27/3/04
Via, via bereikte mij de vileine bewering dat mijn springen van vorige week op een hunebed een fake was. Dit noopte mij deze week tot het maken van een nieuwe opname. Nu één met de complete opname. De Trust camera mag dan klein zijn en een beperkt oplossend vermogen hebben maar er zit wel een (simpele) film modus op. Dus bij deze het bewijs van mijn hunebed hippen. Overigens is hunebedden hippen een officiële Drentse volkssport maar helaas zijn de kampioenschappen niet open. De Hunebedjes Gerrie, Kamal en Harry schijnen hier echter zeer bekwaam in te zijn maar dat hebben zij tot nu toe voor mij goed verborgen weten te houden.
Zaterdag was het weer subliem toen ik om voor negenen met mijn voorstart begon. In de schaduw was alles nog dik berijpt maar in de zon was het door het windstille weer heerlijk. Mijn voorstart was omdat Jo mij had verteld dat de belangstelling vanwege de Parelloop van 5 km ! op zondag beperkt zou zijn en dat hij zelf alleen maar kwam om te zeggen dat hij weer ging.
Na wat gesjouw rond waterval trof ik om tien uur toch nog heel wat lopersvolk aan bij de Nachtegaal. Gelukkig trapte niemand in het voorstel van Jo om richting Maastricht te gaan lopen. Karel had niet voor niets zijn korte broek uit de mottenballen gehaald. Hij moest en zou de zon in op het plateau bij Ulestraten waar ik nu net vandaan kwam. Het werd een aangename tocht rond Waterval met veel gepraat over het starten van de training voor Mont Blanc Marathon, die zou starten als de Maasmarathon gelopen zou zijn, waarvoor de training zou starten na de businessloop van 5 km in Parelloop. Kortom veel woorden en geen daden want tot mijn absolute verbijstering keerde een deel al na 37 min. lopen terug teneinde zich te kunnen sparen voor zondag. Zo liep ik als a.s. VUTTER plots met twee ervaren VUTTERS onder begeleiding van Piet en Claus in het zonnetje verder te banjeren.
Karel moest na een tijdje zijn zonnen bekopen met een zonnesteek. Hij bleef hallucineren over een ouden-van-dagen bankje in de zon en liters wit bier. Op heldere momenten maakte hij zich daarentegen weer terecht zorgen over het verouderen van zijn huid en zijn overgewicht van nog steeds 5 kg. In het Ravensbosch bij Hulsberg werd het hem allemaal plots teveel en stortte hij bleek weggetrokken onder het toeziend oog van Huub de Meedogenloze ter aarde. De terugweg langs de Geul was voor mij nog even doorzetten. Met een uurtje extra in de benen maakt zo'n laatste stuk wel wat uit. Gelukkig was Karel weer zover hersteld dat hij keurig alle klapdeurtjes voor mij open kon houden en zo droeg hij bij aan mijn makkelijk gelopen 3h.02min. Hoezo trainen voor een marathon, gewoon zonder smoezen lopen en doorlopen.
Zondag was de Parelloop in Brunssum, onder andere bestaande uit een business run van 5 km en een hoofdloop over 10 km. Alvorens in beide te mogen te mogen lopen moest ik eerst mijn taken ik als voorzitter van de gelijknamige stichting vervullen. De ontvangst van de genodigden en het welkomstwoord als start van het evenement waren dus voor mij het inlopen. Tot mijn aangename verrassing werd het evenement daarbij door het Olympisch Steunpunt van Limburg benoemd als LIMBURG TOPEVENT. Een benoeming die ik graag heb opgedragen aan de vele vrijwilligers die het eigenlijke werk doen in de organisatie. Helaas zag de fotograaf dit totaal anders en zodoende ga ik nu zelf de wereld in als top event of beter gezegd DSM top event.
Het zal duidelijk zijn dat het nu tussen Jo en mij nooit meer goed komt als hij deze foto ziet. Hoewel hij nu zelfs met een zwarte Sabic outfit uit duizend-en-een-nacht probeert om de aandacht te trekken, heb ik hem er uitgelopen zonder een stap te verzetten.
De 5 km liep gesmeerd in ca 24 min. De echte tijd zal nooit vastgesteld kunnen worden. Ik moest zo snel uit het streepjes pak in het looppak schieten dat het ophalen van de nummering en de chip er bij inschoot. Dat lag overigens niet aan de kleedkamer want waar vind je een allervriendelijkste Burgemeester die zijn kamer als kleedruimte voor je openstelt.
De 10 km was een toegift voor het bruin worden. Het liep niet slecht maar de snee om tempo te maken was er uit. Waarschijnlijk was dat de invloed van Frans. Zonder fototoestel stond hij, in plaats van te pieken als laatste voorbereiding voor de Rotterdam Marathon, te trainen als toeschouwer. Het duiken onder mijn PR van 3 h. 12 min. is nog ver weg voor hem.
20/03/04
Het was met het plotselinge lenteweer van deze week lekker dartelen geblazen in de Emmerdennen.In het weekend mag ik kuitenbijtend hellingen lopen in Limburg maar door de week kan ik op prehistorische graven de springkracht op peil houden. Met het lengen van de dagen komt het lopen in de Drentse bossen weer in het vizier en dat houdt je van de straat.
Bij volle maan waag ik mij 's winters wel eens via de fietspaden in het woud maar dat is toch oppassen geblazen. De bloeddorstige reuzen Ellert en Brammert zijn dan wel verworden tot volksverhalen maar er struint af en toe nog wat vreemd volk rond.
Het lopen tegen het vallen van de avond geeft bijna altijd wild te zien. Eerst sprintte in het open veld een hertenroedel voor mij uit die ik niet in kon halen, daarna struikelde ik zo ongeveer over een bronstige fazanthaan en als klap op de vuurpijl verraste ik op nog geen tien meter afstand twee herten in het bos. Jammer genoeg heeft mijn cameraatje maar een beperkt oplossend vermogen maar de resultaten mogen na wat Photoshop bewerkingen toch best gezien worden. Zo kreeg ik al genietend de loopweek in het Drentse land vol met 8h.40min. rondrennen.De meute ging zaterdag bij wijze van bijzondere training voor een xxxL loop. Dat wil zeggen voor de afstand die Jo en ik normaal elke zaterdag lopen. Toen ik echter bij het wakker worden de regen tegen de ruiten hoorde kletteren werd ik gegrepen door het idee van een rustdag. Het herfstweer stond haaks op het lenteweer van de vorige dagen en dat stimuleerde om het eens anders te doen dan anders en zo gebeurde het
Zondag heb ik in ieder geval weer begrepen dat ik een sukkel ben. "Man, die hond is nog jong en hij spring zonder wat te doen (Dat de herdershond al volgroeid was en zo'n 20 kg op de schaal bracht telde niet mee). Oh, vind je dat niet leuk nou dan ben je een sukkel". Na wat opvoedende woorden om de hond op de kunnen voeden sukkel je dan maar weer door. Dat deze ervaringen positief gebruikt kunnen worden bewijst Simon Vrijmoedt in zijn bundel "Hondenleven"
Het was met af en toe regen en hagelbuien en windkracht 8 ideaal weer voor een xxxL loop, althans met de wind in de rug. Om dat op de terugweg te hebben moet je op de heenweg wel beuken. Het viel allemaal wel mee en als het zonnetje even door kwam dan was het landschap een plaatje. De bloeiende sleedoorn, perziken en abrikozen stofferen samen met het beginnende groen het heuvelland al aardig. Met de eigenlijk uitheemse perziken en abrikozen moet je met de vruchtzetting wat geluk hebben maar de inheemse sleedoorn kan wel een nachtvorstje aan. Ik was gelukkig niet de enige die met de wind worstelde. In de berm van een landweggetje trof ik een merel aan die het kennelijk geen vliegweer vond.
