Hieronder staan de brieven die Pietertje de Boon verstuurde naar haar zoon Wim de Jong. De briefwisseling begint vlak voor de inval van de Duitsers in Nederland. Het zijn warme brieven uit onzekere tijden. De grootste zorgen zijn ziekte en gebrek aan de eerste levensbehoefte. Het nummer achter de namen verwijst naar de nummers op de foto, die genomen is bij het 60-jarig huwelijksfeest. Deze brieven zijn bewaard door Neeltje, de vrouw van Wim. Beiden zijn inmiddels overleden. Zij zijn nummers 26 en 38 op de foto. Het is niet altijd duidelijk wie wie is en wat er soms bedoeld wordt. Als iemand daar tips over heeft dan houd ik mij aanbevolen.
brief 1 Hardinsveld, 16 maart 1940
Zeer geliefde kinderen
Met dezen bericht ik u alsdat wij uw brief ontvangen hebben en daaruit gelezen alsdat bij u alles nog goed is, behalve zusje met veel kiespijn. Nu, dat valt niet mee en vooral voor zo'n kind. Bij ons is alles tot hiertoe ook nog gezond. Dirk <man van 8?> is vanmorgen weer weggegaan en Albert <17> is jarig. Morgen Huibje<2>. En de andere jongens werken nog steeds bij de zelfde. Kees <35> ligt in Millingen. Daar is Dirk <7> ook naar toe. Kees moest van de week gauw klaar, want die moest weer naar Duitsland. Bertes <zoon van ome Kees de Jong, 35> is ook al in Duitsland verleden week een maandag. Die zal wel raar opkijken, vooral als zij daar aan het bommerderen <=bombarderen> gaan. Van schilder tot bakke schipper <?> en Piet Krul en Gerrit Krul (woonden bij opoe op het erf) en zijn vader: alles is weg en nog al weer? van den dijk en Jat <37> is nog beneden (d.w.z. Beneden-Hardinxveld: Jat haar dochter Neeltje Benders had daar een bakkerij in de Peulenstraat). Ik denk dat ze haar daar houden , maar het is voor mij niets hoor. Ik kan er weleens over treuren dat ik zo eenzaam ben. Miet <21> zit wel kort bij, maar die komt zo weinig, want Wim <25> is niet erg goed geweest. Maar nu gaat het weer. Hij had weer kou gevat. Nu, het is erg koud geweest, maar te stoken hadden wij nogal en dat liet daar veel te wensen over. Van de week zaten zij ook al weer zonder kolen en kon ik ze dan maar wat geven, Maar daar ben ik geen baas meer over (het gezin van ome Kees woonde namelijk in huis) en dat doet mij zo zeer. Ik heb van Jans <36?> ook weer een klaagbrief gehad en daar kan je helemaal niets aan doen. Die zit nog zonder kolen met horte (met tussenpozen) zonder aardappels. Kon ik die bonnen maar sturen, dan hadden zij weer wat, maar die moeten wij zelf houwen, want zij zijn bang dat zij tekort komen. Ik niet hoor, ik ben nog nooit tekort gekomen, dan kwam het wel weer van een andere kant, want daar ben je voor op de wereld, om elkander te helpen. Maar daar zijn alle mensen niet van thuis. Ik heb wel gehoord dat Miena <20 of 48?> bij Ro van Den Bout komt. Die kan den dijk niet vergeten. Nu, Dik <zoon van 26*38>, denk jij ook nog wel eens over den dijk en over opoe. En ik nog wel eens hoor! En leer maar goed hoor, dag Dik, zusje, en verders geen nieuws als de groeten van ons allen en van je vader en van mij, P. de Boon
Dag Wim <26>, dag Neeltje <38>, dag allemaal.
