragen.
Er gaan natuurlijk meerder wegen naar Voulwames maar de autostrada via de brug van Bunde had de parcourscommissie voor "de watjes" achter de hand gehouden.
Of hij het gehaald heeft kunnen de andere verkenners mogelijk aangeven. Feit is wel dat hij minder km's heeft GENOTEN. Wij weten verder van niks want wij stonden met een aantal Ultra's, die net klaar waren, op de dijk bij Voulwames en zagen slechts Henk als laatste loper van "De echte route" van nabij. Terwijl we de vette hompen klei trachten te verwijderen van de schoenen verdween hij weer uit beeld. Hadden we een fata morgana gezien? Waarom zou hij op zijn schrede terug keren?
Nu begrijp ik dat er zonodig iets in de Geul/Maas gedaan moest worden. Na het markeren van het beginpunt door velen bij de busstop ligt nu ook het eindpunt vast. Was dat de odeur waarover wordt gerapporteerd?
Wat was de reden van de sprong van Simon in de Geul of Maas? Kwam hij een stukje te kort door zijn dwarsloperij? Is hij door/met zijn sprong aan lager wal geraakt?
Ik ben druipend en wel in de stank van mijn stromende voele zweet met Wilma met de verwarming op hoog naar De Nachtegaal terug gereden. Het mag geen verbazing wekken dat zij door mijn odeur niet de indruk heeft gekregen dat ik nog een verkoelend bad in de voele wames genomen had. Voel blijft immers voel.
Jo zijn opmerkingen moeten we maar aan ons voorbij laten gaan. Deze komen voor uit schuldgevoel. Ik had de officiële route verkend en duidelijk vastgelegd. Hij is zoals gewoonlijk verdwaald en in een padloos bietenveld terecht gekomen. Zijn dwaling heeft hij als afleidingsmanoeuvre verheven tot de route. In plaats dat hij mij voorloopt op het laatste stuk om zijn dwaling tenminste ook met mij te delen, laat hij mij eenzaam en alleen het laatste stuk lopen. Voor hulpbehoevende ouderen heeft hij totaal geen oog en oor.