Het werd met het traject Heerlen - Voerendaal - Klimmen - Schin op Geul - Wylre-Eyserheide - Simpelveld - Heerlen een complete ronde van Limburg. Na 3h.05min. was dat gepiept. Tegen het eind realiseerde ik mij dat ik ongeveer op de helft van de Mont Blanc Marathon zat. Een opwekkende gedachte die mij de komende maanden bezig zal houden.
13/3/04 Aan de foto te zien liep de meute in Volendam. In werkelijkheid troffen wij deze señorita muy guapa aan bij onze waterpost "De Thermen" in Valkenburg". Zij bleek afkomstig uit "Santiago de Compostela la ciudad capital de provincia Galicia en España Norte" en was onmiddellijk bereid om met een stelletje zwetende hardloop idioten op de foto te gaan. Het doel van haar aanwezigheid ben ik vergeten te vragen maar als zij de "señorita Aña del queso español" zou zijn dan zou ik als echte Gouwenaar onmiddellijk de Goudse kaas afzweren en zo te zien velen met mij.Jo en Jean mochten dit niet meemaken. Jo kwam 20 km heen en weer lopen om mee te delen dat hij een rustdag had voor de Beechaloop van 10 mijl in Beek. Het is opvallend dat hij tegenwoordig zoveel loopt in dat door Maastricht vergruisde oord maar het zal zijn afkomst uit het Maasdorp welzijn. Jean was kennelijk nog geblesseerd. Verder was de opkomst met Leny nog immer in Barcelona dun maar dat drukte de pret niet.
Eerst werd vernomen dat Edwin op het punt staat om bij een aantal uit de verzendlijst geknikkerd te worden. Daarna werd vanwege hun bezoek aan de huishoudbeurs geconstateerd dat Herbert en Anne zelfs na hun trouwen nog nesteldriften vertonen. Verder ging Karel de uitdaging aan om Anne er van te overtuigen dat zij in Chamonix de marathon gaat lopen. Hij krijgt zijn eigen Agnes niet van het roken af maar het gaat tenslotte om de uitdaging. Intussen werd behoorlijk gebaggerd langs de hellingen van de Geul.
Na de Thermen scheidden onze wegen. Ondanks mijn voorstart vond ik het nog wat vroeg om de auto op te zoeken en bovendien stond deze in Hulsberg in plaats van bij de Nachtegaal geparkeerd. Het werd nog een rondje Steenkolenmijn, Wilhelminatoren, Sprookjesbos, Geulpark, Kasteel Oos en langs de Kluis op de Schelsberg via de Heekerberg weer terug. Een nostalgische route voor degenen die nog de mooie routes rond Hulsberg hebben gelopen. Bij de Kluis heb ik in stijl nog stilgestaan bij de laatste Kruisgang. Het had wel iets om lopend op je laatste benen een laatste rustplaats in de zoeker te krijgen. Na 3h.07min. was de loop volbracht.
Zondag scheen het zonnetje maar het waaide behoorlijk. Tegen de wind in op het plateau van Ubachsberg was het dus behoorlijk stampen. In ruil daarvoor schonk de schoon geblazen lucht prachtige vergezichten. In het westen achter de Maasvallei de steenbergen bij Waterschei in België, in het oosten idem bij Alsdorf en in het zuiden achter de Vijlenerbossen een glimp van de Ardennen.
En dan nog maar te zwijgen over de wolkenluchten. Moeilijk te fotograferen met zo'n mini cameraatje maar mijn kameraadje heeft best zijn best gedaan. Jammer dat de zoeker niet goed zoekt. Het blijft steeds een gok of er opstaat wat de bedoeling was.
Door al dat moois was het lopen een makkie. Het werd totaal 2h.33min. en dat bracht het weekendtotaal op 5h.40min. Ik begin dus langzamerhand over Glons te denken. Le Trail des Chapeliers van 57 km (940 hoogtemeters) rond de Jeker vallei moet eigenlijk wel kunnen. Overigens is deze plaats van oorsprong Vlaams.
6/3/04
Zaterdag besloot ik een voorstart te maken om zodoende het nog wat tegenstribbelende loopwerk wat op te warmen. De lichte sneeuw bij net iets boven het vriespunt werkte daar niet van harte aan mee. Het traject ook niet zo maar dat was eigen schuld dikke bult. Zulk weer en dan de veldwegen rond Waterval opzoeken betekent baggeren tot aan de nek. Toch nam ik hier en daar in de luwte wat lente waar.Toch liep het wel lekker en juist voor tienen trof ik bij de Nachtegaal de groep. Het geloof dat ik er al ruim een uur op had zitten was niet echt aanwezig bij de aanwezigen, evenals de rust om rustig in te lopen. Piet zijn knie was weer gedund dus nam hij als van oudst de kop en die heeft hij ook niet meer afgestaan. Ik was dus gezien maar heb hem eigenlijk niet meer gezien.
Uit de ziekenboeg verhaalde Herbert als ooggetuigen over de zielig in het skigips zittende Jos B. en Karel over de eivormige hielpees van Marc. Het ene zal wel helen want Jos is sterk ondanks dat hij niet schuss kan afdalen. Marc zal denkelijk niet ontkomen aan een ingreep. De berichten over Leny waren prettiger. Naar zeggen was zij afgereisd naar Barcelona om zich in een aangenamer klimaat voor te bereiden op de marathon aldaar.
Het lopen stond in het teken van de halve marathon van Tuddern. Dus liepen Jo en Huub een thuis wedstrijd, dat wil zeggen ze waren gekomen om zich te sparen en wilde zo snel mogelijk thuisgebracht worden. Anne blijft de smaak te pakken houden. Maar nu zij haar hand niet omdraait voor drie uur lopen doet Herbert er alles aan om haar marathon aspiraties in te dammen. Hij is namelijk nog niet toe aan de gedachte om in Chamonix de marathon te lopen. Opvallend was het lopen van "Jan met de hond" zonder zijn hond. Hij leek maar half aanwezig en liep ook halve kracht nu hij niet werd voort getrokken.
Mij ging het wat te snel voor een xxxL loop en dus ging ik na een klein uur mijn eigen weg. Limburg is echter klein en zo gebeurde het dat de meute mij later toch nog op de hielen zat. Nog veel later stuitte ik al lopend in het hellingbos langs de Geul nog op de eveneens afgescheiden Herbert en Anne. Dus baggerden wij nog even gezamenlijk op. Meelopen ging niet meer want het klokje van drie uur lopen tikte naderbij en zij zaten daar nog meer dan een uur onder. Niet met meer pijn en conditioneel in goede staat kwam ik weer bij de auto en dus kon de zaterdag beginnen.
Zondag lagen er in de holle wegen nog wat kleine sneeuwresten maar het weer was met 7 graden en af en toe een zonnetje beduidend aangenamer. Dat gaf aardige combinatie met de pasgeboren lentebodes die weer spoedig als lamsvlees worden opgediend. Het loopwerk reageerde ook gelijk op de warmte en daardoor liepen de benen de kilometers als vanzelf. Tot mijn eigen verrassing werd het ruim twee en een half uur en aan het eind liep het nog steeds lekker.
