16/3/02
Het lenteachtige weer verwarmde de stramme spieren van de zestiger zaterdag wonderbaarlijk. Begeleid door de makkelijk lopende Ivo, de herrezen Ruud en de locomotief Jean (allen goed voor onder de 3 uur) harkten Leny, Huub en ik netto 2 h. 48 min. bijeen. Het parkoers loog er niet om. Maastricht via de Molenweg, onder Bemelen en Cadier en Keer langs naar Margraten, IJzeren, Oud Valkenburg, Sibbe, Berg en Meersen.
Natuurlijk kreeg Leny tegen het eind haar standaard dip maar Herbert’s veronderstelling van afgelopen week dat ik haar daarbij afknijp, mist natuurlijk elke grond. Ik knijp sowieso geen dames en als mental coach zeker niet. Ik wordt echter bij het overschrijden van de twee uren bewust in stelling gebracht. Meestal via opmerkingen als: “Dit is om, we zijn de weg kwijt, hier kunnen we nooit zijn, het is nog uren lopen etc.
Kortom ik wordt aangesproken op mijn zwakke punt van de weg niet kunnen vinden. Als reactie wordt verwacht dat ik daarna de tijd verkort door alsmaar uit te leggen dat we er bijna zijn, het traject past in het schema, alles over is als de auto’s in zicht komen en andere hoopvolle uitspraken. Op het moment dat Leny het zicht op de laatste km’s weer krijgt, kan ik het wegens ademgebrek schudden in de eindsprint.
De doelstellingen lagen zaterdag wat uiteen. Oda, Peter B. en Peter S. gingen voor 1,5 uur uitlopen. Edwin had voorgelopen dus liet hij na 2 uur na. Intussen liet Jo verstek gaan vanwege de Treechloop, trainden Herbert en Anne bij vrienden in Zwitserland, zat Piet in Duitsland en worstelde Karel met zijn rug. Omdat we de tijd hadden kwam het gesprek op bruto-netto tijden. Tot mijn verbijstering begreep ik dat al die mooie overzichten van Jo gelardeerd zijn van bruto tijden en zo begrijp ik nog beter waar, in combinatie met de inschatting van de trainingssnelheid, al die zwaarte vandaan komt.
Zondag heb ik nog even aan mijn eigen zwaarte gewerkt. Na de 12 maal 1 minuut snel ging het zo gesmeerd dat er nog 2 h. 24 min. op de klok kwam. Met 5 h. 12 min. en een weektotaal van 8 h. 27 min. ben ik klaar voor het Jekerdal. Ik vrees dus niet de afstand maar het mentale ongenoegen in de laatste uren en de kans op blessures zo kort voor de Parelloop en Rotterdam.
9/3/02
De bejaardenclub “Stram maar nog niet lam” (Leny, Huub en Simon) hield het onder leiding van de immer fluks huppelende Broeder Herbert zaterdag nog het langst vol. De theorie van Edwin dat oudjes vanwege de stijfheid toch niets meer voelen, is kennelijk juist en kennelijk ben je onder de dertig nog zo soepel dat je nog niks te voelen hebt. De 2 h. 33 min. was voor de van de griep herstellende Jo nog wat te veel en voor Anne en de revaliderende Ruud nog een uurtje te ver. Dat Frans en Jos afhaakten verbaasde mij zeer. Zo kort voor de marathon en dan amper 2 uur volmaken is wat mager. Dat magere gold ook voor de opkomst.
Met Oda en Peter in de Engelse modder en Ivo met zijn studievriendjes in Hoenderloo op de Veluwe was het door de absentie van een aantal anderen stiller, gelukkig zonder dat de kwaliteit er onder leed. Kennelijk zat de aanpak van de Vlaamse Reus nog bij die en degenen in de benen.
De omleiding bij Meersen deed ons vermoeden dat Edwin nagedacht had over de omleidingborden en zodoende de weg weer kwijt was. Om hem te onderscheppen voerde dit de tocht richting Ulestraten, Schimmert , Valkenburg en Geulhellingen. Het mocht echter niet baten en volgens de theorie van Herbert had Crie toch de gesloten afrit genomen en zat zodoende klem onder het werkverkeer.
Zondag was het stralend blauw en dat verleidde mij om de korte broek aan te doen. Volgens deskundigen geen gezicht als je dat combineert met een hoofdband en handschoenen. Hoe dan ook, het bleek de goede aanpak want ik bracht verrassend makkelijk 2 h. 35 min. op de dagteller. Een goed uitgangspunt voor weer een weekje van 100 km. Het deed verder ergens in mijn hoofd ook de 52 km door het Jekerdal kriebelen.
