25/9/05
Mijn grote vreugde van vorige week over mijn uitverkiezing in het Sabic-team voor de Stadsloop Maastricht sloeg zondag om in een diepe teleurstelling. De hele week droomde ik tijdens de meer dan intensieve voorbereidingen over het lopen in deze kleurrijke outfit maar Jo liet deze droom, net voor de start, als een zeepbel uiteenspatten. Ik, die hem de beginselen van het hardlopen nog heb bijgebracht, moest maar eerst bewijzen dat mijn uitverkiezing terecht was.
Zo liep ik dus als een geslagen hond maar tot het uiterste gebeten op revanche in mijn DSM-outfit van 1992 voor Sabic. Dat Jo slechts 2e was achter zijn eeuwige rivaal Math Dinjes was een genoegdoening volgens verwachting. Zijn verval van twee minuten in één jaar ten opzichte van mijn verval van 3 minuten in twee jaar wenste ik hem echter toch niet toe. Maar eind goed al goed, zijn tergen motiveerde mij voor een stapje harder en dat bracht een 5e plaats bij de HV3.
Maar dit was niet mijn enige teleurstelling. Aan het eind van de tachtiger jaren van de vorige eeuw ben ik gestopt met tennissen maar deze week moest ik in mijn tennisschoenen van 1985 stappen en mijn even oude en ontspannen raket ter hand nemen om met een dame die mijn dochter had kunnen zijn in het krijt te treden. Tweemaal heb ik haar als medewerkerster aangenomen en ik weet dus inmiddels wie de baas was. Ik had dus ook moeten weten hoe dat tennissen zou aflopen.
Na eerst 1:30 hardlopen in de bossen van Vught volgend op een duurloop van 3:08 op de voorafgaande dag dacht ik er toch klaar voor te zijn. Het goede nieuws is dat ik de bal met mijn multifocale glazen tot op een meter afstand goed zie aankomen en dat de slagbeweging nog vaardig en volgens het boekje wordt ingezet. Het slechte nieuws is dat ik de bal in de laatste meter op een andere plek zie dan hij is en dat is wel lastig. Ik ontdekte te laat dat ik dit kon compenseren door als een gek op te lopen naar het net en daar alfa mannetjes gedrag te vertonen met woeste gebaren en veel gebrul. Het werd dus in de avondzon iets van 6-2 en 6-3 voor haar en het had niet net zo goed omgekeerd kunnen zijn. Zelfs zonder de smoezen "al moe, slechte ogen, oud materiaal en lang niet gedaan" was ik al roemloos ten onder gegaan. Vrouwen, je moet er wel van houden maar soms wordt het me te veel.
Natuurlijk was ik in Vught voor de NFTE-jeugd. Het was onderdeel van een rondje Heerlen-Utrecht-Amsterdam-Vught-Utrecht-Vught-Heerlen. Praten met sponsor, praten over een website update, een tweedaagse trainersopleiding bijwonen en een project met JAN(Jonge Angolezen in Nederland) helpen opstarten waren, naast het hardlopen en tennissen, zo de bezigheden. Voor JAN belande ik nog bijna in de grachten van Utrecht maar gelukkig zat er een waterfiets onder.
De conclusie is dan ook dat werk en sport samen gaan, behalve als het om Sabic-outfits gaat. Toch mag ik Jo wel want hij weet mij vanuit het negatieve positief te motiveren.
17/9/05
Gedeelde vreugd is dubbele vreugd en gedeelde kosten zijn halve kosten. Zo vierden Jo en ik onze maagdenverjaardag met de zaterdaggroep met door Jenny vriendelijk en bekwaam uitgeserveerde vla en koffie. Na zo'n lange loop gaat dat er volgens de gezegdes in als achtereenvolgens koek en God's woord in een ouderling.
De fotosessie riep echter, door de raak geplaatste opmerking van Leny dat wij er even oud uitzagen, een probleem op. De prangende vraag is nu of Jo 63 lijkt of ik 55. Dit lijkt mij een lezersenquête waard, dus aarzel niet om door het klikken op één van de onderstaande knoppen een keuze te maken en deze al of niet met commentaar te verzenden.
Aan dit probleem ging de eerste loop na de Mergelland Marathon vooraf. De jongeren in Amsterdam en Rotterdam hielden mij deze week in dubbele zin van de straat in Limburg en de Randstad. Toch levert dit onbetaald VUT werk soms verrassend veel op. In Rotterdam stuitte ik eerst op beelden uit mijn prille werkjaren. De stoomsleepboten waarmee ik in nacht en ontij voor mijn nijver handwerk de Maas moest oversteken lagen als vrij toegankelijk museumstukken voor wal. Natuurlijk moesten die op de foto maar daarnaast heb ik op de bank van de de achterplecht nog even gemijmerd over deze historische periode in mijn werkzame leven. De historie was echter nog niet op.
En route ben ik even de Grote of Sint Laurenskerk binnengewipt die, tot mijn grote verbazing, niet alleen open was maar ook nog vrij toegankelijk. Overigens terecht want mijn ouders hebben dapper bijgedragen aan de restauratie van dit in de laatste wereldoorlog verwoeste bedehuis. In het kerk portaal werd ik getroffen door een staaltje van reïncarnatie. Het wordt weliswaar door het Calvinisme verworpen maar daar trekken de Hooijkaasjes zich niets van aan, getuige de plaquette.
Ondanks de stress van deze ervaringen verliep de zaterdagloop voor mij rustig. De groep is aanzienlijk vergroot met een Maastrichtse m/v groep die in NY, met brandstoftoeslag voor het vliegen, gaan debuteren en er voor gaan. De vedetten van vorige week hadden hun prestaties al verwerkt en waren weer te bewegen. Tot mijn verbazing/teleurstelling waren er bijna geen opmerkingen over het MM klassement. Bijna, want ingedeeld worden als 60+ loopster terwijl het klassement als 55+ is benoemd was toch zaak die mij bijna de hals kostte.
De onrustige en uitrustende marathonbenen startten zo voortvarend dat de VUTTENDE oudjes al snel in het bejaardentreintje stapten voor een rustig loopje in de stralende herfstzon over nagenoeg het zelfde parcours. Het voordeel van lagere snelheden is dat je niet alleen beter bruint maar ook nog iets kan zien en vastleggen van het Limburgse land. Voor Rudy Aarts is een fototoestel nog te zwaar, zo begreep ik, maar hij vergeet dat het oefenen met extra gewichten zijn marathontijd nog aanzienlijk kan verbeteren. Kan, omdat hij nu echt eens moet gaan duurlopen want anders blijft hij het zwarte schaap in de kudde terwijl het beste paard kan zijn. De stramheid ging zaterdag uit de benen en de lelijke open schaafwond onder arm, als souvenir van afgelopen zondag, bleef dicht. Dus alle reden om zondag weer wat voller aan de bak te gaan. Helaas slokten de jongeren mij weer op.
Het winnen van de Baanbrekerprijs schept bijzondere verplichten. Eerst krijg je de prijs en vervolgens moet je gaan opschrijven waarom dat zo is.
Het kostte een looploze zondag, 27 bladzijden, een fles wijn en vierkante oogjes die al dicht hadden moeten zijn. Volgende week mag ik echter weer alles geven want ik ben door de webmaster (ja wie staat er op de foto!) uitgenodigd om voor Sabic de Stadsloop Maastricht te lopen. Stil gewacht, lang gezwegen maar nu mag ik na DSM, Fortis, Bayer, Roche ook nog de kleuren van deze gigant verdedigen. Dat had het jungske op het bootje op de Maas nooit kunnen dromen.