Thuis gekomen viel mijn oog op de foto Robert Bakkenist, Conserveerder, in het fotoboek "Ons kent ons" van Koot en de Bie. Na 5h.33 min. lopen in het weekend komt deze man mij wel enigszins bekend voor. Even vond ik het zelfs jammer dat ik niet in de 6 uur Ultraloop van Stein was gestart. Dat even duurde maar kort want van het idee om alsmaar rondjes van minder dan drie kilometer te moeten lopen wordt ik op voorhand gestoord.
28/2/04
"Een gevallen man" is in tegenstelling tot "een gevallen vrouw" geen gezegde en zou dus geen betekenis mogen hebben. Deze week kreeg dit het wat mij betreft wel. Nadat de regen dinsdag in het noorden was overgegaan in sneeuw, kreeg ik het 's avond op 10 uur nog op mijn heupen en trok langs het verlicht fietspad lichtjes lopend de lichtende witte wereld van de Emmerdennen in. Het pad is mij meer dan bekend maar in een ogenblik van onachtzaamheid struikelde ik. Met de handschoenen kapot, de handen geschaafd en de knie open lag ik plots tegen de looprichting in op het wegdek. Het enige wat nog bewoog was mijn rode DSM knipperlichtje aan mijn arm. Door het tegenhouden tijdens het vallen scheurde het in de aanhechting van de kop van het dijbeen. Aanvankelijk wilde mijn been mij daardoor niet meer dragen maar later kon ik toch hinkelpinkelend verder lopen. In de "morning after" openbaarde zich een kleine maar mooie bloeduitstorting ter hoogte van de verrekking. Niet meer lopen en zaterdag kijken hoe het zal gaan was dus het verdere devies voor de week.
De wereld was zaterdagochtend wit, de temperatuur even onder het vriespunt en de wind vrijwel stil. Het loopweer dat iedere loper zich dus wenst. De vroege vogels van de meute hadden al een uurtje voorgelopen vanwege hun marathon aspiraties ergens in mei en dat maakt de koude start sowieso lastig. Nu liep het met een wat onwillig been van geen kant. Daar waar Jo het over de groep heeft en dan vrolijk alleen wegsprint is Herbert de bewaker van het sociaal gedrag. Hij ging hier zelfs zo ver in dat hij spontaan mijn val reconstrueerde hetgeen tevens aantoonde dat de troep genadeloos lachend afrekent met zieken, zwakken en gevallenen.
Het wachten op mij ontaarde in een deels hoorbaar koukleumen van de groep bij elke wegkruising. Op basis van het één voor allen onttrok ik mij daarom maar aan het gezamenlijk gebeuren. Intussen was het gescheurde loopwerk gelukkig warm geworden en kwam het wat op toeren. Hierdoor zag de loopwereld er weer een paar kilometers verder uit. Het evenwicht tussen willen en kunnen sloeg echter op basis van overwegingen bij uitzondering uit naar een verstandige. Dus viel het besluit om af te zien van de toch heimelijk voorziene xxxL loop. De lus bleef daarom beperkt tot de groeve 't Rooth, hetgeen zoals uit de foto blijkt toch een gevaarlijk alternatief was.
Echter "forbidden fruit taste better" en zo beklommen wij knerpend door de sneeuw de verstilde groeve. Boven wachtte daar een aangename verrassing doordat het het zogenaamde "groeve wild" was te zien. Dit is een mergelspecifiek roodwild soort dat door de lichtbruine mergelkleur van de hellingen normaal niet onzichtbaar is, zeker als je met een luid pratende groep loopt.
Nu staken de dieren echter prachtig bruin af tegen de blanke sneeuw en kon ik stil dichtbij komen. Dit leverde het soort unieke plaatjes op waarvoor ik mijn mini camera meezeul. Na de groeve werd het verder een ontspannen loop in het zonnetje door het witte landschap. Geen grootste daden dus maar ondanks alles toch lekker gelopen en daar gaat het om.
Zondag was het been niet minder maar ook en niet meer pijnlijk. De gok is dan doorlopen en het er uit lopen of toch op de krent blijven zitten. Het weer was echter aangenaam. De zon scheen weliswaar niet echt overtuigend door de wat plukerige mistwolken maar met een temperatuur even boven nul was het aantrekkelijk loopweer. Dus tijd voor een inhaalslag. Buiten de bebouwing lag op het plateau meer sneeuw dan gedacht en deze was, doordat er nauwelijks sprake was van dooi, lekker knerpend gebleven. De holle wegen (grubbes) naar het plateau waren echter een natte bende. Niet zo gek want het zijn eigenlijk waterlopen.
Het werden een heerlijke winterloop van 2 h. 36 min. als revanche op zaterdag. Langlaufen in de Ardennen was hiervoor natuurlijk een alternatief geweest maar daar wordt je overlopen bij de eerste sneeuwvlokken. T.z.t horen we dit nog wel van C'rie die, naar zeggen, daar op de latten zijn moraal aan het zoeken was.
Op de terugweg passeerde ik nog de vijver naast de bron van de Geleenbeek, het water waarin stroomafwaarts recentelijk een drietal Hells Angels werden gedumpt. De schoonheid van zijn brongebied staat daarmee in schril contrast.
21/2/04
Vrijdag had ik mij op de zaterdagtraining voorbereid op het Sportcentrum Papendal. Dat is voor het goede begrip gewoon een Hotel - Restaurant met Vergaderruimtes want de sport van het centrum heeft natuurlijk sponsoring nodig. De uitstraling van het geheel is echter zeer sportief en dat begint al met een aantal wel gevormde en goed gebronsde hardloopsters op het gazon bij de ingang. Het even opduwen van de koploopster gaf mij de bevlogenheid voor de zaterdagtraining, voorzover dat nog nodig was na een weekje rust nemen. De rust was nodig want achter elkaar de Tauernloipe en de Midwintermarathon bleven hinderlijk stijf en pijnlijk in de spieren zitten. Volgens Herbert moet ik de domheid van overbelasting zien als een persoonlijk leermoment voor mijn verdere toekomst als loper.
Carnaval had een aantal verloren schapen weer naar de kudde geleid. Ruud was uit Zwitserland de Rijn af komen zakken, Yuri had loopruimte gevonden voor een stil moment tussen twee carnavalszittingen door en Edwin kwam uittesten of zijn verf - trainingspak ook bruikbaar was als carnavalspak. Afgemeten aan de verfvlekken is het in ieder geval een duur pak. De voorjaarsmoeheid was er bij Edwin nog uit maar over het hoe en waarom kon hij niet praten. Hij verwachtte wel dat bij het verder ontluiken van de natuur zijn moraal ook weer zou ontwaken.
Jo joeg ons al direct na de start omhoog in de richting Maastricht. Voor het warmlopen hielp dat en dat was ook wel nodig. Net even boven nul en een snerpende wind maakte het niet aangenaam. Daarna kregen wij gratis voetmassage via het crossen over de bevroren paden rond Bemelen. Intussen werd werd het wel en wee van iedereen en alles door de kudde doorgenomen. Ruud bleek na een periode van nietsdoen in topvorm te zijn maar wilde die pas op de lange termijn in de Maasmarathon gaan verzilveren, Yuri gaat voor Rotterdam maar voelde zich verlaten omdat de kudde de Maas meer stroomopwaarts wil oversteken. Hij ziet de heuveltraining dan ook als een voorbereiding op de beklimming van de Zwaan. De Hooijkaasjes gaan geheel voor de Mont Blanc Marathon en Jo gaat zoals gewoonlijk voor alles.
