14/09/08
Zondag was de dag van de Mergelland marathon. Woensdags was de laatste xxL+ gemakkelijk onder de voeten doorgegaan dus ging ik met een gerust hart op stap. Koel zonnig weer met een straffe oostenwind was niet zo slecht. Wat duwen op het lange stuk naar Schimmert maar de wind mee op de laatste 5 km. Dat de 42,195 km een makkie werd is een pluspunt. Een minpunt is dat de snelheid er niet meer inzit. Dit werd wat vergoed doordat ik van de toeschouwers onderweg een 10 kreeg voor de loopstijl maar daar koop je geen tijd voor.
Bij de doorkomst van de 25 km was Jo net iets te traag om mij te ontmoeten. Ik had nog ingehouden voor hem maar er zijn natuurlijk grenzen. Na 28 km lopen ontmoette ik Willem Mutze die op zijn bekende snelwandelaarstijl was overgeschakeld. Dit riep vraagtekens bij mij op want Willem is mij tegenwoordig veelvuldig voor. Aan de finish kwam de aap uit de mouw. Hij was zaterdag vergeten vla te halen en ging voor rode lantaarnprijs van een vla.
Na 35 km kreeg ik vleugels met de wind in de rug en toen Leny mij oppikte voor de laatste 4 km ontwaarde ik zelfs verschijnsels van een turbo. Zoals gewoonlijk kwam ik nog zo uitgerust over de finish dat een goed gesprek met wat oude strijdmakkers (Rien en Wil) er nog nog ruimschoots inzat. Mogelijk was ook het pilsje dat ik van de organisatie kreeg hier debet aan. Later troffen wij Marc en Janine als voorbode van Dwars Door Hasselt. Jo krijgt het moeilijk want Marc zit hem steeds dichter op de hielen en krijgt zelfs al het zelfde prijzengeld. Het mysterie van mijn afwezigheid in de uitslag en het ontbreken van een 65+ klassement moet nog opgehelderd worden.
Tot de 2e week in oktober ben ik weer uit de lucht. Enig werk in Iran en Oostenrijk houdt mij van de straat. Het leven van een pensionado is ploeteren want de wijnglazen op tafel zijn voor de cola.
06/09/08
Zaterdag moest voor de laatste keer aangepakt worden voor de Mergelland Marathon. Na twee xxxL minnen (x=1h.) in de afgelopen week moest de laatste voet aan de conditie gelegd worden. Deze was overigens niet al te slecht. Het fietsen had alleen positieve sporen in de benen nagelaten en de rugpijn liet wat na. Het eerste stuk liep echter niet als een jonge God. Naarmate Maastricht meer in zicht kwam begon het harder te waaien en op het laatst leek helling af wel helling op. Tot overmaat van ramp werd ik bij 2:42 netto door een hond aangevallen en vond ik het in dubbel opzicht genoeg.
De reactie van de twee benige gezinsleden moet ik nog in de bundel Hondsheden opnemen. Op mijn vraag of dit soms de eerste maal was dat het beest hardlopers aanviel kreeg ik, heel serieus gemeend, het antwoord: "Nee, maar soms doet die dat wel en soms niet". De raad om voortaan zekerheidshalve maar van het "wel" uit te gaan wekte opperste verbazing. Als honden op hun baas lijken dan moet het wel een heel domme hond geweest zijn. Toch blijf ik een hondenvriend want je zult maar zo'n baas hebben.
In de week werkte noch het weer noch het reizen mee aan een paar uurtjes wat korter loopwerk. Het mooie stadje Culemborg aan de Lek had te kampen met heel veel lek uit de hemel en in de Amsterdamse bouwput is het benenstrekken vragen om moeilijkheden. Vast plakken door de kauwgum aan de straat, uitglijden over de kliekjes van patatjes oorlog, struikelen over de rotsachtige bestrating, rennen voor je leven in het verkeer, roedelopen over de hoofden van de toeristen en verkeren in de meute van de huidige soort rasechte Amsterdammers. Naar zeggen schijnt het vroeger een mooie stad geweest te zijn.
Toch leerde ik weer wat bij. Om te beginnen weet ik u hoe ik onze Koningin moet aanspreken en dat het een stiefkwartiertje duurt. Verder weet ik weer waar het vandaan komt als ik mij uitgewrongen en door de mangel gehaald voel. Samen met de wasstamper, wasbord en wastobbe wierp het mij ver in de tijd terug toen "Geluk nog heel gewoon was".
