29/09/07
In 4 loopdagen een weekgemiddelde halen van 9:28 is redelijk beulswerk. Voor de routevinding van de SM Loop heb ik echter alles over. Dit gaat ook voor de SM lopers gelden want de jacht is tot 31/12/2007 open en de doorwaadbare plaatsen zullen hoogstens dichtvriezen maar zeker niet dichtslibben.
Het plan was om nu het hele Belgische stuk vanaf de bron bij Lichtenbusch op de Belgisch- Duitse grens tot Cottessen op de Belgisch -Nederlandse grens onuitwisbaar op de grijze harde schijf te branden. Eigenlijk was alles wel gelopen maar de bron bleef onvindbaar en de doorsteek van de Hammerbrücke naar Hauset was in de modder gesmoord.
Het eerste water komt uit het brongebied op het beboste plateau van Lichtenbusch. Dat gebied lijkt wat op de Hoge Venen. De grond is één grote, verzadigde spons waar water uitsijpelt. Op meerdere plaatsen ontstaan zodoende waterloopjes die op hun weg naar beneden samenkomen. Het stroompje dat achter de boerderij bij Todtleger tot leven komt is een van de velen geultjes. Denkelijk hebben de oerbewoners dit geultje ooit als Geul aangeduid en dat zouden wij, gezien de vorm, waarschijnlijk weer doen. Al binnen een kilometer komen meerdere zijstroompjes het geultje versterken tot een heuse Geul. De eerste zijstroom is bijna zo groot als het geultje maar dat "bijna" heeft de Geul tot hoofdstroom gemaakt totdat deze in de Maas zelf het onderspit moest delven. .
Om toch de houvast van een bron te krijgen is de ingang van het bos bij Todtleger als startpunt gekozen. Op de eerste meters van het bospad wordt het gelijk duidelijk dat het een brongebied is. Het moerasklunen brengt echter loon naar werken want binnen een kilometer kan een miezerig en nauwelijks stromend watertje overgesprongen worden en dat is dan de Geul.
Daarna is te merken dat het stroomafwaarts lopen geen illusie is maar wel bedrieglijk. Niet overal kan langs de Geul gelopen worden. Soms zijn het Belgen die hun schaapjes op het droge hebben met huizen en landerijen tot aan de wallenkant de barrière voor een doorgang. Soms is het gewoon niet te belopen vanwege het landschap. Het omlopen betekent klimmen en dalen want de Geul ligt diep ingesneden. Het goede van het omlopen is dat bij tijd en wijle de bewoonde wereld weer in zicht komt met alle verworvenheden van dien, waaronder waterkranen. Dit omlopen was ook de reden van het eerder missen van de doorsteek. Bij het in omgekeerde richting lopen werd duidelijk dat ergens een bordje over het hoofd was gezien dat duidde op een pad dat absoluut niet op een pad leek. De vindingen maakte het Belgische routedeel rond en zo kon de balans opgemaakt worden in beelden, meters en hoogtemeters.
Het loopweer was deze week op zijn minst herfstig te noemen al moet gezegd worden dat de meeste regen naast mij viel. De natuur was ook al herfstig want behalve de blaadjes gaan ook de appeltjes vallen als zij niet geplukt worden en de paddenstoelen schieten inderdaad weer als paddenstoelen de grond uit.
De plukkers bleken stug doorwerkende Polen te zijn die legaal in Nederland werkten en een nieuw Italiaans ras dat naar de Vlaamse schilder Rubens vernoemd is aan het plukken waren en daarvan een present exemplaar aan een Hollandse hardloper in Limburg aanboden. Hoezo nog stemmen voor een grondwet als de werkelijkheid in Limburg al de EU is.
22/09/07
Zaterdag ging de route vinding van de SM-Loop vanuit Cotessen niet bepaald over rozen. Sterker nog, het was een bezigheid van onder vuur liggen en neervallen. Dat laatste gelukkig niet door de kogels die mijn pad kruisten. Het was het even niet opletten in de stenige afdaling van Gerardbroich naar de vijver bij Terbruggen. Eigenlijk lette ik wel op. Het was echter gericht op de loslopende honden en ging ten koste van mijn aandacht voor de stenen op het pad.
Eenmaal bij Cotessen terug kreeg ik slachtofferhulp van een familie op een familieweekend. Het medelijden van Oma was het ontroerends. Zij sprak: "Ach gut, hij heeft zijn knie ook nog open geschaafd maar hij kan wel tegen een stootje want kijk maar naar zijn bruine benen". Het verband tussen die twee waarnemingen is mij nog niet duidelijk. Daar moet ik nog wat ouder voor worden.
Het plan was om van Cotessen naar Lichtenbusch op en neer te lopen. De realisatie bracht mij niet verder dan Hergenrath omdat het gezien de afstand beter leek om ten halve te keren in plaats van ten hele een marathon te lopen. Het werd toch nog een overmaatse xxxL van 3:24. Wellicht was dat mede de oorzaak van de struikelpartij.
De route lag er overigens wondermooi bij in de ochtendzon. Ondanks de paar drogen dagen was het hier en daar nog goed sompig en dat beloofd wat in december. Natuurlijk kon ik de verleiding niet weerstaan om nog nieuwe wegen in te slaan. Zo vond ik toch nog een autoloze doorsteek bij Plombière en nog een weiland ommetje bij het viaduct van Moresnet. Mijn pogingen om de helling van Gerardsbroich te omzeilen waren al eerder jammerlijk in de prut gesmoord. Mijn tweede poging om de klim naar Hergenrath uit de route te krijgen eindigde bijna met de eerder genoemde kogel. Al dat gezoek maakte de terugweg niet gelijk aan de heenweg.
Eigenlijk had ik niet in België maar in Frankrijk moeten zitten met een deel van de zaterdagclub. Door een wonderlijk toeval was de uitnodiging op twee verschillende e-mail adressen en twee verschillende IP adressen niet aangekomen. Helaas had de organisatie met het ontbreken van mijn reactie voetstoots aangenomen dat ik genoeg hoogtemeter had gemaakt. Een last minut boeking met een wild card voor de Alpe d'Huez zat er helaas niet meer in.
Zondag waren de botjes en beentjes wat stijfjes van het lopen en vallen. Verder bewoog alles verder normaal en ook het alweer zonnige weer werkte niet tegen. Een uitgelezen dag om, bij wijze van interval training, nog eens rond en op de Wilhelminaberg te pionieren als. Tenslotte mag ik niet op achterstand in conditie en de hoogtemeters komen. Het trappenpad lopen is een zondagsuitje geworden voor families met kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Achter Heerlen wordt nog ouderwets de zondag gevierd en dus is het een net gekleed gebeuren met wat stomende sporters er tussen door.
Dit keer wel met mijn berghorloge om. Dus nu weet ik dat de 555 treden via iets meer dan 2 treden/sec gedaan worden met een stijgsnelheid van 1100 meter/h. De Alpe d'Huez met een hoogteverschil van 1061 m over een afstand van 13,8 km zou dus met 2:24 ruim binnen de 3:24 min. gedaan zijn. Ik had zaterdag dus meer dan genoeg gelopen.
Op de terugweg stootte ik in het Aambos onverwacht op een kunstwerk. Twee jeugdige natuurliefhebbers bleken midden in het bos een ode aan de natuur en aan een goede vriend gebracht te hebben met wat het bos levert. Helaas wilde zij niet naast het hartje op Internet komen. Het was goed om te zien dat er nog creatieve jeugd rondloopt. Even te voren had ik nog mishandeling geriskeerd door twee jonge, vernielzuchtige vandalen aan te spreken.
08/09/07
Zondag was de dag van de waarheid. Wat geeft het beste resultaat. Rusten of doorlopen voor een marathon. Twee lopers waarmee ik in de Mergelland Marathon opliep gaven het antwoord. Beiden hadden de dag ervoor in België een marathon gelopen. De ėėn kon ik dankzij zijn kramp vlak voor de finish nipt voorblijven, de andere kwam met de rode lantaarn binnen. Het hangt er dus van af.Mijn lopen liep perfect op de met de jaren ingesleten cruise control. Geen inzinkingen en slechts een verval in de 2e helft van 10 minuten. Na de 35 km kon ik zelfs weer aanzetten met het opvegen van eerdere passanten als loon. Toch had ik weer onvoldoende geleden want aan de finish kon ik zelfs de Vlaamsche Reus Marc nog in de houtgreep nemen. Hij viel mij in de rug aan vanwege het feit dat ik nog steeds niet op zijn uitnodiging voor een training in het beloofde land was ingegaan. Maar hoe zou ik moeten trainen met iemand die als professionele trainer 3:06 loopt ter begeleiding van zijn pupillen.
