12/06/10
Natuurlijk bleek de afgelopen week dat ik iets te veel van het goede had gedaan met een tandje lager als gevolg. Heel blijven en voorzichtig doorlopen met wat fietsen tussendoor was het devies. Aan de vorm valt niet veel te verbeteren en met de hoogtestage in de Alpen voor de boeg kan deze alleen nog maar beter worden.
De Italiaanse kant van de Alpen met zicht op de Monta Rosa vormt de overture voor de Monte Bianco. Dit klikt allemaal heel Italiaans maar in het Aosta dal is Frans naast het Italiaans de officiele als uitvloeisel van het koninkrijk Savoie en is het Savoie Libre springlevend. Dit geldt overigens ook voor de aanpalende Franse en Zwitserse grensgebieden. De zijdalen in de richting Monta Rosa laten de betrekkelijkheid van dit streven zien. Hier wordt het Walser Duits gesproken van de Walen die rond 1000 na Christus de Alpen overtrokken.
De Alpenweide staan/komen deze weken in volle bloei en het wordt dus genieten met de de bekende hoofdletters. De sneeuw blijft nog een verrassing in deze tijd van het jaar. Als het voorjaar in de Alpen ook twee weken achterloopt dan kan er nog een flink pak liggen op pashoogtes van ca 2700 m. Ook tijdens de Mont Blanc Marathon kan het nog parten spelen. In verschillende jaren liepen de laatste kilometers door de sneeuw en werd het 15 min./km.
Intussen werd in het Limburgse tussen het kreperen door ook nog genoten. Vincent van Gogh had niet naar Frankrijk gehoeven. De velden en veldwegen kleuren prachtig. De rest is nu omhoog en omlaag schravelen met de rugzak om en een ommetje in sportkleren maken in Chamonix. Zolang niets hoeft en alles mag overleven we het wel.
05/06/10
Het heeft even geduurd voor ik er weer een gat in zag. Het goede bericht is dat het einde van de tunnel in zicht lijkt te komen. Het meer dan 3 uurtjes in meer minder dan meer gestrekte draf voortbewegen behoort weer tot de mogelijkheden. Het slechte bericht is dat ik de Drenthe Marathon moest laten lopen. Het "lamme pootje" syndroom tijdens de Maasmarathon bleek de voorbode te zijn van de mij intussen zeer bekende en zeer gevreesde spierpijnen. Er schijnt geen kruit tegen gewassen te zijn anders dan gewoon doorhobbelen met af en toe wat geconcentreerde wilgenbast achter de kiezen. Een geluk bij een ongeluk is dat stilstaan de ergste pijn opleverd. Een mooi excuus om de tuin de tuin te laten en te gaan "rennen".
In de tussenligende weken was het een mix van fietsen, draven en versneld wandelen van bankje tot bankje met als enige doelstelling het in beweging blijven. Leuk als de zon schijnt maar vervelend bij bij kou, regen en wind. De laat uitvallende winter danwel de vroeg invallende herfst in de voorjaarsmaand Mei hielp dus bepaald niet mee. Ik zou willen dat de opwarmmaffia gelijk krijgt. Helaas, even een aswolkje en wat minder zonnevlekken en we krijgen weer een jaar zonder zomer zoals in het verleden meerdere malen is gebeurd. De weerprofeten hebben zich in ieder geval al aangepast. Bij temperaturen boven de de 15 graden spreken zij al vol enthousiasme over zomerweer. In werkelijkheid ligt de natuur nog steeds twee weken achter en groeien de paddenstoelen alsof het oktober is.
De afgelopen week warmde het wat op en dat deed de verstramde spieren en pezen gelijk goed. Het ging nog wel langzaam maar de duur kwam er weer in. Met de taktiek afwisselend lopen en fietsen kwam weer 12:15 netto lopen en 150 km fietsen op de teller. Het werd met de Mont Blanc Marathon in zicht ook wel tijd. De oorspronkelijke cross over 23 km is verworden tot een verkapte ultraloop over de marathonafstand.
Met de (65+) vuistregel D+ 100 m = 10 minuten+ is de eindtijd redelijk betrouwbaar te voorspellen. Het klimmen kost gewoon 4 h. extra. Met het dalen win je weinig terug want na een steile klim van 1000 m loopt het dalen niet zo lekker meer. Daarnaast is het weer bepalend. De mussen kunnen van het dak vallen maar het kan ook rond het nulpunt zijn met sneeuw. Het beste is maar gewoon genieten.
