27/6/04
Na 6 uur en 37 minuten kwam ik, naar omstandigheden nog redelijk fit en beslist nog helder van geest, bij de Mont Blanc Marathon over de finish. Hiermee waren de 42,195 km lopen, 2240 m klimmen en 1190 m dalen over voor 16% begaanbare wegen, 52% skipistes en 32% bergpaden onder de loopschoentjes door gegaan. In de laatste meters werd ik namens de groep opgevangen door een zichtbaar opgeluchte Leny en een zeer positief verraste Herbert. De verrassing was dat ik minder dan 20 minuten achter de toch zo veel jongere en nog meer getalenteerde Karel binnen kwam.
Dit terwijl de algemene, maar voor mij verborgen gehouden, verwachting was dat ik de limiet van 8 h. niet zou halen. Het gegeven dat ik in de warme Drenthe Marathon zo had moeten inleveren lag daaraan ten grondslag maar daarbij was vergeten dat, behalve Harry, niemand dit aan eigen ervaring kon toetsen.
Eindelijk dus gerechtigheid voor mijn, op basis van ervaring,gepredikte stelling dat de lange duurlopen en niet de interval trainingen op de Limburgse molshopen het geheim van een goede voorbereiding zijn. Dit bleek ook nog eens uit de halve marathontijden die, ondanks het kortere parkoers ten opzichte van de voorgaande jaren, voor de meeste tegenvallend waren. Alleen de Schoonebeekse autochtone hunebed Harry en de sinds kort allochtone Schoonebeekse hunebed Herbert waren boven zichzelf uitgestegen. Natuurlijk kwam eerst het Groot Lopers Smoezenboek uit de kast. Ziek, zwak, misselijk, ander parkoers, te steile klimmen e.d. waren de de bekende thema`s die eerst besproken moesten worden voordat de euforie van "ik heb het gehaald" uit de kast kon komen.
Uiteindelijk kon, na dit rouwproces om wat er eigenlijk had ingezeten, het collectieve geluk, met de deels in de wolken verborgen Mont Blanc als decor, in de groepsfoto worden vastgelegd. NB:
De komst naar de start om 7.00 h. was goed getimed. Inlopen voor dit soort lopen is pure onzin, dat doe je onderweg wel. Het eerste deel was bijna te koel voor de singlet maar de gemene knip bij Le Lavancher loste dat snel op. Het parkoers was iets verlegd maar de doorkomstplaatsen waren hetzelfde zodat ik goed kon timen hoe het liep en het liep best goed. In Argentière stak Leny mij nog een hart onder de riem zodat Montroc fluitend werd gehaald. Intussen was ik van mijn traditionele laatste plaats bij de start goed vooruit geschoven. In mijn veld klom ik met de besten mee en in de afdaling was ik dank zij de vroegere lessen van Frans Wagemans niet te kloppen.
Na Montroc kwam het nieuwe deel van het parkoers met de vlakke klim naar de Col des Montets en de afdaling door de alpages naar Vallorcine. Daarna werd het bloedserieus met de beklimming van de Col des Possettes. Een hoogteverschil van meer dan 700 hoogtemeters is niet om mee te spotten. Hier stelde ik de loop zeker door dit karwei in iets meer dan een uur te klaren. In de klim werd ik uiteindelijk maar door één man voorbijgestre fd maar die klopte ik later op de meet. Intussen was in het begin van de klim de halve marathon in 2 h. 42 min. geklaard maar het laatste stuk van af Montroc kennende wist ik dat er nog wat te wachten stond.
De afdaling voor 500 hoogtemeter over de skipiste naar Montroc was een ervaring apart. Eerst zwabberde de stijgbenen nog onwennig onder het willige lijf maar daarna kwam er weer enig ritme in het gestel. Echt lekker lopen werd het echter niet want de klappen in de rug op de erg steile stukken en het zigzaggend springen op de rotsige en hobbelige piste ontregelde de motoriek voortdurend. Per saldo ging het dalen natuurlijk wel sneller dan het klimmen maar je gaat er evenzeer aan stuk.
Na de tweede doorkomst in Montroc en praktisch 4 h. na de start kwam ik weer op bekend terrein en wist dat ik niet alleen ruim binnen de limiet liep maar ook zeker rond de 6,5 h. zou gaan lopen. Het redelijk vlakke stuk tussen Montroc en de duivelse klim naar La Flegère kon ik niet jammer genoeg niet goed benutten. De krachten waren er wel maar de lichaamsbalans kon de hindernissen op het smalle bergpad onvoldoende verwerken om de gewenste snelheid te halen. Mijn concentratie was echter wel voldoende zoals de fotograaf zo treffend vereeuwigde. In de klim naar La Flegère werd het een inhaalrace. op basis van het duurvermogen. Boven verkondigde een debuterende optimist dat de laatste 5 km in een half uur te klaren zou zijn. Het zeker een uur dat ik hem voorspelde riep zichtbare verdenkingen van dementie bij hem op maar die zullen intussen wel weg zijn want ik heb hem licht stervend op de laatste kilometer achter mij gelaten.
Maar ook ik was er nog niet van af. Na honderd duizenden keren stenen en boomwortels te hebben ontweken, lag ik plots met mijn kin plat op moeder aarde. Gelukkig bleef het bij wat schaafwonden die een charmante Franse dame bij de eerstvolgende drankpost liefdevol met water schoon depte. In mijn beste Frans heb ik haar bedankt door haar Sacre Soeur te noemen waarna ik met een stralende glimlach werd heen gestuurd.
De laatste kilometers brachten nog een verrassende parkoerswijziging. In plaats van het klimmend traverseren van de laatste hellingen werden we nog even naar beneden gevoerd hetgeen resulteerde in een steile klim van 200 hoogtemeters naar de finish. De laatste 1,295 km verging dan ook in 13 min. Met nog acht 60+ knarren voor mij werd ik negende in mijn klasse. De (virtuele) bezemwagen heb ik niet gezien want achter mij is het nog een tijdje redelijk druk gebleven.
De rest is drinken en drinken om het lichaamsvocht weer op pijl te brengen en later een hartige hap ter aanvulling van de lichaamszouten. De verjaardag van Kamal, zijn 10e deelname in Chamonix en het heugelijk feit dat hij de koe op het parkoers was voorgebleven vormden natuurlijk een prima gelegenheid hiervoor. De mazzel van Oranje tegen Zweden heb ik niet meer meegemaakt. Ik weet niet waarvan maar ik was toch een beetje moe geworden. gelukkig slaap ik altijd als een Blok en dat is meegenomen.