Gijs Honing uit Blokker die mij twee jaar geleden de eerste prijs bij de 60+ door de neus boorde bleef ik ook nu niet voor, ondanks mijn woeste achtervolging vanaf de 37 km. Het positieve was echter dat het verschil meer dan gehalveerd was. Positief was ook de beste jaartijd en de beste tijd sinds vele jaren. Goede training, geen rust vooraf, uitstekend loopweer, een fles wijn de avond er voor en niks moet, alles mag is kennelijk de beste voorbereiding. Negatief was ik de strijd om de laatste startplaats verloor aan een andere grijze gek en dat Leny, die de 25 km liep (2:25), in de eerste ronde ongeveer 2 minuten voor mij liep. De hele weg heb ik hierover vragen van met lopers bekende toeschouwers gekregen. Dit hield allemaal zo op dat ik in plaats van de onderweg geplande 4:12 op 4:15 ben uitgekomen. Zo heb ik Gijs laten voorgaan met de les dat ik dames niet meer voor moet laten voorgaan.
De rust van de week voor de Mergelland Marathon werd besteed aan de parcoursverkenning van de SM-Loop voor het stuk Kelmis, Moresnet en Plombière. Het door steken van deze plaatsen was nog niet geoefend en de bordjes die dat op zich eenvoudige proces zouden moeten begeleiden zijn op zijn minst misleidend te noemen. Het weer was veelbelovend want na veel regen kwamen nu slechts buien naar beneden vallen. De Geul was weliswaar weer binnen zijn oevers getreden maar de beemden waren drassig of beter gezegd eindejaars moerassig geworden. Kortom, de echte omstandigheden om daar rond te gaan huppelen.
Dat was echter makkelijker gezegd dan gedaan want Kelmis bleek een echte hindernisbaan te zijn. De eerste was Schloss "Eyneburg" oftewel de Emmaburg. De uitdagende klim naar dit rotskasteel en de bezichtiging hiervan leek de moeite waard om in de loop op te nemen, De klim bleek echter verboden, hoewel de haken voorgeslagen waren. Voor de SM-Loop heb ik echter zelf vrije wand klimmen over en zo werd toch de poort bereikt. Deze bleek echter gesloten maar zoals gewoonlijk stond de achterpoort open. Eenmaal binnen werd ik er gelijk weer uitgesmeten. De kerstmarkt was in opbouw en mocht nog niet geopenbaard worden aan het voetvolk.
Het kasteel werd ooit gebouwd om de belangen van de galmei winning te beschermen en juist deze bezigheid werd hindernis nummer 3. De doorsteek langs de waswatervijver voor het zinkerts en de steenstort van de voormalige zinkmijnen eindigde in een ondoorwaadbare plaats van de Geul temidden van bossen zinkviooltjes.
Uiteindelijk kon 500 m lopen langs de doorgaande hoofdweg niet vermeden worden. Het loon was echter het vinden van een mogelijkheid voor het inrichten van een drankpost bij de Lidl en een retraite mogelijkheid bij de Rochus Kapelle
Daarna is Moresnet niet te missen. Het imposante spoorweg over het Geuldal vormt een perfecte wegwijzer. De Geul er onderdoor volgen is echter een zoekplaatje van draaihekjes dat bij verrassing eindigt bij de kerk van Moresnet.
De weg vragen naar het verdere verloop van de Geul was hier ook verrassend. De man sprak een soort op Limburgs lijkend dialect. De woorden Göhl, Geul en La Guelle landden echter moeizaam onder zijn pet. Uiteindelijk werd het iets van: " Oe, d'r Goel". Gelukkig wees hij het pad langs de Geul aan want anders waren de voeten droog gebleven. Zelfs ik kreeg twijfels over de begaanbaarheid in december en heb op de terugweg een hoogteweg als alternatief gevonden.
Bij mijn keerpunt Plombière werd het weer Franstalig, althans aan het bonjour van de wandelaars te horen. Dat het beter is om ten halve te keren werd op de terugweg niet bewezen. De buien hadden hierop gewacht en zo dreef ik stroomopwaarts naar Kelmis terug. Als goed Hollander haalde ik de kosten van de trip eruit door mijn tank vol met Belgische benzine te vullen. Met 60 l en een prijsverschil van € 0,13/l werd het een gratis parcoursverkenning.
01/09/07
Zaterdag raakte ik in gewetensnood. Volgens Jo moest ik rust nemen voor de Mergevvlland Marathon van over een week, terwijl ik dacht aan een ontspannen xxxL door de Limburgse dreven. Toen bleek dat de raadgever zelf nog wel even een wedstrijdje ging lopen heb ik zijn raad maar rustig als misleidend terzijde geschoven. Wat sommige lopers al niet doen om de concurrentie op het verkeerde been te zetten.
Het werd in 3:04 netto een rondje Limburg via Meerssen - Maastricht - Bemelen - Margraten - Scheulder - Valkenburg - Meerssen bij steeds beter worden weer. Dit afgezien van een regenbui ter hoogte van de Orchideeëntuin in het Gerendal. Het zullen de tranen van Caesar wel geweest zijn over het verlies van zijn legioenen daar door het verraad van Ambiorix. Het verlies is waar maar het Gerendal (Sperendal) wordt evenals vele andere dalen genoemd als de plaats van handeling.
Na alle stress van deze week was ik wel aan wat ontspanning toe. Dit keer was niet de bewerkelijke jeugd waarvoor ik op stap was de oorzaak maar een tweetal traumatische belevenis bij het lopen in de fraaie bossen van de Utrechtse Heuvelrug. Eerst werd ik op de vroege morgen met mijn slaap nog in de ogen volkomen uit mijn evenwicht gebracht door een verzameling beelden. Niet zomaar beelden maar een collectie die zo uit die zo uit de Kamasutra gestapt leken te zijn. Ik bleek letterlijk en figuurlijk in de Stichtse Lustwaranda verzeild te zijn geraakt. Wie verwacht er nu midden in een bos een aanval van erotiek als je rustig van de bloemetjes en bijtjes loopt te genieten. Dit gebeuren bleek echter slechts de voorbode te zijn van een nog groter gevaar. Volgens de bordjes loop je daar als man het bos in en komt er als lid van de vrouwelijke hulptroepen weer uit. Het zal geen verbazing wekken dat het lopen daarna ontaardde in een snelheidstraining.
Verder was het een goedlopende loopweek met prima weer. Ondanks dat ik nog veulens in de wei trof beginnen de noten al te vallen en tooit de natuur zich met allerlei herfstachtige verschijnselen.
Zondag wilde ik een kort, benenstrekkend loopje maken om stijfheid te voorkomen. Het is dan natuurlijk niet verstandig om na een rondje met mijn zoon, richting Wilhelminaberg te lopen. Het is dwangmatig maar als ik deze mijnsteenkloot zie dan moet deze oplopen worden. Zeker nu het mooie trappenpad klaar is, is daar geen ontkomen aan.
Het pad is goed beschouwd helemaal gemaakt voor een loopwedstrijd. Het geert van beneden naar boven van 8 naar 2 banen en het heeft een ideale treehoogte. Ik moet de trap nog eens belopen met de hoogtemeter op de meest nauwkeurige stand. De hoogte is belangrijk want het idee van een trappenpadwedstrijd over bijvoorbeeld 10 keer oplopen laat mij niet los. De hoogtemeters moeten dan wel goed bekend zijn.
Het voornemen van een kort, benenstrekkend loopje verdween, zoals lopers die mij kennen weten, met de strekkende meter. Uiteindelijk werd het 2:02 waardoor het weekend totaal op 5:06 kwam en het voortschrijdende weekgemiddelde op een veelbelovende 10:06 uitkwam.
Rust nemen voorzie ik deze week niet. De ervaring is dat gewoon doorlopen nog de beste voorbereiding is. Wel zal ik de Wilhelminaberg links laten liggen en bossen met beelden mijden.
25/08/07
Zaterdag dreigde het rijden van de ODS Classic mij duur te komen staan. Uit de deskundige analyses van mijn mede ploeggenoten bleek dat ik intussen op een fiets uit de vorige eeuw rij. Hij niet alleen te zwaar maar er zit vóór geen tripeltje op, waaraan ik, gezien mijn leeftijd, intussen wel aan toe zou zijn. Verder is mijn rugpijn na een kilometer of dertig het gevolg van het volkomen verkeerd op het rijwiel zitten. Kortom, er zit niets anders op dan een nieuwe fiets kopen en opnieuw te leren fietsen. De investeringsmotivatie was geen probleem want ook ik zou maar één keer leven.
Mijn loopbenen waren gelukkig wel in orde voor het fietsen. Met nog geen duizend km's fietsen in de benen en 60 km als langste rit gingen de 107 km van de ODS Classic met de bijkomende 28 km aan en afrijden best goed. Dat ik op het laatste stuk met steun van Frank even mijn best heb moeten doen en dat de terugrit met twee pilsjes in ieder been niet echt soepel ging hoort nu eenmaal bij het gebrek aan fietskilometers en het consumeren van koel tapbier in een lekker zonnetje na afloop. Na het bad, eten en nog veel meer (fris) drinken voelde ik mij weer fit voor het zondagse duurloopje. De Mergelland Marathon werpt immers zijn schaduw vooruit.