Bij Klein Welsden kwam de eerste afsplitsing. Yuri beweerde samen met zijn kater met de trein naar Groningen te moeten en anderen zoals Karel en Frans ontdekten ineens dat zij de afgelopen week te veel hadden getraind. De stelling van dezelfde Karel dat een training pas echt begint na 2 h. vindt zodoende nog minder geloof, ondanks dat Jo elke wedstrijd het bewijs weer levert. Na de drankpost bij Boomkwekerij Frijns in Groot Welsden haakte deze Limburgse eik echter ook af. Na een schijnbeweging om te proberen de koers te verleggen kwam hij met het excuus dat verder lopen hem niet uitkwam. Vermoeidheid schijnt hem vreemd te zijn of verbergt hij toch een zwakte.
Het waren toch de onvervalste Hollandse polderjongens annex kaaskoppen (Herbert en ik) en de Limburgse meidjes (in dit geval Anne alleen) die het moesten maken. Met het traject Klein Welsden - Scheulder - Gerendal - St Jansbos - Sprookjesbos - Valkenburg en langs de Geul terug naar Meerssen werd er uiteindelijk ongeveer één uur en driekwartier aan vast geknoopt. Het stuk naar Scheulder was beuken tegen de ijskoude wind in maar ter compensatie werden we daar met carnaval ingehaald.
Eenmaal in het Gerendal bleek het lente te zijn geworden. De orchideeënwei was gestoffeerd met huppelende lammetjes, een aanblik waar je hoe dan ook even bij stil blijft staan. Jammer dat onze schapensherder Raymond vroegtijdig was teruggekeerd vanwege zijn lammetjes. Nu bleven wij jammerlijk verstoken van de fokdetails. Om verder beschut te kunnen lopen werd naar Valkenburg toe gehiphopt door in de hellingbossen driemaal het plateau nemen. Valkenburg was helemaal klaar voor het carnaval maar was er nog niet voor uitgeslapen. In alle rust ging het dus verder langs de Geul. Een mooi stuk maar altijd wat taai tegen het eind van een lange loop. Gelukkig ontpopte Herbert zich als portier van alle klaphekjes zodat wij ongehinderd door konden lopen. De constatering dat Anne klaar is voor de marathon is een understatement. Aan het eind plaatste zij nog een spijtende demarrage om nog net binnen de 2 h. 45 min. binnen te kunnen komen. Zelf kwam ik doordat ik wat eerder was gestart op 2 h. 55 min. uit en dat was niet gek gelopen zei de loopgek. De opbrengst van de duurloop bleek toch weer enige verstijving maar nu gelukkig traceerbaar. De aanhechtingen van de hamstrings bleken de boosdoeners te zijn. Gelukkig is dat eenvoudig met de eigen duimen te bestrijden en dat hielp snel.
Op carnavalszondag door het Limburgse heuvelland lopen is een waar genot. Uit de dalen stijgt vrolijke muziek op en buiten de bewoonde wereld is het uitgestorven. Het enige aandachtspunt zijn de gemotoriseerde carnavalsgangers die zich zonder BOB's van A naar B begeven. Verder kruist in één of ander dorp hoe dan ook een carnavalsoptocht je pad en dat maakt het genieten compleet. Je ziet dan het echte Limburgse carnaval dat ver af staat van het behijsen en de onderbroekenlol die radio en televisie ons ten gerieve van de platenbazen ons voorschotelen. Jammer genoeg wordt deze foute versie de laatste jaren in toenemende mate in het land uitgezaaid. Zelfs Uithuizermedum in de kop van Groningen viert carnaval met zo'n afgietsel.
Ik stootte in Simpelveld op de optocht van "Kruuts en Kweer" dat zoiets betekend als "Alles door elkaar haspelen". Het was een voorbeeld van een lokaal gebeuren. Wagens, groepen en einzelgängers ondersteund door de plaatselijke harmonieën. Een keur van creatieve huisvlijt waar soms maanden werk in is gestokenEen niet te onderschatten gebeuren want de ene helft van de ca 10.000 bewoners staat langs de kant om de andere helft voorbij te zien komen en dat duurt enkele uren. Zolang stilstaan kon ik niet maar het lukte om zonder te bevriezen wat foto's te maken. Het werd totaal een loopje van 2 h. 05 min dat resulteerde in een loopweekend van 5 h. netto precies.
14/2/04
De looproedel was enkele weken wat incompleet door wedstrijdsport en wintersport gebeuren. Dit en het in de lucht hangende voorjaar maakte de training wat onrustig. Eerst al dat snuffelen om elkaar weer te herkennen en weer te weten hoe de loopverhoudingen liggen en dan het onstuimige lopen met steeds andere jonge honden op kop maakte het geheel nogal dynamisch.Vooraf aan verdere ontboezemingen moet ik echter eerst Huub Rokx genoegdoening geven. Sjogger Jo heeft mij naar achteraf blijkt vals valselijk geïnformeerd omtrent een wandelen van Huub R. tijdens de Midwintermarathon van vorige week. Naar nu blijkt heeft niet Huub maar hij en Opa Rob er deels een wandeltocht van gemaakt. Hoewel ik Opa natuurlijk dispensatie geef moet toch geconstateerd worden dat eigenlijk alleen Huub en ik echt een marathon hebben gelopen.Eigenlijk had ik het door de foto kunnen weten. Zelden zag ik iemand zo fris finishen.
Het voorjaar was zodanig in de bol geslagen dat besloten werd tot de Zeven Heuvelenloop in het Bunderbos. Daarvoor moet eerst de Geul afgezakt worden want dit houtwerk vormt onder Maastricht de boorden van de Maas. Met het klimwerk barstte tegelijk het denken aan de Mont Blanc Marathon los. Ook Oda, Herbert en Anne beginnen nu last van kriebels te krijgen. In ieder geval raakte Anne zodanig geïnspireerd dat zij prompt bevangen werd door LD (langdurig dieselen). Herbert heeft dit ook maar dan staat het voor langdurig doorpraten. Kortom het was weer adembenemend en oorverdovend gezellig.
Na het uitleven in het Bunderbos werd op de terugweg het bos boven Meerssen bezocht. Hier raakte de groep uiteen omdat Piet, naar achteraf bleek, tijdproblemen had. Zo kwam het dat Karel, Herbert en Anne gewillig deelden in mijn extra lusje over Raar. Na Apeldoorn had ik echter niet echt de fut voor een drie uur loopje dus kwamen zij er met 2 h. 15 min. genadig af. Omgekeerd bofte ik met hun aangenaam gezelschap. De lijnende Karel liep namelijk op de gedachte van een Palmpje na afloop. Op de één of andere manier wettigde hij dit aan uitspraken van de Oda en Anne maar het waarheidsgehalte daarvan bleef twijfelachtig. Hij zocht zodoende steun door ons te betrekken met een uitnodiging voor een nazit. Zo eindigden wij met plezier in de Nachtegaal voor één? Palmpje voor Karel en een paar bakjes leut voor de anderen.