12/6/04
Het voortschrijdend weekresultaat "kon minder" zoals men in Drenthe pleegt te zeggen. Daarmee bedoelt men goed maar op dat softe woord krijgt een rechtgeaarde, dus steenharde, Hunebedbouwer niet over zijn lippen. Toch mag dat van 9 h. 38 min. lopen en 240 km fietsen best gezegd worden. Als je de stortbuien meerekent die ik op mijn kop heb gekregen dan ben ik nu geheel klaar voor de triatlon. Zaterdag stond de eerste uitgave van de DSM Fietstocht van het Noorden op het programma. De Noordelijke vestigingen (Groningen, Emmen, Schoonebeek, Meppen en Zwolle) zijn gekende deelnemers van de DSM Classic maar aan een eigen tocht ontbrak het deze hartstochtelijke doortrappers nog. Dat kon dus eigenlijk niet en met Harm Noppers uit Schoonebeek als initiatiefnemer werd de opzet bedacht om bij toerbeurt in de omgeving van een vestiging te rijden en, hoe kan het anders, Emmen beet graag de spits af.
De voortekenen waren niet bepaald gunstig want toen ik wakker werd goot het bakken uit de hemel bij zo'n 13º. Ik kreeg al visioenen van 110 km door de kou in een gedurig neerplenzende regen. Bij het lopen deert dat niet maar bij het fietsen slaat het "Raynaud's Fenomeen" oftewel de "Dode Vingerstjes" toe. Dat je niets meer voelt deert niet maar het remmen en schakelen lijdt er ernstig onder. Op weg naar de start klaarde het gelukkig wat op en zo kon bij de start de winterkleding toch nog uit. Voor de 110 km stond een keurkorps van Noordelijke tempobeulen klaar om regen en wind te trotseren. Na het "startschot" door Bernard van Schaik, BGD DSM PP, werden wij uitgezwaaid door de organisator, de DSM Emmen OR Voorzitter, Bert Veenstra. Waarbij hij toezegde volgend jaar mee te zullen fietsen!
Ik verbleekte met mijn schamele 200 km van dit jaar toen ik hoorde dat sommigen al 3000 km in de benen hadden. Gelukkig compenseerde de conditie en het rijden in een peloton veel. Dat laatste was even wennen want normaal trap ik altijd solo tegen de Limburgse heuveltjes op want dat moet je, peloton of niet, echt alleen doen. In de groep kreeg ik al snel geleerd dat je geen gat mocht laten vallen dan wel dat gaten vol op de pedalen dichtgereden moesten worden.
De eerste lekke band in het peloton kwam bij Buinen vrijwel gelijk met de eerste forse plensbui. Toch was het een mooi moment want het bleek dat paarden naast haver ook dol zijn op binnenbanden. Met een paardenfluisteraar en enig kruip en sluip door onder het schrikdraad en achter het paard kwam het goed.Daarna hield het weer zich een tijdje goed en was het ontspannen rijden door de Drentse bossen en velden met af en toe een dorpje. Bij Rolde werden we gevoed met een lunchpakker en bleef ik mij verbazen over het eten dat fietsers doen. Hoe dat energetisch zit weet ik niet want lopers kunnen zonder eten terwijl zij meer verbranden en van honger onder het fietsen heb ik tot nu toe niets niets gemerkt.
De iets langere 2e helft trapte verder met de wind half of heel mee vlotjes weg. Uitgerekend in de omgeving van Sleen, niet zo ver voor het einde, begon het weer te plenzen. Gelukkig werd even geschuild want ik was daar donderdag j.l. al bijna letterlijk van de straten af gehageld en geregend tijdens een xxL loop en op meer nattigheid zat ik niet echt te wachten. Maar schuilen heeft zo zijn bezwaren want je koelt goed af. Johan (Pantani) Akker leverde hiervoor het bewijs want hij blies letterlijk stoom af in de koude lucht. De laatste 5 km ontketende de groep en werd het een verlengde sprint door de toenemende regen voor wie het eerst onder de douche kon. Eenmaal in het clubhuis begon het te stortregenen en dat maakte de warme koffie en het koude buffet extra lekker.
De tocht werd afgesloten met het bedanken van onze meerijdende starter Bernard van Schaik,onze immer vrolijke begeleidster Anita Lambers en Bert Veenstra die het, samen met Gerrie Lambers, de man van, zo voortreffelijk had georganiseerd.
Gelukkig mocht ik behalve met de groep ook nog op de foto van de oudste en jongste deelnemer. Dit was, hoe kan het ook anders Jorg Wendker, de zoon van Harry (2:59;59) het enige DSM RT lid dat het aandurfde om met mij de marathon in Klazienaveen te lopen maar iets eerder dan ik binnen kwam. Met de laatste kilometers terugrijden naar mijn Emmense huis kwam de teller op 120 km te staan. Onder de kokend hete douche verrezen mijn vinger weer uit de dood en op de terugweg naar Limburg was het goed rusten voor de benen.
Zondag werd de hoop op beter weer aanvankelijk de bodem in geslagen. Pas in de middag werd het droog en kreeg ik het gevoel dat er nog iets aan lopen gedaan moest worden. De benen voelde goed en lopen na fietsen moet spiertechnisch kunnen. Het kon wel maar het liep het eerste uur met vierkante wielen. Gelukkig was er voldoende afleiding onderweg om met het argument van een foto maken het vooruit bewegen te onderbreken. Na het stil vallen snapte ik onder andere hijgend deze kunstenares met haar voorbeeld. De kleuren waren mooi maar zij zal het impressionisme wel aanhangen want ik zag een ernstige verschil tussen tussen de fictie van het doek en de werkelijkheid. Gaandeweg ging het gelukkig beter en na wat in de wilde variant van de meikers te hebben gehangen en zo de suikers te hebben aangevuld "kon het minder". Uiteindelijk werd het nog 2 h. 47 min. en dat was best goed, vond ik zelf. Nog even een paar dagen doorharken en dan is de vorm voor de Mont Blanc Marathon wel o.k.
5/6/04
Klaziena haar veen gaf geen naweeën. Tot mijn verassing was ik nauwelijks stijf geworden van de uitputtingsslag. 's Maandags kon ik al weer 1,5 h. lopen en 's dinsdags maakte ik de Wilhelminaberg alweer onveilig. Een bewijs dat de laatste ronde op het juiste (lage) tempo zonder verzuring was gelopen. In de namiddagzon lag de skibaan op de helling er als een onoverwinnelijk slagschip bij. Maar hij werd langs de steile achterkant toch genomen. Deze kuitenbijter zat ook in het parkoers van het Nederlands Bergloop Kampioenschap en ik kan mij het oplopen van de 6e keer na 1100 m klimmen nog zeer levendig herinneren.
Het uitzicht op de bult van 240 m hoog blijft altijd imponerend want deze biedt een panoramaview van 360º. In het westen is de Maasvallei met de Belgische Waterschei en de mijnsteenbergen bij Genk te zien, in het oosten liggen de mijnsteenbergen bij Alsdorf kolenzwart te glimmen en in het zuiden tekenen de Eifel en Hoge Venen zich donkergroen tegen de horizon af. Maar nu trok het Pink Pop terrein de aandacht. Voor het volgen daarvan is het uitzicht vanaf de berg weliswaar prima maar het geluid is verwaaid, dus slecht, voorzover je het geluid van dit soort muziek sowieso niet al slecht vindt. Het was echter de day after dus was het opruimen geblazen op het terrein maar ook op de berg. Deze leek op een aantal hellingen eerder een vuilnisbelt dan een tot natuurgebied gemaakte mijnsteenberg.