De organisatie van Jan Koks met zijn Gertie en Monique en niet te vergeten de vele vrijwilligers was perfect. Elk jaar denk ik: " Dit kan niet beter" en elk jaar wordt het nog beter. Het op de weg krijgen, houden en er weer vanaf halen van 2200 deelnemers is een absolute topprestatie.De organisatie binnen de ploeg liep ook uitstekend. Na een afsplitsing in het begin van de Sørensen brothers wegens een te groot snelheidsverschil gingen de Prominenten onder wisselende kopwerk op tempo naar halfweg. De verversing halfweg was weer uitstekend en gezellig. Jammer dat de ploegleider onverbiddelijk was en Frank en mij veel te snel uit het dames gezelschap rukte.
Netto werd de 107 km uiteindelijk binnen 5 h. gereden voordat de groepsfoto kon worden gemaakt. Een goede prestatie voor een verzameling die de uitdrukking: "Ik ben de jongste niet meer" al ruimschoots hadden waar gemaakt. Natuurlijk speelden de hormonen, vooral op hellingen, nog wel eens op maar dat werd met de kilometers minder. Frank hield de club goed bij elkaar, John en Panky leefden af en toe wat jonge hond nijgingen uit, de andere Simon vocht op karakter met succes terug tegen zijn gebrek aan kilometers dit jaar en deze Simon overleefde het geheel uiterst tevreden. Overleven want het meefietsen hing deze week aan een zijde hechtdraadje.
Direct na terugkomst viel ik planmatig weer in de handen van de Witte Jassen. Het resultaat van hun snijwerk was zeer verhelderd evenals hun uitspraken over de nazorg. Gedurende een paar weken geen inspanningen die de bloeddruk kunnen doen oplopen met als verrassende medicatie Diamox. Dat spul had ik tot nu alleen in Nepal en Tibet preventief voor hoogteziekte geslikt. Dit alles terwijl ik tot mijn vreugde uit de literatuur had begrepen dat ik geen tuinwerk mocht doen.
Het verschijnsel dat je van in topconditie in één klap verwordt tot een lichamelijk wrak is natuurlijk iets waartegen ik bij definitie in opstand kom. Witte Jassen moeten begrijpelijkerwijs risico nul bij maximale tegenslag bij hun raadgevingen inbouwen. De uitweg is dus luisteren naar het eigen lijf en zo dribbelde ik bij wijze van proef na een dagje rust vrolijk de straat op. Het werd dus dribbelend wandelen en wandelend dribbelen. De slakkengang moet er vreemd hebben uitgezien want een paar schoolkinderen vroegen meewarig of het wel ging. Onderweg kon ik door mijn trage gang goed van de omgeving genieten waarin met name de slakken in beeld kwamen. Het natte weer heeft tot een explosie van wijngaardslakken geleid en wel zodanig dat het openen van een escargots restaurant tot de haalbare mogelijkheden behoort. Het resultaat van het dribbelen was niet heel bemoedigend. Het gedreun van de schoenen op het wegdek voelde niet echt lekker aan. De volgende dag ging het op de fiets stukken beter.
Ontspannen trappen met een niet te groot verzet bleek te werken en bracht het vertrouwen in het lijf terug. Na een dagje rust vertrok ik toch maar naar de ODS Classic onder het motto: " We zien wel waar het schip strandt". Het plan was simpelweg gewoon afhaken als de tempobeul John te veel werd en rustig op eigen tempo uitrijden om het plezier van de nazit te kunnen beleven. Het fietsen is goed beschouwd namelijk de bijzaak. De hoofdzaak is natuurlijk de ontmoeting met de oud-collega's van de vele plekken waar ik vertoefd heb. In de warme zon met het koele bier in de hand werd dit ook dit jaar het hoogtepunt van de dag.
Zondag voelde de beentjes her en der wat stijf maar wel goed aan. Het plan was om rustig lopend voor xxL (x= 1h.) te gaan en later in de week nog een echte lange duur te praktiseren. Uiteindelijk werd het met 3:01 netto een keurige xxxL over een ook voor fietsers niet te versmaden parcours met gekende aardkloten zoals Huls, Kruisberg, Eyserbosweg en via Wylre als venijnig toetje Eyserheide. Tot mijn verbazing liep het ondanks het kleffe weer en de kilometers van gisteren als vanzelf. De conclusie is dus een keuzeprobleem tussen:
Fiets en loopspieren beïnvloeden elkaar absoluut niet.
Lopen en/of fietsen stelt absoluut niets voor.
De conditie is absoluut dik in orde.
Ik ga voor mijn gemoedsrust over de Mergelland Marathon maar voor de absolutie van de conditie.
17/08/07 Vakantie Sport in Beeld van 3 tot 16 augustus 2007
De laatste dag heeft altijd de jing en jang in zich van het voorbij zijn en weer terugkomen. Dit was niet de reden van mijn sportmoeheid. De tamelijk uitputting van gisteren hield mij van de straat en dat was maar goed ook. De fiets stond namelijk met twee lekken banden. De eerste gedachte was sabotage of een grap. Bij nadere beschouwing bleken de ventielen echter onaangeroerd maar de banden met doornen doorboord als gevolg van het off road rijden gisteren. Nog een wonder dat wij niet in de bergen leeggelopen zijn blijven steken.
De laatste dag op het strand viel mee. Er stonden hoge golven en dat maakt het gebeuren gelijk dynamisch. Bruin worden is geen item. Van vrouwelijk zijde is mij meermaals gevraagd hoe ik aan zo'n kleur kom zonder in de zon te liggen bakken en zonder gesmeer met allerlei vettige troep van "suns & after suns". Het geheim is geen geheim. Gewoon wat pigment meekrijgen van je ouders en flink sporten. Hoe meer gezwoeg en gezweet hoe meer kleur er in wordt gebrand. Echte hardlopers herken je zo want zij lopen niet alleen als Kenianen maar zien er 's zomers ook zo uit. Dat leidt wel tot verdachtmakingen over ijdelheid en daar zit wat in. Zo ken ik een Grijze Keniaan uit Maastricht die zelfs in de training de kleurstelling van zijn loopoutfit op zijn huidskleur afstemt.
16/08/07
Mijn zoon wilde met mij de heuvels in maar loopt geen lange afstanden. Het slechts meenemen van één fiets kwam mij daardoor duur te staan. Hij op de fiets en ik in het totaal 14 km door het laagland lopen om in de heuvels te kunnen zijn. Het leek echter een goed argument voor een xxxL en zo werd rond 14.00 welgemoed van start gegaan. Tegenwind hadden we niet want het was windstil bij 33°C. Het water liep er dus net zo hard uit als het erin gegoten werd zonder merkbaar koelingresultaat. Ons verbruik van twee grote bidons per 25 minuten kon gelukkig op peil gehouden worden door de waterpunten onderweg. Een aantal jaren geleden was het al of niet drinkbaar zijn van dit bronwater nog een vraagteken. Nu hangen er volgens de Europese voorschriften indrukwekkende keuringscertificaten bij. De keuze asfaltweg of ezelspad om boven te komen was snel gemaakt. Liever kort maar hevig oververhit raken dan langzaam maar zeker gaar sudderen.
In 45 min. overbrugden wij in vereende krachten 250 m om in Botrici te koen. Zonder fiets en met een koeltje zou dit niet al te snel zijn maar onder deze omstandigheden een wereldtijd. Het dalen ging door het steile en rotsachtige pad niet veel sneller. De bomen met overrijpe vijgen onderweg hielden ons trouwens ook op. Boven waaide er nog een licht windje. Terug beneden was het nog steeds stervenswarm. De 7 km terug door het laagland hebben we uit ons geheugen gewist. Het waren de beelden van de hete Mergelland Marathon van een aantal jaren geleden. Eenmaal terug gingen de eerste twee blikjes bier er sissend in. Daarna werd het niet veel beter. Liters bier, wijn , water en fris zijn naar binnen gespoeld. Gelukkig was er geen dopingcontrole want ik had geen spoor van een staaltje kunnen produceren.
De looptijd van 2:50 lijkt natuurlijk een teleurstelling met een xxxL in gedachte. Zo geleden en nog het doel niet gehaald. Gelukkig telt elke 100 m omhoog voor 5 minuten en dus kon ik tevreden de beentjes opleggen.
15/08/07
Het kostte vandaag echt moeite om in beweging te komen laat staan dat te blijven. Enerzijds was er de tegenwerkende warmte. Kennelijk heeft zich een hogedrukgebied boven Italië genesteld want de lucht is blauw, de wind is stil en dus is de temperatuur hoog. Anderzijds was er de Italiaanse feestdag "Ferragosta". Een door de kerk gekaapt Romeins feest dat van oorsprong iets met vruchtbaarheid en de zee te maken heeft. De dag wordt namelijk gevuld met elkaar nat gooien op het strand, kleine cadeautjes uitdelen, alles wat in zee zwemt te eten en witte wijn drinken. De reden van het feest blijft, ook bij navraag, onduidelijk maar dat is voor Italianen geen enkel beletsel om zich met hart en ziel in het gedruis te storten. Als liefhebber van cadeautjes krijgen, vis eten en witte wijn drinken is het natuurlijk moeilijk om je aan het feestgedruis te onttrekken en wat te gaan sporten.
