Het spreken in 'glossa'
een analyse over het spreken in 'tongen'

Hand 17:11b .....en bestudeerden dagelijks de Schriften om te zien of het inderdaad waar was wat er werd gezegd.

Een onderwerp wat vaak verdeeldheid/ onbegrip geeft is het spreken in 'tongen'. Aan de ene kant heb je gelovigen die beweren, de Bijbel spreekt hier over bestaande talen. Aan de andere kant heb je gelovigen die beweren: Dit is een hemelse taal gegeven door de heilige Geest, wat bewijst dat je gedoopt bent met de heilige Geest.

Nu heb ik altijd voor een midden positie gekozen, het is een gave van God, maar het is niet het ultieme bewijs dat je gedoopt bent met de heilige Geest.
Wat zegt het Nieuwe Testament over het spreken in 'tongen', of zoals sommige vertalingen zeggen 'vreemde talen'.

De onderzoeksvraag die ik heb gesteld is:
Hoe wordt het woordje glossa in het Nieuwe Testament gebruikt?
Hoe verhoudt het spreken in tongen (glossa) zich als gave van de heilige Geest.

Graag deel ik met jullie mijn analyse:

De Nederlandse vertaling van het Griekse woord glossa is eigenlijk tweeledig: Het betekent 'tong ' van een orgaan of tong in de zin van taal (zie Thayer). In mijn analyse heb ik het onderscheid gemaakt als betekenis:
tong (orgaan),
herkenbare taal,
onbekende taal,
gegeven als gave (door de heilige Geest)
in figuurlijke zin

Het laatste kopje, daar had ik het meest moeite mee. Daar viel eigenlijk alles onder wat ik niet onder de overige kopjes kon plaatsen.
Mogelijk kan verander ik dat kopje in 'overig'. Zie onderstaand excel.

Het woordje glossa in de Bijbel.xlsx


Duiding

Vanuit het onderzoek, wordt met het woord glossa 9 keer tong (als orgaan) bedoeld 26keer het als gave bedoeld 7 keer als herkenbare taal 24 keer is de taal onbekend 16 keer wordt de taal figuurlijk gebruikt .

Opvallend is dat herkenbare taal in combinatie met gave het alleen in Handelingen 2 voorkomt waarbij duidelijk is dat met het woord glossa een herkenbare taal is . In 1Korinthe 13:1, 8 wordt met glossa zowel een herkenbare als onherkenbare taal mee bedoeld.

Wanneer wij kijken naar naar onherkenbare taal, dan is dat altijd in combinatie is met gave. Marcus 16:17 laat zien dat onder andere een bewijsteken dat de gelovigen zal volgen is, dat hij in nieuwe (tot nu toe onbekende/ jonge) talen zal spreken. Paulus brengt in 1Korinthe 13 het woord glossa een taal van mensen en engelen. Als wij glossa gaan vergelijken met Handelingen 2, 10 en 19 dan zien wij dat in Handelingen 2 zoals genoemd is, de taal is bedoeld voor de buitenlanders die in Jeruzalem zijn om het Pinksterfeest te vieren. In Handelingen 10 en 19 wordt het bedoeld als bewijs dat de heilige Geest over de gelovige is gevallen. Glossa heeft niet tot doel mensen tot bekering te brengen.

In 1Korinthe 14 wordt het spreken in glossa gezien als een persoonlijke taal, wat je zelf opbouwt. Wanneer het in de gemeente wordt gesproken, dan is er een vertaling vereist. In Handelingen 2 is het juist bedoeld voor buitenstaanders, en is geen vertaling vereist. Hoewel Paulus in Handelingen 14 restricties geeft hoe te spreken in glossa in de gemeente , is hij duidelijk dat het spreken in glossa niet verboden moet worden

Conclusie

Het woordje glossa betekent letterlijk tong en taal. In het Nieuwe Testament wordt het hoofdzakelijk met taal vertaald. Dit kan een herkenbare (bestaande ) taal zijn. Maar het wordt vooral gebruikt als onherkenbare taal, maar altijd in combinatie als gave van de heilige Geest. Wanneer het als herkenbare taal in combinatie met gave wordt gebruikt, dan heeft het tot doel mensen te winnen voor het evangelie. Wanneer het als onherkenbare taal in combinatie wordt gebruikt, dan is het bedoeld om jezelf te stichten, waarbij gewenst is dat de gelovige moet bidden om een uitleg te geven. Beide is dus mogelijk, maar het blijft een gave van Gods Geest.