Eigenlijk hoef je daarvoor niet zo ver te gaan. Het Heuvelland is momenteel een b(l)oeiend plaatje en het is lopen van fotomoment naar fotomoment. Een bijzonder loopuitje was het bezoek aan de orchistuin in het Gerendal. Daar staan vele soorten bij elkaar en dat vereenvoudigd de de fotosessie. Elders zijn ze natuurlijk ook te vinden maar ze zijn zeer kieskeurig in de grondsoort.
Zaterdag was Limburg wel een heel druk plaatje. Normaal is het bij mooi weer al druk op de geplaveide wegen met een mix van autowandelaars, al of niet georganiseerde fietstoertochten, ralleys voor antieke auto's en motorbendes. De veldwegen en bospaden zijn dan een goed alternatief.
Afgelopen zaterdag kwamen we echter van de koude kermis thuis. "Limburg Mooiste" over de weg was nog goed te ontlopen. Ik had echter buiten "Limburgs Mooiste" voor mountain bikers gerekend. Meng het fijnstof wat die opwerpen op met cabriolisten in de overgang en van testoron overlopende motorrijders en het wordt een echte survival of the fittest.
Na afloop zagen we er uit als zandsculpuren die nodig wat dassenvet konden gebruiken voor de stoflongen.
Het loon van het omlopen bracht nog een grotere verrassing dat de wilde orchissen. Bijna midden op het het mini paadje door de wei van het Gerendal naar Scheulder stond de in Zuid Limburg zeldzame vogelmelk te uitbundig te bloeien. Met wat brakke oude takken hebben we plant wat afgeschermd voor vertrappen. Hopelijk krijgen we volgend jaar loon naar werken.
Zondag was het verkeersgeweld vrijwel voorbij en kon lopend in de hitte een sauna worden genomen. De opwarming duurde maar kort want de lucht werd al snel inktzwart en bracht de koude douche.
Dit intermezzo kon de pret over de geslaagde loopweek niet drukken. Het blijft nog even afwachten of het lek helemaal boven is maar de vorm kan niet meer worden afgenomen. Zeker met nog een hoogtestage voor de boeg moet de Mont Blanc marathon lukken. De grootste tegenstander wordt daar de limiet. Jong of oud, iedereen moet binnen de 9 uur binnen zijn.
Vorig jaar heb ik op de laatste kilometers veel jeugd uitgeput langs de kant zien zitten en dat geeft de burger moed zonder onderschatting. De laatste paar kilometers zijn werkelijk moordend en kosten ongeveer een half uur.
09/05/10
Het moest niet gekker worden met het trainen voor en het lopen van marathons maar de Maasmarathon werd uiteindelijk gekkenwerk. De foto voor de start had het drama van de gevallen loper al in zich. Het liep al vanaf het begin voor geen meter en ik kreeg de ene voet nauwelijk voor de ander. De oorzaak was volstrekt onduidelijk althans als je de reden voor de vijf sanitaire stops en het steeds wegzwikkende rechterbeen buiten beschouwing laat. Het "lamme pootje" syndroom is het gevolg van een geirriteerde zenuw in het bekken. Niet verontrustend want meestal verdwijnt het na het opwarmen maar wel hinderlijk. Meestal is echter niet altijd zo werd met het vorderen van de kilometers bewezen.
Na de stroomopwaartse lus stond Leny op het 8 km punt wat zorgelijk te kijken. Ik loop niet meer voorop maar aan de staart bungelen is een heel vreemd verschijnsel. Toch was mijn bewering dat het best ging geen grootspraak. Het liep ontspannen en het weer was prima. De zon warmde de kou bij de start van rond 7 graden snel uit de lucht, het parcours is mooi op een paar kasseien na en de Maas lag er in de windstilte spiegelglad bij. Pas na het passeren van de grens bij Ternaaien begon de wind op de kop wat aan te trekken op de lange weg langs de Enci.
Geen probleem want dat betekende na het keerpunt de wind in de rug. Halfweg bij de binnenkomst van Maastricht zag het er nog redelijk uit. Ik begon de eerste lopers in te halen en was klaar voor een negatieve split. De lus door Maastricht is mooi maar helaas zijn de Maastrichtenaren absoluut niet geinteresseerd in boeren van buiten de poorten die door de stad hollen. Gelukkig vormden Huub en Thea een wat bezorgd kijkende uitzondering over mijn late doorkomst.