Op basis van de combinatie fietsen en lopen werd gekozen een rondje Capriglia/Capezzano Monte met een nog niet belopen uitstapje naar Monte Ornato en Valdicastello om de honger en dorst voldoende op te wekken. Dus eerst op de fiets door het laagland naar de bergen, dan op de pedalen naar 350 m harken, verder tot boven de 500 m omhoog lopen, lopend afdalen naar zeeniveau, weer naar boven teruglopen en tot slot op de fiets terug.
Mogelijk klinkt het programma vermoeiend en dat was het ook. Het rondje biedt weliswaar een prachtig uitzicht over het kustgebied maar ligt vol in de middagzon. Het kostte dus liters water om boven te komen. Zeker in de laatste loopklim verweekte de hoeven daardoor behoorlijk in de bloedhitte maar ik zakte er net nog niet doorheen.
Al met al werd het 2:00 fietsen en 2:00 hardlopen met een hoogte verschil van ongeveer 900 m op en neer. De vis smaakte 's avonds goed en de witte wijn naar nog veel meer. Gelukkig was de ergste dorst toen al gelest door één liter fris zo maar in het grote gat te kieperen.
14/08/07
Met het wegvallen van de wind was de temperatuur omhoog gevlogen en werd het sporten een goeie opwarmer voor de ODS Classic en de Mergelland Marathon ingeval van bloedwarm weer. De val van gisteren op het bergpad hield mij echter vandaag van de straat. Een blauwe bilspier kleurt misschien wel mooi maar voelt als die vers is niet lekker aan bij het bewegen . Eigenlijk kwam het wel goed uit. Alle dagen fietsend en/of lopend op de been is toch een redelijke aanslag op de psyche en het fysiek. Alleen al het bedenken van de route vraagt al veel als je de hoogtemeters op de kaart ziet en je een voorstelling maakt van die temaken in de brandende zon. Het daadwerkelijk vinden van de stippellijntjes op de kaart in de onoverzichtelijke werkelijkheid van het berglandschap daarbij nog buiten beschouwing gelaten.
Het werd dus uitrusten op het strand in het warme zand. Wat lezen, wat doezelen en wat aan zee zitten om het (strand)leven te beschouwen worden dan de belangrijkste bezigheden. De lust tot sporten verdwijnt gelukkig door de hitte van het strand als sneeuw voor de zon en wordt eigenlijk zelfs belachelijk. Alleen idioten zijn zo gek om in de bloedhitte nog warmer te willen lopen. Hoewel dat ook betrekkelijk is want van het in de zon zitten raak je ook oververhit en wordt je zeker zo moe.
13/08/07
De dag begon 's nachts met gerommel in de verte van onweer. Naar mate het lichter werd kwam het gerommeld steeds dichter bij. Rond acht uur begon het te plenzen en dat duurde zo ongeveer drie uur. Het resultaat was dat alle straten blank stonden en onderdoorgangen leeg gepompt moesten worden. Op zo'n moment is het duidelijk dat de stad gebouwd is op een drooggelegd moerasgebied tussen de bergen en de zee.
Daarna kwam de zon door en was het gelijk weer zomer. Dit weerherstel en het steeds makkelijker lopende fietsen gaf moed om naar Santa Anna te fietsen en daarvandaan te gaan lopen. Kortom, een klim van meer dan 10 km naar 650 m over de weg en dan wat rondstruinen over mulleteri (ezelspaadjes). De fietsklim is vooral blijven doorstampen. In het begin zit er helaas een Keutenbergachtig stuk van een paar kilmeter in. Elk jaar denk ik "haal ik het nog" en jawel hoor het lukte weer.
Na 1:14 kwam ik niet geheel tevreden boven want het liep, ondanks dat het net zo snel ging als vorig jaar, niet zoals het lopen moest.
Na een bezoek aan het indrukwekkende oorlogsmonument voor de 560 slachtoffers van het "Putten" van Italië op 700m hoogte was ik klaar voor de afdaling over de asfaltweg. Het steile ezelspad was door de ochtendregen geen opties tenzij om de botten te breken. "Bedenk het wel want dalen gaat snel" is een oude loperswijsheid die steeds weer vergeten wordt. De 400 m terugklimmen over het bergpad viel dus niet mee of beter gezegd het was vallen en opstaan. Driemaal ging ik op de gladde stenen onderuit maar ondanks dat was het genieten.
Dit soort steile paden is eeuwenoud en allang in onbruik vanwege de voor auto's aangelegde "vlakkere" asfaltwegen. Toch zijn zij nog steeds verrassend goed begaanbaar. Slim het terrein volgend, keurig afgekant, regengootjes, trappen, bruggetjes en alles wat er nog meer bijhoort. De bouwkunde van onze voorouders dwingt bewondering af, zeker omdat de aanleg gebeurde met houweel, hak en beide handjes.
Terug op de fiets was het weer even bibberen en rijden met dooie handen vanwege het doorlopend in de remmen moeten gaan. Eenmaal in de warmte beneden werd het koude leed echter snel omgezet in het leed van de oververhitting. De cooling down in de bar was daardoor een weldaad maar het bier nog meer. De 4:30 op de pedalen en in de schoenen leidt namelijk maar tot één ding: "dorst, dorst en nog eens dorst.
12/08/07
De marmergroeves met de bijbehorende kunstnijverheid en industrie beginnen zo ongeveer bij Pietrasanta, wat zoiets betekent als heilige rots. De industrie bestaat simpelweg uit het verzagen van de gemarmerde kalksteenblokken tot platen van allerlei formaten en deze vervolgens slijpen en polijsten. Het resultaat is mooi ogend marmer maar de weg daar naar toe is vooral vies. Veel afvalwater, veel stof en veel gruis. Het resultaat van de kunstnijverheid oogt, afhankelijk van de smaak, nog mooier. Maar ook dit gaat eveneens ten koste van een behoorlijke smeerboel. De vele ateliers zijn mistige, met marmerafval gevulde, stofholen.
Van veraf gezien ogen de marmergroeves zo mogelijk nog mooier. De sneeuwbedekte toppen en de gletsjers zijn van dichtbij gezien echter schone schijn. In werkelijkheid zijn het open gezaagde witte kiezen met hellingen van puinafval.
Om dit alles te zien werd de fiets gepakt en 1:42 geklommen, 0:42 horizontaal gereden en 1:11 gedaald.
De dorpen en steden rond de marmerindustrie zijn gegroeid door en uit de grondstof en dus zonder uitzondering blinkend wit. Bijvoorbeeld Pietrasanta door de antieke en moderne kunstwerken en Seravezza door het marmerafval in de rivierbedding.
De vele kerken en kerkjes spannen echter de kroon. Deze zijn niet alleen van binnen en buiten van marmer maar daar zijn ook de bijzondere soorten toegepast bestaande uit alle varianten tussen zwart en wit.
11/08/07
Zaterdag is voor veel hotelgasten een wisseldag maar voor mij was het taxirijden naar het vliegveld van Pisa geblazen. De jeugd vindt het vliegen namelijk makkelijk en als de taxi gratis is dan tellen de kosten van Ryan Air al helemaal niet meer mee. Gelukkig is het vliegveld van Pisa knus en goed aan te rijden.
De beentjes werden voordien toch nog even gestrekt met 2:30 lopen en fietsen in de Toscaanse heuvels. De klimmen vormen ook het decor van de Giro d'Italia en dat laat supporterssporen op het wegdek na. Zo vlak bij de kust zijn de hellingen van ca 5 km nog vrij kort en lijken met een gemiddeld stijgingspercentage van ca 6% nog goed te doen. Het gemiddelde zegt echter niets over het maximum en soms moet er op het kleinste verzet op "en danseuze" gereden worden. Ik betwijfel of de coureurs de aanmoedigingen op het wegdek nog in zich opnemen. Bij mij laat de motor weinig ruimte voor bespiegelingen over. De maximale hartslag en het happen naar de broodnodige zuurstof neemt het denken in beslag. De koeling kan het dan bijna niet bijhouden. Het zweet druipt op die stukken zelfs via de handvatten op de grond.
10/08/07
Als ik had geweten dat ik de berg af zou spoelen dan had ik mij wellicht bedacht om voor een zeer lange loop op pad te gaan. Eerder de brandende zon dan een verschrikkelijke onweersbui had ik als een belager gezien hebben. Het weer is zoals de Italianen het noemen "variabili". Dat wil zeggen dat aan zee de zon volop schijnt maar zich boven de bergen in de loop van de dag zeer uit de kluiten gewassen wolkenpartijen ontwikkelen. Soms leidt dat tot wat gerommel en/of gedruppel. Bij de start aan de strandboulevard zag het daar nog niet naar uit.