Tijdens het napraten vertelden Oda en Leny dat Piet zwaar gevallen was op de terugweg. Hopelijk zonder gevolgen want hij was net op de weg terug en sprong weer als vanouds over hekken en heggen. De ziekenboeg is overigens in positieve en negatieve zin in beweging. Martin was weer op de been maar maakt met een nieuwe blessure een rampjaar door van opeenvolgende kwetsuren. Janine is van alle ongemakken verlost maar nu worstelt haar Vlaamse Reus Marc met zijn achillespees. Oda loopt weer blijmoedig rond de twee uur en Jos B. loopt na lang tobben weer herstellend op het zachte Hollandse veengras rond Delft.
7/2/04
Zaterdag bleek dat de combinatie in één week tijd van 50 km Langlauf en de Midwintermarathon een heel onverstandige aanpak te zijn geweest. Ik dacht dat met name de hamstrings al wat tot bedaren waren gekomen maar na de start rukten zij onverbiddelijk en pijnlijk aan de kont en knie aanhechtingen. Maar wat doe je als jong en enthousiast loper? Juist ja!, gewoon doorlopen. De weersomstandigheden waren ideaal voor een overlevingstocht. Stormachtige wind, kletterende regen en waterkou stonden garant voor enig zwoegen. Eenmaal op weg valt dat dan altijd wel weer mee, zeker voorzover het parcours door de bossen liep. Hoog Soeren is het codewoord voor de Midwintermarathon van Apeldoorn en dat betekent tweemaal ca 70 m klimmen afgezien van de glooiingen tussendoor. Al met al een schitterende loop in de buitenlucht over de Veluwe met om de 5 km nog een kopje thee. Wat wil een mens nog meer op een zaterdagmiddag.
Ik had meer gewild dat het na een tijdje zou gaan lopen. Maar bij de doorkomst op 28 km was en bleef het knudde dus riep het verstand: "Stoppen idioot". Gelukkig is doen wat gezegd wordt niet echt mijn sterkste kant dus de laatste 14 km konden er volgens het gevoel nog wel bij. Op 35 km kwam de wonderbaarlijke wederopstanding en daar waar anderen het wandelen moesten gaan praktiseren begon ik, beschenen door het inmiddels verschenen zonnetje, verlaat op stoom te komen. De laatste kilometer gingen dus naar verhouding goed en zo kwam ik naar de foto gemeten nog redelijk fris en met iets minder pijn over de streep.
Op de terugweg was het rustig en dat was maar goed ook. De cruisecontrol en de automaat stelden mij in staat om met rekken en strekken het loopwerk voor krampen te behoeden. Het enige wat bleef was de bekende enorme dorst na afloop. Ik heb die niet in het bijzijn van Jo (lees op zijn website maar wat die ouwe gek weer paraat gemaakt heeft), Huub (goed gedaan maar nooit meer wandelen) en Opa Rob (gefeliciteerd met je 25 jarig marathonlopen jubileum) meer gelest. Zoals normaal waren de extremiteiten weer bloedeloos van de kou en dan is de enige remedie direct gaan rijden met de airco op high.
Zondag heb ik conform de voorschriften van Jo uitgelopen in regen, hagel, natte sneeuw en vooral veel blubber. Jo heeft gelijk, uitlopen helpt al liep het heel voorzichtig. Al met al kwam het weekend totaal op 5 h. 58 min. en dat is toch niet zo gek. Nou ja niet gek, op de laatste kilometers van de marathon toeterde een automobilist enthousiast naar mij. Tot mijn grote verbazing wees hij naar zijn voorhoofd in plaats van een bemoedigend gebaar te plaatsen. Waarschijnlijk had hij gedronken immers het gezegde luidt: "Kleine kinderen en dronken mensen spreken de waarheid".
24/1/04
Na een week van 8 h. 24 min. lopen was ik op één week na klaar met de voorbereiding voor de Midwinter Marathon en ook moe genoeg in de benen om zaterdag in alle rust naar dit keer Flachau in Oostenrijk te rijden. Buiten het seizoen en op zaterdag betekent meestal een voorspoedige reis met nog tijd voor een toetje in de vorm van een oriënterend rondje in het dorp. Bij München veranderde de voorspoed in tegenspoed door een gigantische file omdat vanwege een ongeval de weg gedeeltelijk afgesloten was. Uiteindelijk viel het nog mee maar toch was het te laat en met – 10°C te koud om nog iets sportiefs te ondernemen.
Zondag 25/1/04 sneeuwde het matig maar na de gebruikelijke liftpassen sessie kon het toch beginnen. Gesteund door mijn kinderen mocht ik mij gelijk van de Wereldcupafdaling storten hetgeen mij zonder stürtzen lukte. Jammer genoeg is mijn skimotoriek wat te laat ontwikkeld om dat met een nonchalante uitstraling te doen maar het gaat tenslotte om het resultaat en dat is voor mij heel beneden komen zonder in de koude sneeuw te hoeven rollen.
Voor het eerst sinds vele jaren was een oord uitgekozen met Langlaufen als een optie die door de vele sneeuw van de afgelopen tijd ook te verzilveren was. Tien jaar geleden had ik vanuit Waigrein hier in de buurt voor het laatst een langlaufprestatie neergezet door de 50 km lange Tauernloipe te volbrengen. De combinatie van de optie en de herinneringen deden mij besluiten om mijn skating vaardigheden wat op te poetsen en vastberaden gaf ik mij op voor Unterricht.
Verder duldt de op één laatste week voor een marathon geen luiheid. In de sneeuw en door de sneeuw is het bij windstil weer en –4°C heerlijk lopen. De Alm die ik had uitgekozen bleek 1,5 h. ver en 300 m omhoog te liggen zodat ik met een ommetje op de terugweg op 2 h. 58 min. uitkwam.
Een heerlijk tochtje door een winterlandschap uit de boekjes en zonder een kip op het pad is spekkie voor mijn bekkie. De laatste loodjes werden wel wat zwaar door het vallen van de avond en het kouder worden door het opentrekken van de lucht. De rest is douchen, eten en een glaasje drinken.
Maandag 26/1/04 begon met vallen en opstaan en dat is zo gebleven. ´s Morgens lag ik door een ijsplaat onder de sneeuw al voor het hotel op het trottoir te rollenbollen en tijdens de skating les ging dat bij herhaling in de sneeuw zo door. Bij het Alpine skiën bleef ik weliswaar nipt op de been maar bij het hardlopen was ik weer een gevallen man. Deze inleiding wijst behalve op een gebrekkig evenwichtsgevoel ook op een sportief welbestede dag en dat was zo met de zon en sneeuw als aankleding. De blauwe plekken ter hoogte van het zitvlak gaven dat nog extra kleur.De skating leraar “Der Wolfgang” bleek een sympathieke midden dertiger en was van beroep berggids/expeditie organisator. Hij kwam juist terug van ijsklimmen in de Dolomieten en later bleek dat hij een paar achtduizenders in de Himalaya met onder andere de Ama Dablan en de Cho Oyu op zijn naam had staan. Skaten op skietjes kon hij echter ook heel goed en bovendien had hij het geduld om les te geven aan een hardleerse Hollander. Zoals met alles is ook skaten een natuurlijke beweging maar als schaatsen met lange latten niet in je natuur zit dan is dat peentjes zweten. Lichaam in balans, de knieën goed, stokken bij het lichaam, gewicht overzetten, kanten bij het afzetten, maar liefst 6 schaatspasvariaties en nog veel meer was de maaltijd die hij opdiende. Aan het eind van de les ging het opmerkelijk beter maar het wordt nog veel oefenen om dit soort sporen ook duurzaam te kunnen trekken.