De 100 km brengt mij op spreadsheet van Jo. Hoewel ik braaf de weektotalen van uren opgeef kom ik er niet op voor. Bij navraag bleek dat ik ook de km’s moest opgeven en dat is natuurlijk de kat op het spek binden.
Nu begrijp ik de indrukwekkende prestaties die geleverd worden want niets wordt zo overschat als de gemiddelde snelheid bij de training. M.i. is het beter om de gemiddelde trainingssnelheid objectief uit de wedstrijd- of maximale intervalsnelheid af te leiden. Mark zal daar wel ervaringsgetallen voor kunnen aanreiken.
Mijn weektotaal ziet er helaas bedroevend uit met 5 h. 12 min. Het excuus is het inrichten van mijn appartement in Emmen als tijdelijk 2e onderkomen. Met het centrum om de ene hoek, het bos om de andere hoek en DSM op 10 min.is het, gegeven de lay out en het fraaie uitzicht, een uitstekende uitvalsbasis voor de gemiddeld 3 dagen per week die ik daarin doorbreng.
2/3/02
Het beloofde Belgische land zag er zaterdagmorgen vroeg veelbelovend uit. Het lag berijpt te blinken in een winterzonnetje dat een lenteachtige morgen voorspelde. De afwezigheid van Jo verstoorde deze idylle behoorlijk. Zijn verkoudheid werd onmiddellijk in de kaders van overtraining en begin van sleet geplaatst. De Vlaamse reus nam echter naadloos de dirigerende rol van Jo over en dreef ons spoedig voor de 1e van de drie ronden door de Mechelse bossen en heide.
Of het nu de trainershand van Mark was of de verpletterende indruk die de eerste xxxL voor Rotterdam al op voorhand had gemaakt weet ik niet. Wat ik wel weet is dat, behalve door Frans die weliswaar niet jong meer is maar toch nog veel wil, rustig gelopen werd, zonder allerlei speels prikkelende versnellingen. Dat betekent dat wij het heidewild gemist hebben want er werd door een overmaat aan adem wat afgekakeld.
De 1e ronde liep dus lekker weg. Aan het eind stuitten wij nog op Janine die in plaats van te markentieren (gelukkig weer) aan het trainen was. De 2e ronde gaf aanvankelijk hetzelfde beeld. De eerste verandering was de (eenzame) terugkeer van Anne waarvoor de 2 h. net nog iets teveel was. De tweede verandering was de beklimming van de waterscheiding waar Mark ons op “Holland” liet neerkijken. Opvallend was dat Herbert aan het eind van deze ronde vanwege de ongewisheid over de aankomst van Anne vleugels kreeg. Wellicht een tactiek die in Rotterdam ook toe te passen is.
De 3e ronde was de uitsmijter. Deze ging door een donker modderig bos waar een homo sapiens normaal niets te zoeken heeft sinds onze homoïde voorouders uit de bomen kwamen om de ondoorzichtigheid van het oerwoud in te ruilen voor het overzicht van de open vlaktes. Jean was niet meer aan de ronde begonnen. Hij moest zijn krachten sparen voor een deel van de zes uren in het Steinerbos. Roel stopte na een paar kilometer want hij piekt 2 weken na Rotterdam maar volgens mij kan hij beide marathons wel lopen.
De rest stampte rustig door terwijl het, op Herbert na, verbaal steeds rustiger werd. Na zo’n 3 h. had iedereen het wel gezien maar onze Vlaamse reus had de terugweg wat opgerekt waardoor Leny op de het laatste bulke even dipte. Uiteindelijk kwam iedereen in goede doen op 3 h. 09 min. uit. Een resultaat waar Jo later op de dag zijn met een snotterige stem licht jaloers zijn tevredenheid over uitte. Mijn waarneming is dat het heilige vuur is ontbrand. De softe verhalen over voorzichtig opbouwen hebben plaats gemaakt voor keihard afzien.
De vrouw en man van de dag waren voor mij Leny en Karel. Leny die schijnbaar uit het niets met slechts een licht gemor na 3 h. een xxxL neerzet zonder een spoortje van spierpijn. Karel omdat hij met 5 kg minder gewicht met dubbel plezier 20% beter loopt.