Om het niet de makkelijk te maken was ik eerst naar boven gefietst om in Bastionella op 350 m te starten. Moeilijk of makkelijk is echter een relatief begrip als je dan de eerst 5 km bergaf mag lopen maar tevens weet dat je aan het eind ook weer naar boven moet. In het dal kregen de beentje wat rust met een paar km min of meer vlak maar na een uur stond de eerste klim naar Montemagno op het menu. De naam klinkt leuk maar je moet wel wat virages overwinnen om het gehucht in werkelijkheid te mogen aanschouwen. Vervelen is er niet bij want het wordt druk bereden door alles wat voortbeweegt en dat betekent opletten. Eens ben ik bijna in een binnenbocht geschept door een scooter en dus zigzag ik nu steeds met de bochten mee over de weg. Boven gekomen zag ik in de bergen een inktzwarte lucht hangen maar daar zat zo te zien geen beweging in. Met een gerust hart werd dus begonnen aan het heuvelige stuk tussen Montemagno en Monte Pitori waar aan het 3e uur werd begonnen afgesloten.
Vanaf Monte Pitori naar Bargecchia loopt het traject over een ongebaand hoogtepad met de naam "strada Panoramic". Het gaf inderdaad een prachtig uitzicht op de kuststreek maar ook op de regenbuien in de verte. Hier bespeurde ik ook de hete adem van de inktzwarte lucht in mijn nek. Het laatste stuk gaat door wat kleine dorpen en vormt de slotklim naar 350 m terug. Op de hond na die ik bijna werkelijk een doodsschop moest geven om een beet in mijn benen te voorkomen werd het 3e uur ruimschoots en in goede doen vol gemaakt.
Amper op de fiets begon het niet alleen te plenzen maar ook rondom mij heen te knallen. Prachtig vuurwerk maar niet als je op je stalen ros op ongeveer het hoogste punt als bliksemafleider mag spelen. In het eerste de beste dorpje heb ik in een barretje mijn heil gezocht. De bui hield echter aan en met de vrees van de hond in de hotelpot en de last van mijn steeds verder verstijvende spieren ben ik toch maar de zondvloed ingestapt. Het werd een helletocht van ongeveer 10 km. Mijn stuur bibberde met mij mee van de kou en en het water spoelde centimeters hoog over het wegdek naar beneden. Stapvoets heb ik het gehaald en in het bad kwam ik weer tot leven.
09/08/07
De dagplanning viel 's morgens vroeg al in duigen. Raymond, een opgewekte en humoristische Fransman uit Parijs met zijn charmante Amerikaanse/Italiaanse vrouw Susie had mij bewogen tot een potje tennis in de vroege uren. Helaas kwam de beheerder niet opdagen en konden wij vroeg ontbijten. Nadat alle misverstanden over de opening van de baan op Italiaanse wijze waren besproken werd de nieuwe planning om 17.00 h. Op dat tijdstip is het gravel zinderend heet en dus een heerlijk moment om het luie zweet eruit te werken. Het feit dat ik, op twee potjes na, al twintig jaar niet meer speel had mij natuurlijk van zo'n exercitie of beter gezegd executie moeten weerhouden. Maar je bent jong en je wil wel eens wat.
De leereffecten waren dat het leesgedeelte van de bril verhindert dat de bal en het racket gelijktijdig op de zelfde plaats zijn. Verder zit het instappen, staan en slaan er nog wel in. De tijdsvertraging tussen deze handelingen is echter aanzienlijk vergroot. Alleen het loopvermogen was duidelijk verbeterd. Helaas draagt dat weinig bij als je de bal niet goed raakt. Eigenlijk was het dorstig worden en de foto van de gladiatoren de enige positieve opbrengst van het spel.
De mentale voorbereiding van het geheel hield mij van het lopen af maar dat was niet helaas. Een dagje nietsdoen, op wat zwaaien met een stuk gereedschap na, is wel eens goed voor een mens.
08/08/07
Een ochtendwandeling langs de haven van Viareggio is nooit weg. Het is geen havenstad maar wel de thuishaven en geboorteplaats van velen, in vele gevallen buiten proportionele, zeil- en motorjachten. Zo op het oog lijkt dat mee te vallen maar aan de poppetjes van mensen te zien zijn het uitwassen van de vaartuigjes die op onze binnenwateren rond tuffen.
Het is echter nooit goed getuige de naam van een Engels vaartuig uit Londen. Wat hij nog meer moet hebben dan een garage aan boord voor zijn auto en motorsloep wilde ik hem vragen. De dekzwabber hield mij op het gangboord echter onverbiddelijk staande. In de scheepsbouwloods van Benetti die, in verband met bedrijfsspionage, volledig is afgeschermd lukte het wel om binnen te dringen.
De visserbootjes zijn wat kleiner van afmetingen en kunnen hoogstens als walsloep van de plezierjachten dienst doen. Ook vergeleken met de Noordzee trawlers zijn het nog dwergen. Ondanks de primitieve uitrusting met drijfnetten en een heklamp om de vissen te lokken is de nachtelijke vangst kennelijk lonend.Toch wordt hier de vis ook duur betaald. Zonder tussenkomst van een Afslag of bemoeienissen van een Visserij-inspectie wordt de vangst direct in de haven verkocht.
Even dacht ik dat het een opvoering was voor de toeristen maar de handel is zo levensecht dat het niet gespeeld kan zijn. Tot mijn verrassing had ook de Europese Commissie voor het ijkwezen nog geen voet aan wal gekregen want de handweegschaal werd nog naarstig gebruikt. Op de inktvis na waren de soorten vis Latijn voor mij. Er zaten echter wel aandoenlijke exemplaren bij die met een koude vissenblik een warme belangstelling voor de potentiële klanten koesterden.
's Middags stond een xxxL loop plus wat aan en afrijden op de fiets geprogrammeerd. De temperatuur van 30°C en steile hellingen zijn daarbij altijd een mooie uitdaging. Achter het ongeveer 7 km brede kustgebied gaat het namelijk gelijk fors omhoog. De eerste duizender Monte Gabberi ligt amper 10 km van zee af al op de loer en daar loop je niet zomaar op. Het landschap veranderd navenant. De hellingen blijven door de opstijgende zeelucht redelijk vochtig en zijn daardoor vrijwel ondoordringbaar dicht bebost.
In de watervoerende kloven loop je zelfs soms door een soort oerwoud van riet en bamboe. Het vinden van de weg is door al dat struweel een sport op zich. Veel wegen eindigen bij het hoogst gelegen huis, de voetpaadjes zijn zelden aangegeven en mensen om te weg te vragen zijn in geen velden of wegen te bekennen. Tijdens het lopen werd een schitterend vuurwerk afgestoken.
Boven de Golf van Genua was het vanuit de verte op het zonnige strand al de hele dag te zien maar aan het eind van de middag zakte het gedonder en gebliksem snel af naar het zuiden af. Als door een wonder bleef het aan de andere kant van het dal waar ik liep hangen en werden slechts wat verfrissende drupjes mijn deel.
Naar boven komen is één maar een andere weg vinden om naar beneden te komen is twee. Van bovenaf lijkt het simpel maar eenmaal weer tussen de bomen is, zelfs met de zon als baken, de oriëntatie zo verdwenen. Na 2:40 vond ik mijn fiets weer aan de paal staan. Iets te kort getimed maar voor een extra rondje sopte het zweet te veel in de schoenen. Bovendien stierf ik ondanks het vele drinken zo ongeveer van de dorst.
Serieuze sporters drinken niet maar voor mij is de hotelbar het moment van de dag. Het fietsen en lopen leidt bij temperaturen van rond de 30° tot een nogal ernstig waterverlies en dat moet krachtig bestreden worden. Natuurlijk kan dat gedaan worden met kraanwater. Bier is echter een nog betere dorstlesser met als bijkomend voordeel dat het de spierpijn verdooft"King Dario the first", zoals ik de barman noem, met assistentie van Silvia, schenkt dat als geen ander. De sfeer in de bar wordt bepaalt door de tender en die taak neemt hij zeer serieus. Het is al weer 11 jaar geleden dat hij het eerste biertje voor mij tapte en zich verbaasde over de in de bergen rondhuppelende Hollander, Dottore Blocque. Intussen is hij geëvalueerd van een onbezonnen vrijgezel tot een toegewijd huisvader en ik van een redelijke workaholic tot een, niet alcohol schuwende, sportende pensionado. Zijn vermaak over en met de hotelgasten is echter onveranderd gebleven terwijl ik nog immer, zij het wat langzamer, rondhuppel. Het moment van de dag is zodoende gebleven.
