De Tora voor Israël

De Tora voor Israël

Wanneer wij kijken naar de Tora, dan kunnen wij lezen dat de Tora de bepalingen weergeeft voor Israël. Buiten de ontstaansgeschiedenis van Israël, zijn er drie bepalende vertellingen die wij kunnen terug lezen in de boeken Exodus t/m Deuteronomium.

  • De bevrijding uit Egypte (Ex. 1-18)
  • God maakt Israël Zijn volk (Ex. 19:5, Num. 10:10, Deut. 28:1)
  • De aanwezigheid van God tussen Zijn volk.(Ex. 33:40, Lev. 1:1

Waarom gaf God de Tora aan Israël?

De Israëlieten hadden eeuwenlang alleen in slavernij geleefd. De enige cultuur die zij kende was de Egyptische cultuur. God wilde van Israël een nieuw volk maken. Zij hadden leiding van God nodig, om te weten hoe zij zich moesten gedragen om Gods volk te zijn. Zodat wisten hoe zij in onderlinge relaties als in de relatie met God zich moesten gedragen. God gaf Israël de Tora, zodat zij hun gewoontes en cultuur die zij van de Egyptenaren hadden overgenomen zouden kunnen afwerpen, met de bedoeling dat zij op die manier ook niet de gewoontes en cultuur van de Kanaänieten zouden overnemen.

De taak van de Tora in Israël had dus een opvoedend karakter. Als wij de Tora gaan lezen en deze goed willen begrijpen, dan moeten wij eerst op zoek gaan naar de betekenis van de Tora voor Israël.

Wat wordt er met de Tora bedoeld?

Het woordje Tora heeft verschillende betekenissen: Het wordt soms gebruikt om de eerste vijf boeken van de Bijbel (Pentateuch) aan te duiden. Het kan verwijzen naar de mozaïsche wet. Soms wordt het gebruikt als duiding voor het complete Oude Testament. De vertaling van Tora als ‘Wet’ komt tot ons via de Septuaginta, die het Griekse woord nomos gebruikte. Maar het woord Tora betekent meer dan alleen wet: Het betekent ook ‘onderwijs, onderricht, instructies’ en Gods onderwijs algemeen.

Al deze betekenissen zitten dus in ons afgebakend woordje ‘wet’. Hoewel vaak met de Tora de eerste vijf boeken van de Bijbel mee bedoeld wordt, vinden wij de geboden bijna exclusief in vier van de vijf boeken. Buiten deze geboden vinden wij ook verhalen in dezelfde Tora, de ‘Wet’, kan dus niet begrepen worden zonder de verhalen te in deze Tora te kennen.

Binnen deze verhalen ontpopt de ‘Wet’ zich als een verbond. Een verplicht contract tussen twee partijen. Voor beide staan de bepalingen in dat verbond beschreven. Een verbond dat gesloten werd met een ‘opperheer’ en de ‘zwakkere’ vazal. De sancties zijn de zegeningen en de vervloekingen die als stimulans dienen om het verbond na te leven (Lev. 26, Deut. 27-28).

Voor wie is het Oude Testament?

Om deze vraag te beantwoorden, moeten wij eerst weten wat er met testament bedoeld wordt. Hoewel er wel een verschil is in betekenis, wordt in de Bijbel met testament verbond mee bedoeld. Het vertegenwoordigd Gods verbond met Israël, dat hij gesloten heeft op de Sinaï. Handelingen 15 en 21, geven duidelijk aan dat dit verbond geen verplichtingen kent. Wij kunnen er zelfs vanuit gaan dat geen van de bepalingen automatisch nog verplichtende bepalingen voor ons zouden bevatten. Tenzij deze onder het nieuwe verbond hernieuwd worden. Dat betekent als een Oud Testamentische wet in het Nieuwe Testament opnieuw geformuleerd of opnieuw wordt ingesteld, kent die geen verplichtende bepaling meer voor de nieuwe gelovigen (Rom 7:1-2). De overgang van het Oude naar het Nieuwe verbond, bracht veranderingen met zich mee. God verwacht nog steeds loyaliteit, maar wij tonen deze op een andere wijze.

Onderdelen die bij de Wet hoorden waren civiele wetten (het burgerlijk wetboek voor Israël) en rituele wetten, daar waar het slachten, koken etc. van dieren centraal stonden. Deze bepalingen waren niet vernieuwd.

Twee basis wetten uit het Oude Testament werd in het Nieuwe Testament nieuw leven in geblazen (Matth. 22:37-40). Namelijk God liefhebben (Deut 6:5) en je naaste als je zelf (Lev. 19:18). Het zijn deze twee Oudtestamentische wetten die nieuw de basis vormen in plaats van de hele Oud Testamentische wet.

Christenen en Matth. 5:17-19

Wat bedoeld Jezus, toen Hij zei:” 17 Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen.18 Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is.

19 Wie dan een van deze geringste geboden afschaft en de mensen zo onderwijst, zal de geringste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en onderwijst, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen”.

Met de Wet of Profeten wordt het gehele Oude Verbond bedoeld. Het gaat erom dat het Verbond met Israël niet gewijzigd kan worden. Jezus is gekomen om een nieuw verbond te sluiten (Luk. 22:20 cf Heb. 8.10). Op die manier vervulde Hij het doel van het verbond, waarmee dat verbond verlopen was. Die vervulling noemde Jezus een ‘gebod’, de wet van de liefde (Joh 14:34,35).

Wij kunnen het vergelijken met een nieuwe CAO. De oude CAO is geldig tot de nieuwe CAO van kracht is. Sommige aspecten zijn vernieuwd, sommige aspecten van de oude CAO zijn overgenomen. Het zelfde principe kunnen wij zeggen met betrekking tot de verbonden. Het oude verbond gold tot het nieuwe verbond van kracht werd.