Daarna ging het de berg op om er weer af te gaan op een ander soort latten. Minder inspannend dan langlaufen als je de bovenbenen niet meetelt. Deze waren door het skaten al aangesproken maar door het skiën gingen zij figuurlijk bergafwaarts. Tegen drieën verdween de zon en werd het koud dus einde oefening, Latten af en schoentje aan om het weer warm te krijgen. De onderdanen perste er nog een loopje uit van 1 h. 05 min. door de sneeuw langs het langlaufparcours. Daarna was de pijp leeg voor de maandag. Waarom ik steeds “Monday, Monday” van “the Mama's and the Papa's” in het hoofd had weet ik niet. Verder heb ik er ook geen weet van maar dat komt omdat ik na het eten letterlijk en figuurlijk omviel als een blok.
Dinsdag 27/1/04
was alles, behalve de loopspieren, zo stijf als een plank. Het was dat mijn kinderen naar een verder oord wilde en liever de auto namen dan de frequent rijdende skibus anders was ik op mijn krent blijven zitten. Op de latten ging het echter over zodat ik door en over de sneeuw wonderwel met minder moeite en met meer stijl naar beneden ging. Rustiger staan en goed met de heupen wiegen is het geheim dat elk jaar weer opnieuw ontdekt moet worden. Dat ik op dansles altijd de cha – cha – cha van de heupwiegende dansleraar ontvluchtte door mij achter de bar te verschuilen geeft aan dat heupbewegingen bij mij niet vanzelf komen. Na het op en af was het latje links en rechts aan de buurt met skaten. Met alle wijze raad nog in mijn hoofd ging ik ijverig aan de slag en dat lukte nog aardig ook. Een keer vallen en opstaan kan er mee door maar dan wel zonder een bidon met perzikensap op de rug warm onder het jasje.
Door de val sprong het deksel van de bidon en zo liep een gelige vloeistof via mijn kruis op de sneeuw. De wandelaars langs de loipe stonden niet alleen versteld van een wat oudere incontinente man. De verbazing dat het wateren gepaard ging met een aangename perzikengeur staat waarschijnlijk nu nog op hun gezicht te lezen.
In het hotel kwam ik later tot de ontdekking dat ik het deksel van mijn bidon verloren had. Zodoende was ik gedwongen om de loopschoentjes nog eens aan te doen. Het vinden kostte alles bij elkaar een uurtje lopen maar dat ging met spieren die ik toch al niet voelde. De rest van de spieren is op een pijnlijke manier aanwezig gebleven maar dat begint te wennen. Intussen is het de hele dag zachtjes maar gestaag blijven sneeuwen. Het blijft dus nog even sneeuwpret.
Woensdag 28/1/04 bleek dat Vrouw Holle ´s nachts de bedden weer eens goed had opgeschut met als resultaat 15 cm verse sneeuw. Niets moet en alles mag in de vakantie dus dan is de auto uitgraven een waar genoegen. Daarna weer richting Flachauwinkel. Rustige pistes met de mogelijkheid om over te steken naar Zauchensee. Evenals gisteren liep het prima ondanks de nog niet geprepareerde pistes en het aanmerkelijk koudere weer. Rond 14.00 h was het laatste de oorzaak van de terugkeer want mijn dochter haar tenen begonnen wel erg gevoelloos te worden bij zo'n –10°C.Beneden was de temperatuur beter en zo besloten vader en dochter tot een verwarmende familiaire langlauftour. Op zich een avontuur omdat zij dat sinds ongeveer 10 jaar niet meer had gepraktiseerd. Eerlijkheidhalve moet ik wel zeggen dat zij dit al op haar vijfde technisch perfect onder de knie had en in de latere jaren met de Oostenrijkse jeugd mee rende. Dat was de oorzaak dat d´r Pap ondanks zijn redelijke conditie behoorlijk moest trekken om haar bij de benen. Mijn excuses zijn natuurlijk het leeftijdverschil van ruim 35 jaar en het feit dat ze in het sporten net zo´n diesel is als ik. Het werd een aangenaam rondje hijgen van 1,5 uur bij wijze van de rustdag voor het hardlopen.
De plannen van morgen hangen van het weer af. De temperatuur is naar beneden gekelderd en er wordt weer sneeuw verwacht. Als het weer vrijdag verbeterd dan is de Tauernloipe van 50 km een optie en anders vermaken we ons maar met een duurloop. Het Alpine gebeuren blijft voor de opvulling.
Donderdag 29/1/04 was de verwachte sneeuw niet gekomen en de zon scheen uitbundig. Van achter het (venster)glas zou je niet zeggen dat het –16°C was. Gelukkig was het een Alpine en Langlauf rustdag. De ochtend kwam dus uit op koffie met Apfelstrudel en het wat beschouwelijk rondwandelen in het warme donsjack met het fototoestel in de aanslag voor de plaatjes.
Na een korte telecon vanwege dringend werk gingen de schoentjes aan. Het was behoorlijk koud dus echt weer om bergop te zwoegen. Bij de Sattelbauer die naar te verwachten was ook boven op een zadel huisde ging het weer het dal in om daar naast het Langlauf spoor cross country te lopen. Het werd, terwijl het intussen weer was gaan sneeuwen, al met al een loopje van 2 h. 01 min. Het feit dat ik met dooie vingers van de kou binnen kwam zal Jo wel aansporen tot opmerkingen over te weinig inzet.
Vrijdag 30/1/04 was er geen enkel excuus te vinden om de 50 km lange Tauernloipe niet te gaan lopen. De zon scheen, de loipen waren vers gespoord en de temperatuur bij zonsopgang was nog duidelijk onder de –10°C. Omdat ik het skaten letterlijk en figuurlijk nog niet goed onder de knie had en het waxen bij verse droge en zeer koude sneeuw zelfs voor deskundigen een onvoorspelbaar avontuur is, ging ik voor no wax ski's in de Nordische stijl. Verder moest ik, omdat één van mijn stokken van zijn rokje ontdaan was, het doen met skating stokken. Deze zijn beduidend langer maar volgens de laatste theorieën zelfs beter.
Na een uurtje kwam de zon in het dal en liep het bijna als een zonnetje. Het bijna zit hem in de sneeuwsoort. Bij lage temperaturen gedragen de kristallen zich bijna als zand. Dat is bij het klimmen makkelijk maar bij het afdalen lopen de ski's niet echt.
De eerste 25 km liepen goed maar toen stak de wind op en werd het behoorlijk koud. Gelukkig zaten extra handschoenen en een fleece in de rugzak en dat hielp. De koffie en de goulash soep hielpen ook maar bij 30 km werd het zwaar. Een kilometers lange klim en een zonnetje dat als maar lager ging staan hielp niet echt.
Het laatste deel van 15 km werd een redelijke marteling. Koud met dooie vingers in de handschoenen en dooie tenen in de voetschoenen. De benen liepen nog wel goed maar de het stokkenwerk waar de helft van de kracht uit moet komen was met de temperatuur meegedaald. Lopers hebben wel conditie en goed getrainde benen maar onder ontwikkelde schouderspieren. Het laatste stuk ging in het donker, de neusharen begonnen vast te vriezen en de extremiteiten waren ongeveer geheel afgestorven. Het enige positieve was de ervaring in het afzien en dat bracht mij na 52 km (nog stom verkeerd gelopen) aan de finish.