Zondag heb ik er nog 2 h. 03 min. achteraan gegooid met wat intervalletjes. Het weektotaal van 9 h. 13 min. mag 3 weken na Bertlich gezien worden, evenals Leny’s weektotaal van 8 h. 33 min. dat ik uit welingelichte bronnen vernam.
16/2/02
Goed voorbeeld doet goed volgen was mijn eerste gedachte toen ik hoorde dat de club voor wel 2h. 15 min. wegging en Karel, Oda en Peter B. daar nog wat aan zouden plakken. Maar in tweede instantie begreep ik dat de 10 weekse koorts voor de Rotterdam Marathon was uitgebroken. Ik had geen koorts maar wel letterlijk en figuurlijk dikke dijen. Ook trok het kuitdeel van de achilles wat aan de hiel. Dus wijselijk geen rare fratsen hoewel het 1e halfuur best liep. Uiteindelijk is het 1h. 15 min. geworden.
De aankondiging van het omkeren beloonde mij verrassend met de opmerking dat ik kennelijk wijs geworden was. Tegenover hoe ouder hoe gekker zit hier een jeugdig compliment is. Na het omkeren stierf langzaam het lopergekwetter van ons weg en hoorden wij dat weer de vogeltjes doen. Toch misten wij het eerste want er werden wat leermomenten losgelaten in zo’n groep. In ieder geval heb ik Mark aan Herbert horen uitleggen hoe je doelen stelt en daar werd hij onder zijn Pantani bijna stil van. Die hoofdtooi staat Anne overigens modieus maar ik mis bij Herbert dat op en neer huppende stroo als mikpunt.
Het was in ieder geval een heel peloton zaterdag. Naar mijn weten mistten wij slechts Huub, Jos V. en de nog immer geblesseerde Ruud. De laatste hoop ik weer eens te zien als was het maar op de fiets of in ieder geval weer eens iets van te lezen.
Zondag heb ik in het vervolg op zaterdag en verder knippend, zagend, hakkend en versnipperend doorgebracht in mijn reeds 10 jaar groeiend en bloeiend struweel. Een verzameling van bezigheden waar de loopspieren geen weg mee weten maar je blijft in ieder geval van de straat. Het lopen ging zondag al wat beter hoewel de vermoeidheid nog wat snel toeslaat. In ieder geval liepen de 1h. 25 min. goed weg in het zonnetje.
9/2/02
Door bezigheden die, zonder verkeerd te rijden, half de week al 1000 km op de teller brachten, werp ik mij pas laat in het post Bertlich gewoel. Dat betekend dat alles eigenlijk al gezegd is. Maar goed, dubbel genaaid zit beter dus toch wat waarnemingen en gevoelens.
De terugrit van het busje boeide mij het meest in de berichtgeving. Daarbij drong zich spontaan de gedachte op dat Edwin achter het stuur moet hebben gezeten met Ivo als bijrijder. Beiden hadden bij de loop al de grootste moeite om het slechts voor blinden moeilijk te vinden pad te volgen. Het argument dat de aanwijzingen verkeerd waren als je goed nadenkt vond ik een vondst.
Goed begrepen rijd of loop je pas de goede weg als je niet nadenkt. Het feit dat de combinaties Karel/Frans en Peter/Joke/Oda geen problemen op de terugweg hebben gehad geeft dus te denken. Gelukkig is dat ik in combinatie Leny/Mark/Jo ook heb moeten puzzelen met helaas het jammerlijke resultaat dat wij niet echt fout zijn gereden. In het busje zaten dus de echte denkers en daar denk ik maar niet verder over na want dat is dom.
Terug naar de gevoelens en in dit geval de persoonlijke. De Mergelland Marathon ging na een lang hielspoor blessureleed goed maar de oogst kwam in de Himalaya. De inspanningen daar resulteerden in een berenconditie die niet geoogst kon worden door de aanhoudende Kuhmba Kuch en aanhoudende spierkrampen..
Tijdens de adventloop lukte het al een klein half uur zonder problemen en dus startte ik op 19 december tijdens de wintersport serieus en daar bedoelde ik Bertlich mee. Natuurlijk een gok met de status als de enige starter op de marathon als aanjager.
De progressie in de weekgemiddelde heeft mij verbaasd en ook onzeker gemaakt over de kansen op blessures. De zaterdag dat ik vroeg omkeerde was ik uitgerekend in de laatste lange training getroffen door wat ongenoegen in de kuit. De laatste week rust was dus een gedwongen rust met de vraag of ik na de start niet na een paar kilometer zou moeten stoppen.
