31/12/05 Simon/Sylvester Marathon
Het KNMI hield de spanning er afgelopen vrijdag goed in. Een weeralarm voor Nederland vanwege een komende sneeuwstorm, gevolgd door ijzel bij oplopende temperaturen was de reden. Nu is Nederland klein maar toch nog een te weids begrip als het gaat om de plaats, tijd en aard van het weer in het Limburgse Heuvelland . De diverse TV weermannen en vrouwen slaan daar dan ook veel planken mis. De vraag was of de historische Simon of Sylvester Marathon in de rulle sneeuw, sneeuwmatsch of lössdrek gelopen zou worden. De communicatie hierover liep dus via de telefoon en mail van Jo fors op. Gaat het door of wordt het afgelast was de grote vraag.
Maar dat is geen vraag want hardlopen is geen voetbal en kan, zoals bewezen is door Henk Sipers, tussen de plus en min 50º C altijd gedaan worden. Bovendien zou de SM zijn 200e marathon worden en die konden we hem niet laten missen en dat mocht ook door niemand gemist worden.
Uiteindelijk bleek de sneeuwstorm een korte sneeuwbuitje, de ijzel wat dunne miezerregen en de temperatuur 's morgens plus 4º C te zijn. Het werd dus een mix van natte sneeuw, sneeuwmatsch en lössdrek afgemaakt met een sausje van zon, regen en wind bij uiteindelijk plus 7º C. Kortom, het ideaal weer voor een ontspannen cross marathon voor ultra sado masochisten met ongeneselijke loopkoorts. Van dit bijzonder zeldzame soort waren zaterdagmorgen om 9.00 h. 2 dames en 28 heren bij de uitspanning de Nachtegaal in Meerssen present.
Deels op herhaling van de vorige jaren en deels nieuw en nieuwsgierig naar het unieke gebeuren. Daarnaast stonden ook de Florences Nightengale Leny, Thea en Cecile klaar om hun goede zorgen aan de lopers te besteden. De verrassing was echter Ricardo Gijbels, onze "oud" DSM loper, die ons kwam begeleiden op de mountain bike.
Na de groepfoto werd het ernst. Niet het lopen náár maar het lopen óp was het grote probleem. Het pad langs de Geul was een ijsbaan en de kleinste welving betekende afglijden met als uiteindelijke eindbestemming de Geul. Alleen Jo leek wel een ijsdanser totdat het geheim van zijn spikes aan het licht kwam. Waar geen ijs lag, lag smeltende sneeuw of water en dat mengt bij het lopen tot smeuïg bruine Limburgse löss drek. De aanwijzing van Jo om bij elkaar te blijven werd daardoor goed opgevolgd. Zonder een goede tractie glibbert het vanzelf langzaam.Ondanks het wegdek werd bij de Leeuw Brouwerij Valkenburg toch bereikt en kon doorgegleden worden naar Schin op Geul.
De verzorging van Leny en Thea in Engwegen onder aan de Keutenberg bracht even rust in het baggeren maar daarna ging het onverdroten verder naar Wylre . Hier had nog niemand gelopen en dat gaf net voldoende grip op de sneeuw om niet de Geul in te glijden. Na het uitzicht op de Brands Brouwerij en het bezichtigen van de verstilde gehuchten Stokhem en Beertsenhoven kwam de korte maar venijnige klim naar de Burggraaf in Gulpen.
Dankzij Klaus kwamen we snel op de Oude Akerstraat met de klim naar het 15 km punt waar Cecile ons, met uitzicht op de Gulpener Brouwerij, verzorgde met eten en drinken. In Valkenburg en Gulpen leek het overigens wel oorlog in Kerstfeer. Er wordt in den Haag gevrijgeld over Є 35 per jaar binnenhalen maar er ging minsten voor Є 350 per minuut tussen de kerstbomen en oliebollenkramen de lucht in bij ons voorbijgaan.
Hommerich vormt een hoogtebarrière om in Overgeul bij Mechelen te komen. Een spiegelgladde barrier telt echter dubbel en geeft zodoende dubbel plezier.Na Overgeul mocht ik de kop nemen. Niet vanwege mijn imponerende kruissnelheid maar de kennis van het pad naar het keerpunt Camerig. De beemden van de Geul lijken vlak maar niet is minder waar. Overal zijn naar de Geul lopende waterrinnen die nu goed gevuld waren met diepe sneeuw en of water. Verder was het echt banjeren door de drek en de hier en daar opgewaaide sneeuwwallen.
In Camerig gaven het extra rondje over de weg, de verzorging van Leny & Thea en de wetenschap dat we de wind in de rug kregen gelukkig nieuwe krachten.
De terugweg was niet alleen voor wat betreft het uitzicht anders dan de heenweg. De sneeuw en het ijs waren na onze passage opvallend snel overgegaan in water. Waarschijnlijk omdat we er veel energie in hadden gestoken. Wat bleef waren de plassen en de modder. Bij Gulpen moest Frank Veugen jammer genoeg uitstappen vanwege evenwichtproblemen. Voor zijn doorzettingsvermogen neem ik echter mijn petje af.
Velen roken de stal en dat betekende dat de Belgisch - Nederlandse gelegenheidscombinatie Mischa Havraluk en ik wat achter geraakten. Hij had zijn dag niet en ik heb de snelheid niet meer, nog afgezien van het bij tijd en wijle noodzakelijke mitella lopen . Als de lamme en de blinde hebben wij ons van Gulpen tot Valkenburg steunend aan elkaar vastgeklampt. Daar moest Mischa wandelen en dat kan ik op het eind niet. Doordieselen is mijn enige redding op de laatste kilometers.
Bij aankomst bleek ik niet zo gek ver achterop te liggen, zeker als het omkleden beperkt wordt gehouden. In de Nachtegaal was alles natuurlijk weer over en kon etend en drinkend aan de legende vorming rond deze heroïsche cross begonnen worden. Jo en ik staan gelijk in de marathonstand dit jaar, al heeft het ons beide veel moeite gekost. Natuurlijk zijn er kantekeningen en vraagtekens te plaatsen over het absolute verschil, het verschil in leeftijd, het verschil in de zwaarte van de marathon en eerlijk is eerlijk het verschil in looptalent of beter gezegd het ontbreken er van bij mij. Wat wij delen is echter de lol in het lopen en het organiseren van zaken daaromheen.
Wij besloten dit jaar in de verbroedering van twee 11 september maagden af te sluiten. Helaas niet met de getuigenis van de derde. Ricardo was al teug gegaan vanwege zijn verkleumen door het gedwongen langzaam fietsen.
24/12/05
Vrijdagnacht droomde ik dat Jo geen tijd had voor de zaterdagtraining omdat hij met zijn kleinkinderen moest hardlopen. Het feit dat hij zwanger is van een kleinkind speelt in mijn onderbewustzijn kennelijk een belangrijke rol. Zaterdag bleek dat dromen toch niet helemaal bedrog zijn. Jo was in ieder geval met zijn gedachte al meer bij de geboorte en de voorbereidingen hierop dan bij het hardlopen. Dit mondde ondermeer, tussen Meerssen en Valkenburg in, uit op een beschouwing over het kantelen van een stuitligging. Men heeft mij gewaarschuwd voor de gedragsverandering in relatie met het opaschap maar dat het zo ingrijpend kon zijn wist ik niet.
Daarnaast kwam Raymond in mijn droom voor. Ook in dromenland blijf ik hem confronteren met de relatie tussen het in mijn arm prikken bij zijn BNP onderzoek en mijn geblesseerde bovenarm. Dit hield mij deze week zelfs van de straat vanwege de pijn. De foto's laten een fraai schoudergewricht zien en dus (b)lijkt het onheil uiteindelijk een spier/peesblessure te zijn. Gène leeft zich nu hierop met succes uit. Dat doet tijdelijk smerig pijn maar blijvend wordt het minder. Ik mag de arm niet te veel belasten dus loop ik nu maar deels in de mitella houding.
Ondanks dat sta ik bij de verkenning van het parcours bij het 5 km punt, nog onbewust van het verdere onheil, opgewekt met de groep op de foto . Hub had namelijk, aan de hand van zijn stappenteller, net vastgesteld dat het 5 km punt inderdaad bij 5,000 km lag en dat schenkt vreugde voor de routecommissarissen.
Het lachen verging mij echter snel. Het 2e onheil was dat Jo blijmoedig vertelde dat de KNAU de leeftijdsklassen per 1 januari 2006 verandert. Jo wordt ineens V3 omdat deze klasse van 55 t/m 64 jaar wordt. Hij is in één klap zijn opkomende concurrentie van de prille 50 plussers kwijt maar ik loop nu met hem in dezelfde klasse. Viel ik eindelijk eens in de prijzen heb ik dat weer.