Het hete bad bracht weer leven in de extremiteiten maar dat deed behoorlijk pijn. Een liter Almdudler in bad en een liter witbier aan tafel bij het eten brachten weer balans in het lichaamsvocht, Verder dus geen gezeur over afzien, ik ben wel klaar voor de Midwintermarathon, zelfs als het koud zou zijn.
17/1/04
De week werd vrijdag afgesloten met 8h.12 min.lopen en 2000 km rijden. Een uitgelezen startpunt voor een ontspannen zaterdagmorgen training. Met 5ºC was het niet al te warm maar de wind was gelukkig iets gaan liggen en het regende eens niet. Dat was woensdagmorgen in Papendal wel andere koek. Ik had daar de nacht doorgebracht omdat dit sportcomplex met hotelaccommodatie dat halverwege Heerlen en Emmen ligt nog al eens wordt gebruikt voor vergaderingen. Pijpenstelen regende het maar de optie Midwinter Marathon vraagt wat afzien. Het werd een rondje Veluwezoom - Papendal- Arnhem -Oosterbeek - Wolfheze - Papendal van bijna twee uur.
Gelukkig had ik sportieve zin want de avond daarvoor had het NOC*NSF de Athene-gangers nog gezellig een sportief VW automobieltje aangeboden en dat doet de medewerker van een medesponsor plezier. Bovendien was ik gesterkt door door de woorden van mijn voormalige Scheveningse buurvrouw Erica.
Na de Veluwezoom was de Hondsrug verder in de week nog maar een kleine verhoging in het landschap. Langs de verlichte fietspaden van de Emmerdennen is het echter veilig rennen. Het is vanwege de omhoog groeiende boomwortels ook een mooi traject om het beenheffen onder de knie te krijgen.
Terug naar zaterdag. Ik had een mini digitaal fototoestel op proef, dat ik lopend wilde uit proberen. De herrijzenis voor de Nachtegaal van Frans, Piet, Jos V. en Jan met de hond, maar nu even zonder, was dus een geschenk om vast te leggen. Daarna was het gelijk mis want lang afwezig geweest zijn betekent zeker bij Piet een pikstart en zo bungelde ik binnen de kortste keren met fototoestel en al achteraan. Overigens was de groep niet al te groot omdat o.l.v. Jo weer uitgerust moest worden voor een loopje rond de kerk van Posterholt.
Het werd dapper ploeteren langs de boorden van de Geul en het aanpalende hellingbos. Gelukkig werd het ophalen van de laatste goed gepraktiseerd. Alleen Jan met/zonder hond had daar wat moeite mee. Hij is immers zo gewend om boven bij een boom stil te moeten staan. Mogelijk was hij ook echt moe bij gemis van zijn trekhond. Intussen werd, vooral bergafwaarts, veel bijgepraat. Vooral over de deelname aan de Mont Blanc Marathon. De jeugd denkt echter over in plaats van willen doen en daar krijg je maar hoofdpijn van.
De drinkplaats in de Thermen leverde voldoende smeer op voor de schor geprate kelen. Het prehistorische water vloeit daar rijkelijk maar soms komt de boze gedachte bij mij op dat het toch gemeente pils is. Daarna was bij de herezenen de fut er uit en mocht ik uiteindelijk na 1,5 h. mijn voettocht alleen voortzetten. Ik besloot, vanwege de wind op het plateau, in de beschutting van het dal en de hellingbossen, de Geul tot Oud Valkenburg te blijven zoeken. Dit leverde een paar mooie plaatjes op van de klaterende Geul in Valkenburg en het statige Kasteel Schaloen bij Oud Valkenburg. Daar hoorde ik van het ongenoegen tussen de Kasteelvrouwe en de Uitbater van het Poorthuis. Over schone schijn gesproken.
Hierna ging het op en af, met schitterende uitzichten, via het Sint Jansbos, Biesbos, Sprookjesbos, Wilhelminatoren en Vogelbos weer terug naar Valkenburg. Daar bedacht ik om de Cauberg maar voor de 2e keer mee te nemen. De grubbe aan de achterkant daarvan is ook de moeite waard en eigenlijk wat venijniger dan de geasfalteerde weg aan de voorkant.
Om de gehele toeristische toer af te maken ben ik deze maar langs het gebaande pad afgedaald om in het centrum weer de Geul op te zoeken.Met fototoestel kijk je met wat oplettender ogen naar de omgeving en zo zag viel mij op dat ik in Valkenburg vijanden heb. Waaraan ik dat verdien weet ik niet maar men zet het toch maar op de gevel.Langs de brouwerij van de Leeuw zag ik daarvan het betrekkelijke. In de prachtige muurschildering op de brouwerij heb ik tijdelijkheid van het heden ingeplakt.
Terug langs de Geul naar de Nachtegaal was het vooral een kwestie van doordrentelen. Alleen de maretakken met Kasteel Gerlach op de achtergrond hielden mij nog even op. Het werd uiteindelijk, na aftrek voor de foto escapades, exact 3 h. netto. Dit wel met de aantekening dat ik daarvoor nog een zogenaamd Anne-rondje van maar liefst 30 sec. over de parkeerplaats heb moeten inlassen. Hoezo dwangmatig schema's volgen. Twee weken geleden zakte ik na afloop nog bijna door mijn beide steunpilaren. Nu voelde ik mij zo fit als een haantje. Nog even twee weekjes doorzetten en de midwinter gloort. De laatste loopweek speelt zich passend af in de sneeuw van Oostenrijkse Alpen.
Zondag was het maar nauwelijks boven nul. De luchten deden zelfs wat winters aan en het extra kledinglaagje ook. Het werd een mooie tocht zuidwaarts met, vanwege het heldere weer, uitzicht op de uitlopers van de Ardennen in de gedaante van de Voerstreek. De invulling was een wonderbaarlijk goed lopend rondje Baneheide van 2h.16min.
Met het verschijnen van het avondrood in de lucht werd het steeds kouder. Eigen schuld, dikke bult, vanwege een doorbraak in het zoeken naar het voorgeslacht van mijn beide Oma's was ik wat blijven talmen. Het hele gezoek blijft overigens maar om Gouda heen cirkelen met zelfs een uitschieter richting Schoonhoven en dat zal Herbert deugd doen (of niet).
10/1/04
"Hebben ze je alleen gelaten Simon" hoorde ik plots roepen toen ik zaterdag na een voettocht van 3 h.04 min. weer bij de "Nachtegaal" terugkeerde. Het bleek Karel te zijn die met zijn Agnes kennelijk aan de koffie was geweest. Hoewel...,op historische basis verdenk ik Karel van Palmpje als toetje. In ieder geval bleek dat Karel zijn loopwerk nog altijd kraakt maar het hem er niet van weerhoudt om op zachte ondergrond nog twee uurtjes vol te maken. Na dit geweeklaag en tandengeknars vertelde hij doodleuk dat hij in Chamonix de marathon ging lopen. De verzwaring van een extra hobbeltje naar 2000 m. trok hem wel aan. Dat Jo, Oda, Peter en ik ons ook aan dat avontuur zouden wagen was natuurlijk vanzelfsprekend voor hem. Intussen trekt Raymond zich wat terug door te zeggen dat hij eigenlijk de cross wilde lopen.