dag--------------------------
brief 2 Hardinsveld, 16 februari 1941
Zeer geliefde kinderen,
Daar ik uw brief ontvangen heb en daaruit gelezen alsdat bij u alles nog gezond is. Nu, hier is alles nog gezond, maar Dirk <7?> is nog steeds thuis, want het blijft maar vriezen. Verleden week dachten wij dat het veranderen zou, want daar wordt toch zo hard naar verlangd. Maar daar is niets aan te doen. Wij moeten er ons eigen in berusten, maar dat het er slecht uitziet, geloof dat maar gerust. Wij zullen nog best wat moeten ondergaan. Ik heb van de week nog een brief van Jans <36> gehad, maar daar is het ook treurig: geen kolen meer en geen melk en geen groente en weinig aardappels. Zij schreef: "Moeder, ik hoop dat er maar niet te veel aardappels bevroren zijn, dan maak ik nog eens een kans op een paar bonnen." Het is toch zo ellendig, je weet niet hoe je het maken moet. je zou ze graag helpen en je loopt zelf gevaar en het is niet met een, maar met allemaal. Miet <21> kon al weer niet wassen omdat zij geen zeep had en zo ga je maar door - en ik kan er zo slecht tegen, want dan geef ik zo graag als ik nog wat heb. maar daar zijn er nog meer die baas zijn. ik moet het al bij tijd stiekem doen. Huiber Teun <3> is vanmiddag weggegaan, maar als het bleef vriezen kwam hij zaterdag weer terug. Piet <55> is weer wat beter, die heeft verleden week hier geweest en hij moest vandaag naar Dord voor de raad van Arbeid. Hij had kou in zijn spieren gehad. Neeltje <32, dochter van ome Kees, woonde daar in huis> heeft vandaag de was (gedaan), maar het is koud en als zij tijd heeft zal zij wel eens een brief schrijven. Maar het schaatsenrijden is niet veel geweest, na de sneeuw niets meer. Neeltje, Teunis den Breejen <?>, is vanmorgen overleden. Ook al weer jong weg, 48 jaar oud, net zo oud als Gerrit was en dat is nu al tien jaar (geleden) en geen dag gaat er nog om of je denkt er nog om. En Hen Hoekwater <?> die ligt ook buiten kennis, maar dat verschilt nog wat met de jaren. Jat <7> is nog beneden, dat is toch zo stil dat zij niet meer komt en Gerrie <44> is bij ons. Die zit met opa <61> aardappels te schillen. Nu, verders geen nieuws als de groeten van ons allen en van mij P de Boon,
Dag Wim, Neeltje en Dik en Jannie <75>,
Dag allemaal,
dag --------------------
brief 3 Zaterdag 29 Augustus 1941
Zeer geliefde kinderen
Met dezen bericht ik u alsdat wij uw brief ontvangen hebben en daaruit gelezen alsdat u nog gezond bent. Wij zijn tot hiertoe ook allen nog gezond. Je vader <61> is wel niet goed geweest, erg naar de plee gelopen, maar het is gelukkig weer beter en verder is de hele familie gezond, maar daar is van de week hier heel wat gebeurd. Twee zijn er dood gevallen op het paatondak <?>. Eén Van Stijn uit Den Bout en één van beneden. Zij woonde op een werf bij de Holland en een dag na mekaar kwamen zij thuis en bij Albert <17> op de werf ook een, maar die leeft nog. Maar hij had gaten in zijn hoofd. Ook een van beneden aan den draaibank <e.waarvan?>. Dat is hier het een over ander. En bij ons op de werf is verleden week ook wat gebeurd bij Anna <woonde op het erf>. De vensters bleven zo lang dicht, maar wij dachten dat zij uit was, maar het raam bij ons was open en wij gingen door het raam kijken en toen lag zij in de gang. Daar had zij heel de nacht gelegen, van 's avonds half elf tot 's morgens bij elven. Zij had een beroerte, dat zag ik al gauw en het is nog wijd mis. Ik vrees dat het niet meer goed wordt, dus dat is gauw uit haar doen. Piet Kamsteeg <22> is vanavond nog geweest om Kees <62> te halen. Die heeft zijn vakantie bij ons doorgebracht. Maar Jans <36> is niet geweest met de verjaardag (20 augustus, werd Dirk 72 jaar oud) van zijn vader <61>. Nu, het is erg druk geweest en bedankt voor je centen. Hij heeft veel cadeautjes gehad en "zo'n dikke vent net en duitser voor een tebakspot" <?