Zondag moest in ieder geval, als maat voor de vorm, de tweedaagse marathonafstand gerealiseerd worden. Als dit makkelijk gaat dan ben ik in staat om de marathon zonder al te veel problemen te lopen. Dit ging ook makkelijk tijdens een verkenning van het SM-Loop parcours.
Jo Schoonbroodt durft de Ultraloop afstand niet meer aan en heeft mij gevraagd om het SM-Loop marathon parcours wat op te pimpen. Dat is natuurlijk niet aan dovemansoren gevraagd dus werden rond het Geuldal wat alternatieven bekeken op lijdzaamheid.
De oogst was prima want de SM-Loop wordt verrijkt met de Kleeberg (zie fietsfoto), Gulpenerberg, Dolsberg en een ommetje door de Stokhemerbeemden om de Brand Brouwerijen wat beter te kunnen zien. Wylre is er al klaar voor. Dit wordt GENIETEN!!!!! met hoofdletters en uitroeptekens.
Totaal bracht het weekend 4:35 op de teller en dat is niet gek als je in rust bent voor de marathon. Hopelijk vallen de 14e september de mussen van het dak want op dat weer heb ik getraind.
De niet bestede looptijd werd besteed aan het bijwerken van de SM-Loop website.
30/08/08
Zaterdag was de dag van de ODS Classic. In de dagen ervoor kwelden mij twee zorgen, namelijk of het weer nog wat zou opknappen en of mijn bike-run-bike voorbereiding in de Tocaanse Alpi Apuane wel voldoende was geweest. In vergelijking met de "echte" amateurs is natuurlijk 424 km in de bergen een lachertje. Het ritje van 86 km gefietst en 1147 km geklommen voldeed echter aan de 2/3 duursport regel. Deze luidt volgens Marc, onze Vlaamsche Reus: "Als je 2/3 kan dan kan je ook 1." Verder ben ik een absolute mooi weer fietser. Pas als de zon schijnt en de temperatuur boven de 23°C komt ben ik genegen om op de fiets te stappen, mits het geen loopdag is.
Tot ca 2/3 kon ik goed meekomen in de groep. Daarna reden zij echter één tandje te groot voor mijn bovenbeenspieren. De conditie was uiteraard geen probleem maar loopdijen zijn nu eenmaal slanker dan de opgepompte fietsdijen. Eén tandje te groot leidt daardoor, net als bij het hardlopen één stapje meer, onherroepelijk tot opblazen en dan ben je letterlijk verder van huis. Door schade en schande wijs geworden, trappen we daar niet zo snel meer in.
In eigen tempo werd zonder problemen alleen verder gefietst naar het koele bier en de voedzame maaltijd. Hoewel alleen, België leek bezet door ODS Classic rijders en dat daaronder veel oud collega's zaten maakte het tot een aangenaam verpozen.
De nazit in het warme zonnetje met de vele bekenden werd enigszins nablijven. Bij het vallen van de avond zaten daardoor bij de terugrit de pilsjes goed verdeeld over de benen en het eten voldaan in de maag. De laatste kilometers brachten dan ook geen ongemak.
Zondag moest ik weer aan de bak voor de de Mergelland Marathon van 14 september a.s. Het open zonnige weer van de ODS Classic was veranderd in een kleffe warmte onder een wat fletse zon van rond de 28°C. Typisch het weer dat de poriën tot uitstroomkolken maakt. Eigenlijk trof dat wel goed want de Mergelland Marathon temperatuur varieert in de jaren zo ongeveer tussen de 16°C en 33°C. Het werd een retourtje Vaals via Orsbach (D) en Vijlen over het plateau van de Zinselbeek. Een heerlijk zonnig stuk om in het eigen zweet bij te bruinen. Dit gebeurde deels op het terras van de Kartbaan waar je voor 10 minuten ronkend rondjes mag rijden voor € 13.
Op het plateau ronkte het overigens ook flink. Het stro werd in bobines opgerold en daar kan een techneut niet aan voorbij gaan. Dit stoppen loonde dubbel want tussen de stoppeltjes bleek een heuse Bufo Bufo te zitten. Ik weet niet of hij bevangen was door de hitte of in een shock verkeerde door het machinale geweld. In ieder geval bleef hij of zij gewillig poseren voor de foto en kroop keurig in het filmbeeld weg.