11/9/05
Voor Pampus liggen of beter gezegd aan het Pampus liggen als invulling van de rustweek voor de Mergelland Marathon viel niet mee. De Hollandse kooplieden wendden deze gedwongen rust om een gunstig tij te afwachten om Amsterdam te kunnen binnenvaren nogal eens valselijk voor. Het was namelijk een uitstekend middel om de handelswaarde op te voeren. Met deze gedachte in het achterhoofd fietste en stapte ik deze week stilletjes in het rond om de beenspiertjes in beweging te houden. Ook het weer werkte mee aan de voorbereiding. Het was typisch Mergelland Marathon weer. In Rotterdam kreeg ik echter de schrik van mijn leven. Volgens de aanplakbiljetten was Meerssen als startplaats een vergissing want het zou Rotterdam moeten zijn. Het bleek gelukkig maar een halve waarheid te zijn want het was een halve.
Zondag bleek bij het opstaan dat aan het weer geen smoes was te ontlenen. Het was nagenoeg windstil, wat mistig en amper 20ºC en dat liet dus alleen ruimte voor het klagen over de hoge vochtigheidsgraad. Nadat Jo en ik elkaar hadden gefeliciteerd met onze verjaardag waren we er klaar voor. Uit de vier opties die hij had namelijk lopen voor/naast/achter Inge van Bergen of met mij koos hij niet de laatste. Ook met het startnummer liet hij mij in de steek. In plaats van 63 (jaar) moest ik het doen met 87. Dit zou namelijk de leeftijd worden waarop ik de laatste marathon zou lopen. De zaterdaglopers waren goed vertegenwoordigd en vooral de rentree van Martin na zeer lang blessureleed deed genoegen, Verder waren onze DSM Hunebedjes uit Drenthe voor dit evenement overgekomen en dat was een extra opsteker en kans. Eindelijk kon Gerrie Lambers zijn oorkonde voor de 10e deelname aan de Cross du Mont Blanc in ontvangst nemen. Bij de doorkomst op de 25 km zag en hoorde ik nog de ziekenboeg met Karel zelfs op krukken. Gelukkig is hij nog jong en kan na zo'n dieptepunt alleen maar een hoogtepunt volgen.
De 1e 25 km ronde ging in ieder geval sneller dan de voorgaande jaren. Leny had haar dag en bleef tot ons beider verrassing goed in mijn spoor. Zelfs zo dat ik haar op 23 km met succes vooruit stuurde voor een tijd onder de 2:30. De truc hierachter vormden twee achter haar opkomende dames van in de dertig. Er loopt daar nog een 60+ voor jullie deed wonderen want zij versnelden maar Leny nog meer want zij laat zich nooit voor de meet passeren.
Onder de 2:30 lukte mij ook ruimschoots en zo ging ik nog redelijk fris de 2e ronde in. Die liep aanvankelijk niet lekker ondanks dat het lopen best lekker ging. Op 35 km ging dat over toen ik weer wat lopers in zicht kreeg. Op de laatste km's was het dus erop en erover en zo kon ik nog wat lopers verschalken. Achteraf bleek dit tevergeefs want er zaten geen 60 plussers bij. Gelukkig is het gevoel ook wat waard.
Op 40 km werd ik opgehaald maar was niet meer (bij) te houden in de eindsprint. In mijn haast om binnen te komen heb ik echter weer niet op de (te) vele knopjes van mijn horloge gelet maar het moet rond de 4:20 geworden zijn. Een tegenvaller omdat ik rekenkundig op 4:12 had gemikt. Maar gelukkig sneller dan in 2003 en verreweg de snelste van dit jaar.
Natuurlijk was ik aan de finish (sorry Jo) weer niet stuk. Ik moet toch eens durven om met 140 in plaats van 130 hartslagen per minuut te lopen. Hoewel, misschien was het wel de hartelijke ontvangst die mij weer snel deed recupereren.
De balans van de zaterdaglopers was: Jo werd knap 4e in het totaal. De vraag of zijn 3 minuten inleveren ten opzichte van vorig jaar sleet is of het bezwijken onder de druk van de bedreiging om bij winst zijn huis met graffity op de luisteren zal nooit beantwoord worden.
De rest was natuurlijk weer gewoon uithijgen. Dinsdag weer in de schoentjes en op naar de Stadsloop Maastricht op 25 september en de dubbelslag op 9 oktober met 's morgens de Chemelot Media Groep Limburgloop van 10 EM en 's middags Dwars door Hasselt voor 15 km. Ergens in het achterhoofd zit nog de Marathon Brabant in Etten-Leur maar dan moet alles wel heel blijven want ik ben tenslotte weer een jaartje ouder geworden.
3/9/05
De supporters van Jos Brouwer hebben hun fanmail op de geluidswal van de A13 bij Delft gespoten maar Jo Schoonbroodt moet deze bijzondere fanmail volgende week nog in de Mergelland Marathon verdienen . Jezelf met 216 in de koppositie op de website van 2005 zetten is natuurlijk voor een webmaster makkelijk maar wekt bij de lezers grote verwachtingen die waar gemaakt moeten worden. Als Jo wint dan gaan we als eerbewijs natuurlijk collectief zijn huis in Maastricht bespuiten want de geluidswal langs de A2 door Maastricht is wat te onpersoonlijk. Over mijn 47 jaar worden door het sporten heb ik veel vragen gekregen. De kranten zijn de boosdoeners want dan weer schrijven zij dat je door het sporten langer leeft en dan weer komen zij op de proppen met allerlei horrer verhalen over sterftecijfers. Dat laatste gaat zelfs leiden tot het verplichten van gezondheidsverklaringen voor deelname aan wedstrijden. Het zou meer voor de hand liggen om die van winkelen rokers met overgewicht te vragen maar dat kan de publieke mening maar moeilijk bevatten.
Toch is de vraag of je langer leeft door sporten wel terecht. Het hart klopt bij mij volgens de metingen weliswaar 15 jaar jonger maar omdat te bereiken heb ik 23 jaar lang 15% van de 8 uur, die na aftrek van werken en slapen overblijft van de dag, aan training besteed. Dit betekent dat het leven als bijna 4 jaar korter wordt ervaren. Daarnaast heeft mijn hart tijdens de trainingen nog eens op z'n minst 5% van al die jaren dubbele toeren gemaakt. Dit betekent dus ruim een jaar korter leven. De daling van de hartslag door het trainen is verder zo'n 25%. Helaas moet deze pomp bij een lager toerental wel het zelfde volume leveren. Het gevolg is nagenoeg 5 jaar minder leven door meer slijtage. Van de 15 jaar gaat werkelijk dus ongeveer 6 jaar verloren door de extra belasting en voor het gevoel komen daar nog 4 jaar bij door gemiste levensvreugd. Het antwoord is dus dat je 5 jaar langer kan leven door het sporten en dat stond ook in de krant. Wat in de krant staat is dus weer eens waar gebleken. Wel met het voorbehoud dat je niet door ander onheil getroffen moet worden.
Dit overkwam mij zaterdag bijna in de klim door de wei van Oud Valkenburg naar het Sint Jansbos. De lente had in de nazomer in deze wei toegeslagen en bij deze, voor het vlees bestemde, dames nageslacht voor de slacht gebracht. Tenslotte moet het kalfsvlees toch ergens vandaan komen. De voorste dame stelde mijn aanwezigheid in de kraamkamer echter niet op prijs en dan zijn koeien heel groot en heel sterk. Boze tongen zullen vanwege mijn overleven wel suggereren dat het prikkeldraad vaardig op de foto weggeretoucheerd is.
Het was wat het dierenleven betreft toch al een moeilijke week. Het mooie weer lokte veel hondenbezitters naar buiten. Hun loomheid van de warmte was een kans voor hun honden. Eén hondenman maakte de mooiste parade. Zijn hond losgerukte hond belandde tussen mijn benen en deed mij over hem/haar struikelen. Prompt kreeg ik de horen dat ik in elkaar getrapt zou worden voor dit vergrijp tegen zijn hond. Kortom, het komt nooit goed in de driehoek "Hond-Hondenbezitter-Loper". Ondanks deze rimpelingen werd de één na laatste week voor de Mergelland Marathon afgesloten met 202 km fietsen en 10:12 lopen.