Het 3e onheil was weer van lichamelijke aard. Eén keer op de zoveel duizend (ongetelde) stappen moest het weer eens gebeuren. De steen des aanstoots lag nu op het pad langs de Geul en dat pad was echt pratsch (brei van löss) in het kwadraat. De snoekduik met kwart draai was prachtig om te zien en voorkwam dat mijn geblesseerde arm de klap moest opvangen. Het doorglijden op de rechterkant had iets van bobsleeën.
Het resultaat mocht er zijn. Gat in broek, jasje, knie en arm. Dit opgeleukt met een allengs kleurende zijkant. Terug bij de nachtegaal bleek alle onheil weer betrekkelijk in vergelijking met anderen. Daar troffen we de complete ziekenboeg aan voor een Kerstgroet en een update van de fysieke gesteldheid.
Karel die geen stap meer hardlopend kan en zal verzetten vanwege de artrose in zijn heup en enkels. Hij wacht nu op een nieuwe heup en hoopt dan te kunnen gaan fietsen. Dat moet gaan want In de DSM Classic heb ik gefietst met een lotgenoot van hem en die reed mij het snot voor de ogen. Jos die vanwege zijn flinterdunne kraakbeen de raad heeft gekregen om geen duurloop meer te doen. Hoewel deze raad ter discussie staat volgt hij deze. Korte stukjes, tafeltennis en spinnen is nu zijn sportief lot.
Frans heeft verdikte en ontstoken pezen in beide knieën en moet onder het mes. Daarna moet het weer gaan dus verbeidt en verbijt hij zijn tijd. De bijna heimwee van Herbert naar het heuvelland en het hardlopen daarin is goed te begrijpen. Ik woonde een tijdje in de mooie stad Zwolle en weet hoe donker de dagen voor Kerst daar kunnen zijn. In de bossen bij Hattem is het overdag mooi lopen maar 's avonds kilometers maken in de buitenwijken vraagt veel moraal. Ik ging dus graag in op zijn vraag om de Kerstmarkt in Valkenburg namens hem hardlopend te bezoeken.
Dat is dus het 4e onheil. Kerstmarkten zijn in korte tijd een hype geworden en Valkenburg is als één van de oudste uitgegroeid tot een mega spektakel. Vanuit heel Europa worden de bezoekers, veelal getooid met rode mutsen, onder de tonen van Jingle Bells aangesleept. De verschillende Kerstmarkten liggen gelukkig in de grotten zodat bovengronds het leven voor een doorloper dragelijk blijft. Het goede bericht naast alle onheil is dat de voorbereidingen voor de Simon of Sylvester Marathon goed verlopen. In Maastricht heeft het evenement zelfs de krant gehaald en daar kan geen wereldnieuws tegenop.
17/12/05
De winter valt dit jaar op de zaterdagen. Een laagje sneeuw boven de 100 m, een graadje onder nul en een stevige wind uit het noordwesten. Dat is het weer waarmee de Schneeberg bij Aken zijn naam eer aan doet. In Vaals groen en 100 m hoger in Oirsbach alles wit. Helaas te weinig om te langlaufen maar genoeg om lang te lopen. Het startpunt Vijlen hield verband met de te verwachte dunne opkomst in Meerssen door de Mescherbergloop op zondag. Bij sneeuw is dan het Vijlnerbos en omstreken een voor de hand liggend alternatief. Het oorspronkelijke plan was om, ongeacht de zaterdagtraining, aan de Mescherbergloop mee te doen. Dat is een korte maar mooie loop voor de echte baggeraars in het winterlandschap.
De nesteldriften van mijn dochter deden het plan in geheel in duigen vallen. Gelukkig voor haar (en mij) neemt de natuur zijn loop en dat betekent voor mij Vaderplichten en dus geen natuurloop op zondag.
Vijlen is niet voor niets het hoogstgelegen dorp in Nederland. Bij het uitstappen loop je van achter het stuur gelijk naar beneden maar niet voordat je gezien hebt waar je allemaal weer tegen op moet lopen. Gelukkig begint beneden al vrij snel het Vijlnerbos dus zie je niet meer wat te wachten staat maar je voelt het des temeer.
Het Vijlnerbos was een Kerstplaatje. Gelukkig wel zonder de oogverblinde feestverlichting die her en der in Nederland toegeslagen heeft. Even nog werd de serene rust nog opgeschrikt door een gegidste groep van natuurvrienden, In het voorbij gaan hoorde ik dat zij uitgelegd kregen dat in het bos kamperfoelie groeit.
Hun vriendschap met de natuur moet wel heel beperkt zijn als je dat nog niet weet. Even verder werd ik in de teruggekeerde stilte blij verrast door wat bewegende hertenbiefstukken (als ik zo zou kunnen lopen!). Normaal zijn deze goed gecamoufleerd in het onderhout maar nu staken zij mooi af in de sneeuw. Jammer genoeg gingen zij voor mijn cameraatje op de loop.
Het Vijlnerbos is een oeroud bos en heeft het voorkomen van een oerwoud, ondanks dat intussen alles in de loop van de eeuwen is aangeplant. Het is donker, er hangt een geheimzinnige sfeer en het zit voor bijgelovige ouderen en goedgelovige kinderen vol met bosgeesten. Dat alles begint al met de grafheuvels van ver voor onze jaartelling. Verder heeft het als grensbos zijn duistere sporen nagelaten. Het hoofdpad ligt precies op de grens met België en het niemandsland Moresnet, vlakbij het Drielandenpunt. Een reden voor Duitsland om daar nogal eens oorlog te gaan voeren. Het doodschieten van Russische krijgsgevangen uit de 1e wereldoorlog, die aan de spoorweg van Moresnet werkten, grenswachten en soldaten hebben een hele serie kruisen in het leven geroepen die de geesten moeten bezweren. Wrang is het dat je net naast zo'n gedenkteken moet waarnemen dat de drijfjacht nog steeds open is.
De tunnel van Moresnet is overigens gegraven omdat de Duitsers niet door het neutrale Nederland van en naar Duitsland konden transporteren. Deze schampt daardoor ondergronds aan het Drielandenpunt. Toen ik de tunnel in de klim van het Belgische Gemmenich naar het Drielandenpunt passeerde was sinds Vijlen al 1:30 onder de loopschoenen weg gestampt. Ik zat halfweg, de modder tot in m'n oren door de plassen in het bos van de regen voor de sneeuw en nog lang niet stuk. Het Drielandenpunt is en blijft een aardige attractie. Dat ik het nooit kan nalaten om een rondje rond de grenspaal te maken en Herman Finkers daar de cabaret voorstelling "Kalm aan en rap een beetje" over maakte is daarvoor het bewijs. 's Winters is het net als 's zomers best leuk om daar te (even) zijn. Om wat voor reden dan ook verlaten de uitbaters echter het oord in de herfst en dat ontnam mij de mogelijkheid tot het aangenaam bijtanken met een kopje warme thee.
De weg terug langs Wolfhaag en via Lange Bosweg naar het Holsetterbos was nog even afzien. Daarna was het uitbollen naar Vijlen, via een lusje over Melleschet met nog de klim door de wei naar Vijlen in een dichte sneeuwbui met een beslagen bril als de laatste uitdaging.
Met 3:06 en een week van 10:06 moet de Simon of Sylvester Marathon nu wel in de benen zitten. De inspiratie die ik op de heenweg bij "Buitenlust" met de kijk in het Geuldal had opgedaan was niet te vergeefs geweest. Nu even niet verkouden worden en vooral minder last van mijn bovenarm. het afzien onderweg zat namelijk in mijn armen en niet in mijn benen.
10/12/05
Wie lang loopt kan veel verhalen. Deze variant op een bekend gezegde gaat op voor zowel de loop van de dag als voor de loophistorie. De zaterdagloop in Limburg was onverwacht want ik zou in USA vertoeven. Gelukkig heeft elk nadeel zijn voordeel en dat was het wintersportweer hier. Zonnig, windstil, een paar graden onder nul, aangevroren rijp en bevroren plassen. Het 2e dagverhaal is dus de opening van het schaatsseizoen op natuurijs in Limburg. Een uniek gebeuren omdat deze eer altijd te beurt valt aan de Groote Wielen in Friesland. Dit keer ging de Kleine Wiel in het Gerendal met de eer strijken. De parcoursverkenning van de Simon of Sylvester Marathon vanaf de Nachtegaal bij Meerssen tot aan Schin op Geul was toen al achter de rug. Ik kan dat stuk door mijn loophistorie dromen maar voor de verkenning heb ik het met "vreemde" ogen proberen te bekijken. De weg is en blijft makkelijk te vinden als je de Geul maar in het oog houdt. In Valkenburg was het, onder het genot van de Kerstmarkt die tegenwoordig tot Pasen duurt, even zoeken om van de linker naar de rechter Geularm te komen Verder moesten we even wennen aan de humor de Kersttoeristen die met "Ze hebbe 'm al" weer tot grote hoogte steeg. Gelukkig hangen de maretakken nog hoger.