Al het gedrentel met filmen en fotograferen bracht een lange looptijd op de chronometer. De netto schade bleef beperkt tot 2:24. het werd dus een aardig sportweekend,. De belangrijkste winst was dat dat de benen na het fietsen zondag als vanzelf liepen. Misschien moet ik toch wat meer op de fiets stappen, al is het maar voor de TV op de spinner.
In de week zelf kwam ik door het weer en werk niet aan fietsen toe. Verder werd het lopen door het reizen voor de jeugd naar respectievelijk Eindhoven en Goes tegen gewerkt. Toch werden met een groot gemak een xxxL+ en een xxxL- gescoord. Daarbij werd ik helaas een illusie armer. Ik dacht alle paadjes in Limburg te kennen en dan ontdek je zo ongeveer om de hoek een pad naar een watermolen dat je nooit hebt opgemerkt.
23/08/08
Zaterdag was het moment suprême om de lange loop ter voorbereiding van de Mergelland Marathon te doen. Dit moment viel echter geheel in het water of beter gezegd werd door het hemelwater weggespoeld. Het kwam met zulke bakken uit de lucht dat ik binnen de 2 h. de poging moest staken vanwege onderkoeling van mijn lijf en het verdrinken van mijn telefoon.
De week bracht een bijzondere gebeurtenis. Via mijn website werd het sinds jaren verloren contact met mijn twee jeugdvrienden weer hersteld en zo troffen drie AOW'ers elkaar weer na meer 25 jaar. De vriendschap zelf dateert ongeveer uit de oertijd want die ontstond in 1955 op school. Goed voor samen 200 jaar werd dus een verlaat diamanten feestje gevierd. Het mooie was dat verloren niet verwaterd betekende. De draad werd gelijk weer opgepakt. De sfeer, de setting en de gesprekken waren zoals voorheen. Het leek alsof de tijd had stil gestaan maar dat was schone schijn.
De veroudering was doorgegaan, althans uiterlijk te zien aan een drankzuchtige kampeerfoto uit 1957. Hoezo zijn drinkende jongeren een probleem van deze tijd. De 15 jarigen uit die tijd, dat wil zeggen de aartsvaders van nu, waren geen haar anders. Wij dronken bij de gekookte aardappels met sla en gebakken Smac uit een blikje een heuse fles wijn.
Toch is er wat verschil. Wij trapten voor dit drinkgelag met de primitieve kampeeruitrusting achterop en zonder veel geld eerst naar de Ardennen. Het zal duidelijk zijn dat mijn duurvermogen niet zomaar is ontstaan.
14/08/08 Passo del Vestito
Om de Passo del Vestito op te komen moet letterlijk vanaf zeeniveau tot 996 m omhoog gefietst worden. Voor wat betreft het verzet geen punt maar wel het gewicht van de fiets. De klim is 10 km lang met gemiddeld 10% stijging. Dit zegt echter niets over de de steilere delen waar alles uit de kast moet. Gelukkig leidt het landschap af. Eerst een mooie klim met zicht op zee vanuit Massa. Daarna een bebost stuk door Italiaanse dorpjes. De afsluiting vormt een deel dat het marmer doorsnijdt en letterlijk in de marmergroeve eindigt. Een minpunt vormt het motor verkeer. Een aantal jaren geleden kwam je daar geen kip tegen. Nu brullen pelotons motor idioten, die menen een grand prix te rijden, op en af. Gelukkig een zelfoplossend probleem aan de kruisjes langs de weg te zien.
Het is daar echt bergweer. Van november tot mei zijn sneeuwkettingen verplicht dus dat zegt wel iets. Dit keer was het boven noch warm noch koud in de voorbij drijvende wolkenslierten. Na de fotosessie kwam het moeilijkste deel van de tocht. Twee onverlichte en ruw afgewerkte tunnels van ruim 1 km lang. Met eerst het licht van achteren gaat dat tot 1/3 goed. Daarna is het zwalken geblazen in de richting van het lichtend gat en hopen dat er geen auto aankomt. Na de tunnels is het 10 km dalen. Dit is echter minder ontspannen dan het lijkt. De bochten, kuilen en een bont tapijt van asfaltplakken vragen doorlopend aandacht. Dit levert in pijnlijk verkrampte handen op en een murw gebeukte kont. Al met al werd 1147 m geklommen en 86 km gefietst.