Als het volgende week niet goed loopt dan ligt dat echter niet aan deze overmatige voorbereiding. Jos Brouwer heeft met zijn triatlon binnen de 10 h. (aaneengesloten op één dag) bewezen dat overmatig sporten een relatief begrip is. Leo Romberg heeft daar met bijna 14 uur nog een extra dimensie aantoegevoegd. Gesterkt door dit bewijs is dus zaterdag de beuk er nog eens ingegaan met 3:01 en dat ging met groot gemak. Warm weer is immers mijn sportweer. Ik hoop dan ook dat volgende week zondag de koeien weer zo onder de bomen in het Geuldal staan terwijl de mussen uit de takken vallen.
Zondag was het weer nog mooier. De staalblauwe en dus heldere lucht deed eerder aan het voorjaar denken dan aan het najaar. In de zon was het daardoor bakken en in de schaduw was het bijna fris. Het weer waarbij het zweet ongemerkt op de huid verdampt. Het uitlopen op het plateau van Ubachsberg was daardoor een waar genoegen. Dit moet echter relatief gezien worden want er moest toch tweemaal 100 m geklommen worden. Een deel daarvan speelde zich af op de Eyserbosweg oftewel de Zakkendragershelling waar op de laatste knip zoveel fietsers sterven. Tot voor enkele jaren vonden daar nog zakkendragerswedstrijden plaats. Een soort powerwalking over één km met 90 m hoogteverschil en 50 kg op de bult. Ik heb die kleerkasten wel eens zien trainen en daar ging ik al van door de knieën. Nu hoefde ik slechts een stel fietsers naar boven te praten die in de veronderstelling verkeerden dat het hardlopend makkelijker zou gaan.
Boven in Eyserheide hebben de bewoners nog de beschikking over een zogenaamde mededelingenkast. In dit kabinetje kunnen boodschappen weersbestendig opgehangen worden. De boodschap die nu ophing over de bloemen bij het Mariabeeld was een prachtige weerspiegeling van het Limburgse dorpsleven dat daar overigens stoelt op 15.000 jaar historie. Het voelde aan of Kapelaan Odekerken zo weer zou langskomen.
Na de Daalsweg (inderdaad) kwam na 2:24 het einde in zicht. Niet echt moe maar wel gekweld door een enorme dorst heb ik daarna het zonnetje opgezocht met twee blikjes uit Italië achtergebleven Birra Peroni in de hand. Na een uur werd ik uitgerust wakker uit mijn roes.
27/8/05
Als de vuistregel "maximum hartslag = 220 - leeftijd" klopt dan ben ik bij het fietsen van de Classic 47 jaar geworden. Dit werd gevierd op de Kinkenweg tussen Montzen en Henri Chapelle. Op deze smalle bosweg moest echt aan de pedalen gesleurd worden maar mogelijk ging ik over de rooie vanwege een motorrijder die achter mij zat te schelden omdat hij even niet kon passeren. Dit was overigens de enige wanklank want de Classic was weer perfect door ODS georganiseerd. Het is een hoogstandje om 1800 man, compleet verzorgd, 110 km te laten wegtrappen in het grensgebied van Nederland - België - Duitsland - Moresnet. Met compleet wordt dus compleet bedoeld. Een natje en een droogje vooraf, tweemaal ravitaillering, een lunch, barbecue na, Rode Kruis, reparatieploeg, signaleurs en bezemwagen.
's Morgens bij het naar het startpunt Mechelen fietsen bewees de lange broek en het winterjack nog goede diensten maar bij de start had de zon het Heuvelland al lekker opgewarmd en konden de zonliefhebbers de factor 20 al gaan smeren. Het aanrijden reed goed weg. Het klimmen in de Alpi Apuane had geholpen maar dat nam de onzekerheid over toch wat weinig gemaakte kilometers niet geheel weg. Aan de fiets kon het niet liggen. Als geoefende "fietsenmaker" (scheldnaam voor werktuigbouwers) had ik bekwaam nieuwe bandjes omgelegd, de remmen afgesteld en het het loopwerk gereinigd en opnieuw gesmeerd. Ik reed als VUTTER-gast van DSM DEP mee en dat gaf de extra verzorging voor het leveren van een topprestatie. Dit jaar werd niet in ploegen gereden zodat het geheel uiteenviel in aparte groepjes. De snelle jongens uit Emmen maakten buiten mijn waarneming een pikstart en het wat langzamer deel leed nog aan het post Valkenburg syndroom vanwege de overnachting. Dit leidde tot het van groep naar groep naar voren zwerven en vele plezierige ontmoetingen met oud-collega's die nog niet te oud zijn om te werken. Het trapte zodoende lekker weg hoewel het klimmen beter ging dan het dalen. Harder dan 50 km/h moet naar mijn mening met de auto gedaan worden en niet op de fiets. Leny had dit jaar jammer genoeg te weinig gefietst maar zij compenseerde dit gemis door in de VIP bus mee te rijden en op de passende momenten uit te stappen voor aanmoedigingen en het maken van foto's.
De lunch heb ik maar laten lopen. Als hardloper ben ik niet gewend aan het onderweg eten en de reserves zijn nog zodanig dat een hongerdood op zo'n stuk fietsen nog niet aan de orde is. Goed drinken is het enige en dat hebben we dus vooraf, tijdens en achteraf gedaan.
Sportief gezien is de Classic een theater waar deels veel reserves moeten worden aangesproken. De deelnemers zijn ruwweg te verdelen in geoefende doorstampers, amateur pedaalridders en opportunistische fietsbezitters zonder ervaring. De laatste groep moet de meeste reserves aanspreken maar moet veelal ook de meeste reserves in de vorm van zwembandjes en hoogzwangere buiken meeslepen. De onverstandige amateur pedaleurs die trappen in het meerijden met geoefende doorstampers gaan natuurlijk kapot en moeten dan op reserves verder. De verstandige amateurs fietsen eigen tempo en houden voldoende reserves over. De jeugdige geoefende doorstampers leven zich uit in het eraf fietsen van de laatste en dat lukt altijd totdat ze zelf de laatste zijn. De gevaarlijkste groep zijn de doorstampers van boven de 50 jaar. Zij halen je met hun grijze kopjes vriendelijk groetend in maar zijn niet meer in te halen.
Zonder complexen en zonder veel moeite haalde ik Mechelen weer. De Eperbaan en de Vijlnerberg werd nog in goede doen genomen maar daar ken ik ook ongeveer elke meter van het hardlopen. De barbecue, het bier en het netwerk gaven verder de vertroosting voor het doorgestane lijden. Hier troffen we zo ongeveer alle bekende hardlopers van DSM. Marc had ik bijna niet herkend want hij had 10 kg afgenomen en kan alweer achter Jo aanlopen om hem t.z.t. voor te komen. Oda verklaarde dat Peter dit jaar beter gefietst had dan vorig jaar maar ontkrachtte dit met de opmerking dat het verschil tussen haar en Peter bij het hardlopen steeds minder werd in haar voordeel.
De twee pilsjes (één voor het linker been en één voor het rechterbeen) deden mij op de terugweg bijna de das om . Waarom ik via Vijlen ben gereden is mij achteraf onduidelijk en hoe ik de klimmen Baneheide en de Molsberg heb gered weet ik niet meer. Mijn horloge liet bij het downloaden niets onregelmatigs zien dus pils helpt. Het totaal kwam, inclusief aan- en afrijden en exclusief het stoppen, uit op 140 km, ruim 1900 m klimmen, gemiddeld 22 km/h, HF max = 173 slagen/min. en HF gem. = 131 slagen/min.