Deze gifbeker is mij bespaard gebleven. Wel zong het in het begin wat in de kuit maar het werd geen kramp en het trok weg. De rest verbaasde mij. Slechts 2 minuten verval in de 2e ronde is een droom en kijkend na het eindschot en het gemak waarmee het ging was een geschenk uit de hemel. Om 18 jaar na het debuut op marathon nog een zelfde tijd te lopen geeft een goed gevoel. Voor de kanjers in het team is 3 h. 54 min. een kleinigheid maar ik voelde mij er groos mee. Ik heb uitgerekend dat met het hervatten van interval en nog 2 kg er af de 3 h. 30 min. nog haalbaar zou zijn voor het verouderende lijf. Ik heb er zin in dus blessures en werktijden dienende gaan we er weer voor in Rotterdam.
Tussen mijn getob door werd Leny 1e Dame V3. Nooit blessures en geen als dan verhalen over kg's
26/1/02
Toen bij toeval aan de ingang van het Savelbos wat Maastrichtse loopmaatjes van Jo stonden te wachten, begreep ik pas waarom hij bij de start zo terloops tegen mij opmerkte dat hij richting Savelsbos wel een goede vond. Weer een bewijs dat toeval niet bestaat maar wel een begrijpelijke manipulatie van Jo. Bij de afwezigheid van Mark en bij het nog niet geheel hersteld zijn van Ger wordt hem eigenlijk geen partij geboden. Wel reageren Piet, Ivo en Jean alert op zijn tempoversnellingen maar daarbij blijven zij eerbiedig met toenemende afstand achter hem lopen. Ook Frans reageerde maar die waaide er gelijk af. Het is duidelijk dat hij nog heel wat moet doen als je bedenkt dat Edwin zich normaal ook bij dit groepje nalopers zou bevinden. Dit werd nog eens onderstreept door Peter B. want hoewel hij met wat tijdsvertraging reageerde zag ik ook hem ras op Frans inlopen. De wat oudere en wijzere rest van de groep reageerde helemaal niet. In deze groep liep Huub weer gelukkig mee na de uitslag van zijn sportkeuring bij Gène Janssen. Gewoon rustig doorlopen en meer op je eten letten was, naar ik begreep, de boodschap.
Ondanks de afwezigheid van Edwin (achterstallig spitwerk en metselen voor beginners), Herbert & Anne (geprolongeerde witte broodsweken) en Leny (bbhh) was de groep groot met een nieuw maar uit Rotterdam bekend gezicht. Gelukkig waren de door blessures gekwelde Ger en Peter S. wel van de partij. Ger keerde weliswaar na een dik half uur terug maar dat werd toch met enige argwaan bekeken. Het is niet de eerste keer dat hij plots in de wedstrijden vooraan loopt en Bertlich ligt hem toch na aan het hart.
Jean en Jos V., zo hoorde ik, gaan de 6 h. van Stein lopen. Van Jean begrijp ik dat want die moet nu, samen met Ivo en nog voor Edwin, Rotterdam ruim binnen de 3 h. kunnen lopen. De aanpak van Jos V. is minder begrijpelijk. Hij loopt kennelijk eerst de 6 h. om te kijken of hij zijn eerste marathon wel kan volbrengen. Overigens lijkt Stein mij zeer ellendig want de rondjes zijn zo kort dat je net zo goed in een misselijk makende tredmolen kan gaan lopen. Ik spreek hierbij niet over het gegeven dat je zeker elk uur driemaal dezelfde Steinse gezichten weer in je blikveld voorbij ziet schuiven.
Na 1 h. 25 min. was het weer tijd om mij af te splitsen voor het echte grote werk. Karel herstelde onmiddellijk onze, na de vorige week zo broos
geworden, relatie door spontaan aan te sluiten. Dit tot mijn verbazing zonder Frans die naar het bleek de vorige week na 2,5 h. de herboren Karel niet meer kon bijbenen.