13/08/08 La Polla
La Polla is een marmergroeve bij de Monte Altissimo. Om daar te komen moet eerst 25 km met ruim 400 hoogtemeters weggetrapt worden. Dit is echter een peulenschil in vergelijking tot het deel dat wacht. De groeve ligt op 820 m aan het eind van een steile slingerweg die met marmersteen afval is geplaveid. In de praktijk is de weg dus gewoon een rotspad met losliggende grote en kleine keien waarover omhoog geklund moet worden. Het alles van God en alle mensen verlaten omdat vanwege de vakantie niet in de groeve gewerkt werd.
Het doel is echter meer dan de moeite waard. Marmergroeves zijn indrukwekkend. Alleen en klein sta je hoog in een openlucht kathedraal van marmer en kijkt diep neer langs een sneeuwwitte gletsjer van afvalsteen. De bidon met water schoot echter te kort voor het zweet dat voor het tochtje geproduceerd moest worden. Van de halsbrekende afdaling op de fiets over een voormalige rolweg om de blokken naar beneden te krijgen kreeg ik het ook heel warm. Het totaal kwam uit op 50 km fietsen, 1:17 hardlopen, 900 overbrugde hoogtemeters, een stervende dorst en een gezonde honger.
11/08/08
Vandaag stond een fietstocht samen met mijn zoon op het programma. Hij is geen sportgek gelijk zijn vader maar ziet toch niet op tegen een paar uurtjes trappen op de mountain bike. Verder is het Italiaanse landschap goed aan hem besteed en dus trapten wij er lustig op los. Na de zeven laagvlakte kilometers stond eerst de Colli de Pedona op het programma. Deze werd vlot genomen en daarna was het lekker afdalen tot Bargecchia. Vandaar ging het over de Strada Panoramic naar Monte Pitori. Deze naam slaat niet op de bestrating want die is zand maar op het schitterend uitzicht van deze balkonweg. Bij Monte Pitori houdt de monte echter nog niet op want met stoempen op het kleinste verzet is vandaar Montigiano te bereiken. De te berijden weg loopt daar bij het kerkportaal dood maar het uitzicht is zeker niet doods. Het heldere weer deed daar nog een schepje boven op met het uitzicht op de dom van Pisa en de Monte Pisano.De teller kwam op 549 m klimmen en 45 km fietsen.
10/08/08
Casoli ligt op 400 m hoogte in de schaduw van de Monte Gabberi. Ik wist dat daar een bergpad naar toe liep. Weten is echter nog geen vinden. De bergen zijn dicht begroeid en veel belovende paden eindigen niet zelden op een erf van een boerenbedoening. Deze worden gekenmerkt door hofhonden waar niet mee te spotten valt. Ook deze zoektocht eindigde driemaal in een doodlopend stuk met doodsgevaarlijke honden op mijn pad.
Gelukkig heeft elk nadeel zijn voordeel. Er blijft nog een weg te vinden van Casoli naar La Culla (De Wieg) over de berg heen. Er zal alleen wat meer tijd en dus wat meer zweetdruppels voor uitgetrokken moeten worden.
De oogst viel door al dit zoeken enigszins tegen met 35 km fietsen, 50 minuten lopen en totaal 500 hoogtemeters
09/08/08
Ik had de bloemen al eerder langs de weg zien staan en dacht dat het kunstbloemen waren die als gedenkteken in de grond waren gestoken. Bij nadere beschouwing waren zij echter echt. De groeiwijze leek op een amarillis. Dat wil zeggen een kale stengel met knop uit de grond die mooie, lelieachtige bloemen te voorschijn brengen. Bij naspeuring bleken het Belladonna Lelies te zijn. Zij stonden in Corsanico waar ik naar omhoog was gefietst voor een looprondje. De afdaling in de volle zon over een steil bergpaadje was een kuitenbijter maar ging vlot onder de schoenen door. De beklimming was dat ook en daarbij sopte na een tijdje het water in mijn schoenen. Gelukkig waren er overal kranen. De lekkerste hiervan is ongetwijfeld de Tre Fontana. Drie trapsgewijs geplaatste kranen met heerlijk koel water uit de bergen. Uiteindelijk werd ten koste van vele liters water 499 m gestegen, 35 km getrapt en 1:04 gelopen.