Zondag stond de voorbereiding van de Mergelland Marathon weer in de schijnwerper. Prachtig weer voor een prachtige loop door het Limburgse Heuvelland. Het lijkt onmogelijk maar bij Wahlwiller ontdekte ik een pad langs de beek dat tot nu toe aan mijn aandacht ontsnapt was. De koeien aldaar leverde een plaatje dat de Oud Hollandse schilder Paulus Potter nooit gezien heeft want anders was zijn stier niet zo bekend geworden. Later stuitte ik op een kruis voor Math Rijcken dat denkelijk nog onbekend is bij kruisverzamelaars.Met het nuttigen van een ijsje op de trappen van de kerk van Eijs en een excursie aan de wijngaard van Eijs als keerpunt werd 2:18 op de klokken gebracht. Op zich niet verbazend maar verbazend was wel het grote gemak waarmee ik liep. Ik begin het geheim van de triatlon een beetje te begrijpen. Op de fiets rust je uit voor het lopen. Het zwemmen moet ik nog nader bezien.
19-20-21/8/05
De 19e was de laatste dag en die werd besteed aan het bruin worden en pakken. De 20e was het, al genietend van de wegwerkzaamheden, 1275 km rijden geblazen. Mijn hartslag bleef weliswaar constant maar veel te hoog maar dat kwam gelukkig omdat er een afgeleide van het motortoerental werd gemeten. De 21e was de dag waarop twee weken huis- en tuinwerk moest worden ingehaald. 's Middags werd dat te veel zodat de racefiets in de startblokken werd gezet. Het Italiaanse werk bleek gewerkt te hebben want ik kon met wind mee 2 tandjes zwaarder trappen.
18/8/05
Het was verleidelijk om de rust van gisteren door te trekken naar vandaag. De dreiging van de DSM Classic van zaterdag over een week joeg mij echter op. Op de kaart zag ik Trescolli (Driebergen) liggen en dat leek een goed doel. De hoogte stond er echter niet bij maar die van de drie bergen gaf vertrouwen.
De ruim een week fietsen heeft intussen mijn zitvlak afgehard en in de bovenbenen ervaar ik spieren waarvan ik het bestaan lang niet gevoeld heb. Kortom de vorm is komende. De klim naar Casoli als tussenstation naar de Trescolli liep als een trein. Het enige dat mijn hartslag boven de 130 kon brengen was de aanval van een zwerm steekvliegen die plots mij boven een vuilniscontainer prefereerde en de laatste knip naar het dorp. Daar gaven pijlen op de weg het begin van een bergpad aan en die verleiding kon ik niet weerstaan.
Het pad ging inderdaad richting col en het werd dus een echte klim. De tijd was echter voor nog 600 m klimmen te kort maar het werd mooi lopen. Ik trof op 600 m hoogte een overdekte waterloop die evenwijdig lopend langs de helling water verzamelde voor de beneden liggende dorpen en steden. Het geluid van het stromende water was in ieder geval verrassend in het kurkdroge landschap. Via een oeroud bergpad met de bijpassende huisjes er langs kwam ik weer terug in het dorp. Het werd uiteindelijk bijna 3 h. sporten met 50 min. lopen en 37 km fietsen.
17/8/05
Een echte rustdag was wel nodig. Niet zozeer voor de spieren maar een een dagje uitzakken is wel goed voor de moraal. De fiets bleef echter niet staan want er moest 21 km gereden worden om de kaartjes voor de opera te halen. Puccini woonde en werkte jaren in Torre di Lago aan het meer van Massaciuccoli. Dit gegeven is handig gebruikt door het dorpje om te katten naar Torre del lago Puccini en te voorzien van een groot openlucht theater aan het meer. Het opera zomerfestival doet dus de rest. Elke avond een uitverkocht huis zorgt voor een goed gevuld dorp en dus tevreden uitbaters.
Met uitzicht op het podium en de maan boven het meer begon Madame Butterfly. Een liefdes drama om van te watertanden want je kan de ogen niet droog houden. Het greep zelfs de ganzen op het meer aan want die begonnen soms mee te gakken. De bezetting was klasse. Madame zelf werd gezongen door Chinese Sun Xiau Wah die behalve de passende Aziatische uitstraling ook nog een geweldige stem had. De verdere bezetting was eveneens klasse maar dat is niet zo vreemd. Italianen worden zo ongeveer zingend geboren. Aan het programmaboekje ontleende ik nog een wetenswaardigheid voor de bergwereld. Het woord lodge is afgeleid van het woord luoghi dat woonplek betekent.
16/8/05
Het blijft eten van twee walletjes dat lopen en fietsen tegelijk. Behalve de houten kont van het fietsen valt het wel mee. Het zwemmen in zee is een leuke bijkomstigheid maar aan het Delfts kurken zwemmen zou ik niet moeten denken. Onze zeer verre voorvaderen zijn ooit aan land gekomen omdat het daar beter toeven was en dus heeft dat gespartel in het water iets tegen natuurlijks.
Om mijn achterste wat te sparen en het weekgemiddelde te onderhouden leek een weinig fietsen en wat meer lopen op zijn plaats. Drie dagen achtereen lopen is niet erg verstandig maar soms is het van de domme houden wel doelmatig. Ik had wel de steun van mijn zoon die eens graag op de mountainbike mee wilde. Het achterland was een openbaring voor hem en eindelijk is er nu iemand die begrijpt waarom ik daar liever rondstruin dan aan het strand te zitten. De vader-zoon combinatie scoorde 2:08 lopen en 26 km aan- en afrijden. Alles bij elkaar was het toch nog bijna 3 h. min of meer sportief bezig zijn. Het min slaat op het genieten van de uitzichten en het meer op het weer opstarten van het loopstel.
Ik had het rondje Montmaggiori voor het gebeuren uitgekozen. Een redelijke klim met prachtige uitzichten op de bergen en op de zee. Daarnaast is naast Montegiorri ook het plaatsje Santa Lucia een plaatje. Stijl boven de laagvlakte, onbegaanbaar voor auto's, oude huizen, poortjes, steegjes en op het hoogste punt gekroond met de combinatie "chiesa - bar/restaurante".
15/8/05
De kinderen en kindse volwassenen trekken in groepen langs het strand en gooien iedereen nat met zeewater. Dit verdrijven van de boze geesten van de zee heeft de kerk slim verbonden aan Maria Hemelvaart en de Italiaanse staat heeft er daarna een nationale feestdag van gemaakt.
Op Ferragostta wordt niet alleen met water gegooid. Er worden lekkernijen uitgedeeld en visbanketten aangericht. Op zo'n dag is heel Italië buiten. Niet alleen op het strand maar ook in de bossen en bergen op het land wordt druk gebivakkeerd.
Feest of geen feest, de trainingen gaan natuurlijk gewoon door en zo ging ik voor de zogenaamde BH curve. Eerst op de fiets naar Monte Pitoro, dan met een lusje naar beneden lopen, vervolgens dezelfde helling oplopen en daarna dezelfde weg met de fiets naar beneden terug. De BH zit, in de tijd gezien, wel wat scheef want lopen is minder snel dan fietsen en omhoog gaat langzamer dan omlaag.
De 26 km fietsen ging verrassend gemakkelijk en dat ging het lopen van 1:45 ook. Wat later in de middag tussen de olijfbomen lopen spaart veel water en houdt de hartslag aanzienlijk lager. De route bood doorlopend uitzicht op de zee en de laagvlakte. De kleurende druiven, de rijpende appels en de plukklare blauwe pruimen maken zo'n tocht tot een waar genoegen. De enige wanklanken waren dat ik een mountainbiker net niet bij kon blijven en een hond die mijn kuiten kennelijk nogal appetijtelijk vond. Na een goed gesprek in het Hollands met zijn Italiaanse baas bedwong hij echter zijn eetlust en kon ik weer verder.
Het feestmaal in het hotel was echter het meest vermoeiende deel van de dag. De spada (zwaardvis) hoefde weliswaar niet meer gevangen worden maar dat was ook alles. Het geheel begon met een ontvangst met champagne en allerlei liflafjes om elkaar Buon Ferragostta te wensen.Na de kreeft kwam de echte klus met de zwaardvis en dat werd een gevecht dat dankzij het glijdend vermogen van de "vino bianco" geklaard kon worden. Maar eerlijk gezegd mag het elke dag wel zo'n feest zijn. Ik offer me dan graag op en met mij het onverslaanbare bediende duo Luca (r) en Federico (l). Elke dag krijg ik weer Italiaans eten en les van deze twee immer opgewekte heren.