De doorkomstplaatsen Valkenburg en Gulpen zijn, los van het gewoel, best schilderachtig. Buiten deze plaatsen is het voor de oprechte natuurliefhebber puur genieten. De buitenplaatsen zoals ondermeer de kastelen Sint Gerlach, Oos en Oud Valkenburg kleden samen met de Geul en de bossen het landschap prachtig aan.
Onderweg troffen we zo'n liefhebber. De altijd opgewekte Martin was daar aan het vogelen als alternatief voor zijn alsmaar voortdurende loopblessures. Gelukkig is na lange tijd nu de oorzaak bekend. De ziekte van Lyme heeft hem te pakken en daar reageren je gewrichten, pezen en spieren niet echt goed op. Hopelijk komt hij met medicamenten nu van zijn ellende af en zien zien wij zijn come back met plezier tegemoet. De zaterdaggroep begint meer en meer te te lijken op een ziekenboeg. Gevraagd naar zijn piriformis reageerde Jo met zijn bekende ontwijkende lachje en dat betekent dus, uitgaande van mijn loophistorie met hem, niet goed. Aan deze loophistorie voeg ik de laatste maanden iets bijzonders toe, namelijk een schouderblessure als loopblessure! Hoe bedenk je het maar het is wel een behoorlijk pijnlijk gebeuren dat mij 's nachts regelmatig wakker maakt en mij overdag dwingt om de linkerarm in de mitella houding mee te zeulen bij het hardlopen.
De oorzaak is nog onduidelijk. Het is echter wel de arm waar ik sinds het BMP prikken van Raymond's vampeuses na de Maasmarathon onvoldoende kracht meer mee kan zetten. Het is ook de schouder die ik bij een val in de badkamer van het hotel San Pietro in Verona heb proberen te breken.
Hoe dan ook, mijn arm dreef mij in de armen van Gène Jansen. Hij kent mij, mijn historische aversie tegen "witte jassen en mijn onwankelbaar geloof in de natuur die alles geneest, behalve als het ongeneeslijk is
Gène loert dus doorlopend op een kans mij onderhanden te nemen. Mijn lijden bood hem die kans en die verzilverde hij met een pneumatische hamer. Wat de oorzaak ook was, de verkalking van de spieren en pezen in de schouder moest er uitgeslagen worden. Het werd dus een behoorlijk pak slaag en ik weet nu waarom artsen soms slagers genoemd worden. Een argeloze toeschouwer had slechts humor gezien. Ik maar gekke bekken trekken en hij maar grijnzen. Het gaat echter om het resultaat en dat lijkt bemoedigend.
Op voorhand heb ik de komst ter zijner tijd van de andere ongelovige "Piriformis" Jo maar aangekondigd.
Na het schaatsen ging de loop via IJzeren, Sibbe, Berg en Bemelen naar Amby. Daar werd het mistig en gelijk dook de temperatuur weer onder nul. Het is volgens Maastrichtenaren onmogelijk maar het Maastrichtse zonnetje liet verstek gaan. Bij het overschrijden van de gemeentegrens kwam in Meerssen de zon weer tevoorschijn. Dit verlokte mij tot nog een extra lusje langs de borden van de Geul die niet in het parcours zijn opgenomen.
Uiteindelijk bereikte ik in goede doen na precies 3:00 de Nachtegaal weer. Het voortschrijdend weekgemiddelde kwam hiermee op 9:25 en dus in de goede richting.
Een richting die er de afgelopen week al aangegeven was met parcoursverkenningen rond Epen en Gulpen. Bij Epen heb ik het lusje van het keerpunt in beeld gebracht. Op de helft even de Wingberg op om de stijfheid er uit te lopen lijkt een goede keer. Het goed geldt ook voor het gedrag van de ondergrond. Het wordt heerlijk baggeren als het niet vriest, heerlijk klunen als er sneeuw ligt en spitsroeden lopen als de grond opgevroren is. Het pad langs de Geul bij Epen komt uit bij de Hoeve Wingberg (oranje tent). De verzorging staat naast de hoeve. Hier links omhoog naar het keerpunt door volgens de pijlen het lusje lopen. Daarna zit de helft er op en loopt het omgekeerd terug.
Zondag ben ik even naar het Geuldal gelopen om te kijken of het SM parcours er goed bij lag en het lag er nog goed bij. De bovengrond net ontdooit en dus lekker zacht en glibberig. Hier en daar in de kanten nog wat sneeuwresten van twee weken oud ter verkoeling. Eigenlijk had ik de SM gelijk willen lopen. Gelukkig hielden de wat stramme benen van gisteren mij daar van af.
Toch werd het nog een winterloopje van 2:29 en zodoende kwam het weekendtotaal op het vereiste niveau voor een marathon. Het laatste kwartier ging even wat ongemakkelijk. Ik heb zelden een suikerdip maar dat is niet nooit. Honger en een wat zwabberig gevoel zijn de symptomen. Duurlopers zijn echter net paarden. Stop er een suikerklontje in en ze sjokken weer vrolijk verder.
03/12/05
Erwtensoep is pas goed als de lepel er overeind in blijft staan en deze bleef zoals proefondervindelijk werd aangetoond als een rots staan. Om deze soep te verdienen moesten we wel vroeger opstaan, naar verre landen reizen en daar de kantjes er niet vanaf aflopen. De morgenstond had om 04:30 zeker nog geen goud in de mond en meer dan twee uur rijden naar Delft met de slaap in de ogen gaat heel ver. De kantjes er aflopen was van nature niet mogelijk want Delfland ligt zo laag dat, tenzij je van zwemmen houdt, je de wallenkanten er niet vanaf durft te lopen.
Het gaat hier dus om het trainingsrondje van Opa Rob Brouwer dat ontaard is in de befaamde Oude Leedeloop in het moerassige polderland in de driehoek, Delft, Pijnacker en het gehucht Oude Leede.
De molen de Valk uit 1772 van Oude Leede neemt in de loop de centrale plaats in. Deze hield niet alleen onze voeten droog door tijdens de loop het water uit het moeras in de hoger gelegen boezem van de Oude Leede te pompen. Dit maalwerk vormde tegelijk als markant keerpunt het naamgevend boegbeeld van de loop. Jos Brouwer en de zijnen hadden alles ook dit jaar weer voortreffelijk georganiseerd.
Het parcours was zo duidelijk uitgezet met de F van de clubnaam Felix dat zelfs dames niet op het parcours zouden kunnen verdwalen. Als dubbele zekering stonden daarnaast op cruciale punten nog signaleurs.
De rijdende begeleiding en de uitstekende verzorging halfweg van Plonie en haar kompanen waren van zo'n kwaliteit dat elke neiging tot inzinken bij voorbaat de kop in werd gedrukt.
De kans om verdwaalt te raken in het moeras is zodoende klein, tenzij je in zeven sloten tegelijk loopt. Dat risico was echter wel aanwezig. Het Delfland is namelijk één en al sloot en plas met hier en daar wat moer er tussenin. De kans om in het water te vallen wordt nog vergroot doordat het zompige geheel omgeven is met boezems en dijken. Dit heeft tot gevolg dat passeren op de smalle dijken een probleem op zich is. De organisatie had dit echter voortvarend opgelost door op regelmatige afstanden zogenaamde passeerplaatsen in te richten. Dit leidde bij wat minder snel van begrip zijnde lopers soms tot ernstige verwarringen. Mogelijk waren deze plaatsen ook aangebracht om Jo, zij aan zij met de recordhouder Jos, te kunnen laten strijden om het parcoursrecord van 1:32 van de Oude Leedeloop te verbeteren. Deze uitdaging nam hij echter niet aan ondanks de wild card die Jos hem ruimhartig aanbood en het privé vervoer met complete verzorging en animatie dat ik hem goedhartig aanbood.
Stijfheid was zijn opmerkelijk argument om daarop niet in te gaan. Olne-Spa -Olne zat nog in de benen. Zo zei hij die nooit zijn benen voelt. De angst bekruipt mij dat hij toch van deze aarde is. Het is ook mogelijk dat hij angst heeft voor mijn autorijden en/of het Hollandse polderlandschap. Ten opzichte van vorig jaar deden wij één minuut langer over de 25 km. Hierbij is echter het fotograferen niet inbegrepen zodat er zelfs sprake is van een lichte vooruitgang.