08/08/08 Pietrasanta
Pietrasanta is marmer. Het wordt vlakbij in de bergen uitgezaagd, rond de stand tot hapklare brokken verwerkt, in de stad tot kunststukken omgetoverd en verder is de stad er mee gebouwd. Als je rond de stad gaat sporten ontkom je niet aan het bezoeken van dit bruisend openlucht museum. Dit marmerstadje kan je 100 keer bekijken en dan vind je de 101e keer toch weer een nieuw boeiend plekje. Bovendien organiseert de stad elk jaar een andere tentoonstelling met beeldende kunsten. Dit keer viel stond de dom eens niet in de steigers en kon de markt geheel overzien worden. Dit is voor het interieur van de de marmeren kerk wat moeilijker maar mijn N95 Nokia is een wonderbaarlijke telefoon. De lens combineert groothoek en close up tot 20 cm bij bij een enorm oplossend vermogen. De Canon 300 D blijft dus de meeste gevallen en zeker bij het sporten stil in de kast.
uitgehakt, rond de stand daar 39 km 1:44 Wat vandaag op het programma stond werd pas duidelijk na mijn toeristisch bezoek aan Pietrasanta.
Boven de stad ligt een kronkelige rondweg met daaraan de dorpjes Caprigula en Capezzano Monte. De weg is gelardeerd met villa's, tuinen en olijfgaarden en biedt een spectaculair mooi uitzicht op zee. Het enige nadeel is dat je over 5 km ongeveer 375 m omhoog moet in de volle zon. Het voordeel van het nadeel is dat je dubbel kan genieten als je het fietsend en lopend doet. Op de fiets ging het vlotjes want na een paar dagen trappen waren de spieren weer een beetje gewend. Het lopen ging eigenlijk ook wel maar de warmte dwong toch tot wat piano, piano gedrag. Op 5 km werd er namelijk driekwart liter water en een maaltje bramen doorheen gejaagd. Het is dan een genoegen als de fiets op de monte in zicht komt want die parkeer ik altijd bij een kraan. Het resultaat was 40 km fietsen, 1:44 hardlopen en 782 m stijgen.
06/08/08 Bastianella
Bij 33°C op de fiets stappen om ergens in de heuvels te gaan hardlopen is niet zo gek als het lijkt. In de bossen is schaduw en op de heuveltoppen vang je de zeebries. De fiets werd geparkeerd op de Col di Pedona op 333 m. De klim is van welke kant dan ook 5 km en de keuze is dus de smaak van de dag. Deze keer koos ik voor route langs Barcecchia en Corsicana. Simpelweg vanwege de waterkranen en fonteinen onderweg. De klim verliep gestaag. Het duurvermogen compenseert mijn niet-klim postuur nog steeds uitstekend. Na de fiets aan de paal ging het over een oude Romeinse weg bij Bastionella steil naar beneden naar Piano di Conca. Onder was het bloedwarm en dus besloot ik over een dito soort pad weer snel omhoog te klimmen naar Mommio di Castello. De namen van die gehuchten lichten een tipje van een historische sluier op. Kennelijk was het verdedigen van die plaatsjes geen overbodige luxe.
Boven wachtte twee verrassingen. De ene was een uitstalling van oude Gucci en Indian motoren zomaar voor een woonhuis. Uiteraard kwam de eigenaar bij het zien van de belangstelling naar buiten voor een uitleg in vloeiend Italiaans. De nuances ontgingen mij maar zijn trots zeker niet. De ander verrassing was een tijdelijk openlucht theater dat groter was dan het hele gat. Jammer genoeg waren zij nog niet aan het repeteren voor de uit te voeren opera Tosca zodat ik het met de rekwisieten moest doen.
Het laatste stukje naar de fiets aan de paal was nog even zwoegen maar daarna was het 5 km naar beneden freewheelen. De rest is drinken, drinken en nog eens drinken. De oogst viel tegen met 29,7 km fietsen, 666 m klimmen en 1:17 hardlopen wat tegen. Maar geen klachten, ik was van de straat.