>. Dik, je moet maar eens komen kijken en Neeltje, u schreef over die knoppen, maar daar was niets in huis als een grote sleutel in het schuurtje, anders is niet gezien. Neeltje <32> is er geweest, dus dan moet je maar eens zoeken, dan komt het misschien nog wel terecht. Ik hoor wel dat ze bij jullie ook met bommen gaan gooien. Bij Kees <35> ook toen hij thuis was en nu staat er vlakbij de molen afweer en zoeklicht. Daar hebben zij het niet erg op. Hier is het nogal rustig tot nog toe, maar (er is) weinig brood. Ik denk dat het wel hongerlijden zal worden, want wij hebben van de week ook al een dag zonder brood gezeten. Ik ben van de week druk aan het wekken geweest: bonen en peentjes en nu de volgende week kroten, bij leven en welzijn. De bonen vallen nogal mee, want <= gezien?> het slechte weer. Nu weet ik geen nieuws meer te schrijven. Zeg Wim maar gedag, want het kost zeker te veel tijd om eens een paar woordjes te schrijven. Dar gaat zo: uit het oog, uit het hart. Maar zo denk ik er niet over, want ik heb vannacht nog met zusjes (van) doen geweest <bezorgd geweest voor?>. Nu, de groeten van ons allen en van mij, P. de Boon,
Dag Dik, dag Zus en
Wim en Neeltje
dag ----------------------------
brief 4 Hardinsveld, 2 september 1941
Zeer geliefde kinderen,
Daar ik uw brief ontvangen heb en gelezen alsdat bij u alles weer goed is, daar was ik al weer blij om, want ik hoor wel dat daar nogal eens gebombardeerd wordt en daar lig je ook voor bloot als het in den omtrek is. Hier is tot heden toe alles ook nog gezond. Ik zelf ben niet in orde geweest en zaterdagnacht heb ik weer een koorts gehad! Ik had weer zo'n kou een zaterdagavond en toen ik naar bed ging, wist ik mij geen raad van de kou. Ik heb toen hard gezweten en toen was het zondag wel wat beter, maar ik ben toch tot de middag op bed geweest en nu begint het weer te gaan. (Ik ben) nog wel erg moe, maar dat moet weer slijten. Het is hier erg rustig, wij horen niets, maar in Rotterdam is het nogal eens te doen, vooral met koninginnedag, heb ik gehoord, maar bericht heb ik niet gehad <van haar dochter?>. Huiber Teun <3> en Niek <?> zijn thuis geweest, maar bij Niek was het ook nogal eens te doen en Job <?> is ook thuis geweest. Kees <35> komt over 14 dagen, maar daar was het nogal rustig, zei Job. Ik wou dat het maar gauw aan een eind was, dan was je weer wat gerust en dan kreeg je weer erwten en (kun je weer) stoken, want ik vrees dat wij van de winter kou zullen lijden. Huiber Teun <3> heeft nog vijf zakken kolen naar huis gestuurd met een schipper. Die zit er warm in, die hoeft niet bang te zijn voor een kouwe winter haar huis is klaar, het is een lust om te zien, zo'n mooi huisje en nieuwe stoelen en spiegel en zeil en kleed, het is een lust en erg warm, dat is het voornaamste. Maar afijn, wij zullen het maar geduldig afwachten, daar is toch niets aan te doen. Ze hebben hier op het ogenblik zwarte aardappelen. "Die zijn niet om te eten," zei Wim <25> van Miet <21>. Die hadden ze gegeten, maar allemaal bij de konijnen gebracht. Miet <21> maakt het goed in haar huis. Zij weet niet waar zij het heeft, zo'n gemak. Ik heb wel gelezen dat Dik naar school moet, nu, maar hard leren hoor, dan ben je gauw schoolmeester, hoor Dik, want je zit nu in zo'n grote stad. Ik ben aan 't kippen wekken, want ik krijg er geen voer meer voor. Ik zal proberen om er drie te houwen die jongen als het gaat. Onze konijnen maken het goed, maar de aardappels zijn erg klein. Ik heb al een poosje gekocht, maar zwarte, dat doe ik nog niet, dan zien wij maar hoever of wij het brengen. De bonen gaan best: er komen er nu nog heel wat nu het mooi weer wordt. Jat <37> en Kneel <4> hebben er al gehad en zelf ben ik ook al voorzien, dus dat gaat best. Kaas kan je hier nogal aan komen, ik heb er verleden week nog twee gehad voor 20 gulden, dus het is nogal aan de maat. Nu weet ik weinig nieuws meer. Zondagsmorgens is het stil, dan hebben wij weinig visite. Nu, dag Jannie <75>, gedag van tante Miena <20>. Ik heb het briefje laten lezen en oom Teun <?