Het liep in het begin zonder meer stroef. Twee weken uit de running zijn met een onwillig spiertje doet een loper geen goed. Gelukkig liep het al doende steeds beter en de tweede helft ging daardoor zelfs sneller maar bovenal veel gemakkelijker dan de eerste. Eerlijkheidhalve moet ik wel bekennen dat wij de wind meehadden. Het heldere weer bood onderweg prachtige uitzichten tot zelfs de skyline van Rotterdam aan toe. Verder verraste het mooie waterland ons met vele water- en waterkantvogels. Zonder de erwtensoep zou het eigenlijk jammer geweest zijn om te finishen.
Onze dank voor Jos en de zijnen is dus groot. De goede Felix wijn van het Delftse molenland behoeft geen krans maar krijgt deze toch. De kop die de kurk is waarop de Oude Leedeloop drijft mag best eens gezien worden.
De terugweg duurde 5 minuten langer dan de heenweg en verging dus snel. Het goud in de mond van de morgenstond was de lange dag die nog restte.
De schaatser Simon Kuiper wees mij zondag de weg. Kapot getraind verbeterde hij zijn PR op de 1500 m onder het motto niet brallen maar doorknallen. Dat was bij mij ook wel nodig met de Simon of Sylvester Marathon in het vooruitzicht. Met praatjes verbeter je alleen maar de spieren van de kaaklijn maar daar loop je geen marathon mee. Het doorknallen kreeg daarom de invulling van nog eens de Oude Leedeloop lopen maar nu in de Limburgse heuvels rond de molen van Vrouwenheide Het aardige was dat het van het begin af als vanzelf liep, Wel wat stijve dijbeenspieren van het tegen de wind in beuken van gisteren maar niet meer het vierkante wielen gevoel. Het Limburgse landschap kent beken en plateaus. Dus in een loop via de plateaus van Bochholtz - Ubachsberg - Baneheide - Ubachsberg - Bochholz maak je in de dalen tweemaal kennis met de Eijserbeek en de Geleenbeek en moet je dus vierkeer neer en op. De meest uitdagende klim in de route is de gevreesde Eijserbosweg. Wielrenners liggen daar bij tijd en wijle, met de fiets nog aan de voeten, de lucht te bestuderen. Lopers verworden daar makkelijk tot strompelende wandelaars.
De km's van de Oude Leedeloop werden uiteindelijk overtroffen en zo kwam het weekendtotaal op een, in de aanloop naar een marathon, aanvaardbare 5:18. Deze week staan er nog wat parcoursverkenningen in het Geuldal op het programma. De volgende week vertoeven mijn loopschoenen en ik Amerika.
26/11/05
Het was niet onwijs om niet aan Olne-Spa-Olne mee te doen. De testloop van zondagmiddag om mijn balansspiertje op de proef te stellen bevestigde dat. Na een half uur begon het in de onderkuit te "zingen"en dat is een teken dat de onwilligheid nog niet weg is en dat bij zware belasting een scheuring op de loer ligt. Ook werd het weer werd bevestigd. Net boven nul, sneeuw en een koude wind op het plateau. Verder waren de veldwegen moeilijk begaanbaar door het dichtwaaien met stuifsneeuw. Dus het weer voor de echte mannen waar ik even niet bij kon en wilde horen.
De dubbele ontkenning van "niet onwijs om niet" betekende niet dat het besluit wijs was. De mogelijkheid dat Jo in het aantal marathon van dit jaar weer gelijk zou kunnen komen knaagde natuurlijk hevig. Dat hij daarnaast allerlei zwaartefactoren gaat aanvoeren deerde niet want er is voldoende tegen elkaar weg te strepen in hitte en hoogte.
Al met al werd het een loopweekend van nul komma niks. Zaterdagmorgen stormde en sneeuwde het zodanig dat het niet wijs was om in de auto te stappen. Het weer deed mij denken aan februari 1979 toen ik een week ingesneeuwd zat in Friesland. De ouverture was een sneeuwstorm, die een ritje van 12 km drie uur deed duren. De weg was afgesloten maar ik moest er door. De auto liep om de paar meter vast in sneeuwduinen die vervolgens bij -10º C en windkracht 9 weggeschept moesten worden.
De Citroën GS is er nooit meer boven op gekomen. Zodra het sneeuwde weigerde hij om te starten. Zelf had ik als ontdooier een halve fles cognacnodig. De fobie voor kou, harde wind en sneeuw is daarmee echter niet weggedronken. De winterse Ardennen jagen mij daarom ook angst aan. Er rest dus slechts de uitdaging van de Simon of Sylvester Marathon .
Zondag kreeg ik nog en passant nog looples van een dame in de bloei van haar jaren. Zij hield mij staande en vertelde dat ik mijn armen niet goed gebruikte en mijn houding verkeerd was. Ik ken haar zijdelings en weet dat zij, toen zij nog jonger was, op topniveau middenafstand liep. In het korte gesprek kwam naar voren waarom. Overtraind, lek gespoten en verdwenen loopplezier.
Naar haar raad heb ik natuurlijk deemoedig geluisterd want naar vrouwen luister ik altijd. Hieruit mag tevens blijken dat het balansspiertje en het weer niet de echte reden was om Olne-Spa-Olne te laten schieten. Nier voor niets is "het zwakke geslacht" een sterke uitdrukking.
Mijn deemoedigheid kende zondag geen einde. Na mijn leerzaam geschravel kreeg ik contact met Jo. Hij realiseerde in een onvoorstelbare helletocht de 63,9 km Olne-Spa-Olne in 5:38 en werd daarmee 3e. Opa Rob deed er 7:40 over. Ik moet dus met een gebogen hoofd erkennen dat mijn besluit juist was en neem daarbij voor deze helden alle petten af die ik heb.
19/11/05
Zaterdag zag ik in dat het opperen van een idee riskant is en blijft . Voor dat je het weet mag je het namelijk ook nog zelf uitvoeren. Zo ging het met de Simon of Sylvester Marathon en zo gaat het met het uitzetten van het nieuw parcours hiervoor door het Geuldal. Het spoorzoeken van de afgelopen week ging daardoor in het weekend vrolijk verder. De opgave was echter niet om in de spits en door de winterse buien heen in Amsterdam Centrum op tijd voor een afspraak te zijn of om in de spits en de regen Brussel Centrum in en uit komen. Het ging slechts om het proeflopen van het nieuwe parcours door het Geuldal.
Jo heeft als wedstrijdleider de eindregie over het parcours maar weet uiteraard buiten Maastricht heg noch steg. Klaus en ik mochten dus als "off road assistants to CEO" het parcours uitzetten en uitmeten. Klaus woont in Gulpen en ik heb overal gelopen. Voor het uittesten liep zaterdag de groep Jo van Meerssen naar iets voorbij het 10 km punt in Schin op Geul heen en weer. Ik was de groep Simon en deed solo het stuk heen en weer tussen het keerpunt nabij Epen en Kasteel Oost bij Valkenburg. De groep Klaus en Leny overlapten ons in het middenstuk en legden daarbij de km punten vast. Zo kom je nog eens lopers tegen die je kent en is er even tijd voor een praatje en plaatje, Helaas zonder Klaus want die was bij de tweede ontmoeting al in de mist opgegaan.
Mijn start om 9.30 h. bij het halve marathon keerpunt Hoeve Wingberg in Camerig was puur wintersport. Het vroor een graadje of twee, alles was berijpt door de aangevroren mist en door die mist heen gloorde een flauw zonnetje. Dat werd echter steeds flauwer en minder glorend in de mist. Gelukkig had ik de winter outfit tijdig uit de mottenballen gehaald want het werd echt koud.Het eerste stuk door het weiland via Bommerig en Hurpesch naar Overgeul is een plaatje. De enige dissonant was een koe met poortwachter neigingen die één van de draaipoortjes bezet hield. Tussen Hurpesch en Overgeul moet bij de zijstroom Landeus de Geul via een voetbrug voor de eerste keer worden overgestoken . Bij Dijk moest ik een klein stukje over de weg maar bij Overgeul kon ik weer off road.
Van Overgeul naar Gulpen was het even klimmen naar Hommerich. Helaas werd dat weer teniet gedaan in de afdaling naar de Hoeve De Bek. Hier huist de musicus Hoffmann. Of hij familie is van die van de vertellingen van Jacques Offenbach heb ik hem nog niet kunnen vragen. Gelukkig hoefde ik daarna niet de Gulpenerberg op. De te volgen Oude Akerstraat heeft echter ook nog een venijnig klimmetje in petto. Bij het plaatsnaambord met Gulpen bereikte ik het 15/27 km punt. Gulpen is eigenlijk één doorgaande weg die ik samen met de Gulp heb overgestoken. De klim naar Gracht Burggraaf was geen punt maar voor de landweg naar Beertsenhoven sloeg ik te vroeg in. Gelukkig was die zo steil dat ik snel ter halve ben gekeerd om niet ter hele te dwalen.