07/08/07
De rustdagen zijn in de vakantie bij definitie fietsdagen en met in het hoofd een paar klimmetjes ging ik van start. Op de eerste de beste helling sloeg de ketting weer vast maar met enig gepruts (ik ben tenslotte een "fietsenmaker" uit Delft) werd het verzet hanteerbaar. Het werd een echt bergtochtje met Monteggiorri, Montebello, Montemagno en nog wat Montes in de route.
Het klimmen ging naar behoren maar het dalen en het vlak rijden blijft een crime in Italië. Elk moment duikt er een kuil op, mist er een stuk asfalt, is een put wat verzakt of is de weg een beetje richting dal geschoven. De uitzichten maken echter alles goed.
06/08/07
Mijn liefde voor het lopen kent grenzen. Eén van die grenzen is om nooit 's morgens vroeg in de schoenen te stappen. Deze grens werd al ruim voor 7.00 h. overschreden om de fiets te kunnen gaan op te halen. De voordelen van heerlijk koel en rustig werden al snel duidelijk. Aan het koele kwam een eind bij het begin van de 5 km lange klim over 300 m. De ervaring dat hiervoor ongeveer 40 minuten en vele zweetdruppels staan bleek juist en zo vond ik mijn gekwetste fiets terug.
De goedkope mountain bike bleek helaas een dames model te zijn. De fietsenmaker bleef dus als enige hoop over. Na een korte diagnose mocht ik om 19.00 h. terugkomen om de patiënt weer in ontvangst te nemen. Tot mijn verrassing kon de reparatie beperkt blijven tot € 10,- voor het opnieuw afstellen van de derailleur. Kennelijk was volgens de weinig spraakzame reparateur het twaalf jaar oude vehikel geen verdere investering waard. Op de terugweg naar het hotel openbaarde zich geen problemen dus kon ik met een gerust hard denken aan de tocht van morgen.
05/08/07
Op zondag valt er niets te repareren en zo mocht ik nog roeien met het verzet dat ik nog had. De fiets peddelde gelukkig zonder problemen in de richting van de heuvels en daar ging ik op het tweede blad naar boven op naar het moment waarop het schip zou stranden. Tot mijn verrassing strandde het niet en kwam ik "en danseuse" boven in Pedona aan. Een verdere klim naar Bastianella zat er niet in want dat is zelfs op het kleinste blad stampen geblazen.
Nadat een oude man de geheimen van de afgesloten waterkraan had geopenbaard liep ik verder naar boven. Boven was het weer ongeveer 350 m afdalen over een rotsachtig bospad en dat ging snel. Beneden leerde een snelle rekensom dat terug naar boven lopen en op de fiets terug gelijk stond aan de hond in de hotelpot vinden. De oplossing was de fiets de fiets laten en de kortste weg terug nemen. Juist op tijd kwam ik terug om de maag te vullen in ruil van de volgende dag teruglopen.
04/08/07
Met het vastslaan van mijn ketting op de eerste de beste helling eindigde de voorspoed van de tweede auto-etappe van Aosta naar Viareggio. Zelfs geen files bij Genova en/of La Spezia maar wel stilstaan op een in de zon blakerende helling. Hoe ik ook trok en wurmde het ding zat vast en bleef vast. Het enige resultaat was smeer tot aan mijn ellebogen. Gelukkig delen we het vernuft van het creatief gereedschapgebruik met de mensapen. Het speuren naar iets om mee te wrikken in de aanpalende olijfgaard leverde een forse ijzeren staaf op. Daarna kwam de ketting los en bleken de grootste twee bladen met wat bijgeluiden nog bruikbaar. Gelukkig stond in de bedding van een beek nog wat water en kon het ergste smeer met de beekklei als zeep er af gescheurd worden. Het verder naar boven lopen daarna gaf tijd voor de verwerking van het onheil en de bezinning op de keuze van reparen of het kopen van de mountain bike die ik juist voor € 60 in de supermarkt had zien staan.
Het uitzicht boven bleek een verrassing in petto te hebben. Het weer was zo helder dat zelfs het eiland Capraia dat halverwege Corsica en het vaste land ligt zichtbaar was. De afdaling was naar verwachting stijl en stenig maar had geen verder onheil in petto. Na een gevecht met gelukkig een kleine hond vond ik mijn fiets weer en op het grote blad keerde ik zonder problemen naar het hotel terug. De rest was vooral de handen verder schoonboenen.
03/08/07
Met driemaal is scheepsrecht werd binnen het tijdsbestek van een maand weer zuidwaarts gekoerst. Dat recht bleek het recht op fileloos rijden te zijn en zo werd Aosta voorspoedig bereikt. Het bleek niet veranderd behalve dat het nog wat warmer en drukker was. De tijdige aankomst werd benut voor een rondje rond de vele kerken. Het aardige is dat deze allemaal gefundeerd zijn op de heidense restanten van deze, door keizer Augustus, gestichte stad. Nog aardiger is dat het erfgoed deels is blootgelegd en zelfs zonder toegangsgeld is te bezichtigen. Volgens de hotelierster werd er zelf over gesproken om de hele oude stad bloot te leggen. Haar uitdrukking "parlare e non lavore" ondergroef deze daadkracht echter duchtig. De triomfboog van keizer Augustus bewaakt het geheel al bijna 2000 jaar en kan dat zo te zien wel nog mee maken.
Het rondje werd door al het moois een opeenvolging van huppelen, in de remmen gaan, stilstaan om te fotograferen/filmen, weer opstarten en verder huppelen. De stad biedt namelijk naast al het oude namelijk ook niet te versmade doorkijkjes op de omgeving. Keizer Augustus liet de stad namelijk zo situeren dat zowel de besneeuwde toppen van het Mont Blanc massief als de bergen rond de Grand Saint Bernard zichtbaar zijn.
Achter de façades van het moderne Aosta schuilt nog de oude bouw. Dat wil zeggen met uit het riviergrind van opgetrokken muren. De oude stad is overigens verbazingwekkend groot en had alle voorzieningen behalve gas, elektra, telefoon en Internet. Het Teatro Romano is wel één van de meest imponerende bouwwerken. De restanten komen nog altijd zo'n 40 meter boven het maaiveld uit. Je ziet zo het "Brood en Spelen" voor je.
Naast het eten en drinken bracht de avond nog het vermaak van een tentoonstelling van volksvlijt uit Valdostân. Prachtige staaltjes van, vooral religieuze, huisvlijt met hout, ijzer en naaldwerk. De zegeningen van de kerk hierover is natuurlijk onontbeerlijk en die vormen tevens het startsein voor een groot volksfeest. Met al de mooie wijnen die daar verbouwd worden en het lokale eten is dat bij voorbaat al een succes. Oververhit zullen de de feestgangers echter niet raken want door de ligging koelt het 's nachts heerlijk af tot onder de 10°C.
28/07/07
De SM-Loop hield mij samen met het weer en het werk enigszins van de straat. Zelfs voor het einde van de zomervakantie welt de lust voor een winterloop bij de organisatie op. Het kan natuurlijk ook liggen aan het herfstweer dat ons momenteel ten deel valt. Het leidde in ieder geval tot het vastleggen van de hoofdlijnen zodat de SM-Loop website voor de inschrijving in de lucht kon gaan. Toch werd er tussen de buien nog gelopen. Dankzij de inspanningen voor de jeugd kon ik de Utrechtse Heuvelrug verkennen. In den vreemde lopen blijft altijd een uitdaging voor het richtingsgevoel in combinatie met de voorziene looptijd. Op de zon lopen was er dit keer niet bij maar gelukkig hield het verre geruis van de autoweg mij op het spoor. In het Limburgse kwam ik wat resten van het mijnverleden op het spoor. Het trappenpad monument is klaar en lijkt mij een mooie uitdaging voor de zaterdagtraining van Jo. Het is een goede klimtraining voor de Mergelland Marathon en met een goede gids erbij is een xxxL door het land van Rode genieten.
De verder belangstelling ging uit naar de bouw van het hotel bij Snowworld dat deze piste in de vaart der volken verder omhoog moet stuwen en de heropening van de Leermijn in de Wilhelminaberg waar de aspirant koempels vroeger mochten wennen aan het gebrek aan daglicht. Het hotel vordert maar stijgt nog niet boven de berg uit en de Leermijn was nog niet te vinden. Wel stond tot mijn verrassing de Gedachtenis Kapel open. Dit is het vroegere lijkenhuisje van de Mijn Wilhelmina dat tot een kapel is omgebouwd. In het huidige tijdsbeeld is het ondenkbaar dat een bedrijf zo'n huisje zou runnen. Vroeger hoorde ongelukken er gewoon bij
Zaterdag was het geluk met ons. Even na de start van de training werd het droog en dat hield tot het einde aan. Zondag regende het zulke pijpenstelen dat het onder de douche droger bleef. Het geluk is echter met de VUTTERS want hun is de vrijheid van trainingsplanning gegegeven.
Het Weeknieuws de activiteiten de komende weken naar Toscane. Gegeven de Internetverbinding kan de berichtgeving echter in de lucht blijven. Tussen het lopen, fietsen, strand, eten en drinken blijft er wel wat tijd over.
