Zie ik sta aan de deur (Openbaring 3:20)

Johannes verblijft op dat moment op Patmos, en is daar verbannen.

Johannes schrijft in het eerste hoofdstuk (vs 9) dat hij een lot genoot in de verdrukking en het Koninkrijk van God. Hij vereenzelft zich met de lezers. Hij weet wat de christenen in Asia mee maken. Het dagelijks lijden om Gods Woord is hier het resultaat van het trouw zijn aan Gods Woord en trouw zijn aan de principes de Jezus ons geleerd heeft. Johannes schrijft van Patmos, een klein rotseiland, waar weinig beschutting was. Johannes was door de autoriteiten daar naar toe verbannen. Dit houdt in dat deze autoriteiten Johannes boodschap als bedreigend, opruiend hebben gezien. Johannes had zijn boodschap niet aangepast aan de tijd, of aan de mensen.

De kerkvader Tertullianus (160-230 n.chr) verklaart dat Johannes naar Patmos was gestuurd door keizer Domitianus (51-96 n.chr.). Hij was keizer van 81 tot 96. Volgens deze kerkvader was Johannes overgoten met kokende olie.. Maar dit had geen uitwerking op hem. Daarom is hij naar Patmos gestuurd.

De brief aan de gemeente in Laodicea is de laatste brief gericht aan een gemeente in de Bijbel.

Jezus begint met: Ik ken uw werken en weet dat u niet koud of heet bent. Was u maar koud of heet (vs 15).

De gemeente in Laodicia had een speciaal probleem. Het was een kerk waar men overliep van zelfvertrouwen en in niets te kort kwam. Een gemeente die zich daar ook op liet vooropstaan (vers 16-17).

Laodicia was in die tijd ook de rijkste stad van het gebied Frygië. Er was aan niets te kort. Goed weide gronden voor het vee. Mooie wol werd er gemaakt, waardoor de kleding industrie floreerde. Dat beeld gebruikt Jezus, om te laten zien, dat zij denken dat zij rijk zijn.. mooie kleding dragen... maar het in feite niets voorsteld. Zij kopen van de wereld ipv Jezus (vs 17 en 18)

Laodicia was bekend om zijn medische opleiding welke verbonden was aan de tempel van Men Carou (de god van genezing welke later geïdentificeerd was als de god Asklepios (waar wij heden ten dage nog steeds de slang op de stok bij de artsen zien). Het is daarom ook dat Jezus het beeld gebruikt van ogenzalf (vs 18), in de hoop dat zij hun staat van ellende zullen zien.

Een groot minpunt in van Laodicia was het water. Via een systeem van stenen pijpen werd het water gehaald uit hogere gelegen gebieden. Vijanden konden makkelijk zo'n aquaduct vernielen zodat de stad zonder water zat. In de buurt van Laodicia was een warm water bron, zodat er warm water vanuit de bron naar de stad werd getransporteerd. Wanneer het water in Laodicia aangekomen was, was het water lauw geworden. Dat beeld gebruikt Jezus, voor het geloofsleven van de gemeente in Laodicea. (vers 15-16)

Een geloofsleven dat onverschillig is naar God toe en meer druk maakt om de rijkdom van hun zelf.

Jezus roept dan ook op tot bekering!

De tekst Openbaring 3:20

SV Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij.

NBG Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.

NBV Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen, en we zullen samen eten, ik met hem en hij met mij.

NaB zie, ik sta aan de deur en ik klop; indien iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik bij hem binnenkomen en ik zal met hem maaltijd houden en hij met mij;

Vandaag ga ik het niet hebben hoe iets vertaald is, maar wel dat wij kunnen zien dat het soms iets anders vertaald is.

Jezus spreekt hier niet naar ongelovigen, Hij spreekt naar een gemeenschap welke zich Christenen noemen. In deze gemeente wordt de Bijbel gelezen, liederen gezongen en gepreekt. Het probleem is, men heeft Jezus buiten de kerk gezet. Jezus is niet het centrale onderwerp. Misschien wel in de preek, teksten en liederen, maar niet in het gemeente leven. En in het beeld dat ik dan voor mijn ogen heb, zie ik een Jezus die echt pogingen doet om binnen gelaten te worden. Hij klopt op de deur, Hij roept. Je mag misschien bijna zeggen dat Hij smeekt. De deur echter kan maar door een persoon worden opengedaan. Jezus roept het naar de gemeente. Zijn gemeente en roept: Hier ben Ik. Hij hoopt dat iemand binnen in die gemeente Zijn stem hoort. De uitnodiging is een individuele uitnodiging die geldt voor een ieder binnen de gemeente.

De maaltijd:

De maaltijd werd in het oude M.O. liggend gebruikt. Er was een gemeenschappelijke schotel waarin het brood werd gedoopt. de gasten werden met een kus verwelkomd en hun voeten werden gewassen, omdat de wegen droog en stoffig waren. Soms werden zij gezalfd en bij een feestmaal werd er een krans op hun hoofd gedaan. De ereplaatsen waren dicht bij de gastheer. (Zo lag Johannes, aan de borst bij Jezus).

Maaltijd houden, betekent gemeenschap hebben, tot de meest intieme vrienden behoren. Bij de maaltijd worden intiemere gesprekken gehouden, gesprekken die er toe doen.

De belofte:

Wanneer Jezus de ere plaats geven in ons leven. Maaltijd houden met Hem. Dan staat er geschreven dat Hij met ons maaltijd gaat houden. De Gast, wordt Gastheer. Wij krijgen een ereplaats. De intieme relatie is niet van een kant. Vrienden, broeders (zussen), noemt Hij ons. Hij zal ons nooit meer alleen laten. Echte gemeenschap met Jezus.

De les voor vandaag:

Wij kunnen naar de kerk gaan. Wij kunnen de Bijbellezen, zingen over Jezus, preken over Jezus, weten over Jezus maar toch Jezus buiten houden. Dit kan zijn een complete kerk zijn, maar ook wij persoonlijk. Een relatie met Jezus is een hartsrelatie met Hem aangaan. Tweerichtingsverkeer.. Jezus roept op voor bekering..natuurlijk ook naar de ongelovige wereld. Maar als eerste naar degene die zich gelovig noemen.

Ook wij zitten in een positie waar wij geleidt worden door commercie. En deze commercie kan de werkelijke drive zijn in ons hart. Niet het gebod dat wij ons naaste lief moeten hebben.. Maar meer dat wij het geld van ons naaste lief hebben. In hoeverre willen wij echt een relatie met Jezus, in hoeverre is de commercie de drive van ons hart. In hoeverre zijn wij onverschillig.. en willen wij alleen maar halen.. om zelf beter er van te worden? In hoeverre kan de wereld ons nog iets schelen. In hoeverre kan mijn naaste broeder of zuster ons nog iets schelen. De broeder en zuster die vervolgd worden. De persoon die totaal niets heeft. Zing ik, preek ik, lees ik over Jezus.. maar mis ik Zijn hart? Vragen die ik hier stel.. maar ten eerste aan mij zelf.

Bronnen: NICNT, The Book of Revelation revisid door: R.H. Mounce

Zie Hij komt, Het boek Openbaring van dag tot dag door: W.J.J. Glashouwer

StudieBijbel (CvB), commentaar op Openbaring 3:20 door: G v/d Brink