> ook en nu heeft zij zo'n mooi huis en nu kan je niet eens komen en Dik ook. Zij zei dat Dik al zo goed een briefje kon schrijven. Ik zal er een klein pakje bij doen, dan heb je toch weer wat van opoe hoor, dan kan je weer eens snoepen. Nu Wim, nu heb ik toch gezien dat je nog schrijven kan hoor. Nu, de groeten van Neeltje <32> en Pietje <47> en van ons allen aan u allen en van mij, P. de Boon,
dag jongens en dag Wim
en Neeltje. Allen de groeten
Dag -------------------
bedankt voor je broodbon, hij was welkom,
ik was er aardig mee gered, dag
brief 5 Zondag 21 september 1941
Zeer geliefde kinderen
Daar ik de pen maar eens op zal nemen om tot u te schrijven en uw brief ontvangen hebbende en (ik heb) daar uit gelezen alsdat u allen nog gezond bent. Wij zijn tot hier toe allen ook nog gezond en met mij gaat het al weer. Ik ben weer zo ver beter, veel pijn in mijn arm heb ik gehad, maar op het ogenblik gaat het al weer. Ik kon er geen theepot meer mee oplichten, maar als het redelijk is zullen wij het maar loven. Het is altijd wat, is het een niet dan is het ander. Ik moet maar nergens om denken, dan ben ik op zijn best. Dat zei den dokter ook en verders is hier alles het zelfde. De jongens zijn nog steeds aan 't werk. Dirk <?> is nog op den bak <?> en Gerret <?> nog bij Haazer <?> en Kees <35> is een zondag thuis geweest, maar het is niet veel meer en verders is hij nog gezond. Kneel <4> ligt nog aan de werf van Haazer. Gerrit <30> heeft een kaakontsteking, maar het wordt niet slechter en van Jans <36> heb ik nog niets gehoord. Ik zal nu ook maar eens schrijven en verders is hier van alles niets. Met brood wordt het schaars, maar broodbonnen hoef je niet meer te sturen, want ik zal me wel redden. Maar met de kolen gaat het niet erg. Dat zal wel kou lijden wezen van de winter, maar dan kan ik me bij Huiber Teun <3> wel warmen, want die zit er goed in, die hoeft niet bang te zijn van een koude winter. De aardappels zijn er nog niet uit, want de wacht is op (?). Dirk <1> die komt volgende week donderdag thuis, is het zeggen, dus dan kunnen ze aan de slag (?) maar het zal niet veel zijn, want zij zijn zo klein van stuk. Maar als wij er voor ons eigen maar genoeg krijgen, dan ben ik al tevree. Jat <37> en Miena <20> krijgen ze wel. Met Wim <25> van Miet <21> gaat het nogal, maar hij mag nog niet werken. Ik heb al zes kippen gewekt <?> en maar weggezet, want het zal nog wel slechter worden. Ik moet van de week appelmoes wekken, want er vallen er zo veel af met wormsteek. Maar ik ben blij dat ik ze heb, want je kunt er niet aan komen. ik heb al negen potten gewekt en nu nog een stuk of tien van de week en dan zal het wel gaan. De rest droog ik maar <q?> en dan ben ik uitgewekt. Mijn potten zitten vol, dus dan zullen we wel weer zien hoever wij komen. Nu Dik, ik hoor wel dat je schoolgaat, maar je best doen, dan ben je gauw klaar en zusje ook al. Die zal wel fietsen en steppen. Ik heb jullie zuurtjes en pepermunt gestuurd, die zal wel welkom geweest zijn, want zondags is het nu mis om eens gauw een koekje te halen. Nu, dag jongens, denk maar om de vliegmachine, want ik heb wel gehoord dat jullie al in de schuilkelder gezeten hebben. Je schrijft het wel niet, maar ik hoor toch wel <r?>. Nu, verders de groeten van ons allen en van mij, P. de Boon. Nu, dag hoor, het beste en gezondheid. Huiber Teun <3> is thuis tot dinsdag.