Uiteindelijk eindigde Karel en ik met elkaar als wederzijdse getuigen op 2 h. 56 min netto. Vanaf Cadier en Keer zijn wij onderlangs Margraten over Groot Welsden naar Sibbe gelopen. Vandaar via de Sibbegrubbe naar Valkenburg en langs de Geul terug. Dit klinkt simpel maar met onze samen 113 jaar hebben wij nog even de Wilhelminaberg aan gedaan en zijn de trapjes met de 169 treden naar het Casino opgegaan. Dat het goed ging moge blijken uit het feit dat we onderweg nog genoeg adem hadden voor een onderhoudend gesprek. Achtereenvolgens hebben wij trainingsmethodieken, trainingsschema's, aanleg versus inzet, blessures, schoeisel, eten, drinken, mentale factoren en vooral de sterktes/zwaktes in de ploeg besproken. Wij hebben bij dit laatste enige sterktes gevonden en heel veel zwaktes. Het zal niet verbazen dat het
in de breedte beperkte duurvermogen van de ploeg hoog scoorde in onze gedachtewisselingen. Karel is na afloop een pannenkoek in het Vogelhuisje gaan eten terwijl ik mij in een warm bad heb laten zakken. Een heerlijke bezigheid ondanks de historisch bepaalde wetenschap dat een warm bad ook voor mij de pest is vanwege de verzuring. Of het nu door het extra vochtverlies vanwege het aqua zweten kwam of door de verlaagde bloeddruk als gevolg van de badrust of door het weinige eten vooraf (standaard ontbijt = een bakje yoghurt met müsli) weet ik niet maar ik dreigde duizelig om te donderden bij het uitstappen. Gelukkig ken ik het fenomeen en weet dat het zo kort duurt dat het leven nog niet voorbijtrekt. Daarna kwam de troost van het heerlijke jonge God gevoel.
Zondag begon het grote gas terugnemen maar dat is lastig als het zo vanzelf loopt. Na zaterdag was het zondag met een rondje 2h. 05 min. door de regen en in de bagger nog niet echt minderen. Maar het voortschrijdend week totaal daalde toch met 16 min. naar 8 h. 15 min. Om te weten waar ik nu sta, ben ik nog eens met gepast wantrouwen in Jo zijn fameuze zwaartefactoren gedoken. Tot mijn verrassing loop ik qua tijdsduur niet zoveel minder maar hij loopt natuurlijk door zijn hogere kruissnelheid wel meer kilometers. Ik wil verder geen oude koeien uit de sloot halen over zijn "berekeningen" dus doe ik er maar het zwijgen ertoe.
Hoe de makkers in Emmen het lopend maken weet ik nog niet. Het inwerken slokt gezien de roerige tijden daar alle aandacht op. In ieder geval ben ik ze 's morgens vroeg of 's avonds laat nog niet tegengekomen bij mijn ommegangen. Maar binnenkort hoop ik meer zicht te krijgen op hun inspanningen. Het gerucht dat Gerrie wel eens naar huis loopt, snelt hopelijk de waarheid vooruit.
19/1/02
Het aantal lopers was zaterdagmorgen dun maar van zeer hoge kwaliteit. De meer dan geslaagde trouwpartij van Herbert & Anne was door een aantal teamleden als excuus aangegrepen om maar niet te komen. In de eerste plaats door het prille echtpaar zelf maar daar heb ik nog wel enig begrip voor want nu moeten ze voor de echt gaan lopen.
Voor Jo heb ik ook nog wel enig begrip. Kennelijk slaat de sleet nu toch snel bij hem toe. In de zware strandloop over een halve marathon in Monster liep hij zaterdags in de prijzen om zondags nog even in Battice voortvarend 33 km te lopen. Nu moet hij zaterdags rust houden om zondags in Posterholt over mooi gebaande paden en uit de wind een vlakke halve marathon te kunnen lopen.
Voor Karel en Frans heb ik echter absoluut geen begrip. Zij zouden zich naar hun zeggen op een mountainbike traject ergens in de buurt bij Sleenaken samen afzonderen omdat daar de hellingen beter waren om 30 km te lopen. Uitgerekend Karel, il campionissimo van het Meersener Vogelhuisje als startpunt, omdat daar de hellingen zo uitzonderlijk zwaar zijn.
Maar misschien was de afzondering meer een poging van Frans om de relatie met Karel weer te herstellen na de verwijdering door zijn bruuske uitspraken van vorige week. Het kan ook zo zijn dat Karel mij niet wil steunen in de lange duurtraining omdat hij vindt dat ik al te veel doe. Overigens een vreemd argument voor iemand die op zijn toch al gevorderde leeftijd en zijn met Palm gezegende levenswijze met Opa Rob 52 km langs de Jeker wil gaan sjouwen.