14/8/05
In Serravezza merkte ik dat de Emmense Magic Kamal universele bekendheid geniet. Het marmer om zijn standbeeld in uit te houwen ligt daar al klaar.
Serravezza ligt aan de voet van de Monte Altissimo op de plaats waar de rivieren Serra en Vezza bij elkaar komen. De plaats vormt een ideale uitvalsbasis voor de bestorming van deze deels uit marmer bestaande berg. Van een afstand ziet deze mini Lotsche er nog ongeschonden uit maar van dichtbij bekeken is het een aangevreten pukkel. Tot een hoogte van 1500 m liggen her en der marmergroeves waar "bianchi e arasbescati" (witte en gekleurde) marmerblokken uitgezaagd worden. Mijn doel was de Cave Michelangelo Marmi bij Azzano. Deze is zo genoemd omdat Michelangelo hier ooit zelf zijn marmerblokken kwam uitzoeken. Deze zijn op zondag dicht dus zodoende open.
Maar beneden is nog niet boven. De weg is simpel te vinden. Gewoon via de Via Monte Altissimo langs de rivier omhoog tot je op de fiets niet meer verder kan en dan lopen. Bijna ging het op de fiets al niet verder. Twee morenen stuwwallen van meer dan Keutenberg formaat dwongen zelf tot stukjes zigzaggen. Bij de overgang tussen asfaltweg en rotspad ging de fiets op een hoogte van iets meer dan 400 m aan de bekende paal en werd het naar boven worstelen. De marmerblokken worden per vrachtwagen afgevoerd dus de weg is breed en geplaveid met brokstukken van wit afvalmarmer. Door de reflectie loop je als het ware in een zonnebank.
Eerst kwam ik langs een kapelletje dat liet zien dat marmergroeves en mijnen de dodelijke ongelukken gemeen hebben. Ondanks de moderne apparatuur gaat het kennelijk toch nog al eens mis. In vroeger tijden, toen de blokken nog op boomstammen naar beneden werden gerold, moet het helemaal een slagveld zijn geweest. Na enig gezwoeg werd op iets meer dan 800 m de marmergroeve bereikt en werd het tijd voor een fotosessie met de kleine camera onder toezicht van een kudde wilde geiten met uitstaande hoornen. Voor de verhoudingen is het goed te weten dat het vlekje rechtsonder een enorme bulldozer is. Tot mijn verrassing ontdekte ik dat het pad als resultaat van verlaten groeves verwilderd door liep en dat is natuurlijk een uitdaging.
Even hoopte ik dat ik zo op de top van de Monte Altissimo zou kunnen komen maar uiteindelijk werd het te gevaarlijk op de loopschoenen. Bovendien was het water op en werd het ook nog kil ook. Naar later bleek ben ik op 1024 m en bij dit uitzicht weer gaan afzakken. Jammer genoeg was het wat heiig zodat de zee slechts een waas in de verte was want anders had ik mijn strandstoel kunnen zien.
Down ging natuurlijk vlugger dan up maar wel ten koste van een blauwe teen. Je hipt er duizenden keren overheen maar even niet kijken en je probeert gelijk een rotsblok van voetbal formaat weg te trappen. Terug bij de fiets heb ik het rondje Azzano afgemaakt. Lekker freewheelen langs Italiaanse dorpjes waar het leven als God in Italië van afstraalt en het leven als God in frankrijk doet verbleken. Het werd alles bij elkaar 52 km fietsen en 2:00 hardlopen. Het hotelpersoneel is altijd geïnteresseerd wat senor Blocque nu weer heeft uitgehaald. Het gezicht van de barman "King Dario the first" spreekt in dit opzicht boekdelen. Welke gek haalt zoiets in zijn hoofd.
13/8/05
De week eindigde gisteren op10.05 hardlopen en 150 km fietsen en dat maakte van de 13e dag van de maand een uitstekende rustdag. Het fietsen lijkt niet al te veel als voorbereiding op een de DSM Classic met ruim 100 km door de uitlopers van de Ardennen maar het gaat om het klimmen. Vlak trap ik de komende week nog wel wat langere stukken maar dat is het probleem niet.
De rust werd verstoord door een heel langzaam leeglopende achterband en een "taxirit" naar Pisa om de nazaten van het vliegtuig te halen. Waarom zou je in de file gaan staan als Ryan Air en aanverwante maatschappijen je voor een krats in Pisa droppen. De band bleek in de wastafel een nauwelijks zichtbaar lekkend ventiel te hebben. Zittend in het zonnetje op het balkon van de hotelkamer was het werk eigenlijk meer bezigheidstherapie.
12/8/05
De fietsspieren hadden het wel gehad. Vanuit het bijna niets gelijk van het soort klimmetjes zoals van deze week maken noopt tot een dagje fietsrust. Dat wil zeggen slechts fietsen tot de bergen en er niet op. Het was aan het einde van de middag bloedje warm en het pad was zeer stijl. Toch schuifelde het beter dan gisteren omhoog. Het opstapje naar ruim 330 m kostte amper een half uur en één bidon water.
De paadjes door het bos waren modderig en en stroomde nog wat water de helling af. Zon aan het strand en zeven kilometer verder stijgregens. Kennelijk is het weer niet alleen in Nederland veranderlijk. Naar beneden ging het ondanks het rotspad nog met 900 m/h. Het kan harder maar voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast. Beneden moest het nog even vlak door het zonnetje en zo werd het een rondje van 1:20.
11/8/05
Na een nachtelijk onweer bleef het aanvankelijk wat spetteren. Dit ontregelt gelijk het hele strandgebeuren behalve dan de zwarte strandverkopers uit Afrikaanse landen. Zij verkopen alle denkbare merkartikelen in nepvarianten die niet van echt te onderscheiden zijn maar bij de eerste regendruppels toveren ze plots een oneindige voorraad paraplus te voorschijn en dat is dan pas echt een gouden handel. Het zijn meesters in het pingelen. Zij beginnen met een hoge inzet en creëren daarmee de marge die de koper in de waan laat zijn slag geslagen te hebben. Bij een inzet van €200 is € 25 toch een koopje voor een Louis Vuton tas die voor € 5 uit China of omstreken wordt geïmporteerd. In ieder geval is het vermaak voor beide partijen want wat moet je anders doen.Daarnaast wordt het strand nog bevolkt door Chinese masseurs en masseuses. Met een afbeelding van het menselijk lichaam met Chinese karakters en een verzameling potjes gevuld met tijgerbalsemachtige substanties bieden zij hun diensten aan. Het valt op dat de meer gevulde species van het menselijk ras massage nodig hebben. Deze stelt echter weinig voor want het blijft bij met veel vet wrijven over veel vet.
De strandfotograaf, de bombaloni (soort oliebol) verkoper en de meloenventer zijn nog autochtoon en authentiek maar gezien hun leeftijd uitstervend. Verder is het strand schoon en rustig. Radio's, honden, voetballen zijn verboden en elke avond wordt alles keurig schoongemaakt.
's Middags scheen het zonnetje weer en was het gelijk vochtig warm of beter gezegd heet. Een goed moment dus om op de fiets te stappen voor wat afkoeling. Boven de marmerstad Pietrasanta ligt een mooi rondje met een uitdagende klim naar iets boven de 350 m. Linksom met een hellingshoek van gemiddeld 7% en rechtsom met 8%. De klim is gelukkig gelijkmatig zodat een half uurtje rechtsom doordouwen volstond. In Capezanno Monte ging de fiets aan de paal en ik in de schoentjes aan de haal . In de afdaling voelde ik de licht verrekte spier niet maar in de klim, terug naar de fiets, begon het wat te zeuren.