dag-----------------------------------------------------------
brief 6 Hardinsveld, 21 oktober 1941
Zeer geliefde kinderen,
Met dezen bericht ik u dat wij uw brief in gezondheid ontvangen hebben en daaruit gelezen alsdat het bij u ook nog gezond is en bedankt voor uw cadeautjes. Aan belangstelling ontbrak het niet, want ik heb heel den dag volk gehad, maar ik heb niet gebakken. Dat schoot er over van de jaar, maar de suikerbon kwam goed te pas Jans <36> is zaterdag nog geweest, maar zij is 's avonds weer weggegaan, want zij had er geen rust van, maar gisteravond is het weer raak geweest in Rotterdam. Het heeft den avond geduurd, maar ik heb vandaag nog niets gehoord, dus daar is zeker niets gebeurd. Miena van Miet <48> woont in het huisje van Boksman <?>. Thea <?> heeft het opgeknapt en nu is 't een lief huisje voor noodhulp <?>. Ik dacht allemaal dat Wim <26> ook nog zou komen, maar niet. Ik heb nogal kadootjes gehad, maar meest centen en koffie en thee en een lepel voor de soep, verchroomd, en een grote doos bonbons. Zo heb ik er nog nooit een gehad en (een) kopje en schoteltje en van tante Miena <20> moet ik het nog krijgen, dat weet ik nog niet en van Hendrik Zeemans <?> weer pantoffels. Ik had wel eens eerder geschreven, maar wij hebben uitgehaald <?> en vandaag hebben wij andijvie ingemaakt en dat is een drukte! Maar het is gebeurd en nu is het inmaken gedaan en het wekken ook. Als wij nu maar gezond mogen blijven, dan kunnen wij het gebruiken. De jongens zijn allemaal aan 't werk. Dirk <?> zit in de schuur aan de witte (aan het witten?). Jannie <75>, je wordt bedankt voor je schilderijtje en van tante Miena <20> ook. Je krijgt er tien zoenen voor, heeft ze gezegd en als tante Miena <20> weer naar huis komt, dan zal ik wel weer een snoepje voor jullei meegeven. Voor Dik ook, want die kan al zo aardig een brief schrijven. Nu Dik, je moet maar goed leren hoor, dan ben je gauw groot. Neeltje, wat blijft het toch een nare tijd. Er is nog geen vooruitzicht. Het is tobben met het eten en aardappels zijn er van de week weer niet en Bertus trouwt van de week. Die ziet er nog geen bezwaar in, maar ik vrees dat hij nog wel eens raar op zal kijken. Maar Ant <19> zit er erg mee, maar daar hebben zij geen erg in. Dirk <?> is op de zandzuiger al een 14 dagen en die begint nu ook al over trouwen te praten. Dan is het helemaal mis met haar, want die kleine jongen kunnen de kost nog niet verdienen. het is ook altijd tobben voor haar. Wim <25> van Miet <21> heeft van de week weer naar asjes <?>, maar hij mag nog niet praten, maar het gaat goed en over 3 maanden moet hij weer terug komen. Nu moet ik maar eindigen. Nu, de groeten van ons en van Jat <37>, die is hier en van je vader en van mij, P. de Boon. Dag Janie, dag Dik, dag Wim en Neeltje. Allemaal het beste,
dag ----------allemaal --------------
van Miena <20> heb ik een bloemenhanger en van Eeltje <59> een grote doos bonbons. dag -----
brief 7 Hardinsveld, 3 november 1941
Zeer geliefde kinderen,
Daar ik maar weer de pen eens op zal nemen om een paar woordjes te schrijven alsdat wij tot hiertoe nog gezond zijn en hopen dat van u allen ook en heel de familie. Huiber Teun <3> is thuis met de buurt <?> en als alles goed gaat, komt Kees <35> een vrijdag, maar Pieter <55> is thuis, die heeft het in zijn maag. Ik heb er nu in een paar dagen niets van gehoord en Dirk <?