05/08/08
Een tochtje naar Santa Anna vraagt wat moraal. Na ongeveer 10 km vlak trappen wacht een 10 km lange klim van zeeniveau naar 660 m. De gemiddelde stijging zegt niets over de behoorlijk steile stukken die overwonnen moeten worden. Zowel de weg als het einddoel zijn echter de moeite waard. De weg slingert met voortdurend uitzicht op de zee door rustieke dorpjes, wijngaarden, olijfgaarden en bossen. Boven wacht het bergdorp Santa Anna. Het is daar een heel andere wereld. Er stromen beekjes, het is dicht bebost en het is er relatief koel. Het dicht bebost zijn is overigens een understatement. Het is een ondoordringbaar loofboom oerwoud waar je snel je oriëntatie verliest. Sant' Anna is een centro storico resistenza in de vorm van het Veluwse Putten van Italië. Het waarom van General Kesselring om alle bewoners tussen de nul en honderd dood te laten schieten is een vraag die blijft. Dit natuurlijk naast de vraag over de instelling van degenen die de schoten loste. Kennelijk maken oorlogen beesten van mensen of mogelijk zijn mensen gewoon beesten die oorlogen voeren.
Santa Anna is behalve via de weg ook te bereiken via een oude Romeinse weg die op sommige stukken nog volledig intact is, inclusief een juweeltje van een boogbrug over een klein ravijn. Deze weg op of af lopen is vanwege het plaveisel geen feest maar wel een bijzonder ervaring. Je moet inderdaad een klimezels zijn om dit te doen. Na het opfietsen kwam het aflopen over deels bergpadjes en deels de weg. Na veel verdwaaloefeningen weet ik nu gelukkig de weg en wat nog belangrijker de waterkranen. Het omhoog teruglopen ging aanvankelijk goed. Niet oververhit raken en op adem blijven is het devies. Toch kwam ik op 200 m onder de parkeerplaats van mijn fiets de man met de hamer tegen en dan is 2 km klimmen nog lang. Op de fiets 10 km dalen betekent dat je na 100 m zit te rillen van de kou in je bezwete hemdje. De laagvlakte wacht gelukkig als een warm bad en in de strandstoel was het daarna goed rusten want ik was redelijk uitgewoond. Het totaal werd 40 km fietsen, 2:40 hardlopen en 1295 m klimmen.
03/08/08 Monte Pitori
Zondag werden de geneugten van het strand mij rond 14.00 uur te veel. In een strandstoel zitten bij 33°C en geen wind is nu eenmaal geen pretje. Dit maal was het doel Monte Pitori (met de klemtoon op de eerste pi). De iets kortere en minder hoge klim met de fiets werd gecompenseerd door wat langer te lopen. Het naar de klim toe fietsen is enerzijds geen pretje vanwege het verkeer. Anderzijds maken de Italianen van de weg. Dat Viareggio het Maastricht van Italië is, wordt daarbij niet onder stoelen of banken gestoken. Vanaf Monte Pitori traverseert de weg langs de bergkam met een prachtig uitzicht op het Torre del Lago en de zee. Ondanks de hitte liep het lekker weg in de schaduw van de bomen en met een licht briesje uit zee. Het moeilijkste deel was de afdaling over de weg. In elke Italiaan schuilt een auto of motorcoureur. Met ware doodsverachting stuiven zij al afsnijdend door de bochten en voor dat je het weet lig je op een motorkap of op de schoot van een motorrijder. Doorlopend tegengesteld met de bochten zigzaggen is de oplossing met als klein probleem dat de momenten van oversteken goed getimed moeten worden.
Beneden weer naar boven was makkelijker gezegd dan gedaan. Het eerste stuk ligt in de volle zon en dat riep Mergelland Marathon visioenen uit het verleden op. Rustig doorstomen zonder oververhit te raken is de oplossing en die bracht mij met muzikale begeleiding van de krekels toch vlot boven. Kletsnat daarna op de fiets afdalen lijkt een pretje maar na een paar meter is de natte bol temperatuur al op ver beneden de lichaamstemperatuur.
Terug in het hotel stond 25 km op de fietsteller, ruim 2 uur op het loophorloge en waren 516 m in de hoogte overwonnen..