21/07/07
De stress schoot er bij terugkomst gelijk weer goed in. Niet de bezigheden voor de jeugd, het grasmaaien of het oogsten van het overvloedig hangend ooft waren de oorzaak. Een dringend mailtje van Jo of ik mij wel met de routevinding van de SM-Loop bezig hield was de boosdoener. Zelf drentelt hij onder mom van een trainingskamp, al bruinend een maand lang in St Tropez rond, terwijl ik mij in het zweet werk in de Alpen. Bij terugkomst moet het allemaal maar klaar zijn. Waarom een routevinding noodzakelijk is, is natuurlijk de grote vraag.
Het antwoord is dat de SM-Loop het afgelopen jaar in alle stilte een stormachtige ontwikkeling heeft doorgemaakt. Na gestart te zijn als een aardigheid onder de naam Simon Mararthon en daarna ontaardt te zijn in een heuse Sylvester Mararthon staat nu een SMU-Loop oftewel een Sado Masochistische Ultra op stapel. De tijd voor het echte lijden in loopkledij is aangebroken. Mijn droom om van de bron van de Geul naar de uitmonding in de Maas te lopen kan dankzij de inspanningen van Paul Schoonbroodt (de broer van) worden waargemaakt.
Of het toeval of telepathie is weet ik niet maar ik ontving het mailtje uitgerekend in Todtleger bij Lichtenbusch op mijn blackberry tijdens de gewraakte routevinding. In deze grensplaats tussen België en Duitsland waar de Geul ontspringt werd juist met het vinden van de bron de kroon op het werk geplaatst. Het vinden is trouwens een subjectief begrip. In het brongebied lopen namelijk vele stroompjes dus je mag het zelf bepalen. Eén ding is zeker, het wordt een mooie maar heel zware loop. De Geul is van het begin tot het eind prachtig ingebed in het landschap en daardoor alleen te volgen via sompige paden of omleidingen over pittige heuveltjes. Het wordt dus ploeteren, glijden en baggeren voor gevorderden. Hopelijk in de stromende regen, door smeltende sneeuw of met ijsgang in de Geul. Nu lag het strijdperk er echter nog bedrieglijk idyllisch bij.
De draad werd in de week met twee dagen fietsen opgepakt. Dat ging met de klimbenen zoals verwacht bijna vanzelf. Het lopen voelde wat minder goed en vooral stijfjes aan. Met wat xxL minnen werd dit voorzichtig opgepakt. In het weekend werd min of meer voluit aan de bak gegaan en dat is een understatement. Het voortschrijdende weekgemiddelde ligt alweer bij de 9:00. Het ging zaterdag overigens niet zonder problemen. Het droge beekdal dat vanaf Margraten via Bemelen naar Maastricht loopt was winters nat door de geweldige bui van vrijdag. Dat wil zeggen dat bij Bemelen even voor de triatlon getraind kon worden. Jos Brouwer had hier goed werk kunnen verrichten met het schaven aan mijn stijl. Het drijvend vermogen lijkt ondanks mijn afslanken in de bergen nog geen probleem.
Dorst, honger en vitaminegebrek zijn in dit jaargetijde geen probleem. Maagpijn wel, tenminste als je net als ik tijdens je xxxL achtereenvolgens wilde pruimen, aalbessen, bramen, kersen en morellen loopt te boomgaarden en te wallenkanten. Het betrof voor de goede orde en ter voorkoming dat Hollanders een nog slechtere naam krijgen de napluk. In mijn jonge jaren heb ik namelijk al genoeg voor de boeren uitgerend.
14/07/07 Vader-Zoon weekje
Terug van weg geweest voor het wandelen van de Tour du Mont Blanc en het lopen van de Mont Blanc Marathon gingen we ongeveer terug naar weggeweest voor een Vader-Zoon (VZ) weekje. Nu echter in het ruige gebied tussen het Mont Blanc massief en Gran Paradiso. Eigenlijk was het dus even weer en heen rijden voor de bewassing.
Tevens was het een oefening voor de reis in augustus naar Toscane ter voorbereiding op het fietsen van de ODS Classic. Het drukke leven van een pensionado valt niet mee. Toen ik echter mijn Zoon onderweg op zijn Blackberry zag worstelen met het beantwoorden van meer dan 200 e-mails berustte ik gelaten in mijn lot.
De Col de l' Entrelor behoorde tot plan B en was het alternatief voor de Col di Nivoletta (3130 m) via welke wij weer uit het dal van Valsavarenche hadden willen ontsnappen. Wij waren daar vanuit Rhêmes, met een ommetje langs Rifugio Benevolo, in de stromende regen die uiteindelijk sneeuw werd, via Col Rosset (3028 m) gekomen. Achteraf prezen wij ons gelukkig Col di Leynier niet gekozen te hebben voor de oversteek. Daar bleken anderen teruggegaan te zijn vanwege de sneeuwval. Het nemen van de Col di Nivoletta was bij het opstaan in Rifugio Savoia een te groot risico gebleken. Voor de hut (2532 m) lag al een laagje verse sneeuw terwijl de buitenthermometer -6°C aanwees bij een stormachtige wind . Dat voorspelde spoorzoeken met wind en verse sneeuw in de laaghangende bewolking bij zeker -10°C. Het alternatief was op betere tijden wachten in de hut of verderop in het dal. Een dag in en om Rifugio Savoia bivakkeren met wat baantjes trekken in het aanpalende meer zal bij mooi weer wel een leuke opties zijn maar bij kou en wind zeker niet. Dus ging het bergafwaarts.
Het bleek een goed besluit te zijn. Op de kaart leek het een saaie route maar in werkelijkheid werd het een mooie tocht met alsmaar meer zon op ons pad. In Eaux Rousses stond de l' Hostellerie du Paradis langs de Alta Via 2 en ons wel aan. Een goed bed, lekker bier en zonbeschenen ligstoelen in de tuin maakten het trekking leven gelijk een stuk draaglijker. .
's Avonds werd ik echter bijna gelyncht door de uitbater. Het prijzen van de wijn als zijnde Italiaans terwijl deze uit Valdôtain komt is een doodzonde in het nog steeds voor autonomie strijdende gebied rond de Mont Blanc van het vroegere Koninkrijk Savoy. Na een preek van wel 20 minuten met de behandeling van alle lokale wijnsoorten en de daarbij te nuttigen worst en kaas mocht ik eindelijk aan mijn glas nippen.
Oma liep op slofjes, droeg een keurig gekleed jurkje en had een handgebreid mutsje op. Met een stevige boomtak in haar hand en een dertigerjaren rugzakje om slofte zij VZ op het pad van Eaux Rousses (1666 m) naar de Col de l' Entrelor (3007 m) vriendelijk groetend voorbij. Haar opmerking dat het "dur" was sloeg beslist niet op haar kleding maar op de steile klim uit het dal. De onthutsende conclusie die uit dit voorval getrokken moest worden was dat, zelfs na het opzeulen van ca 10.000 m met 18 kg op de rug en het lopen van de Mont Blanc Marathon, mijn conditie weliswaar beter was dan die van mijn Z maar wel minder was dan die van een oude vrouw. Gelukkig zette zij ons niet helemaal voor schut. Zij ging niet de col over maar slechts even buurten bij een alpage op 2538 m aan het meer van Djouan. Wij troostten onszelf als uitvlucht met de argumenten dat zij geen 18 kg meetorste en dat zij, onder haar door de bergzon gelooide huid, zeker 10 jaar jonger was dan deze V.
De Col de l' Entrelor liep met de oude vrouw als richtpunt makkelijk aan over een redelijk gebaand pad. Zelfs het weer werkte enigszins mee. Bij de start was het zelfs korte broeken werk. Hogerop werd het koud maar de dreigende wolken produceerden gelukkig slechts wat lichte sneeuw. Op de Col de l' Entrelor bleek het duchtig te vriezen want aan de nattere daalkant hing het ijs aan de rotsen. Dat kwam slecht uit want de afdaling bleek de eerste 200 hoogtemeters een ijzig glad en steil stuk te zijn. Een andere V met twee Z-tjes liepen daar zelfs aangelijnd.
Of deze steile afdaling de reden was blijft onduidelijk maar behalve de zolen van mijn Z zijn bergschoenen gaf, vanwege een oude blessure, ook zijn knie het op. In de afdaling vonden we weliswaar een vervangend exemplaar van een gems maar die paste jammer genoeg niet.
De afdaling van 1300 m hoogtemeters werd zodoende een op twee stokken hinkelende martelgang voor hem. In deze nood werd plan C geboren. Dat wil zeggen de volgende dag mocht V zichzelf uitlaten voor een wandeltocht naar het eind van het dal om de auto op te halen. Daarna zou bij goed weer worden therapeutisch voor de knie worden gerust in een bergweide. Aansluitend zou een bezoek aan Aosta gebracht worden en zo geschiedde het.