Na nog een rondje van 1,5 h. op donderdag rond en op de Hondsrug van 28 m hoog brak de zaterdag aan voor de xxxL loop ter voorbereiding op de Mont Blanc Marathon. Na een voorronde van de Cross en Marathon helden werden om tien uur de verdere meelopers opgehaald, Daar kondigde Yuri zijn vertrek naar NY aan waar vanuit hij Noord en Midden Amerka voor DSM gaat bestrijken. Jammer dat hij niet meer mee kan lopen maar elk nadeel heeft zijn voordeel want voor de NY Marathon hebben wij nu een verbindingsman in Amerika zitten, hetgeen werd onderstreept met het aanbieden van een speciaal T-shirt. Het gaat je goed Yuri!
Na deze ceremonie ging het verder met de xxxL met Piet als spoorzoeker in het Vogeltjesbos. Helaas bleef hij daar maar ronddwalen in het struweel en dus besloot ik mij aan zijn voor(t)gangerschap te onttrekken voor een eigen route. Voor mij betekent een duurloop een afstand overbruggen en verder heb ik de genen van Oermoeder Eve in mij. Ooit verliet zij het oerwoud om op de savannah rechtop te kunnen gaan lopen en van haar heb ik de afkeer geërfd om lang in een donker, somber en nat bos gebogen onder takken door te moeten lopen. Eenmaal uit het bos brak de zon door en werd het een aangenaam toertje met prachtige uitzichten langs eerst de bermen en beemden bij Berg en Bemelen en toen de hoogvlakte bij Gasthuis en Wolfshuis. Daar vond ik op een stille landweg bijna mijn Waterloo. Niet door het lopen maar door een peloton quads die mij tot twee keer toe de blubber in brulde met hun motoren. Het zal wel leuk zijn om op die dingen te rijden maar je moet er aanleg voor hebben om dat echt te begrijpen.
Maar ook het micro gebeuren was de moeite waard. De bermen staan op sommige plaatsen klaar voor het palet van Vincent van Gogh.
Verder kruiste ook het groot wild mijn pad.Ik kreeg eerlijk gezegd wat honger bij het zien van deze soortgenoot want de tijd was voortgeschreden en een duurloop is een echte vetverbrander, zeker bij de slakkengang die ik heb.
Na 3 h. 24 min. was ik weer bij de auto terug en nog niet echt moe. Op zich een goed teken want de Cross du Mont Blanc is te vergelijken met een loopje van ca 35 km. en de Mont Blanc Marathon met een ommetje van 65 km. Voor de eerste is dus een (bijna) marathonvorm nodig dus een duchtige duurconditie en voor de tweede zijn ultraloop kwaliteiten vereist. Ondanks de ervaring van vorig jaar en Glons knijp ik toch de billen wat samen voor de MBM van dit jaar.
Zondag werd onder een steeds zonniger wordende hemel met een loopje van 2 h. 26 min. het voortschrijdend weekgemiddelde op 10 h. 06 min. gebracht. De doelstelling van de zwaarste duurloop in de week -3 is dus volledig geslaagd. Op basis van de vuistregel dat het maximale van 2 dagen training na het nemen van rust het maximale van de wedstrijd is, ben ik wel klaar voor een zes uur loop. De Mont Blanc Marathon vraagt helaas nog wat meer maar dat moet er dan maar op karakter bij gedieseld worden. Deze foto vanaf de refuge La Balme heb ik in iedergeval boven mijn bed gehangen.Het liep overigens na de duurloop van gisteren bijzonder goed, ondanks de plotselinge warmte in het heuvelland.
Deze temperatuurstijging was echter wel goed want dat kan in Chamonix een extra handicap worden. Voor het zelfde geld wordt het daar worstelen in de sneeuw. Deze muizenissen hebben mij onderweg echter niet geplaagd. Het heuvelland is in dit jaargetijde van groei en bloei extra mooi en zelfs de spinnetjes dragen met hun kunstwerken daaraan bij.
Morgen een rustdag en dat betekent fietsen. Komende zaterdag moet in Drenthe 100 km langs de hunebedden route getrapt worden en dat is ongeveer evenveel als ik dit jaar al gefietst heb. Conditioneel zal het wel gaan maar ik vrees de zadelpijn want veel lopen is gelijk aan weinig zitvlees.
Maandag gaf als rustdag weinig rust. Het weer was prachtig en het onkruid stond hoog. Na een strijd van enkele uren tegen de brandnetels tussen de bodembedekkers op de helling die mijn voortuin is was ik her en der rood van de combinatie brandnetelbrand en de zon. Ooit heb ik een tuinderzoon horen verzuchten dat zijn werk bestond uit "kop in de grond en kont in de zon" en dat ben ik blijven begrijpen. Hoog tijd dus om de kop in het zonnetje te zetten en dus op de fiets. Vlak rijden is lastig in Limburg maar na een paar klimmetjes kan ik bij Valkenburg de Geul afzakken en langs de boorden van de Maas gaan pedaleren langs de route van de Maasmarathon. Zo werd het een mooi rondje Heerlen, Valkenburg, Amby, Keer, Oost Maarland, Eijsden, Lixhe, Lanaye, Maastricht en weer terug naar Heerlen. In Eijsden werd ik door een bevallige dame passend op de foto gezet voor het kasteel aldaar. Tijdens de marathon was ik daar niet aan toe gekomen. Al met al keerde ik na 80 km met een gebronsde kop weer terug. De 100 km Hunebeddentocht van zaterdag a.s. zit er wel in, denk ik.
29/5/04
Het leuke van de Marathon van Klazienaveen is dat het hele dorp op stelten staat en dat maak de rondjes en lusjes door het dorp tot een vermakelijkheid voor de lopers omdat het dorp zich zo vermaakt met de lopers.
De stoeltjes in de tuin, de chips op tafel, het volle kratje bier rechts, het lege links, de geluidsinstallatie buiten, de tuinsproeier aan en klaar is het dorp voor zo'n kleine vijf uren feesten rond de bewegende beelden of beter gezegd soms zwevende beelden (Jogger Jo Schoonbroodt on the move) op straat.
Het negatieve, buiten het lopen zelf, is het helse parkoers in Klazienaveen. Vier ronden zijn sowieso altijd al een aanslag op de geestesgesteldheid maar als zij bestaan uit rechte stukken dan vreten zij aan de moraal. En dan nog wat voor rechte stukken. Twee bestaan uit een eindeloos stuk asfaltweg in de zon door het veen en één stuk gaat door het bos. Helaas ligt die bosweg ook volop in de zon maar ligt wel door de veenwallen goed beschut tegen de wind. Hierdoor kunnen de aanpalende slootjes hun stoom goed afblazen. Omdat het weer altijd goed is, betekent de marathon blakeren op het asfalt en opgeblazen worden in het bos. De lusjes door het feestende dorp en de uitstekende verzorging zijn echter de troost.