02/08/08 Colli di Pedona
Zaterdag werd, na aankomstin Viareggio, in de middaghitte gelijk maar de fiets gepakt en de Colli di Pedona van ruim 333 m bestormd. De hoogte van deze col lijkt niet indrukwekkend maar met het gemiddelde stijgingspercentage van 5% over 6 km is het toch een gekende kuitenbuiter in de Giro d' Italia. Na de fiets aan een paal verankerd te hebben was de afdaling zoals gewoonlijk weer even zoeken. De oude Romeinse weg ligt zo verborgen dat zelf een oude, hond uitlatende, autochtoon mij stellig verzekerde dat ik terugmoest omdat het doodliep. Dat doodlopen gold echter wel voor de afdaling. Ondanks dat ik tekenen van enig rudimentair onderhoud zag was de weg nog precies zo steil en halsbrekend als in mijn herinnering. De Romeinen maakten namelijk geen omwegen en paarden, ezels en mensen kunnen nu eenmaal steiler klimmer dan onze heilige benzine koe. Daarna werd de 6 kilometer klim te voet nog eens dunnetjes overgedaan. In 1:06 was ik op en neer en met 30 km fietsen erbij was het wel voldoende voor de eerste dag.
01/08/08 Aosta
Voor de derde keer in anderhalve maand werd koers naar Italië gezet en weer was het een voorspoedige en fileloze reis. Het vele autorijden zonder mij al te druk te maken zit nog in het bloed en dan tuf je met hartslag 60/min ontspannen door. Het ging zo vlot dat in het tussenstation Aosta nog tijd voor een toeristisch loopje overbleef. Dat wil zeggen met de camera in de aanslag een beetje rondrennen.
Het toeval wilde dat op de piazza voor het gemeentehuis een tentoonstelling werd gehouden van Valdostân volkskunst en aanpalende zaken. Het kunstig hakken en kerven in hout stak voor mij met kop en schouders boven de schone kunsten het haken, breien en kantklossen van allerlei frutsels uit.
In de categorie aanpalende zaken waren de Terre Neuve Noir honden de absolute publiekstrekkers. Ik versleet ze vanwege hun kop en kwijl voor een een soort zwarte Saint-Bernard honden. Dit temeer omdat hun begeleiders in een soort reddingspakken waren gestoken. Dat bleek bij navraag geheel mis te zijn ondanks het feit dat de soort ook wel Saint-Bernard des mers wordt genoemd. De kolossen zijn uit Canada afkomstige retrievers. Dus toch wel terugvinders.
19/07/08
Zaterdag kon ik eindelijk weer eens aan een reguliere loopweek beginnen. Het hap snap tussen reizen door wat lopen in gruwelijk koud weer is prijzenswaardig maar brengt geen vreugde. Eindelijk was het weer eens wel weer en dat helpt een voetje mee. De draad oppakken betekende gelijk een xxxL+ er tegenaan gooien. Alle theorieën over weer rustig beginnen zijn juist maar de uitzondering moet bewezen kunnen worden. Het werd een rondje Vijlen - Vaals - Vaalserberg - Gemmenich - Teuven - Camerig - Vijlen. Aan het eind was het beste er wel af maar dat mag ook wel. De grote verrassing van de tocht was de ontdekking dat de eerste Nederlandse cementfabriek ooit in Vijlen had gestaan. De latere eigenaar de ENCI had deze gesloten vanwege de vervoersproblemen. Dat wil zeggen dat als de Zinselbeek bevaarbaar was geweest Vijlen nu het laagste in plaats van het hoogste dorp van Nederland zou zijn.
De grootste verrassing was echter de rug. Het ongemak van enkele maanden terug is even plotseling als het weg was weer teruggekomen maar dat verhinderde niet om 3:06 te lopen.
05/07/08
In plaats van in Chamonix was het dus op pad voor de jeugd met onder anderen een afspraak in Rotterdam. Deze was gepland op de Heijplaat. Hier lag ooit de fameuze scheepswerf de "Rotterdamsche Droogdok Maatschappij" die zo jammerlijk in de RSV affaire ten onder ging. Van 1958 tot 1960 zat ik op de Bemetel Bedrijfsschool om opgeleid te worden machinebankwerker.
Mijn vroegtijdigheid gebruikte ik om het terrein op te wandelen om de sfeer van 50 jaar geleden nog eens op te snuiven. Automatisch gingen mijn schreden naar de bedrijfsschool. Tot mijn stomme verbazing stond deze er nog in volle glorie, al was het nog maar voor een paar weken. Nu werd deze bedreven door het Albeda College. De aanwezige leermeesters waren weliswaar een paar jaargangen jonger maar ook zij waren geschoold door de zeer aimabele Piet de Kwant en de strenge doch rechtvaardige Baas de Langen met zijn eeuwige hoedje en sigaar. Natuurlijk kon ik het niet laten om nog eens achter mijn werkbank plaats te nemen. De vijl houding bleek nog van vakmanschap te getuigen.