Dit, in combinatie met het zonnetje, de verdampende regen en de windstilte, maakte van de klim bij 34° een echte uitdaging. Ik voelde wat de hartslagmeter aangaf, namelijk een anaërobe duurloop en dat is niet zo handig. De worstelpartij kostte 43 min. en veel water. Dat ging uit de bidon zo ongeveer gelijk de schoenen in en dat was dus soppen geblazen.
Boven was alle leed natuurlijk weer geleden en na 100 m dalen kreeg ik het koud. Het resultaat was 35 km fietsen en 1:30 hardlopen. Nou ja, het was wel hard maar dat ging het niet.
Achteraf toonden de meetresultaten aan dat Jo gelijk heeft, ik geef niet alles bij het sporten. Wel bij het klimmen maar het vlak fietsen praktiseren met een hartslag van 120 slagen/min. is pure luiheid. In plaats van te stoempen peddel ik maar wat rond met een vrij hoog beenritme. Jos zal de oorzaak zeker weten, ik zelf vermoed dat de fietsspieren nog onvoldoende ontwikkeld zijn.
10/08/05
Het combineren van lopen en fietsen heeft zo zijn voordelen. Het is afwisselend en een rustdag voor het ene is, door het gebruik van verschillende spieren, een actiedag voor het andere. Het plan was om weer eens naar Santa Anna di Stazzema te fietsen. (In fietsontboezemingen is het bijzondere geschiedenis van het gehucht beschreven.) De enige handicap is dat Santa Anna nog steeds op 655 m ligt. De weg gaat naar de Foce di Santa Anna, een pas langs de Mon Lieto naar het volgende dal. Dat het geen Alp d'Huez heet zegt niets voor het stijgingspercentage. De klim is 10 km lang en volgens Bartjes is dat dus gemiddeld 6,55%. Het maximum heb ik nog niet kunnen meten maar ik moest bij tijd en wijle op het kleinste verzet uit het zadel komen en dat zegt genoeg. Ik heb een bloedhekel aan dat "en danseuse" op de gestripte maar toch wat zware citybike, zeker met een zware camera in de rugzak. Het meeslepen van de camera had achteraf gezien weinig zin want de heilige Anna lag kil in de mistflarden haar middagdutje te doen. Op rond 400 m kon ik echter nog een plaatje kiezen met een mooi zicht op de laagvlakte tussen de zee en de bergen.
Juist voor de top ging mijn ego geheel aan flarden. Ik werd voorbij gestoken door een gebruinde en zeer atletisch gebouwde Italiaanse schone op de racefiets die mijn dochter had kunnen zijn. Het liedje "Je wordt ouder papa" zeurde plots hinderlijk door mijn hoofd. Ter compensatie van de mentale dreun die ik had moeten incasseren nam zij met een mooie glimlach deze foto en zo kon ik met een weer wat opgepoetst ego aan de afdaling beginnen. De tocht leerde dat mijn hartslag toch nog de 165 slagen/min. kan bereiken en de gemiddelde stijgsnelheid net boven de 700 m/h uitkomt. Nu nog even wat met het verzet en de wielmaat stoeien om de maximum hellinghoek te bepalen. Op de terugweg stonden evenals op de heenweg de slagbomen van de spoorweg op de hoofdlijn naar Rome weer dicht. Dit betekent de keus maken tussen soms wel 10 minuten wachten op meerdere treinen of maar omrijden. Door dit laatste stond de dagteller uiteindelijk stil bij 42 km.
9/8/05
Natuurlijk is het zaak om de duurtraining de volgende dag te laten volgen door een hersteltraining. Het werd een tocht door de beschaduwde pineta naar Lago di Torre, het meer waaraan Puccini zijn bekende liefdesopera's schreef. Eerlijk gezegd is een andere dan een romantische inspiratie aan dat idyllische meer niet voor te stellen. Naast il maestro heeft ook zijn hond Pipo daar een standbeeld. Dat naast hem een drinkbaar straaltje uit de muur loopt is een gelukkige toevalligheid. Heen nam de loop 1:10 en dat werd het ook weer. Een toppunt van regelmaat die echter samenhing met een onwillige spier. Wie verrekt nu een spier bij het afstappen van de fiets.
8/8/05
Maandag was het zitvlees alweer verdwenen en ging ik voor de lange duur. Eerst een klim op de fiets naar Colli di Pedona en vandaar een ronde van kraan tot kraan door het heuvelige binnenland. Het venijn zit bij deze aanpak echter in de staart want daar wacht dezelfde klim weer maar dan voor de inmiddels toch wat vermoeide loopbeentjes. Aan kranen is gelukkig geen gebrek want de bergen in de buurt zorgen voor vele fontani. Dankzij de Europese regelgeving hangen daar nu zelfs uitgebreide keuringsrapporten aan.
De drinkstops om de 20 minuten waren overigens geen overbodige luxe want de temperatuur lag volgens mijn horloge rond de 31°C. De hartslag fluctueerde, zo zag ik, keurig met het in de zon of de schaduw lopen. Dit verschijnsel had ik overigens ook zonder meetgerei al bij de Maasmarathon smartelijk aan de lijve ondervonden.
In redelijke staat kwam ik na 2:50 weer bij mijn fiets en daarna was het lekker bergaf afkoelen. Dalen is geen eenvoudige zaak. Kuilen in de weg en onoverzichtelijke bochten vragen om enige voorzichtigheid. Mijn handremmen gillen bij het remmen door de stick slip zo ongeveer als een vrachtwagen. Het voordeel is dat het tegenliggend verkeer van schrik en soms ongezien tot stilstand komt. Het laatste stukje over de vlakte is verder gestaag doortrappen. Terug bij af stond de kilometerteller op 32. Bijna 5 h. sporten wekt honger en dorst op en dat oplossen is in Italië geen probleem.
6/8/05
Zonder is algemeen, één komt regelmatig voor, twee soms, drie is zeldzaam en vier zag ik maar één keer op het dak staan gedurende de rit van 1270 km in twee etappes naar Viareggio (I). Tot Montreux ging het goed maar de Zwitsers maakte de blits in het organiseren van wegwerkzaamheden. Gewoon de één weghelft sluiten in de toegang naar het Rhône dal en dan wordt het heel rustig op de Grand Saint Bernard. Het was sowieso al een optocht van wegwerk naar wegwerk want net als in Nederland zorgt het budgetteringssysteem er voor dat pas halverwege het jaar echt aan de weg gewerkt kan worden. In Gignod, net over de pas in Italië, werd gestopt. Het was helaas te laat voor de geplande lichamelijke oefeningen. Dus moest de andere morgen vroeg aan de bak gegaan worden. Het dorpje aan de overkant leek vlakbij maar er zat nog een dal tussen en dat was geen niemendalletje. Ik moest met mijn slaperige kop eerst bijna 200 m omlaag en daarna weer evenzoveel op . Geen kip te zien maar wel herten die rustig langs de kant van de weg lagen. Verder een prachtig uitzicht op de bergen bij Valpoline waar we een paar jaar geleden hebben rond gesparteld en aan de andere kant de Col de Drinc waar we dit jaar nog op stonden. Na 1:10 was ik wakker en klaar voor de tweede en laatste etappe.
In de verdere rit vormde alleen Genua nog een hindernis. De samenloop van meerder autowegen en de slingerende weg met de ene tunnel na de andere vormen altijd weer een uitdaging. Daarna kwamen de bergen rond het eindpunt in zicht en dan gaat het snel. Viareggio was bijna onveranderd op wat nieuwe rotondes na. Verder was het nog gewoon zon, zee, strand en alles daar omheen.