De balans van dit geheel slaat door ten gunste van deelname aan het evenement maar natuurlijk geeft de sponsoring van DSM Emmen een extra duwtje tot deelname. Dus zo stonden we blijmoedige met het team op de (incomplete) groepsfoto voor de start.
Na een dag of tien met een verkoudheid geworsteld te hebben keek ik met gemengde gevoelens tegen het geheel aan. De voorafgaande dag had ik,verlost van het gesnotter en gesnuif, wat gefietst en dat was de enige trainingsdaad sinds twee weken. Onzekerheid dus troef maar de smaak van de pudding zit in het eten, dus gewoon kijken hoe ver de polsstok reikt was het motto.
De eerste twee ronden liep het best goed met een eindtijd zo rond de vier uur. In de derde ronde begon het verval maar tot de 32 km liep ik nog ruim sneller dan 4 weken geleden. De dag ervoor had ik tijdens het fietsen het rondje verkend en geconstateerd dat het ondanks de temperatuur van 18ºC behoorlijk warm was. Nu was het dicht bij de 25ºC en gewoon bloedwarm.
De laatste ronde ging ik dus door de knieën. Het loopwerk ging nog wel maar de motor raakte overbelast. Gelukkig kan een hart niet harder dan hard en via de verminderde zuurstof toevoer gaan de beentjes vanzelf trager over de eindeloze weg.
Gelukkig ken ik het fenomeen en niet gehinderd tot de dwang van PR's ben ik rustig verder gesukkeld om niet te verzuren door zuurstof tekort. De laatste drie rechte stukken waren echter lang en de bezemwagen was zeer nabij. Toch was ik niet de laatste want op het 40 km punt liep ik nog een loper voorbij maar die deed jammer genoeg zijn nummer af. Al met al een mooie ervaring om als laatste te eindigen maar ik heb mij getroost door virtueel de uitstappers achter mij te zien en dat waren er toch nog wat. Dank zij het "water en spons" rijden van Leny, de al zwaar alcoholische aanmoedigingen langs de kant en de opvang aan het eind van Jo en Jos kwam ik uiteindelijk toch nog in goede doen over de finish.
De Chinees naar afloop is door gebrek aan honger door de nadorst aan mij voorbij gegaan maar de stemming van het team was uitstekend. Jo Schoonbroodt 1e HM 50+, Jean 2e HM 40+, Harrie Wendker 3e MH en 1 sec. onder de 3h. en Michel Cos 4e 10 km Sen. mag een goed resultaat heten. Maar de eigenlijke winnaar waren natuurlijk de debutanten dit jaar.
22/5/04
Het aantal vrije dagen rond de Hemelvaart is altijd verheugend en zeker als die in de op één na laatste week voor de marathon van Klazienaveen vallen. Op deze marathon ligt voor mij een grote druk want het is immers een halve thuiswedstrijd met een keur van collega's aan de kant. Nu zijn dit natuurlijk de beste stuurlui en dus is mij te kennen gegeven dat het aan de kant blijven staan met een blessure of afhaken vanwege een ongesteldheid niet acceptabel is. In de afgelopen week moesten dus de puntjes op de i gezet worden en dus stond veel lopen en fietsen op het programma.
Het is of de duvel er mee speelt maar afgelopen dinsdag begonnen naalden in mijn keel te steken en werd ik na velen jaren toch eens verkouden. De volgorde naalden, hoesten, proesten, loopneus, tranen met het rochelen was wat uit het geheugen verdwenen maar dat kwam snel weer terug. Dus is er geen nieuws anders dan deze animatie.
¡AAATTTCHISSS...!
De emotie slaat op het wel of niet op tijd van de verkoudheid af zullen zijn. De ervaring heeft mij geleerd om niet met een verkoudheid te lopen want het kostte mij ooit een longontsteking. De intuïtie zegt dat het achteraf wel weer mee zal vallen. Het vooroordeel betreft de wedstrijd want die zal ook zonder mij een succes worden.
Het was deze week een uiterst dynamisch gebeuren op het sociale en sportieve vlak. Ik was voor het jaarlijkse uitje met de Ondernemingsraad in Amsterdam op stap en mocht in mijn rol als Bestuurder van de onderneming de medezeggenschappers als captain rondvliegen in een echte Boeing 747-400 van de KLM die eigenlijk Air France is. 's Avonds stond als sociaal cultureel onderdeel een rondleiding door het "red light district" van Amsterdam op het programma. Dit met het doel om onder deskundige leiding kennis te nemen van de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van het oudste beroep van de wereld.Ik vermoed dat de Gemeente Amsterdam dit allemaal in scène zet want het is één groot toeristisch circus van mensen die kwamen kijken naar hoe het vroeger geweest moest zijn. Het geheel is namelijk tot in de puntjes gladjes georganiseerd en uiterst streng gereglementeerd.
Er is zelfs een hot spot waar je zelf achter de ramen kan gaan zitten om te ervaren wat het is. Natuurlijk gebeurde dat onder het kritische oog van de OR Voorzitter.
De andere morgen ben ik gaan hardlopen in de zelfde omgeving om de "morning after" te ervaren. Van een schoonmaker mocht ik nu echt het pand betreden. Bent u hier nooit geweest was zijn verbaasde vraag. De Arbeidsinspectie moet daar veel langskomen want behalve een smerige parfumlucht was het een goed gekuiste werkplek.
Als andere uiterste stond een bezoek aan het Amsterdamse diamanthuis Gassan op het programma, Hier werd het slijpen tot briljanten in alle facetten uitgelegd. De "perfect river" hier op de foto kostte slechts € 80.000. Desgevraagd verklaarde de slijper in ieder geval te weinig te verdien maar dat kan dubbel opgevat worden.
Terug in hunebeddenland wachtte mij de gepensioneerden. Ruim 200 "oudjes" waarvan de helft jonger was dan ik gingen lekker uit hun dak bij entertainment en het ophalen van de vele herinneringen. Het was dus tegen twaalven toen ik de terugreis aanvaarde met als lifter de voetbalcoach van het bedrijfsteam. Dit speelde zaterdag in het DSM voetbaltoernooi.
Het bed zag ik tegen half vier maar de morgenstond heeft goud in de mond en zeker als de zaterdaggroep wacht mag je niet verstek laten gaan. Dit werd een teleurstelling. Daar waar het uitgangspunt altijd het gezamenlijk lopen is, bleek dat nu ineens anders. Ik werd gewaar dat ik in een apart groepje moest gaan lopen omdat een aantal plots bedacht hadden dat zij nog voor de halve marathon in Chamonix van over zes weken moesten gaan trainen. Ik ben dus goed gemutst maar solo gaan lopen want ingedeeld worden in groepjes is niet aan mij besteed.
Rond het zonnige plateau van Schimmert struinde ik zo bijna 2,5 h rond na de bijna 2 h van vrijdag. Of de Beuseberg, de Wijngaardsberg en driemaal de Raarberg ook nog een heuveltraining inhielden dat laat ik maar aan de deskundigen over. Zaterdagmiddag wachtte het DSM Voetbaltoernooi waarin mijn hunebedjes steengoed voetbalden als resultaat van een totale niet onthouding van de voorgaande avond.