Na de leerschool werd ik al snel gepromoveerd tot leerling tekenaar. De eerste opstap naar het papiertje van mijn latere technische schooltje in Delft.
Zaterdag
werd het lopen slechts kortstondig opgepakt want de intussen traditionele Vader-Zoon week stond voor de deur. Het besluit was om vanuit Bionaz dagtochten te gaan ondernemen. Het dorp ligt in een zijdal van een zijdal van het Aostadal en biedt vele dagtocht mogelijkheden. Daarnaast is in de Italiaanse berghotels het eenvoudige doch voedzame maal met een slokje wijn niet te versmaden. Hotel Valentino bood dit alles.Het oponthoud verliep dit keer zonder problemen, tenzij de regen na twee dagen zonneschijn als zodanig gezien moet worden. Achteraf lijdt mijn arm wel van een onschuldige struikeling. De punt van een kei raakte een pees en dat blijft lang nazeuren.
De 1° dag
werd bij stralend weer de Col de Mont Gelé opgezocht om de glijpartij van enkele jaren geleden nog eens van de andere kant te kunnen bekijken. Het werd een vlotte tocht met als enige dissonant de ongastvrijheid van de refugio Crête Seche bij een koffiestop. Er moest voor reparatiewerk een helikopter landen en dat was voor de gestreste waard reden om ons via verbaal geweld praktisch te verjagen. Gelukkig vonden wij troost bij een eigen bakkie troost want een brandertje in de rugzak is nooit weg.
Op de 2°
stralende dag werd via refugio Prarayer de refugio Collon belopen. Het was op deze route al net zo druk als gisteren want wij kwamen alweer vier andere stervelingen tegen die alweer Nederlands bleken te spreken.
De 3° dag
oftewel de dag van de stijve spieren werd benut voor een makkelijke wandeling door het dal. Uitgerekend deze omloop werd de moeilijkste van de tocht. In een steil dal is het begrip dal relatief, zeker als het nog eens begint te donderen en te bliksemen. De eenvoudige tocht bleek een steile klim plus dito afdalingen in petto te hebben door bos en langs grashellingen. Op deze laatste soort kan je rustig skiën als ze nat zijn en dus werd het pianissimo lopen. Gelukkig kwam na de regen de zonneschijn en afgezien van een manshoge brandnetel passage bij een alm bouwval was eind goed al goed.
De 4° dag
stond Col de Brison op het programma. Deze kijkt uit op Ollomont en gaf de kans om de onheilsplek O van twee weken geleden nog eens van de overkant te bezien. Na een fikse onweersbui werd het toch nog een zonnige en warme tocht. De col liep in lengte lang maar in de hoogte makkelijk aan en zo waren we zo snel boven dat wij besloten om naar Ollomont af te dalen. Dit mede omdat het dorp pal onder de pas onder hand bereik lag, al was dat 1500 m lager.
De afdaling werd daardoor redelijk taai. Zo taai dat we de smaak te pakken kregen en over de oude weg naar Valpeline zijn door gelopen. Op het terras van het dorpscafé hebben wij met een biertje rustig op de bus terug naar ons dorp gewacht
De 5° dag
was het plensregenen geblazen. Dit was de grondslag van het plan om in het Aostadal het fort van Bard te gaan bezoeken. Iedereen die via Coumayeur of Aosta Italië is binnengevallen kent dit hoog boven het verkeersgedruis uittorende imposante bouwwerk. Het werd een leuk bezoek. Door de lift links te laten liggen krijg je prachtige uitzichten te zien. Het museum was wat populair maar we namen er wat van mee.
Aansluitend werd een supermercado bezocht. Voorbijgaan aan de Italiaanse supermercado is voor Vader & Zoon een doodzonde. De toeristen worden weliswaar naar dure speciaalzaken gelokt maar de in eten en drinken kieskeurige Italianen gaan gewoon naar de supermarkt voor alle lekkers.
Verder kwam er bij Aosta nog een prachtige distilleerderij op ons pad maar die was helaas op zondag dicht.
De terugrit verliep even voorspoedig als de heenrit en zo brachten wij ons jaarlijkse uitje weer tot een goed einde.