Na Maastricht ging het even iets beter. Gelukkig want het is doorzetten naar Eysden want de provinciale weg is saai en het fietspad is een racebaan voor scooters en wielrenners. Op het 30 km punt moest ik even worstelen met een niet werkende chip controle. Op 32 km kwam Leny mij hazen naar de finish maar dat werd duwen. Ik kon haar absoluut niet meer bijhouden en begon door het "lamme pootje" steeds het evenwicht te verliezen. Verder mankeerde er niets aan. De ademhaling, de hartslag en het bewustzijn van mijn hinkelen werkten prima. De verstandige raad om te stoppen sloeg ik macho in de wind. Daar stoppen was trouwens zinloos want de auto stond in Wezet (Visé).
De laatse 10 km waren geen pretje want ik kwam nauwelijks vooruit zonder echt af te zien. De laatste km bergafwaarts was zelfs een crime. Ik leek de Zwitserse dame wel op de 15 km snelwandelen in Los Angeles maar dan niet uitgedroogd en wel volledig bij zinnen. Na de finish was het leed dankzij een lekkere Leffe snel geleden. Het bier was echter niet verantwoordelijk voor de kater. Het " Wat is mij overkomen?" bezorgde mij zware hoofdpijn. Het Groot Lopers Smoezenboek biedt mogenlijkheden: Overtraind, geblesseerd, sluimerende ziekte, mentale zwakte of aftakeling. In het laatste geval zullen de mogelijkheden voor restauratie moeten worden bekeken.
Zaterdag a.s. staat als therapie de Geuldalloop op het programma. Als ik daar ga slingeren dan rol ik gelukkig via de Lijkweg vanzelf naar beneden de Geul in.
17/04/10
Met een record weektotaal van 11:37 netto zit een marathon wel weer in de benen. Even kwam Enschede ter tafel maar die werd daar weer snel vanaf geveegd. Ik moest begrijpen dat het niet gekker moest worden met de Maasmarathon, Drenthe Marathon en Mont Blanc Marathon in zicht voor de komende twee maanden. Tijdens de week werd ook het tweedaagse record van 6:58 gelopen. De Amstel Gold Race en het mooie weer was daar debet aan. De toerversie werd gebruikt om verschillende punten van het parcours te gaan verkennen.
Zo zag ik ondermeer het gekkenhuis in wording en echte liefde in uitvoering op de Cauberg. De Keutenberg bleek echter al vol bezet met fans die vast kamp hadden gemaakt . Een loper die daar ontspannen naast een fietser omhoog dribbelt heeft daar niet te klagen over aandacht. Het enige minpunt was de nieuwsgierigheid naar mijn leeftijd. Kennelijk tonen mijn benen jonger dan mijn kop.
De proftoer was andere koek. Net als bij de toerversie vormende de sportende fietsers geen probleem maar het randgebeuren is wat heftiger. Op één renner tel je twee volgwagens en vier motoragenten. De volgwagens zijn gevuld met overbelangrijke VIP's en de politiemotoren worden bereden door als agenten vermomden Hells Angels. Kortom, het volg en begeleidingscircuit rijdt zo ongevver een race binnen een race.
Een bijkomend probleem is dat veel toeschouwers over de smalle binnenwegen gehaast van kijkpunt naar kijkpunt snellen met hun auto's. Het is dus als loper en wandelaar handig om omtrekkende landweggetjes te nemen naar de uitkijkpunten.
Mijn favorieten waren dit jaar de Hulsberg bij Simpelveld en de Eyserboschweg. De Hulserg is lang beschouwd als het hoogste punt van Nederland door het gezichtsbedrog met de Ardennen aan de horizon. Daar mocht ik met het aanbod van een trapje gebruik maken van een tuinmuur om het gebeuren te registreren. De Eyserboschweg roept altijd herinnereningen op aan de zakkendragersrace. Jammer genoeg wordt die wedstrijd niet meer georganiseerd maar de wielerprofs boden troost.
Tussen het lopen door werd niet stilgezeten. Het verwilderde struweel op mijn landgoed vroeg enige verzorging. Het kenmerk van dit werk is volgens een oude boerenwijsheid "kop in de grond en kont in de zon". Het lopen tussen het tuinieren door was dus meer therapie voor mijn gebroken rug.
Verder trok ik vanwege bezigheden buitens huis hebbende ook nog in mijn bolide in het zonnige Hollandse lentelandschap rond.
Dat het lente was leed aan de bloempjes en de bijtjes geen twijfel. Zo er twijfel mocht zijn dan werd die in het vreedzame Buren weggenomen. Even moest ik het geluid thuisbrengen maar het was een ooievaar stelletje dat luid klepperend aan het voortbestaan van de soort werkte. Ik geloof nu weer helemaal in de ooievaar.