Slechts de finale werd in een bloedstollende wedstrijd verloren van nota bene onze eigen grondstofleverancier Caprolactam. Zo mocht het gebeuren dat ik als prijzen uitreikende DSM Official de 2e prijs kon uitreiken aan de eigen ploeg.
Zondag was de pret nog niet op. De 1e ODS Loop die ik als raadgever van de organisatie had mee helpen opzetten stond op het programma. Het goede weer, de opkomst van ruim honderd lopers, de goede accommodatie van GTR, het mooie, uitdagend parcours en de perfecte organisatie maakte de eersteling tot een succes. Ook hier bevocht een (allochtoon) hunebedje een 2e plaats want ik liep een goede wedstrijd 60+ wedstrijd, ondanks de intensieve training van de voorgaande dagen. Daarmee was de pret nog niet op want ook Anne, Oda, Huub, Jo, Paul en nog eens het hele team viel in de prijzen.
Over het tuinwerk op zondagmiddag valt niet veel meer te verhalen. Ik geloof dat ik bij Raymond maar een schaap ga leasen want dat werk bestaat voornamelijk uit hooien.
8/5/04
Mijn privat coach heeft mij de wacht aangezegd na de marathon van afgelopen zondag. De snelheid moet opgevoerd worden met interval training en geen gezeur meer over blessuregevoeligheid door deze training. Volgzaam als ik ben heb ik dus gelijk de beuk er maar ingegooid. Niet dat de anderen dat gemerkt hebben want mijn versnellingen gaan in de ruis van hun regelmaat op. Het toeval wil dat juist dit onderwerp in gesprek kwam naar aanleiding van de tempohardheid in de 2e helft. Het bleek dat de trainer/coach nalatig is geweest want een aantal zaterdagmorgen lopers kende ondanks hun marathon lopen het interval gebeuren niet. Klik derhalve op Gène Janssen voor de schema's die hij gebruikt heeft in het kader van zijn promotie onderzoek en die ik gedwongen weer zal moeten gaan gebruiken.
Verder zat de stemming er na de Maasmarathon goed in met alle verhalen hoe het nu allemaal precies verlopen was. De tweedeling in de wel en niet marathon gelopen hebbenden was duidelijk. Piet en Frans hadden niet geleden en trokken flink door. Bijna werd de groep gesplitst toen slechts Peter en ik een snelstromende grubbe durfden te doorwaden. Er is namelijk een algemene angst om natte voeten te krijgen dan wel nog erger met modderige kleren thuis te komen.
Na een dik uur kwam deze splitsing toch omdat Piet en Frans plots gegrepen zijn door de voorbereiding van de Mont Blanc Marathon en Karel en ik altijd meedoen als het om lange duur gaat. Zo werd er nog een lus van 't Rooth via het Geuldal bij Schin op Geul en Valkenburg naar Meersen aangeknoopt. Wij kwamen daar gezamenlijk na precies 3 h. aan maar de eerlijkheid gebied mij te vertellen dat de anderen wat hellingen extra hadden genomen.
Zondag was de temperatuur gelukkig van 7º C naar wel 15º C gestegen en dat loopt gelijk beter. Vanwege het 1000 jarig bestaan van Rolduc had ik het plan opgevat om daar heen te lopen en tevens naar het aanpalende Wormdal te lopen. De stichters van het klooster waren namelijk de eerste koempels in Limburg want op die plek stroomde niet alleen water maar in de helling van het dal kwam ook een kolenlaag aan de oppervlakte.
Het nadeel van dit alles is dat je door Kerkrade heen moet en dat is een heel ander land met heel andere mensen (zie Frans) en vooral een heel ander taal. Zij liggen achter de zogenaamde Bentrather Linie en hebben als spraakgebrek de Middel Frankische taalverschuiving. Zo wordt een een g als een j uitgesproken en de de ch, sch, s en de z vervangen door sissende sj klanken Kortom je verstaat er niks van en als je de weg moet vragen dan kom je nergens. Gelukkig scheen er een waterig zonnetje zodat ik mij kon oriënteren om het gebied te ontsnappen en had ik voldoende water bij mij om in het gebied te overleven.
Eerlijk is eerlijk, Rolduc is een mooi en een plekje waar met de G-J verschuiving in het dialect zeer "joet in jot jelooft" wordt. De kloosterkerk er van is een juweeltje van monnikenwerk.,
Het tot hotel omgetoverde klooster kijkt prachtig uit over het Wormdal, het stromend water is omgetoverd in een sprookje van terras vijvers tot in dat dal en de eertijds afbouw van kolen is verborgen onder een zwaar hellingbos.
Het plekje was vanwege de feestelijkheden wel druk bezocht. Want als er op het Öchenerplat wat te vieren is dan komt de hele "janse volksverwante jemeente" uit de rejio van Aken op z'n zondajs aanzetten en die waren beslist niet als hardloper gekleed.De terugweg was zwaarder dan de heenweg want het doorkruisen van de 4 beekdalen en de loop van gisteren zat toch wat in de benen. Ik zag dus af van het plan om nog even de Wilhelminaberg te bestijgen. Na 2h.25min. zat de loop er op en zit ik één week na de marathon op schema voor de Marathon van Klazienaveen over drie weken. Nu even niet te gek en dus zachtjes anders breken de spierlijntjes nog.
1/5/04
Het weekendnieuws is dit keer meer een weeknieuws in het kader van de voorbereiding op de Maasmarathon. Na de 57 km van Glons lijkt dat een eitje maar ik weet dat het één niet met het ander te vergelijken is,behalve dan dat je van beiden moe wordt. Een weekje rust en vrije dagen leidt bij mij met goed weer tot tuinwerk en fietsen. Dat begon maandag met zon maar veel wind met spitten en 45 km fietsen.
In mijn enthousiasme storte ik mij bij het laatste gelijk op het heuvelland met als meest onverstandige helling de Doode Man bij Stokkem. Deze aardkloot gaat aan de andere kant de Keutenberg op en is gemiddeld steiler en langer dan zijn overschatte wieler collega. De beginnersfout om met de wind mee te starten brak mij aan het eind natuurlijk aardig op maar het kan ook de zadelpijn zijn geweest die de snee er uit haalde.
Op Koninginnedag leek een fietsend bezoek aan lopend Maastricht Mooiste de moeite waard. Een tochtje van 60 km met slechts de barrière van Klimmen en de Emmaberg van Valkenburg als bescheiden klimmetje. Deze loopwedstrijd is door Jo in de ban gedaan omdat zij zich zo strikt aan de KNAU-regels houden dat hij als niet-lid niet als winnaar vermeld wordt als hij dit wel is. Desondanks is het een mooie loop die helaas dit jaar niet paste.