Gelukkig ken ik Stokhem en schrik niet meer van de opdoemende Dode Man als ik rechtaf de Geul moet volgen. Het stuk naar Engwegen waar de Keutenberg begint is verder lekker doordrentelen langs de ruisende Geul. Na het oversteken van de weg naar Valkenburg en praktisch voor de Kerk trof ik de groep Jo voor de eerste keer.
Via de drie beelden, kasteel Schaloenen de Sint Jansbron trof ik bij kasteel Oos de groep Leny die mij weer naar het startpunt zou brengen. Het 5 km heb ik dus gelukkig niet gezien want halverwege was 1:28.
Terug is langs de Geul niet hetzelfde als heen. Door de kronkels en de omringende heuvels lijkt het een totaal ander parcours en dat is de charme van het lopen in het heuvelland. Ik ontdekte zelfs een bord verboden te zwemmen. Dit lijkt voor de kurkentellers uit Delft wat overdreven maar de Geul stroomt echt en onbarmhartig voor wie er invalt.
De rijp was intussen weer water en mist geworden. Warm werd het echter niet want later bleek de thermometer amper één graad boven nul aan te wijzen. Bevroren löss loopt lastig omdat deze keihard wordt. Ontdooide löss loopt nog lastiger omdat het spekglad wordt. Het laatste deel werd dus een aardige trial langs de steile wallenkanten van Geul.
Na 3:03 was ik terug en ging de verwarming in de auto op Hi, de colafles aan de mond en later het bad op 45 graden koorts. Naweeën waren er niet.
Zondag werd het twee graden warmer dan zaterdag. Dat leverde echter amper 5ºC op in de lichte maar doordringende nevel en dat is niet echt warm. De beentjes voelden echter goed en dan deert de kou niet. Al bij de start voelde ik een balansspiertje aan de zijkant in de overgang van de kuit naar de hielpees. Het doorlopen verhielp dit niet maar werd er ook niet door verhinderd. Het werd dus een aangenaam tochtje door het heuvelland. Door even door te lopen kwam op het uitkijkpunt van de prehistorische rendierjagers op het Geuldal even in zicht. Niet alleen de rendieren maar ook de Brands brouwerijen bleven uit zicht door de nevel.
Uiteindelijk werd het 2:26 en kwam het weekend totaal op 5:29. Iets minder tijd en iets minder snel dan het vorige weekend. Maar kennelijk ben ik klaar voor Olne-Spa-Olne. Over Jo maak ik mij echter zorgen. Hij bagatelliseert zijn blessure maar heeft kennelijk behoorlijk last want anders laat hij geen wedstrijd lopen. Een tochtje van 63 km is dan erg riskant. Ik heb aan de lijve ondervonden dat je er zo maar maanden uitligt.Na het stoppen werd ik daar ook weer aan herinnerd. De onwillige balansspier verstijfde en ik moet dus een slag om het been houden. Als het tegenzit dan is alleen Opa Brouwer fit maar die heeft daar dan ook de leeftijd voor.
12/11/05
Zitten ze elkaar in Hasselt op te hitsen over het in één weekend Monster en in Battice lopen en dus moeten ze dan ook! Zonder mededogen sprak Janine Quadflieg dit vonnis uit, tijdens het etentje na afloop van de strandloop in Monster op zaterdag. Die ze waren inmiddels gekrompen tot Marc en mijzelf. Jos was helaas afgevallen door een blessure en Jo, de kwade genius achter het ophitsen deed later of zijn neus bloedde. Mogelijk omdat hij al wat vergeetachtig begint te worden maar waarschijnlijker is dat hij zijn boze plannen nog eens met Jenny geëvalueerd heeft. Weer moesten dus een Vlaming en een Hollander de lasten voor een Maastrichtenaar dragen en dat deden zij met vreugde en vlijt.
De strandloop van Monster, vroeger Jan Olsthoornloop geheten en nu Rabo Robust Run was een uitje. Windkracht 5 uit het zuidwesten oftewel windstil voor de autochtonen Westlanders, 12° C en vallend tij maakte van het strandgedeelte een eitje. De rest is dat dan ook behalve dat het nog in 21,0975 km getikt moet worden.
De start in Monster is altijd mooi. De meute zet zich eerst in beweging, dan pas klinkt het startschot en vervolgens staat alles een paar minuten in de file. De recordjagers hebben dan ook geen kans en bovendien is het parcours op het strand een zwabberende zwerftocht naar het verharde zand. Wat ik zaterdag had weet ik niet maar na mijn gebruikelijke start als laatste schoot ik ontketend naar voren op weg naar een top tijd. Tijdens het avondeten was Rian uit Hasselt nog zo onder de indruk van mijn wegsnellend silhouet dat ik aangezocht werd als haar persoonlijke haas. Na 5 km kwam Battice des andere daags op het netvlies en zag ik het realisme onder ogen dat ik bij de recreanten liep en dus toch niet in de prijzen kon vallen. Het verstand keerde terug en ik ook om Leny te zoeken om haar over het zand van het strand te hazen.
Een dame hazen die voor haar gevoel niet lekker loopt is een aparte opgave. Het ging te snel of te langzaam, het was te warm of te koud, mijn ideale (loop)lijn was zoek, veters los en op mijn hielen trappen. Maar wij werden gespaard voor vliegjes in het oog en steentjes in de schoen en zo liep het toch nog vlot verder. Gelukkig was Jos overal om foto's te maken. Dat hij goed kan fietsen bewees hij hiermee want hij moet het parcours ongeveer vier keer hebben gefietst. Na het strand heb ik het mental coachen aan hem overgedragen en dat deed hij door op de vrouw te spelen. "Zie je die vrouw voor je?, die is nog geen dertig! , die haal je makkelijk in! Eerlijk gezegd werkt die methode bij mij ook maar dan niet voor heren. Het resultaat van Jos zijn coaching was dat ik in de eindsprint smadelijk met 1 seconde het onderspit delfde.
Bij de prijsuitreiking bleek dat Opa Brouwer zo ongeveer de enige niet Belg was die een prijs had gewonnen en terecht. Ik moet toegeven dat hij een atleet is. Met 68 jaar 1:43 lopen is een wereldtijd. Het eten na afloop bracht alles wat een loper nodig heeft na een wedstrijd. Drinken, eten en ruimte om alles nog eens te evalueren. Uiteindelijk bleek hierbij dat er allemaal kampioenen aan tafel zaten. De grootste was Leo Romberg omdat hij de prijs van de stad Delft voor de meest aansprekende sportprestatie had gekregen. Dat hij op basis van zijn leeftijd voor vervoer aanspraak kan maken op de voorzieningen van de Wet Vervoer Gehandicapten zal daarbij geen rol in gespeeld hebben. Mijn evaluatie was dat Jos alles voortreffelijk georganiseerd had en dat wij graag op herhaling gaan.
Zondag was het weer zo mogelijk nog beter dan zaterdag. De wind was weggevallen, de zon scheen en de ondergrond was goeddeels geasfalteerd. De spiertjes hadden weinig voor het gevoel weinig geleden en de moraal was goed. Bij Jo was deze minder. Alsof Marc en ik nog niet genoeg voor hem hadden gedaan moesten wij hem nu ook nog adviseren over een blessure. Hij heeft nooit wat dus haalden wij onmiddellijk zijn leeftijd uit de kast maar de klachten klonken naar meer. Het bekende "lamme pootjes syndroom" , klink op piriformis , zie zijn voorland en huiver met hem mee. Achteraf lijken Marc en ik er weer eens ingetrapt te zijn want hij verbeterde zijn PR, won zijn klasse, kwam met 2:11 tussen de jeugd binnen en is dus nu eindelijk klaar om het parcoursrecord van de Oude Leedeloop van Jos te gaan breken. Overigens is dit typisch lopers gedrag. Hoe harder zij klagen over kwalen voor de wedstrijd hoe harder zij lopen. Oda bijvoorbeeld had voor de wedstrijd nooit lucht en dat klopte ook want die spaarde zij op voor de wedstrijd.
In begeleiding waren nu de rollen omgedraaid. Ik hoefde slechts te lopen en voor de rest werd ik in de watten gelegd. De start verliep anders want eerst moesten de spiertjes los komen. Daarna liep het zo goed dat ik mij grotendeels heb lopen verbazen over mijzelf. Met de 4e Cîmes valt niet te spotten vooral omdat het er meer dan quatre zijn. De tussenklimmetjes zijn namelijk minstens zo slopend. Op ging goed maar neer ging beter. Frans Wagemans heeft ons ooit het geheim van het dalen bijgebracht en dat leverde vele minuten op. De laatste 12 van de 33 km zijn het meest uitdagend. Hier tempo blijven lopen brengt de ene na de andere loper in het vizier maar soms is inhalen geen pretje.