De volgende morgen bleek het zomer te zijn geworden. Het zonder bepakking ophalen van de auto werd een pleziergang door het dal omhoog. De aansluitende bergwei therapie pakte zodoende niet alleen goed uit voor mijn Z zijn knie maar ook voor ons beider huidskleur. Helaas echter niet voor de rest van mijn tere gestel. Het stralende weer had vele insecten weer snel uit de koude dood doen herrijzen. Dat gold ook voor de wesp die in mijn, voor het zonnebaden uitgetrokken, shirt was gekropen. Bij het weer aankleden werd ik door dit vliegend tuig lafhartig vijfmaal in de rug gestoken. De in de loop der jaren ontwikkelde wespensteekallergie kwam direct op volle toeren en snoerde mij de keel deels dicht. Nog een paar van die steken en ik ben gestrot door vliesvleugeligen. Aosta passeren wij op weg naar het zonnige zuiden letterlijk al vele jaren. Dat bleek, nader bezien, een grote fout. Met name het centrum binnen de nog gedeeltelijk overeind staande Romeinse muren is één groot openlucht museum. Porta Praetoria, Teatro Romano, Arco d'Augusto en Foro Romano e Cryptoportico waren boeiende ontdekkingen. Maar ook onderweg waren de Ponte Introd en het koninklijk jachtslot in Sarre blikvangers voor het oog en de lens.
In Palud aan de voet van de Monte Bianco werd de Vader-Zoon week in stijl afgesloten via een retourtje met de Funivie Monte Bianco. Waarom immers naar boven lopen als het ook met de lift kan.
Als bonus op de liftkaart was de toegang tot de Alpentuin bovendien gratis en dat gaf een mooie uitbreiding aan mijn fotoverzameling. Waarom ook bloemen in onherbergzame streken zoeken als ze voor je neus zijn geplant. In die lijn hebben wij ook het zelf koken verworpen want waarom Hollandse pot eten als er een Cuisine Valdôtain bestaat met uitzicht op de Mont Blanc..
Op de laatste dag van de de TMB kregen we vanaf de Col de Balme een goed zicht op de arena van de MBM. Nog onbewust van de dingen die komen gingen liepen we kinderlijk eenvoudig af wat wij twee keer moesten oplopen. Achteraf is het de vraag of het wel verstandig is om 10 dagen voor een bergmarathon met 18 kg op je rug in de bergen te gaan rondsjouwen. De 2 minuten langzamer dan vorig jaar lijken te duiden op nee als antwoord. Een andere mogelijkheid is echter dat deze duchtige voorbereiding de sleet van één jaar heeft gecompenseerd. De omstandigheid dat Leny met deze voorbereiding juist beter heeft gepresteerd ondersteunt de compensatie theorie. Kennelijk kan ik, ondanks alle trainingsinspanningen, de sleet niet voorblijven. De troost is dat ik temidden van mijn leeftijdsgenoten nog enigszins kan meekomen.
Bij het afhalen van de startnummers bleken de leerlingen van een Parijse school voor osteopathie praktijkoefeningen te doen. Een frêle en uiteraard charmante Parisiènne, die net zo goed Engels sprak als ik Frans, nam mij als oefenstof door middels verschillende houtgrepen. Het resultaat was boven verwachting. Ik kon weer bijna pijnvrij in gesterkte pas gaan en een half uurtje na de start was er geen vuiltje meer aan de lucht.
De marathon werd nu voor het 4e jaar georganiseerd en liep voor het 3e jaar via het duivelse parcours over Les Possettes. Samen met het 18 maal lopen van de cross kan ik het parcours niet alleen dromen maar weet ook wanneer ik waar moet zijn. Tot en met de afdaling van Les Possettes ging het volgens schema. Niet te wild van start in het begin, naar de Col des Mottets en in de afdaling naar Vallorcine gestaag doorstomen en in de klim naar Les Possettes vol aan de bak. De halve marathon werd ongeveer in de zelfde tijd als vorig jaar gerond en in de halsbrekende afdaling van Les Possettes won ik zelfs wat tijd. In Le Tour/Montroc kreeg ik na 4:15 even een klap van de man met de hamer. Echter de gedachte dat ik zelfs met ontspannen doorkuieren binnen de limiet zou blijven gaf rust.
De verversingspost bij La Boerne hielp mij met wat eten en drinken over de klap heen. Na het temperen van mijn licht oververhitte kop in de waterbak werd pianissimo aan het laatste stuk begonnen. Met name de klim over de zwarte piste omhoog naar La Flegère en de laatste 2 km voor de finish naar Plan Praz zijn namelijk scherprechters. Het is bijna niet voor te stellen maar 20 minuten op 2 km zijn zomaar verloren als een tandje teveel is bijgezet. Bij La Flegère ben ik even rustig op een stoel gaan zitten om te drinken, wat vruchten te verorberen en van het uitzicht op de Mont Blanc te genieten. Achteraf gezien allemaal tijdverlies. Leny verspeelde daar de hoogste podiumplaats door aan het fotograferen te slaan en ik liet daar mijn tijd boven de 7:00 oplopen.
Op de laatste km's heb ik niets laten liggen. Het gesjouw met de rugzak leverde daar het verwachte rendement op. Na de finish ging de vermoeidheid snel over in grote tevredenheid. Op zaterdag stierf ik namelijk nog van de rugpijn en zag het bijna niet zitten. Een misstap op een steen die 20 cm lager bleek te liggen dan mijn staaroogjes zagen en het wegzwikken van mijn hak in een stalen regengoot had mij veranderd in een strompelende grijsaard
Ik had Leny (onuitgesproken) een kans gegeven om in de prijzen te vallen. De leeftijdsklassen bij de dames zijn echter net zo dwaas als bij de heren. Als 65 plusser te moeten lopen in de 55 plus klasse is bepaald achterstelling van ouderen. Toch lukte het haar zonder het overigens in de gaten te hebben om de derde plaats te halen. Slechts onze nieuwsgierigheid naar haar gelopen tijd deed ons bij de prijsuitreiking belanden. De enveloppe met de € 200 hebben we aan een met champagne besprenkeld feestmaal besteed. Geld maakt immers toch niet gelukkig. De prijsuitreiking vond plaats in de laatste stuiptrekkingen van de zonneschijn die de MBM had overgoten. Dat was al een wonder op zich. Na 10 dagen wisselvallig en relatief koel weer was het uitgerekend de dag van de loop zomers met 29°C in het dal. Al met al bespaarde het meelopen dus de kosten van een UV bad in zo'n glazen kist. De rest is natuurlijk drinken, drinken, drinken van, bij voorkeur, pullen met heerlijk helder koel bier en lekker zout eten. Ook dat lukte en wat wil een loper nog meer
Voor, tijdens en na de loop kwamen we nog wat bekende gezichten van de vorige edities tegen waaronder Hans Kleinekoort. Bij een verdere kennismaking bleek dat hij er 10 jaar jonger dan ik uitziet maar in werkelijkheid 3 jaar ouder is. Daarbij heeft hij naar schatting zeker 60 marathons meer dan ik op zijn conto. Dat geeft aan dat je zelfs als pensionado nog een broekje kan zijn en dat er altijd ruimte voor verbetering is. Verder maakten we kennis met Bas Mullekes die uitzag naar het lopen van de SM-Loop en de bijbehorende kennismaking met het maagdenduo Jo en Simon. Terwijl ik dacht dat hij met mijn naam in de 3e naamval jokerde kwam na de loop de aap uit de mouw met zijn opmerking: " ben jijzelf soms Simon Blok". De SM-Loop was sowieso een item tijdens de MBM want ik trof nog twee lopers onderweg die heilig van plan waren te komen. Het bekendste gezicht was echter van de inmiddels 73 jarige Ben Jansen die vol verve de 1/2 marathon liep. Hij was niet alleen geen dag ouder geworden sinds de jaren geleden maar hij had ook zo getraind dat hij de gestalte van een jonge God had aangenomen. Dat hij tegenwoordig als God in Frankrijk leeft zal daarmee wel samenhangen.
De enige dissonant van de MBM was het onvindbaar zijn van mijn kledingzak na de loop. Gelukkig wist ik aan wie ik deze beneden had afgegeven en hij herinnerde zich mij vanwege het praatje dat ik in mijn Frans "comme une vache espagnol" met hem gemaakt had. Uiteindelijk werd mijn geval aan de inmiddels voltallig te hoop gelopen kledingcommissie voorgelegd. Het bleek dat de reddingsdienst had doorgegeven dat iemand met mijn nummer met de reddingshelikopter naar het dal gevlogen was. Uit de stapel uitvallers kwam toen snel mijn zak te voorschijn.
Het is niet bewijzen maar mijn filmpje "Reddingsdiensten Chamonix" moet dit gebeuren teweeg hebben gebracht. Tussen de Kledingcommissie en mij is het helemaal goed gekomen. De herkenning als Cross en MBM veteraan gaf veel erkenning. Zeker als je uit de lage landen komt.