Maar goed, het kleine gezelschap was van zodanige samenstelling dat het, niet gehinderd door Jo zijn wegwijzingen in de richting van Maastricht, eens lekker in de löss rond Valkenburg kon gaan klûnen. Daarmee werd Ivo in het off road werk ontgroend en Jean zijn gloednieuwe turboschoenen van een oogverblindend design met modder ingewijd. Voor Edwin was dit wat inwerken want die had om twaalf uur “schicht” om zijn huis verder te gaan uitgraven.
Dat laatste was na 1 h. 10 min.(netto) voor de hele groep het wat zwakke argument om zich in IJzeren nabij Sibbe van mij af te splitsen zodat ik eenzaam en alleen aan mijn doelstelling van 3 h. verder kon gaan werken. Om de zon op te zoeken ben ik daarna via Margraten, Welsden, Cadier en Keer en Bemelen naar Maastricht (Amby)gelopen waar, geloof het of niet, de zon wat scheen. Hoewel ik mij goed voelde kreeg ik daardoor toch een soort Fata Morgana waarin ik Jo in een “morning after” training meende te ontwaren.
Van Maastricht ben ik via de Molenweg naar de rotonde bij Kasteel Vaeshartelt gelopen om te kijken of iedereen het feestpand ook had verlaten, wat dus zo was. Een sprekend detail was dat onderweg, direct na het bord einde Maastricht, de zon weer verdween. In Meersen heb ik om het gevoel te krijgen nog de startronde van de Mergelland Marathon erbij gedaan en ben via finish daarvan terug gelopen. Omdat ik nog geen 3 h. op de klok had was ik daar gedwongen om er een laagwaardig hellinkje van het Vogeltjesbos bij te doen. Uiteindelijk ben ik maar na 3 h. 01 min. gestopt want overdaad schaadt.
Zondag liep ik tot mijn verrassing als een jonge God. Niet stijf, geen spierpijn, zou Edwin dan toch gelijk hebben met zijn theorie dat met de leeftijd alles zo stijf wordt dat je niets meer voelt. Tegen de twee uur begon ik toch wat te voelen. Niet moe maar het begon her en der wat in het loopwerk te zingen. Daarbij begon mijn blauwe grote teen meer en meer te hinderen. Deze was voor de goede orde niet blauw van de duur maar van de verkeerde binnenzolen waarmee ik in Emmen had gelopen. Je hebt tenslotte twintig jaar loopervaring of niet. Naar Karel zijn preventieve raadgevingen luister ik niet maar naar lichaamseigen signalen heb ik wel oor. Na 2 h. 15 min. was het dus welletjes. Dit zeker omdat het voortschrijdend weekgemiddelde van 9 h. 02 min. was bereikt en dat is voor mij boven de minimum grens van de marathonvoorbereiding. Nu nog twee wekend onderhoudend doorlopen, daarna de laatste week rust en intussen niet verkouden worden.
18/1/02
Het trouwfeest van Herbert & Anne was zoals al gezegd subliem. Sfeervolle omgeving, uitstekend verzorgd, lekkere muziek en iedereen blij. De muziek leidde tot deels dansende lopers en deels muurbloemlopers die zich wanhopig achter de gordijnen schuil hielden om de dansvloer te ontgaan. In ieder geval werd het duidelijk waar Leny haar dansende loop vandaan heeft.
Dit gezellig samenzijn bood mij de kans tot wat inlichtingenwerk bij wederhelften. Daarbij ontdekte ik dat het Weekendnieuws van Jo door Piet en Edwin voor het thuisfront opzettelijk verborgen wordt gehouden. Dit grootse onrecht schreeuwt om een uitbreiding van de verzendlijst. Overigens was het goed om de weer herstellende Mark en de nog steeds geplaagde Jeanine weer te zien.
Aandachtspunten
Dit baksel lukt slechts 1 op 3 vanwege de van nature instabiele balans tussen het geheel van de ingrediënten. In de resterende 2 op 3 gevallen zakt het baksel, alhoewel nog verteerbaar, 1 op 2 in omdat de smaak van de passievruchten vervlakt en zodoende de chemie van het zelfrijzend bakmeel wegvalt.
In de helft van de resterende gevallen verzuurt het baksel tot een onsmakelijk geheel vanwege een verstoring in de peper-zout-suiker-bitter verhouding door het negatieve katalytische effect van de mosterd en azijn.
De receptuur is niet éénduidig vast te leggen omdat deze EQ bepaald is. Het invoelingsvermogen van de bakkers is daarom bepalen voor het succes van dit op zich hemelse gebak.
18 januari 2002
DSM Running Team
5/1/02
DSM RunningTeam wedstrijdkalender 2002