Tot mijn grote verbazing fietste Jo daar toch bij de finish rond in zijn blitse goud blauwe Glons T-shirt. Hoezo Jo ijdel, niet zeuren, hij had toevallig niets anders om aan te trekken. Mijn cameraatje bleef echter van schrik hangen zodat hij slechts half in beeld kwam. Zoals gewoonlijk was het weer warm met dreigend onweer in de verte. De lopers kwamen dan ook na de 17 km redelijk uitgewoond aan de finish. Dit gold ook voor Jan met/zonder hond, Jos V. en Peter H. Alleen Piet kwam onaangedaan, luid pratend, breed lachend aan en Peter H. opjagend aan. Na de finish was het wegwezen voor de eerste kleine druppels die later zulke grote hagelstenen in Eijsden gaven.
Zondag had Visé alles uit de kast gehaald voor de marathon. Hoe de Belgen dat doen weet ik niet maar de ambiance moet daar uitgevonden zijn. 's Morgens om 9 uur is het al gezellig, behalve dan bij de chaotische inschrijving. Jo had (door overconcentratie), ondanks de gezamenlijke inschrijving en betaling, helaas alleen aan het ophalen van zijn eigen nummer gedacht. Met steun van Plonie, Anne en Leny heeft Herbert zich hier bijna letterlijk doorheen geslagen zodat ik net voor de start mijn nummer kon opspelden en chip kon vastknopen.
De benen waren goed maar de rug werkt al een tijdje tegen. Toch ging de start voortvarend en na de eerste ronde door Visé moest ik al op het marktplein gaan strippen om niet oververhit te raken. Op de laatste startrij miste ik Opa Rob maar tijdens de eerste lus kwam ik hem en de anderen allemaal tegen. Zoals verwacht liep het goed maar niet hard. Waarom dat is weiger ik te beseffen maar de snelheid is er echt uit. De regelmaat is echter gebleven en zo slofte ik welgemoed langs de boorden van de Maas.
Op het 13 km werden de fietsers op het parcours toegelaten en kwamen Plonie en Leny langszij en zo werd ik onderhoudend begeleid en van de perfecte dorstlesser de zogenaamde "halve" cola voorzien. Bij het keerpunt in Maastricht brak de zon definitief door en werd het met de lichte wind in de rug lekker warm.
Bij 35 km, in de omgeving van Mesch, wilde ik mijn rug niet meer voelen en besloot een tandje bij te gaan zetten. Zo veegde ik de groep van 4h.30min. die successievelijk langs mij was getrokken weer grotendeels op. Goed beschouwd heb ik dus weer te langzaam gelopen want hoe kom je anders zo uitgerust en gebruind aan de finish.
Ik moet denkelijk eens wat aan de snelheid gaan doen en mij mentaal eens gaan bijschaven met de PR van Jo en de uitstekende prestatie van Herbert en de anderen als voorbeeld.
24/4/04
Om verschillende redenen zoals de tuin en wedstrijdvoorbereidingen was de opkomst zaterdag wat dun. Bij afwezigheid van het (loop)dominante alpha mannetje Jo en met Anne weer terug in het peloton werd er rustig gelopen. Een aanpak die Leny verder ondersteunde door al fietsend met iedereen bij te praten wat veel loopadem wegnam. Verder werd vanwege de fietsbegeleiding vlak gelopen door het Maasdal rond Maastricht en dat scheelt ook een slok op een borrel. Alleen Frans was, ondanks zijn kennelijk nog zwakke been, in het begin wat "koppig". Maar ook dat verdween naarmate de zon beter doorkwam.
De gespreksthema's waren nogal divers en gelukkig werd er weinig over lopen gesproken. Alleen de Maasmarathon en de Mont Blanc Marathon kwamen aan de orde. In ieder geval bleek dat het volgende week niet aan fietsbegeleiding zal ontbreken met Leny, Anne en Peter H. op de fiets. Het lopen daar van Hub R. bleef onzeker. Vanwege zijn blessure liep hij samen met Jo of beter gezegd achter Jo in Kelmis. Voor mij is sinds de inkorting van 28 km tot 14 km het mooie van deze loop er af.
Tegen het einde kreeg Anne toch weer last van haar Kennedy Mars voet en moest de laatste paar km's wandelen. Dit leverde een prachtig praatplaatje op.Na iedereen bij de Nachtegaal te hebben afgeleverd was het tijd voor de puntjes op de i van de voorbereiding op de Maasmarathon te zetten. Dat wil zeggen nog even de 3 uur volmaken om te kijken of alles nog werkt zoals het hoort. Awel zulle, de benen wilde na de 57 km van Glons best wel maar de door het tuinwerk gebroken rug wilde wat minder. De wijngaardslak die ik boven bij de Hermitage op weg trof gaf mij weer courage. Hij/zij was kennelijk op weg naar de boomtop en was al 2 m omhoog geklommen. Langzaam maar zeker is ook mijn motto voor de Maasmarathon.
Zondag was het weer weer verder verbeterd en ik kreeg visioenen van het lopen in de singlet. Dat het lente was bleek duidelijk in Simpelveld. 's Winters rijdt de ZLSM (Zuid Limburgse Stoomtrein Maatschappij) met een antiek dieseltje de toeristen tussen Kerkrade en Valkenburg (Miljoenenlijntje) op en neer maar in het voorjaar wordt de stoomlocomotief weer van stal gehaald. Helaas hoorde ik hem in de verte fluiten zodat ik naar een actiefoto kon fluiten.
Maar goede raad hoeft niet duur te zijn en na wat rondneuzen in en rond de werkplaats van deze door amateurs gedreven stoomtrein maatschappij vond ik nog een mooie locomotief in de revisie staan en buiten nog een redelijk antieke vlampijpketel, geduldig staan wachten op zijn revisie. Overigens stellen de omwonenden deze treintjes nostalgie niet echt op prijs en zo komt het dat er een aparte roetvanger moest worden geïnstalleerd om de was wit te houden.Een echte werktuigbouwer wordt door zo'n aanblik sowieso tot tranen toe geroerd.
Ik heb namelijk deze treinen in mijn prille jeugd nog zien rijden en later heb ik bij een scheepswerf nog heel wat stoomwerktuigen onder handen mogen nemen. Zo kwam het dat ik mijn weg wenend van de herinneringen aan het verleden heb moeten voortzetten.
Het werd zo een aangenaam loopje van ruim twee uur en zo kon ik het weekend afsluiten met 5h13min. Normaal gesproken zit de Maasmarathon er wel in. Hij moet er alleen nog uitgehaald worden.
17/4/04
Frans Amkreuz ging zaterdag echt aan het kruis. In een marathon weggaan op een schema van 3h.05min. en dan na 15 km uitstappen vraagt natuurlijk om enige nadere uitleg. In eerste instantie met de jarige Herbert als woordvoerder, die het verhaal van een been dat zo maar ineens niet meer wilde, licht kritisch op zijn Oud Hollandsch Frankisch becommentarieerde.