De eerste actie na de koffers was de fiets van het dak halen en de loopkleren aan voor de eerste bike-run-bike in de uitlopers van de Alpi Apuane. De bike bestaat uit het naar de heuvels fietsen. Een bult nemen en dan de fiets aan een paal en een rondje lopen. Dus van de bult over sentieri en itinerari weer naar beneden en er weer naar boven. De uitlopers beginnen, met zicht uit het hotel, ongeveer 5 tot 7 km van het strand. De eerste rang bulten gaan tot zo'n 300 m, de tweede tot rond de 1000 m en daarna bult het naar 2000 m. De witte vlekken op hoge berghellingen zijn echter geen sneeuwvelden maar marmergroeves.
Jo en Jos overstelpen ons in hun vakantieverslagen met ongehoorde looptijden en hellingen van de Eiger Nordwand categorie. Natuurlijk twijfel ik niet aan hun prestaties maar zij worden niet met bewijzen onderbouwd en zijn dus ongerijmd. Op dit punt moet ik dus in deze vakantie een voorbeeld stellen.
Gelukkig heb ik sinds Tibet vorig jaar een horloge met alles er op en er aan, behalve dan GPS. Ik gebruik dat bij het hardlopen nooit maar het vinden van de gebruiksaanwijzing gaf een impuls. In de klim van 5 km fietsen en later bij het lopen van die zelfde klim bleek dat mijn maximum hartslag bij 160 slagen/min. blijft steken en het anaërobe punt bij 145 ligt. Fietsen of lopen maakt voor deze punten geen verschil. Het voordeel van fietsen is dat bij het afdalen de hartslag razend snel in de richting van de ruststand daalt. Verder heb je geen hartslagmeter nodig in de bergen want de stijg/daalsnelheid is een prachtige graadmeter. Het werd bij elkaar 24,6 km trappen en 55 min. stappen.
29/7/05
Het heeft bijna 30 jaar geduurd maar afgelopen week was eindelijk toch zover. Toen deed ik het op een damesfiets van de Miro met 3 versnellingen (= 42 * 26) en nu op een 4 kg lichtere racefiets met (42 * 28). Ik kan mij niet meer herinneren of het toen sneller of langzamer ging maar het lukte toen en het lukte nu weer. Waarom ik de herhaling zolang uitgesteld heb weet ik niet. Ik ben er namelijk vele keren op de fiets langs gekomen en ik heb het wel vele malen hardlopend gedaan. Misschien is het toch een kwestie van verdringing. Het kwam allemaal door het vakantie verslag van Jos Brouwer. Zwemmen als een otter, lopen als een hazewind en dan nog als een adelaar in 1:06 en nog wat secondes de Alpe d'Huez opfietsen. Dit beestachtig gedrag maakte het beest los dat ook in mij schuilt en toen ik op de de fiets bij de Keutenberg geraakte, was de beer los. Bij het uithijgen bovenaan vond ik aan het hek van een fruitplantage een kruis als troost voor het kruis dat ik kort maar zeer hevig had moeten dragen.
Bij dit alles bedacht ik wel dat ik toen als 32 jarige juist gestopt was met het roken van zware van Nelle, licht gezet was, via het tennisspel mijn eerste schrede op het pad van de sport had gezet en van hardlopen nog geen weet had. Jos is in zijn vakantie 45 jaar geworden (van harte Jos!). Op zijn leeftijd moest ik mijn top nog bereiken terwijl Jo toen nog moest leren hardlopen. De voor de hand liggende conclusie is dat Jos, na zijn langdurig blessureleed, nu aan de vooravond van zijn doorbraak naar de top staat. In de voetsporen van Jo kan hij zich nog ontwikkelen tot Westlandse Kassen Keniaan, ook wel Kasbak genoemd.
Na 3 weken van actieve rust in de bergen en een weekje zomergriep moest weer eens wat gedaan worden en zo geschiede het. Jo beriep zich op meer dan 5 h. lopen in twee dagen en voelde zich zodanig sterk dat hij mij uitnodigde voor een loopje van Geleen naar Sjeng City. Maastricht heet zo omdat het daar de gewoonte is om iedereen die niet bij naam bekend is maar gemakshalve Sjeng te noemen. Zodoende heet iedereen Sjeng
Maar natuurlijk heb je het als VUTTER te druk voor dit soort Jogger Jo gedoe en dus viel mijn meer dan 5 h. lopen op het midden van de dag in een verzengende hitte bij een luchtvochtigheid op oerwoudniveau. Onder die condities heb ik voor de verandering de omstreken van Vaals, Vijlen en Oirsbach (D), met een toenemende stervende dorst, onveilig gemaakt.
Maar als de nood van de dorst en de behoefte aan vruchtensuikers het hoogst is dan is de redding in dit jaargetijde nabij. Het kersenseizoen loopt ten einde en dat betekent dat de diepzwarte wilde wijnkersen rijp zijn en daar loopt het suikerzoete rode sap echt uit. Dat geeft echter niet want je likt je vingers er bij af dan wel van schoon.
In Oirsbach drong het beeld van Jos zich weer op. Wedstrijdlopen en uit de broek moeten is zijn handelsmerk. Gewone lopers praktiseren dit vanwege de zenuwen voor de wedstrijd als voorstart. Jos wordt om welke reden dan ook echter pas nerveus na de start. In Oirsbach moet hij echter geen wedstrijd gaan lopen want zij zullen hem of beter gezegd zijn trainer ontegenzeggelijk als milieucrimineel beschouwen. Om dit te toetsen ben ik even in de dun in de broek houding gaan zitten maar moest vervolgens heel hard doorrennen om het vege lijf te redden.
Zaterdag moest na al dat vrijblijvend inlopen en inrijden weer echt aan de bak gegaan worden. De Mergelland Marathon staat over 6 weken voor de deur en dat betekent pieken op 3 en 6 weken voor dat gebeuren. Na de geweldige hoosbuien 's nachts was de lucht aanvankelijk strak blauw bij ca 18 ºC. Dus ideaal loopweer voor een rondje Limburg onder leiding van Jo, die op gezag van de één of andere goeroe plots een loopaanpak van een duurloop met tussendoor 16* een minuut uit de mouw wilde schudden. Op de vlakke weg zou ik mij daar nog iets bij kunnen voorstellen maar in het Heuvelland zijn deze intervallen automatisch ingebouwd.
De opkomst was vanwege de vakanties wat dun maar van hoge kwaliteit. In mijn benen zat echter nog de Keutenberg en dus heb ik de onstuimige jeugd na een tijdje maar alleen gelaten. Duurlopen boven tempo lopen is een valkuil die je moet vermijden.
De hoosbuien hadden hadden hun spoor achtergelaten. Overal uitgespoeld grind van de oermaas en plakken löss in de holle wegen en zelfs holle wegen die zich tijdelijk gepromoveerd hadden tot snelstromende beken. Verder had het water nog wat eetbaar wild uit het struikgewas gespoeld. Helaas had ik geen zout bij mij om ze te vangen anders had er een eenvoudig doch voedzaam maal ingezeten. De waterlopen noopten wel tot wat omlopen maar voor drie uur lopen is de kortste weg toch geen optie. Het werd een rondje Meerssen - Amby - Bemelen - 't Rooth - Terblijt - Berg - Vilt - Sibbe - Valkenburg - Houthem - Meerssen. Het geheel was goed voor netto 3:02. Bruto werd het wat meer want de eerste bramen waren rijp en daar loop je zo lekker op. Net toen de eerste bui van de dag naar beneden kwam was ik bij de auto waar ik Peter nog trof. Ook aan hem waren de drie uur die Jo had voorgeschoteld niet te zien.
Zondag stond in het teken van uitlopen. het doel was een week van boven de 10 h. als een goed begin is het halve werk.
23/7/05
De hoogtestage in Grand Paradiso met wat blaren doorlopen, de Mont Blanc Marathon met ingetapete tenen zonder kleerscheuren rap uitgelopen, het klettersteigen met winterse sneeuwval in de Pala Dolomieten overleefd, >4000 km snelweg zonder brokken bereden en dan val je bijna dood in de spiegelgladde marmeren badkamer van hotel San Pietro in Verona. Mijn zoon en ik soigneerden ons daar voor de opera Nabucco in de Romeinse arena ter afsluiting van een vader-zoon weekje op hoogte. Dit in aansluiting op een tocht door de Dolomieten en een "en passant" bezoekje aan Ötzi in Bolzano. In deze zeven links over de drie weken tussen 18/6 en en 10/7 moet wel een verhaal zitten.