Op de muur van Battice zat er zelfs nog een sprintje in want soms wil je iemand echt niet voor laten gaan. Het sprintje voorkwam dat ik een weekend record zou lopen want daarvoor kwam ik één minuut te kort. Een loper kan echter niet alles hebben en dus stond een tevreden mens aan de finish. Het Abdijbier van Valdieu maakte de loop perfect. De kloosterlingen daar weten wat engeltjes produceren voor de tong.
Het weekgemiddelde bleef de afgelopen week gemiddeld maar het lopen deze week was welbesteed. De brainwave om SM (Simon of Sylvester Marathon) om over een parcours door het Geuldal te lopen vond algemene bijval en in het bijzondere van de organisator Jo. Hij was degene die mij deze marathon schonk als cadeau voor mijn 60e verjaardag onder de voorwaarde dat ik deze zelf zou consumeren. Klaus en ik vormen nu de routecommissie en het wordt iets moois. Van Meerssen tot Epen en terug, met de garantie dat de terugweg absoluut niet op de heenweg lijkt. Klik op de miniatuur voor meer (voorlopige) details
's Zomers is het de meest bewandelde route en dat is geen toeval. Ca 90% is off road maar wel goed gebaand en goed bewegwijzerd. Het geheel heeft het karakter van een trial maar de liefhebbers mogen natuurlijk ook over de poortjes springen. Zie voor verdere informatie de site van Ultraned en binnenkort de site van Jo.
5/11/05
Het herstel na de marathon liep meer dan vlotjes. Maandag nog wat pijn in de bovenbenen maar dat werd dinsdag er vlot uitgelopen. Woensdag nog wat rust en donderdag gelijk 2:30 er achteraan langs de borden van de Geul. November en dan nog steeds bij 20ºC in het zonnetje lopen met de korte broek is natuurlijk een luxe.Het was bijna onwerkelijk en zo kreeg ik een onwerkelijke gedachte over de Sylvester Marathon. Waarom geen vernieuwing van het parcours. In 2003 werd gekozen voor "De Tegendraadse Mergelland Marathon Oud Parcours" maar die is nu wel afgetrapt, zeker door de twee saaie lussen aan het eind in Meerssen. De Geul inspireerde mij tot de gedachte van het lopen vanaf de Voelwammes (daar stroomt de Geul in de Maas en kleurt de bruin met de löss) naar de Cottesen (waar de Geul Nederland instroomt). Een schitterend parcours voor een trial over voetpaden in de beemden met prachtige uitzichten. Jo heeft de gedachte gelijk overgenomen en broedt nu op de varianten in verband met de afstand en de logistiek.
Zaterdag lag niet het idee maar ik in de lappenmand. De voorhoofdsholte zat dwars en dan lijkt het of het denkraam steeds mee rolt met het hoofd en dat doet pijn. Die pijn bleef ondanks de vier aspirientjes per dag en hield mij lopend van de straat. De vooruitzichten zijn toch niet slecht, meestal loopt dit bij mij met een sisser af. De vorm voor de dubbelslag is er, al wordt de concurrentie door het waarschijnlijk uitvallen van Jos Brouwer jammer genoeg minder.
Helaas dreigt hij voor de zoveelste keer zijn thuiswedstrijd in Monster te missen. Nu blijven slechts Marc, Rob en ik over want ook Jo loopt geen dubbel. Hij stookt ons wel op in Hasselt om zulks te doen maar verschuilt zich nu angstig achter zijn verplichtingen als webmaster van Battice. Voor straf zou deze dubbel als een marathon geteld moeten worden. Hoewel, eerst maar even opknappen want anders knap ik ook nog af.
30/10/05
Het is natuurlijk te kinderachtig om over te schrijven maar ik ben zo blij als een kind dat ik met het volbrengen van de Brabant Marathon in Etten-Leur nu één marathon op Jo voor lig. Hij heeft nog wel getracht om dit met het lopen van de Halve van Herve enigszins te compenseren maar dat was natuurlijk vergeefse moeite. Wel stonden vader Rob en zoon Jos Brouwer met Jaap Raaphorst plots aan de start. Mijn aankondiging van "if then" en mijn strategie om Opa Rob in wedstrijden te ontlopen had hun op het spoor van een "onvoorbereid!"zondagmiddagje gezellig trimmen gezet.
Wel maakte Opa mij duidelijk dat mijn ontlopen van hem geen doel had. Wij namen weliswaar beiden wel aan hetzelfde evenement deel maar niet in dezelfde categorie. Hij is namelijk een echte (KNAU) atleet en ik ben slechts joggende recreant. Dat is uit de foto wel duidelijk op te maken. Hij snijdt af en ik loop de bocht volgens de meeting om hem te ontlopen. De voorbereiding deze week was niet optimaal. Tijdens mijn meerdaagse racetocht door het land voor de jeugd weigerde mijn bolide en kon ik nog gaan duwen ook. Helaas met het gevolg van een licht opspelende hamstring. Gelukkig is een beetje ellende vooraf de juiste voorbereiding. Verder had ik deze week dapper op mijn krent gezeten met het toenemende bekende en beklemende gevoel van geen stap meer vooruit te kunnen komen. Als je net als ik ga dromen dat je aan het hardlopen bent dan is er iets goed mis met je. Nog erger is als je dan in die droom harder loopt dan je in werkelijkheid kan. Niet de droom maar het ontwaken is dan de boze droom.
Het weer had zondag een verraderlijke kant. In de straffe wind was het bij 22ºC heerlijk loopweer maar het zweet verdampte direct van de huid. Met wind mee liep je in een broeikas en dweilde het water van je af. De taferelen in het begin bij de drankposten van doorlopers met één half leegschuddend bekertje in de hand deed dus het ergste vrezen. Na de 30 km kregen de drankposten meer het aanzien van door uitgedroogde lopers goed bezochte stamcafés.
Over het parcours van twee ronden ben ik, met de orkaan van 2002 voor ogen, te negatief geweest. Toen waaiden we in een verlaten en vijandig landschap letterlijk van de weg en werden we gebombardeerd met afgebroken taken. Nu liepen we door, met toeschouwers omzoomde, liefelijke bossen en velden en vielen er slecht rijpe eikels uit het bruinrode struweel op onze hoofden. Het werd dus inderdaad een gezellig middagje recreëren met verzorging in Brabant. Tot de 30 km liep het als een zonnetje met precies 10 km/h als kruissnelheid. Daarna bleef de man met de hamer ook weg maar begon de warmte in combinatie met, ondanks het vele drinken, grote vochtverlies zich kenbaar te maken met een oplopende hartslag. Toch bleef het een inhaalrace, zelfs van halve marathonlopers die in de tweede ronde gestart waren. Na de 35 km werd het echt werken. Het opdoemen van de kerktoren van Etten-Leur liet mij dan ook niet onberoerd. De laatste 2 km over de onvervalste Brabantse klinkertjes had voor mij niet meer gehoeven maar hoe kom je anders aan de finish.
Het verschil tussen vóór en na de streep is altijd opmerkelijk. Vóór is het puur lijden en sterven op het eind; Na brengt, na een paar keer zuchten, de volledige wederopstanding. Daarna is het natuurlijk tijd voor de zondagse "high tea" op de markt en een kleine eucharistieviering (dankdienst) bij het Godshuis van Etten-Leur.
In ieder geval zijn Opa, Jos en ik klaar voor de weekenddubbel van Monster en Battice. De Vllamse Reus Marc is dat na zijn Italiaanse marathon natuurlijk ook. Een zaterdagloopje van 21 km door de duinen en over het strand als voorbereiding op een zondagloopje van 33 km klimmen en dalen over de cîmes van het land van Herve moet lukken. Hopelijk beleven we nu daarbij eindelijk eens die beroemde Zuidwesterstorm waar Jos al zolang over heeft verhaald en valt er in de cîmes eindelijk eens droge in plaats van de gebruikelijke natte sneeuw. Dat Jo Etten-leur heeft laten lopen is of een goedmakertje voor mij of hij heeft reden om zijn conditionele gesteldheid te verbergen.
22/10/05
Ik sta aan de vooravond van een nieuwe carrière als semi-prof. Ik kreeg voor het eerst geld voor mijn loopinspanningen. De 2e prijs in de Mergelland Marathon bracht brood op de plank of beter gezegd bier in het glas. Een verblijf in Brussel bij Poechenelle draagt namelijk niet echt bij aan de vorm en de vulling van de geldbuidel. Toch werd het onder deze barre omstandigheden een record trainingsweek van 11:04.Criticasters zullen ongetwijfeld opmerken dat zo'n late loopbaan meer op het Abendglühen in Huize Mijmerstijn lijkt maar beter laat dan nooit. Verder weet je ook niet wat voor ingrepen er nog op de AOW en pensioenen komen. Dus alles is meegenomen. Wel moet ik nu mijn wedstrijden goed gaan plannen voor wat betreft de (beperkte) concurrentie. Opa Rob wil ik nu niet meer in de wedstrijd ontmoeten.