De Oud Hollands Frankische bewoners van het hart van Holland (Gouda-Schoonhoven-Woerden) vertoonen zeer kenmerkende eigenschappen en karaktertrekken. Ietwat onverschillig, standvastig en behoudingsgezind zijn zij vol wilskracht, die soms in koppigheid ontaardt. Hun oprechtheid en waarheidsliefde wordt onder bepaalde omstandigheden een niets ontziende lompe ruwheid. Reeds in de 16de eeuw was bij de Zuid-Nederlanders ‘Hollandsche botmuylen’ een bekend epitheton ornans voor hun Noorderbroeders. Al hun daden geschieden met kalmte en bedaardheid. Bijna nooit betrapt men den echten Hollander op een lyrische ontboezeming. Het lijkt hem vernederend, en hij schaamt er zich voor. Met koel nuchter verstand ontleedt hij elke daad, en dat overdrijving iets goeds is, dat slechts moet over drijven, is een waarheid door den Saksischen Schaepman te vergeefs in Holland verkondigd. De regenboogkleuren van Nederlands taal Jac. van Ginneken en H.J. Endepols
Iedereen nam aan dat Frans, evenals de in Rotterdam aan de hitte gestorven Yuri, de Maasmarathon zou gaan gebruiken om dit alles recht te zetten. Dat bleek echter een volledige misvatting want Frans gaat daar, ondanks zijn topconditie, op zeker door een halve! te gaan lopen. Herbert concludeerde hieruit direct dat dit halve werk dus met het andere been ging gebeuren.
Gelukkig voor Frans leidde Yuri de aandacht van de groep af. Hij melde doodleuk via een SMSje dat hij zich verslapen had. Karel greep dit onmiddellijk aan voor een beschouwing over testeronspiegels in het algemeen en de zijne in het bijzonder. Tijdens een wedstrijd in de Eifel schijnt hij lastig gevallen te zijn door een dame die, naar zeggen van de groep, actief zou zijn in de bejaarde zorg. De melding dat Edwin nog leefde riep grote blijdschap op. Mijn toelichting dat druk werk hem verhinderde om te komen en hem zelfs geen tijd liet om te mailen werd niet algemeen aanvaard. De meerderheid ging, in het verlengde van Karel zijn beschouwing, toch voor de kinderkamer. Vanwege de ziekenboeg dan wel de recovery werden de stemmen van Anne, Leny, Oda, Peter B. en Martin tijdens dit verbale geweld zeer gemist. Jos V. was er na een lange tijd wel weer bij en nam gelijk maar de kop om dit alles niet aan te hoeven horen. Met nog 8 weken voor Chamonix traint hij geconcentreerd op een delta gewicht van 1kg/week maar zelf weet hij nog niet of dit in positieve of negatieve zin bedoeld is.
Glons zat mij nog wat in de benen, ondanks de geslaagde rentree van afgelopen week. Maar wat wil je als je tegen de 12 uur in één week hebt gelopen. Het mooie weer en de vrolijk en al dollend doorhobbelende meute verlichte echter mijn lijden. Het afhaken van de herstellend lopende Hub R. was voor Raymond en Paul prompt het excuus om ook maar om te keren.Paul lijkt na Glons de moed te hebben opgegeven om zijn broer nog in te halen. Sterker, hij is helemaal op hem gefixeerd want hij dacht dat Jo de enige deelnemer daar was. De rest van de meute vermaakte zich verder met het (on)sportief aanvallen van Jo's leiderspositie. Collectief en met alle denkbare middelen werd geprobeerd om hem op achterstand te zetten.
Het werd "un corre bronsato e parlare" door de bossen en beemden op het zonnige plateau van Schimmert. Aan het einde wachtte de vla van de jarige. Anne kwam 50 km fietsen om deze voor hem aan te snijden. Zij traint na de Kennedymars nu voor de Sabic Fietstour. Jo doet aan deze besloten wedstrijd natuurlijk ook mee want voor een gratis fiets-outfit doet hij alles, zelfs fietsen. Voor de vraag waarom alleen hij en niet ook Anne over een Sabic loop-outfit beschikt blijft hij echter Oostindisch doof.
Tijdens dit vreetzame vla festijn bleek dat Frans toch wat geleerd had want hij trok wijselijk Karel weer aan als coach.Deze nam hem weer in genade aan en begon gelijk de stress bij zijn pupil af te bouwen door aan de Palm te gaan. Jos V. sloot zich onder het toeziende oog van zijn mentor Piet natuurlijk graag bij deze trainingsaanpak aan.
Zondag was ik na het verticuteren op zaterdag van zo'n 750 m2 gazon en het opruimen van de resulterende berg mos een gebroken man. Desalniettemin besloot ik manmoedig om te gaan lopen, tenslotte komt de Maasmarathon in zicht.De zondag maakte met een bewolkte lucht, een rukkerige wind en een beduidend lagere temperatuur zijn naam niet waar. Buiten dat liep het bij mij natuurlijk met vierkante wielen. Gelukkig hingen er ter compensatie van al die kwellingen wentelwieken in de lucht en werd mijn weg versperd door een barse motoragent. Dat betekent een verzetje. Nou dat werd koukleumend stilstaan in afwachting van de passage van de Amstel Gold Race.
Nu denk je dan wielrenners te zien maar dat valt tegen. Het peloton valt namelijk in het niet bij het aantal motoragenten, signaleurs, motards, coaches, fotografen, cameralieden, verslaggevers, meerijdende bobo's en materiaalwagens. Maar leuk is het al met al wel, al is het voorbij voordat je het goed en wel hebt zien aankomen.
Na de doortocht was ik bevroren en begon het tot overmaat van ramp ook nog te regenen. Met een lichte geur van een patatgeneratie in mijn neus ben ik lafhartig op mijn schreden teruggekeerd om de warme douche op te zoeken.
11/4/04
Glons en omstreken hadden er werkelijk alles aan gedaan om van de 57 km lange Trail de Chapelier 2004 een echte overlevingstocht te maken. Het was waterkoud, op het plateau stond nog een koppige noordenwind, de boeren waren net klaar met het omploegen van hun land en de aanpalende veldwegen, de hofhonden stonden op scherp, de alom aanwezige mergelindustrie had het winterafval aan vuursteen juist uitgereden over de landwegen, de stalmest lag er geurig en bruin siepelend bij, de motorcrossers hadden dit nog eens opgeklopt en de regen had dit alles tot een spekgladde brei gemaakt. Alles bij elkaar een uitgelezen kans om de zaterdagtraining eens een ander kleurtje te geven.Grijs en nog niet wijs was de ondersteuning van de omgeving in de aanloop naar het gebeuren. Ongetwijfeld waar maar wat moet je doen als de coach (Jo) je verteld dat je daar aan toe bent. Zo stond ik om 10 uur op Paasmorgen in Glons met nog 150 andere geflipte lopers aan de start. Waar blijft de tijd dat ik vroeger uit liefde met een gelovig vriendinnetje in de kerk zat of later met de kinderen paaseieren zocht in de tuin.