> zit aan 't Lobith op een molen van van Haaften op de Maasstroom. Als hij vol doet dan kon het wel een poosje duren, maar anders is het maar voor 14 dagen en Albert <17> heeft gisteren heel den dag gewerkt, maar hij had toch nog twee mut kolen, daar doe je ook veel voor en Gerrit <?30> is nog bij Haazer. Die kreeg een zaterdag 2 karren hout, allemaal van die dikke stukken, dus wij kunnen tot nog toe vooruit. Later zien we wel weer. Het blijft anders nogal hetzelfde, nog weinig vooruitgang in de toestand. Kneel <4> is nog voorbij geweest en nog hard geblazen maar geen Wim te zien en zij was nog op de roef gaan staan dat zij goed kon zien, maar niet. Zij had naar Maasbracht wezen laden kunstmest. Juffrouw De Man <?> zou zaterdag naar haar kinderen gaan en zij moest onderweg even uit de bus en toen bleef zij zolang weg op de plee en toen had zij een beroerte en zij is nog niet bijgeweest. Vandaag is zij jarig, dus dat is voor de kinderen ook al weer heel wat. Zij ligt in Utrecht in ('t) ziekenhuis. Anna <?> gaat nog steeds vooruit, tante Miena <20> heeft de kaarten ontvangen hoor. Zus, je wordt bedankt, dag Jannie, dag Dik, ik zal voor jullie nog wat meegeven van mijn verjaardag (19 oktober, 78 jaar oud) nog, dan kan je ook nog eens snoepen, want dat zal nu zo erg niet meer zijn nu je niet meer naar opoe kan komen en daar is niet veel meer maar ik heb nog zat gekregen, drie dozen vol zo groot als het papier. Nu jongen, het beste hoor, van mij en van opa <61>, die doet aardappels schillen, en van Neeltje <32>. Nu, verders geen nieuws als de groeten van ons allen en van mij, P. de Boon
dag Wim, dag Neeltje
allen de groeten, dag ----------------
brief 8 Hardinsveld, 8 december 1941
Zeer geliefde kinderen,
Daar ik uw brief ontvangen heb en daaruit gelezen alsdat bij jullie alles nog goed gezond is. Hier is alles ook nog gezond en Kees <35> is thuis. Morgen moet hij weer weg, maar het is weer niets gedaan, want (er zijn) alweer een hoop landen in oorlog
(7 december Japanse overval op Pearl Harbour. In Amerika heerst oorlogsbereidheid, 9 december oorlogsverklaring).
Het wordt er niet beter op, want je weet maar niet of je elkaar weer in gezondheid zal ontmoeten, dus het is alweer geen plezierig weggaan. Met mij gaat het nogal, ik heb weer 2 flesjes van de dokter gehad. Ik heb niet op bed gelegen, maar veel heeft het niet gescheeld. Maar vandaag ben ik weer een hele Piet. Nu zullen wij maar weer hopen dat het beteren zal. Neeltje, u schreef dat u naar Jaana <?> ging, maar je moet het zelf weten wat u doet. Ik heb van Jans <36> zelf nog geen bericht gehad, dus dan zullen we wel zien als het zover is hoe het gaat. Piet den Breejen <24> ligt in de Holland ver wijd. Hij moet naar Tilburg en Wim van Miet <21> heeft is vandaag weer naar den dokter geweest en hij betert goed, maar praten mag hij nog niet. Neeltje <32> heeft vandaag gewassen, maar het (heeft) hier heel den dag geregend en dan zo'n grote was! En Gerrit <?30> is ook klaar met zijn werk. Hij is zaterdag klaar gekomen. Dirk < > is verleden week thuis geweest. Die zit nog aan 't Lopit <Lobith?> en dan moet hij naar de Zuiderzee en dat kan wel voor een jaar zijn. Dik, ik heb wel gelezen dat voor u het paard <van Sinterklaas> nogal gereden heeft en voor zusje ook. Voor mij heeft het ook een mooi potje bloemen gebracht en voor Pietje <47> een paar schaatsen en voor Neeltje <32> een glasservies en voor opa <61> een paar wanten, want hij had zulke kouwe handen als hij naar de kippen ging. En ik heb het maar voor allemaal laten rijden voor zondagmiddag een koeietong, maar hij was fijn hoor. Ik kwam toch nog niet buiten en daar hadden wij allemaal wat aan. Verders de groeten van Kees <35>, want die is met Kerstmis niet thuis, want Pieter <55> is nog niet aan boord <hoezo?>, want hij is verleden week naar het ziekenhuis geweest, maar hij was weer aan de beterende hand. Hij had een zweer op zijn maag, maar hij was aan 't beteren, maar hij zal voor Nieuwjaar niet aan boord komen. Nu, verders de groeten van ons allen en van mij die zich noemt P. de Boon,