De laatste rust begint,
wanneer men het bejaardenoord verlaat.
Dus als je daar je woning vindt,
dan weet je wat je te wachten staat
De zware trainingsweek was een "if then" strategie. Als ik de marathon van Etten-Leur ga lopen dan ben ik in ieder geval voorbereid. Ik vind het een mooie marathon, althans het oude parcours. Op het nieuwe ben ik drie jaar geleden letterlijk weggewaaid en die ervaring sleep ik nog mee. Degenen die mij lief hebben streven echter tegen. Laat Jo maar meer marathons lopen is het argument, hij moet nog groeien in dat voetenwerk. Hoe dan ook, toch heb ik het gevoel dat ik deze week nog een telefoontje krijg voor een lift naar Etten-Leur.
Zaterdag werd ik kort en hevig weggespoeld en dus is hierover weinig te verhalen. Ik ben opgevoed of beter gezegd afgehard met het kinderliedje; "Regen en wind kunnen ons niet deren..." en zo was dat ook.
Zondag was het droog met af en toe een zonnetje en derhalve op de wind na goed loopweer. Ondanks dat liep ik met vierkante wielen hoewel ik kennelijk de schijn tegen had toen ik Klaus tegen kwam. Hij vond mij, zo mailde hij later, er zonnig en bloemig bij lopen. Toch kwam ik niet vooruit. Je beweegt je benen wel maar het is alsof je achter een steeds sneller wegrijdende trein aan loopt. 's Avonds werd het mij duidelijk toen ik rubberen benen kreeg en begon te klappertanden. Eén week voor de marathon een virus onder de leden krijgen is de perfecte voorbereiding.
15/10/05
Dit weekend werd het weer eens tijd om het langere werk wat serieuzer op te pakken. Aanvankelijk hoefde dat niet zonodig maar de nazit van Dwars door Hasselt heeft zijn programmatische sporen achtergelaten. Zet Marc aan tafel tussen Jos en Jo in en, terwijl hij veinst zijn bordje netjes en braaf leeg te eten, legt hij allerlei nieuwe maar verschrikkelijke uitdagingen op tafel. De Iron Man en de Grijze Keniaan pakken die dan op alsof het vanzelfsprekend is. Het gevolg van dit triootje is dan dat de nooit gedachte maar toch gekregen (lees opgedrongen) wedstrijden je om de oren vliegen. De 1e uitnodiging van Jos om op 12 november a.s. de Halve (strand) Marathon van Monster te komen lopen was voor Marc het sein om daar onmiddellijk op zondag 13 november Battice - Les 4 Cimes du Pays de Herve van 33 km onverbrekelijk aan vast te knopen. Met 5x Monster en 10 x Battice in de benen weet ik wel wat dan komen gaat. Gewoon mijn normale weekendwerk maar dan met verzorging dus verder geen nieuws.
De 2e uitnodiging van Jos voor de 13e Oude Leedeloop van 25 km op zaterdag 3 december a.s beantwoordde Marc prompt. Zijn uitnodiging voor de 63,9 km van Olne-Spa-Olne op 27 november a.s. deed het schrokken even stokken. Dat is dus andere koek want ik heb nooit meer gelopen dan 57 km. Gelukkig bleef het hierbij omdat deze kilometervreters zoveel eten dat zij zichzelf de mond snoerden door hun eigen maar ook nog andermans bordjes leeg te eten. Maar om de stand in evenwicht te houden moet ik in ieder geval Olne-Spa-Olne lopen als Jo die loopt maar misschien neem ik een voorsprong op hem door op zondag 30 oktober bij verrassing de Marathon Brabant in Etten-leur te lopen.
Zaterdag dus geen druivenpluk, hoewel die al rozijnen aan het worden zijn, maar lopen. Het was gelukkig het loopweer waar je van droomt. Een stralende zon aan een heldere lucht, vrijwel geen wind en ca 15º C. Volgens het Nieuws van deze week zou de natuur in de war zijn vanwege de Indian Summer. Die stakkers in Hilversum komen echter waarschijnlijk nooit buiten. De bomen tonen hun roodbruine herfstkleuren, de noten vallen en de eerste blaadjes komen daar mooi achteraan dwarrelen. Her en der zie je nog wat nabloei maar dat is normaal. Het werd 2:43 lang bij bruinen op de plateau's van Schimmert, Ulestraten en Bunde met de tussenliggende dalen.
Zondag leek voor wat betreft het weer een herhalingsoefening van zaterdag maar het venijn zat in de opgestoken zuidoosten wind. In de schaduw bijna koud in de wind en in de zon uit de wind lekker warm. Na zaterdag had ik geen bijzondere verwachtingen maar het liep gesmeerd. Een prachtig traject rond Eys leverde bracht zonder problemen 2:49 op de klokken. Maar wat wil je met al dat oogstrelend Limburgs moois.
Mogelijk waren het ook de inspirerende beelden van de Ironman op het Big Island van Hawai'i die bij mij de pas erin hielden. Ik heb in Kona, behalve de koffie, ook de beker van het loopparcours deels leeggedronken en lopend op een deel van het fietsparcours door de lavavelden ben ik weg- en opgebrand. Hoezo Olne-Spa-Olne lopen Marc. Met Jos voor de Ironman naar Hawai'i dat is pas een uitdaging.
9/10/05
Het Weeknieuws is wat vertraagd uitgekomen. Het leven van deze VUTTER gaat met druk - drukker - drukst van kwaad naar erger. De loonslaven die nog vlijtig bezig zijn aan het werken voor mijn oude dag dag vragen zich natuurlijk vol ongeloof af: "waarmee dan wel". Het antwoord is: "gewoon met werken" maar nu alleen voorzover het leuk is en niet meer zonodig moet maar mag.
In dat kader was ik deze week voor de afwisseling eens bezig met netwerken op de golfbaan Burggolf in Zoetermeer. Nu ben ik nog steeds niet aan golfen toe maar als de zon schijnt en ik heb een looprustdag dan wil ik wel een uitzondering maken. Eerlijk gezegd golf ik tot mijn eigen verrassing beter dan ik loop. Ik viel namelijk als beste putter gelijk in de prijzen. Een putter is in dit geval geen vogel maar iemand die een klein balletje met een lange stok in een klein putje aan het tikken is. Mijn afslaan was, hoewel niet hard en ver, door het juiste richtingsgevoel ook een sterk wapen. Door het lopen met de blik op oneindig is dit gevoel kennelijk goed ontwikkeld en daar scoor je mee.
Golfen als cooling down is beslist aan te bevelen. Het rondwandelen met zo'n kleine stok in de hand is een balsem voor verzuurde spieren. De dubbele loop van afgelopen zondag had deze natuurlijk achtergelaten. Nog zuurder was dat een dubbele overwinning het enige was dat voor Jo en mij nog te bereiken was met het lopen van twee wedstrijden op één dag in twee verschillende landen. De Vlaamse reus Marc had het kunstje van twee wedstrijden op één dag in twee verschillende landen namelijk al jaren geleden vertoond. Deze eer had deze Belg dus weer mooi voor de neuzen van een Maastrichtse Limburger en een Hollandse Heerlenaar weggekaapt.
Deze morgenloop versterkte weer eens oude banden. Ruud bleek gelukkig nog steeds loopschoenen te hebben. Hij stond echter, vanwege een blessure aan de kant. Een dubbele overwinning zat er voor Jo niet in. Zelfs hij begon, na de 10 mijlen van de Chemelot Limburg Media Loop, stijf en stram aan de 15 km van Dwars door Hasselt. De 15 km werd door hem zelfs 1 minuut langzamer afgelegd dan de 10 mijlen en daarmee kom je niet op het ereschavot. Ik was, in schrille tegenstelling met Jo, zelfs een minuut sneller. Dat kwam omdat ik a) de dag van tevoren gewoon getraind had en b) voor mijn doen ongewoon mijn best had gedaan. Virtueel lag ik na 31.1 km zelfs voor op het schema van de door Paul gerealiseerde marathontijd in Eindhoven. De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat als ik daar gelopen zou hebben, ik liever met Oda zou zijn meegelopen en dus op 5 minuten achter haar nipt binnen de 4 h geëindigd zou zijn. Zij heeft namelijk aan het eind altijd meer over dan haar metgezel zoals peter kan beamen.verhuizing, een grote trainingsachterstand voor. Dit bleek na de start een zogenaamde "Rien" quote te zijn want hij volgde Jo met een zeer gezwinde pas.
Verder hoorden wij plots van verre een bekende stem luider naderbij komen. Herbert wilde deze première niet missen en was op volle sterkte met Anne en Laure naar het zuiden afgezakt. De trainingsachterstand van Herbert bleek wel waar te zijn. Hij wilde echter bij de finish graag inhouden om voor mij de felicitaties in ontvangst te nemen.