De paar rustdagen in Limburg betekende hard werken in de tuin en opnieuw de rugzak pakken, nu voor de Pale Dolomieten, samen met mijn zoon. De zaterdag na de MBM werden de beentjes weer in galop gestrekt en dat ging goed. Zondag konden de benen weer in het vooronder van de auto uitrusten. Het plan was aankomen en gelijk te voet of ingeval van tijdnood met de lift naar de eerste refugio . Dat plan viel in duigen bij het ronden van de ring van München. Dat was weer eens geen autoring maar een ringvormige parkeerplaats. Gelukkig zijn de Dolomieten in verband met de Giro d' Ítalia goed ontsloten en zodoende konden we de auto, als toppunt van luxe, aan het eind van de middag voor de deur van de Rifugio Passo Valles parkeren.
De eerste dag van Passo Rollo naar de Rifugio Mulaz leek een makkie in het half zonnige weer maar de Dolomieten zijn steiler dan steil. De als normaal aangegeven paden geven nog al eens verrassingen in de vorm van klauter en kletterwerk voor gevorderden. Geoefende dagjesmensen lopen zonder bepakking even naar deze hut op en neer voor de lunch maar wij hadden een weekje klettersteigen van ca 15 kg in de rugzak. Bij aankomst trok de lucht het dicht en werd het smerig koud. De hut was niet slecht maar pas open en dus nog kil en vochtig. De gezelligheid moest komen van een gezelschap Duitsers als enige gasten buiten ons maar die waren niet zo enig.
's Nachts begon het te stormen en te regenen en dat was 's morgens nog niet over, alhoewel de weersvoorspelling sprak van opklaringen. Met de Passo delle Farancole van 2800 m voor de boeg was dat wel nodig. De opklaringen bleven echter uit maar de passo niet. De laatste 100 m moest via een klettersteig waarvan de instap ontbrak in de natte sneeuw geworden regen genomen worden . In de gordels, de klettergurten aan, met de doorweekte handschoenen, de vol gelopen schoenen in de bagger van het Dolomieten gruis en geen zicht op de route. Kortom een goede test voor het vader-zoon gebeuren.
Na de passo werd het niet veel beter. De natte sneeuw bleef vallen, het water storte de steile hellingen af, spekgladde rotsen en dus waren de gordels en aan het touw geen overbodige luxe. Bij mooi weer loop je daar fluitend langs maar nu zaten we er aan het einde van de dag als verzopen en hongerige katten doorheen want behalve wat droogvoer was het eten er bij in geschoten.
Maar de Refugio Pedrotti was warm, droog en heel gezellig. Het gezelschap onderhoudende Amerikanen en de leerzame verzameling grappa maakte het verschil. Twee nieuwe grappa soorten moet ik aan mijn eigen "grappa di papa" verzameling toevoegen. Grappe all'Ortica (brandnetel) en grappe latte (melk). Vooral de laatste wekte mijn verbazing vanwege de verdraagzaamheid van melkvet en alcohol.
Plannen zijn er om bijgesteld te worden en laat nu de volgende hut wegens renovatie gesloten zijn. Dit ontnam ons de mogelijkheid van een rondtocht en bood ons de kans om vanuit een goede hut tochten in de omgeving te maken. Het weer werkte daaraan aanvankelijk aan mee.
De volgende dag was stralend en het uitzicht in de vrieslucht was adembenemend. Naar het westen toe lag de Brenta te schitteren en naar het noorden deden de Oostenrijkste Alpen hetzelfde achter Süd Tirol. Het plan om de in renovatie zijnde hut te bezoeken bleek een goed plan en zo loop je door de sneeuw en zo loop te bruinen onder de hoogtezon.
De oprisping van het weer was helaas maar tijdelijk. De geplande klettersteig van de volgende dag werd tot een illusie omdat de Pale nu voor de verandering in een dicht mistdeken was gehuld. Het gebied staat namelijk bekent om de oriëntatieproblemen bij mist en de nogal uitdagende routes. Daarnaast had het jeugdige deel te leiden van de combinatie verkoudheid en pijnlijke knie. Maar de Blokjes zijn niet voor één gat te vangen. Waarom niet naar beneden en de bergwereld van Ötzi in Bolzano opzoeken. De afdaling van 1100 m ging aanvankelijk op de tast. Onder het wolkendek gekomen werd het regen en nog eens regen. Kortom wij spoelen weg uit de Pale Dolomieten. Wat kan het heerlijk zijn om alles in de achterbak te gooien, in te stappen, de verwarming op hi zetten en naar Bolzano rijden voor een goed hotel en een goed restaurant. Dit plan klopte gelukkig wel en de ook daar doorstromende regen kon dit niet dwarsbomen.
's Morgens Ötzi in Bolzano, 's middags Romeo en Julia op hun balkon in Verona en 's avonds Nabucco in een tweeduizend jaar oud openlucht theater aldaar. Het was bijna te veel van het goede maar ook dat hebben wij overleefd.De IJsman is voor bergschravelaars een absolute aanrader. Meer dan 5000 jaar oud en dan zo verfijnde berguitrusting uit gras, bont, leer, pezen, hout, berkenbast en steen. De hoogste bergpassen werden hiermee genomen en wij maar denken dat zoiets met high tech materiaal moet. Verder leerde het museum ons de ontwikkeling van het Alpen en Dolomietengebied. De opmerkelijkste les was dat Noord en Zuid Tirol al van oudsher één bevolkingsgebied vormen.
Na de verlatenheid van de bergen is de zee van mensen in Verona weer even slikken maar de ambiance maakt alles goed. Gelukkig had het hotel gratis mountain bikes en zo toerden wij vrolijk door dit grote openluchtmuseum. De stad leeft van de opera en de hotels zijn dus afgestemd op het gebeuren. Achteraf gezien bracht het hotelbusje ons helaas alleen maar heen.
Het theater is één vrolijk gebeuren. De bewaking bestond uit twee bereden agenten in gala tenue. Drank en eten mogen mee en "enter act" zijn luide aanmoedigingen gewoonte. De keuze om in de ring voor de plebejers te gaan zitten was voor de sfeer de juiste.Het weer zat ons echter alweer niet mee. Toen Nabucco in de opera getroffen werd door bliksem en waanzinnig ineenzonk bliksemde het synchroon boven de arena. Het daverend applaus van het publiek voor de timing van de weergoden werd aanvankelijk beloond. Rondom Verona was het vuurwerk maar in de arena viel nog geen drup.
Om half één was het uit met de pret en spoelden we het stadion uit door een onbeschrijfelijk hoosbui. Het prachtig om te zien hoe een meute van een paar duizend mensen in zomerkleding de stortregen ervaren. Als deel daarvan spoelden we bijna letterlijk het hotel binnen. Natuurlijk had het personeel dit nog nooit meegemaakt want in Italië schijnt altijd de zon.
's Morgens was alles nog nat, ook in de badkamer. De klap was indrukwekkend en een test op de botontkalking. Gelukkig was een pijnlijke schouder en en blauw zitvlak de enige malheur. Een beetje lastig met terugrijden maar met zijn tweeën is dat maar een half probleem.
Na deze strapatsen is de vorm natuurlijk glanzend. Na twee dagen fietsen ter voorbereiding op de Classic zaten de loopschoentjes weer als gegoten. Uit het niets werd zomaar 2:40 op de klokken gebracht. Daarna was het uit met de pret. Het virus van mijn zoon had mij gevonden en dat kostte een weekje extra. Ook voor het weeknieuws want al niezend met een druppende neus en tranende ogen komt er niets uit het toetsenbord.