Het treffen van Karel en Agnes was een geluk want nu had ik eindelijk getuigen van mijn netto looptijd. Het hoe van het zo eenzaam en alleen terugkeren is een ander verhaal. Dat begint zoals gewoonlijk bij Jo. Sinds enige tijd loopt hij vanwege het stijgen van de jaren geen twee wedstrijden meer in het weekend, zelfs al betreft dat zondag een rondje rond de kerk van Beek over 10 km. Natuurlijk camoufleert hij dat met een Schoonbroodt story.
Nu toverde hij een bijeenkomst met de Belgische Lions uit zijn loopschoenen. Die willen de Mont ventoux op gaan lopen. Nu ken ik wel de Vlaamse en Waalse Leeuw maar van Belgische bergleeuwen heb ik geen weet. Mogelijk kan Marc hierover nader kan berichten. Hoe het ook zij, we zullen op enig moment de Mont Ventoux wel op moeten.
De afwezigheid van Jo bracht rust. Er werd zonder de zweep erover ingelopen en dat was goed voor het spraakwater. Aan de orde kwamen de symbiose van de maretak, de schandpaal als middel voor draaideur criminelen, het scheepsrecht als voorbeeld voor piloten in het geval van vliegtuigpolitie, het organiseren van een ultra loop van de Voelwammes waar de Geul in de Maas uitmondt naar de bron van de Geul, waarom Crie absent was, stegelkens (Limburgs voor een smal voetpad door de bossen en beemden,de stroming in de Geul en dergelijken.Zo geraakten wij al neuzelend in het Bunderbos waar wij gemakshalve eerst maar beneden bleven om het adembenemende klimmen wat uit te stellen. Het feit dat wij ter hoogte van Rothem zowaar een nieuw traject langs de Geul hadden gevonden inspireerde Anne voor een onvermoede doorsteek bij Kazen en stootte Herbert in familieverband van de troon als enig specialist in kaartlezen. Terug in Bunde vond de eerste scheuring plaats. Leny, Raymond en Peter H. gingen voor 1,5 h. en dus terug en de anderen gingen met wantrouwen jegens mij over langer dan 2 h. met mij verder. Dat werd nog een aardige cross door het bos van de Biesenberg.
Onder bij de Biesenberg stond ik er na ruim anderhalf uur alleen voor. Vorige week liep het een week na de marathon niet en nu liep het wel. Het werd een extra lusje van een kleine anderhalf uur door het hellingbos bij de Vliek, Ulestraten, Genzon, het veld bij Schimmert, Waterval, Raar en Meerssen. Als dank voor het goede lopen heb ik daar nog een rondje rond de Basiliek gedaan en dat gaf de geestelijke kracht voor het laatste stuk.
Overigens trof ik als verversingspost in Ulestraten een wat oudere dame aan die de oprit aan het schoonspuiten was. Zij adviseerde mij rustig aan te doen want haar zwager was door dat sporten na zijn tachtigste in een rolstoel terecht gekomen. Ik begreep hieruit dat ik er uitzag als tachtig. Verder vond ik, na vele jaren zoeken, in Waterval eindelijk de doorsteek door het veld naar Raar. Deze bleek uit te komen bij de Kloosterhof, een oude kloosterdependance van Houtem-Sint Gerlach uit het jaar 1000. De Raar of Raorberg wordt dan ook wel kloosterberg genoemd. Er zijn dus weer twee nieuwe routes in de aanbieding als Jo en zijn volgers hersteld zijn van de 10 km.
Zondag werd met 2h.04min. het weekendtotaal op 5h.08min. gebracht. Om rond 15.00h. begon het te dagen in het westen en hield de regen op. Vraag mij niet waarom maar ik had in mijn hoofd om naar het stuwmeer Craneweyer bij Kasteel Ehrenstein te lopen om te kijken of het klaar lag voor vorst.
Het meer is kunstmatig ontstaan door een stuw in de Anstel en is met een lengte van bijna 2 km. de enige goed schaatsbaan in Zuid Limburg.
Om daar te komen moeten via de toppen de dalen van de Caumerbeek en de Strijthagerbeek genomen worden. Het werd dus eerst een rondje over het net verlaten wedstrijd circuit van het veldrijden in Heerlen. Daarna via Snowworld, het terrein van Pink Pop, Mondoverde, kasteel Strijthagen naar de Craneweyer. En het was nat en dan wordt de löss pratsch (=blubber) en de verharding op de paden met mijnsteen schlamm (zwarte modder).
Bij kasteel Ehrenstein heb ik de Abdij Cross nog even gelopen. Op de terugweg kon geen weerstand bieden tegen de aandrang om de Wilhelminaberg nog op te lopen. Zodoende kreeg ik na echt plat te zijn gegaan bij storm uit het westen en 11ºC nog zicht op de besneeuwde skipiste met bijbehorende pré après skiers. Het laatste stuk was beuken tegen de wind met het voordeel dat het aanvankelijk wat stijve loopwerk weer soepel was. De schlamm met pratsch of omgekeerd zat tot in mijn haren maar dat is handig met douchen.
3/1/04
Bij de start op de licht besneeuwde (zie lichtgroen) parkeerplaats voor de Nachtegaal was het om 10 uur -8.5ºC maar gelukkig stond er met een gesluierd zonnetje aan de hemel geen wind. Het werd langs de besneeuwde paden een loop door Winterwonderland. Na de beste wensen voor 2004 gooide Jo er gelijk de beuk in door op weg naar de zon gelijk uit het nog in de schaduw liggende Geuldal te klimmen. Helaas liggen daar nog 60 hoogtemeters tussen en dat is minder best als de spieren nog niet warm zijn. Helaas nam Herbert boven nog eens de kop over en een Hooijkaas uit Schoonhoven moet je de weg niet laten vinden in het Limburgse land en zo stonden we even later weer beneden voor een 2e klim naar boven.
Al lopende kwamen de goede loopvoornemens aan het licht. Rokers stoppen altijd per 1/1 maar lopers zijn niet te remmen. Jo heeft een programma dat een normaal mens niet in 10 jaar afwerkt. Zijn broer Paul was met de negatieve steun van zijn broer alvast een 3 h. 15 min. aan het plannen voor de Maasmarathon. Jean gaat voor de 6 uur van Stein maar vroeg zich af hoeveel km dat was. Raymond gaat evenals denkelijk ik voor de opgewaardeerde versie van de Mont Blanc Marathon. Met klimmetjes van 1000m naar 2000m en 1200m naar 2000m lijkt dat wel boeiend. Alleen Herbert zag het anders en had zich voorgenomen niet meer te lopen maar denkelijk krijgt hij geen ruimte daarvoor van Anne. De dames hielden zich stil bij al dit macho gedoe. Heel wijs want de weg naar de lopershemel is geplaveid met blessures.
Na een ommetje rond Bemelen ging het naar Sibbe en vandaar naar het besneeuwde plateau bij IJzeren. Daar werden de gladiatoren moe van het pratend geloop en ging de jeugd terug voor 1 h. 45 min. en de ouderdom verder voor nog een stukje. Via het Gerendal en de kuitenbijter naar het plateau van Keutenberg werd Schin op Geul bereikt. Het laatste uur in de witte wereld langs de Geul was prachtig maar het loopwerk begon te sputteren. Een week na de marathon is gelijk meer dan 2h. lopen voor een normaal mens niet aan te raden.
Het werd 2h. 44 min. om precies te zijn en dan bedoel ik nog altijd de netto looptijd. Morgen wordt het niets want mijn dochter is haar nieuwe appartement aan het inrichten en heeft de twee linker handen zelf gehouden en de twee rechter aan mij uitbesteed.