Het werd uiteindelijk, zonder echt stuk te lopen, een alleszins redelijke 1:23 Dit terwijl ik om krachten te sparen uitgegaan was van 1:30. Het was echter een goed georganiseerde loop over een aantrekkelijk parcours in een heerlijk najaarszonnetje en dan wil het wel tussen de oren. De loop is in ieder geval voor herhaling vatbaar al was het alleen al om het uitzicht vanaf de voormalige DSM steenberg op de wereldstad Geleen en omstreken. Na dit alles was het even uithijgen, droge kleren aan en op weg naar het beloofde land voor Dwars door Hasselt.
Loopwedstrijden in België zijn altijd een feest. Alles wat in Nederland moeizaam gaat daar vanzelf. In Hasselt lopen dan ook duizenden mensen mee waarbij in vergelijking met Nederland de jeugd en het vrouwelijk schoon zwaar vertegenwoordigd zijn. DSM Genk had onder de bezielende leiding van Marc en Charlie onze deelname weer zoals gebruikelijk tot in de puntjes geregeld. Het werd de confrontatie der giganten. Na een aantal jaren waren naast de nooit geblesseerde Jo eindelijk de blessure gevoelige Jos en Marc weer in de race. Dat brak de wedstrijd meteen open. Jos ging uiteindelijk met de eer strijken.
Dit niet alleen bij het lopen maar ook voor het sterkste verhaal na afloop. Na een aantal kilometers kreeg hij naar zijn zeggen een grijs hoofd in DSM outfit in zicht en wist niet op het Jo of Simon was. Het bleek volgens hem Jo te zijn maar uit de foto op de website van Hasselt blijkt dat hij, waarschijnlijk door overconcentratie, geplaagd moet zijn geweest door een ernstige blikvernauwing.
De wedstrijd verliep goed. De stramme benen verdwenen na een tijdje en de laatste paar kilometers voor de finish kon zelfs bij mij het gas erop. Niet tegenstaande dat moesten de grijze koppen de eer aan Jos en de breedste lach aan Leny laten.
Het DSM Genkse avondmaal smaakte uitstekend ondanks de schaduw die het afscheid van Charlie vooruit wierp. Maar negatieve zaken hebben altijd een positieve kant en dat was het in de schijnwerpers zetten en hem uit te kunnen roepen tot Opper G*. Een eretitel die hem toekomt omdat door zijn toedoen vele lopers al vele jaren lang konden genieten van Dwars door Hasselt.
1/10/05
Het grote probleem van kinderen is dat ze op hun ouders lijken en het grote probleem van ouders is dat hun kinderen op ze lijken. Het grote probleem is natuurlijk geen probleem zo lang het om de goede eigenschappen van het broedsel gaat. Als het echter om de slechte eigenschappen gaat dan wordt "het grote probleem" een goedaardige familiare twistappel van, in het bijzonder, wederzijdse ooms, tantes, neven, nichten en grootouders . Hij/zij heeft een aardje naar zijn/haar vaartje, hij/zij heeft die streekjes van zijn/haar moeder, hij lijkt precies op oom Jodocus en zij lijkt precies op tante Eulalia, de slechte eigenschappen slaan altijd een geslacht over, ik heb mijzelf toch niet gemaakt zijn zo de uitspraken die dan worden gehoord.
Ik heb mij, door de ervaringen met mijn kinderen een pietsje wijzer geworden, teruggetrokken achter de solide verdedigingslinie van "kinderen lijken hoofdzakelijk op zichzelf". Voor Laure wil ik echter wel uit de loopgraven komen. Gehuld in haar Nike sokjes maat 0 straalt deze "Hooijsu" nu al, terwijl de eerste stapjes nog gezet moeten worden, het overgeërfde loopplezier van Herbert en Anne uit. Haar rustige optreden en haar analyserende houding weerspiegelt nu al de wedstrijdinstelling van haar ouders (als combinatie gezien). Het enige "het probleem" dat ik voorzie is de toewijzing van de stemgenen.
Ik heb bijna geen kik van Laure gehoord maar toe zij kikte kreeg ik flashbacks van lang voorbije zaterdagtrainingen op mijn trommelvlies.De ouders maken het ook goed in hun mooie nieuwe huis. Herbert draagt met hard werken en dus weinig lopen goed bij aan mijn pensioen en aan mijn wanhopige pogingen om hem bij/voor te blijven. Anne is een zorgende moeder die, zoals wij van haar gewend zijn, planmatig, weloverwogen en onverzettelijk aan haar loop come back werkt.
Een rondje Nederland voor afspraken in Eindhoven, Rotterdam, Utrecht, Nijmegen en met Emmen als keerpunt, voerde mij langs Zwolle en dan kan je natuurlijk niet zomaar aan de Hooijkaasjes voorbij gaan. Anderzijds was het pure nostalgie want Zwolle was, met een mooie pied à terre in de binnenstad als tweede huis, gedurende tweeëneenhalf jaar mijn Europesche uitvalsbasis. Ik heb er wat af gelopen, als ik er was. 's Zomers vooral 's avonds langs de IJssel en in de prachtige bossen van Hattem en 's winters bij nacht en ontij en in weer en wind in de outskirts van Zwolle. Daar heb ik de hardheid bij het lopen opgedaan. De loopweek was geen onverdeeld genoegen. De Stadsloop Maastricht heugt mij ook dit jaar weer. Altijd heb ik na deze wedstrijd problemen. De problemen in afgelopen jaren met voetpees, kuitspier en en dijbeenspeer staan in het geheugen gegrift. Dit jaar was ik voor de verandering zo stijf als een plank van dat korte stukje lopen. Kortom, Maastricht ligt mij niet ondanks dat de zon er altijd schijnt te schijnen en er de gezelligste mensen ter wereld schijnen te wonen (volgens de Maastrichtenaren zelf). Die mening werd tijdens de Stadsloop flink ondergraven.
Desgevraagd door een groepje heren die ik passeerde, vertelde ik dat ik in Heerlen woonde en werd vervolgens bijna de wedstrijd uitgezet. Toen ik aangaf dat het nog erger was omdat ik namelijk een uit Holland afkomstige allochtoon was, bleek dit tot mijn grote verrassing opluchting te brengen bij mijn bijna-aanvallers. Zij hadden namelijk even gedacht dat ik Kerkrade als mijn geboorteplaats zou gaan noemen. De arme geblesseerden Karel en Frans zouden bijna opgelucht mogen zijn dat zij hier niet konden lopen.
Zaterdag scheen die Maastrichtse zon niet maar dat kwam omdat Jo afwezig was vanwege een 10 km op zondag! De juiste lezing is natuurlijk dat hij niet komt als de zon niet schijnt want anders kan hij niet vertellen dat de zon altijd schijnt in Maastricht. De opkomst was verder heel dun maar de kwaliteit was daarentegen hoog. Ik kon het dus maar nipt bijbenen en dankte de hemel toen ik in mijn eigen boemeltje kon stappen. Het liep overigens, net als de hele week, slecht maar wellicht kwam dat door het vele in de auto zitten. Hoewel de genoemde bezoeken mij van het al te veel op straat lopen afhielden, vond ik in Nijmegen tijd voor een verkenningtocht en zo zag ik voor het eerst van mijn leven het fameuze Keizer Karelplein, de Valkhof, de Waalkade en de deels sfeerloos herbouwde binnenstad. In Nijmegen verkende ik ook Arabische muziek via Zad Moultaka. Vraag mij niet naar het waarom maar het had met mijn inspanningen voor de jeugd te maken. Het was "apart en heel boeiend" drukt denkelijk het best uit wat ik beleefde.
Klik hier voor een fragment: ♫♫
Zondag was geen vreugdevolle dag. Van vrouwen, drank en computers vormt de laatste wel de grootste bedreiging voor een rustig leven. Vrouwen begrijp ik nog steeds niet maar ik kan er mee leven. Drank is geen probleem meer sinds in de krant stond dat één fles wijn per dag goed was voor hart en bloedvaten. Computers blijven echter onvoorspelbaar ondanks de high tech image. Nu werd ik ondanks de dubbele virus scanners, een dubbele firewall, anti-spam, hitman en nog wat van dat gespuis op éen van de PC's in het netwerk geplaagd door een indringer. Gelukkig werd het bijtijds opgemerkt maar het in alle hoeken en gaten doorpluizen van 3 PC's was mijn zondagswerk. Ik hoop dat er zegen op rust want anders is mijn opoffering van het lopen tevergeefs geweest. Met al mijn gesteun en gekreun werd het toch nog een week van ruin 7 h. in de schoentjes, 1400 walnoten rapen en 3 kg tamme kastanjes verzamelen. Het was een geluk dat de druivenpluk nog niet begonnen is.