Jo en Peter startte in de korte broek want het was al 5º C en ik startte omdat het al voor mij pas was in winterdracht met haarband en handschoenen. De verdere uitrusting bestond uit 2 bidons, marsjes, druivensuiker, telefoon en het mini cameraatje dat mij helaas in de steek liet na 44 km. Oda wuifde ons uit en gaf mij de te kloppen tijd mee. Niet dat het hielp want ik loop op die momenten op de raad van Gène Janssen. De 1e helft zo langzaam mogelijk en de 2e helft zo hard mogelijk. In mijn bagage zaten als ervaring de vele marathons, de Mont Blanc marathon van ruim 6 uur en mijn recente langlauf exercitie van 9 uur.
Het parkoers was aangegeven met linten, verfstrepen en bordjes en na enige tijd begreep ik dat dit altijd de kant op wees die ik niet zou willen gaan. Op en af dwars op de vallei van de Geer oftewel de Maastrichtse Jeker langs de meest onmogelijke paadjes. In de afdaling win je gewoonlijk tijd maar als dat door het hakhout of een uitgespoelde grubbe gaat dan werkt dat niet. Om over de afdalingen in mergelgroeves maar niet te spreken. De eerste ervaring is het slag van de ultra lopers. Iedereen kent elkaar, druk pratend, af en toe wandelend de helling op en al gek van de trial van de komende week. Tot zo'n 50 km heb ik in de buurt van een langzaam oplossend groepje gelopen. Jammer genoeg zijn de foto's verloren gegaan van de jonge dames waarmee ik wel 20 keer stuivertje heb gewisseld en die zodoende mijn vriendinnen van het moment werden.
Na de drankpost was het de beurt voor het beruchte fort Eben Emael. Het lopen daar deed mij denken aan het parkoers van het Nederlands Bergloop Kampioenschap bij de Observant. Een echte duivelsspeeltuin onmogelijk lange trappen en over glibberige mergelpaadjes. De beloning is het uitzicht op Maastricht, de straf is de halsbrekende afdaling naar het naamgevende dorp. Daar mochten we zowaar een paar honderd meter over het asfalt lopen. Maar die vreugd was van korte duur. Ergens midden in het land trof ik Leny die wijselijk later was gekomen om deze waanzin hoofdschuddend te komen aanschouwen.
Hierna was het snel uit met de pret want nu stond een mergelgroeve op het menue waarbij de groeve 't Rooth een achtertuintje is. Een eindeloos stuk met venijnige klimmen langs een motorcross circuit. Uit de groeve kwam bij kasteel Eben-Ezer de marathon in zicht.
Het lopen ging intussen niet snel maar best goed. Mijn grote teen die mij de afgelopen week wat last had gegeven protesteerde niet meer dan gebruikelijk (ooit in mijn onstuimige jeugd het gewricht beschadigd bij een Russische sabeldans). Alleen mijn rug deed zeer door de ongelijkheden bij het afdalen. Na de drankpost leek het een eitje zo in het zonnetje langs de Geer maar dat was de stilte voor de volgende storm van klimmen en dalen.
Intussen belde Leny met vraag waar ik bleef en met de boodschap dat Jo binnen was en Peter nog moest komen. Nou ik bleef nog ergens boven Bassange tussen Wonck en Glons in de prut en de bagger en zag op mijn horloge dat het nog wel een uurtje zou duren. Intussen was mijn verbazing over het rustig kunnen doorlopen geweken evenals het begrip van tijd. Na een laatste gemene klim over een motorcrosspad was het uiteindelijk freewheelen naar Glons waar Leny en Peter onder aan de helling stonden te wachten. De finish was echt een evenement met een rondje inschrijflokaal onder applaus van de andere deelnemers. Niet echt doodmoe maar wel wat stram kon daar begonnen worden met het vocht aanvullen. Op de terugweg kreeg ik wel kramp bij het autorijden maar ook dat ging over net als de Trial de Chapelier 2004.
3/4/04
Ondanks de korte broek ging de lente van deze week gepaard met de bekende voorjaarswarmte stuwing. Dit, bij vroeg in het jaar vallende wedstrijden, gevreesde fenomeen leidde ook in de training tot een spierverlammende oververhitting. Nu had ik dit mijzelf aangedaan. Het warme weer riep beelden op van het bloedhete Nederlands Bergloopkampioenschap op de Wilhelminaberg en dus was ik dat parkoers maar gaan lopen. Langs de skihelling van Snowworld telkens 100 m klimmen haalt het luie zweet er wel uit. Gelukkig stond vanwege werkzaamheden een deur van de skibaan open en dat bood de mogelijkheid van een cooling down bij -3ºC zodat de dampen zichtbaar uit mij sloegen. Drenthe deed verder in de week niet voor Limburg onder qua temperatuur. Het werd dus in de vooravonden een lekker trainingsweekje in en rond de Emmerdennen en het Valtherbos. Dat moest wel want als je zo gek bent om je voor een trial van 57 km in te schrijven dan moet je toch wat doen. Maar wat maakt het uit, je bent jong en je wilt nog eens wat.
Paul Schoonbroodt had zaterdag een lange loop georganiseerd ter voorbereiding op de Maasmarathon. Graag had ik daar aan meegedaan maar er wordt door de groep naar mijn smaak wat te gretig gelopen voor een echte duurloop. Het kan echter ook zijn dat mijn krachten beginnen te tanen en daardoor de jeugd niet meer kan volgen. Hoe dan ook, ik besloot vanuit Hulsberg in eigen tempo een rondje Limburg te gaan lopen. Deze uitvalsbasis biedt namelijk wat meer route alternatieven dan een start bij de Nachtegaal.
Het werd een reuze rondje met veel klimwerk. Het traject (Hulsberg-de Heek-Walem-Schin op Geul-Stokkem-Ingber-Scheulder-Groot Welsden-Wolfshuis-Terblijt-Berg-Houthem-Valkenburg-Hulsberg) was goed voor 3h.10min. netto op de klok. Het belangrijkste was dat het na de eerste stijfheid soepel liep en het vertrouwen in de dubbele afstand een ietsje pietsje toenam. Ik moet er voorlopig toch even niet aan denken.
Zondag had het lopen van zaterdag en het navolgend tuinwerk geen kwaad gedaan voor de spieren en pezen. Dus maar weer de schoentjes aan en lopen. Het werd een leuk loopje met als enig minpunt de lege batterij van mijn camera. Juist toen ik in Simpelveld wat illegaal aan het rondstruinen was bij de werkplaats van de Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij en daar aan de slag wilde zei hij piep en deed niets meer. De bedoelde slag was een robuuste stoomtrein die mij op de één of andere manier deed denken aan Karel en zijn overgewicht. Gelukkig vond ik nog een passende plaatje in mijn verzameling.
Na een rondtochtje met wat regen en zonneschijn stand uiteindelijk 2h.24min op de teller en dat bracht het weekgemiddelde op ruim tien uur lopen. Had ik nog maar de leeftijd van Frans dan had ik in Rotterdam (ook?) onder de 3 h.12min. gelopen.