dag Wim en Neeltje
allen gegroet en
het beste tot Kerstmis
bij leven en welzijn
brief 9 Hardinsveld 14 December 1943 <?>
Zeer geliefde kinderen,
Daar ik uw brief vanmorgen ontvangen heb en daaruit gelezen dat bij u alles nog goed is. Bij ons gaat het ook nogal. Ik heb weer een week gehoest, maar vandaag gaat het wel weer wat beter. Nu zullen wij maar hopen dat het blijft beteren. Ik had het al gehoord dat je het huis kreeg en nu zou ik maar gauw opschieten , want anders komt er soms weer wat tussen. Tante Keet <53> is bij ons geweest en die zei ook al:"Neeltje <32> had al lang hier moeten zijn, want al dat vragen, dat is niets, want zoals nu dien huisbaas heeft er niets over te zeggen." Maar wij zullen nu het beste er maar van hopen en pakt dan maar gauw in, het is nu nog mooi weer. Tante Kneel <4> is ook thuis. Ze liggen in 't Kanaal. Dirk <7> van Ant <19> die woont in 't huis waar oom Piet <?> in gewoond heeft. Die is ook blij hoor, daar heeft Engel den Breejen <?> voor gezorgd, anders had het geen weer <?> geweest, dan woon je kort bij elkaar. Nu jongen, leuk he, dat je naar den dijk komt en verders is hier weinig nieuws. Ik heb van de week nog een brief gehad van Gertje <70> van oom Piet <55> en zijn portret. Een vrolijk Kerstfeest er op en nieuwjaar. Ik vond het toch leuk hoor. Nu, verders geen nieuws meer hier als de groten van ons allen en van mij P. de Boon,
dag hoor, het beste. Dag Dik en
Jannie, Wim en Neeltje, dag ----------------
brief 10 Hardinsveld, 19 januari 1942
Zeer geliefde kinderen,
Met deze berigt ik u dat wij uw brief ontvangen hebben en daar uit gelezen dat u nog gezond bent. Wij zijn dat hiertoe allen ook weer gezond. Ik ben weer een week o wat niet in orde geweest, maar nu ben ik weer helemaal in orde. Allemaal naar de plee en dat wou niet weg. Ik heb nog een flesje gehad, toen was het gauw beter. Neeltje, wat is het toch koud h, maar wij hebben gelukkig nogal te stoken, maar Miet <21> en Piet <55> die zitten al zonder. Piet heeft verleden week al een dag gehad dat hij geen eten kon koken en dan met zulk koud weer. De schaatsenrijders zijn weer druk in de weer en het ijs is hier erg mooi op de Putte en de Kanaal en de Giesen. Neeltje <32> heeft al twee keer mee mooi gereden, maar een keer heeft zij de tweede prijs gehad, maar de andere keer was 't mis beneden (?). Neeltje, hier heb je de foto's. Je bent voor 25 cent klaar, dus dat is niet teveel. Dirk <61?> is kras, zo lang als ('t) duurt met de vorst. Huiber Teun <3> is ook thuis, maar hij moet morgen weer weg, maar dan komt hij donderdag weer terug. Niek <?> is ook thuis, maar die moet ook weer weg en de andere jongens zijn nog aan 't werk. Maar bij Ant <19> zijn ze allemaal klaar. Het lot (?) valt alweer op Jonna <?>, (ik) ben blij dat Jannie weer betert. Ik had al gehoord dat het erger werd. Dag Dik, maar flink rijden hoor, (zo)dat je het goed leert hoor. Dag Jannie. Ik heb zaterdag naar Rotterdam geschreven en nu naar Roermond en naar Kees <35>. Ik heb het druk met schrijven. De rivier zit hier toch zo vol met ijs en zo mooi zeggen ze. Ik heb het nog niet gezien, maar van die hoge heuvels. Hij heeft al twee keer gekrooien, maar die nare boten maken het kapot aan Werkendam. Albert <17> kon een zondag niet over, dat was een strop. Zij <?> ken er al over en toen werd het kapot gevaren. Verders geen nieuws meer. Al de groeten van ons allen en van mij en je vader P. de Boon
dag ---------------------------
brief 11 Hardinsveld, 8 februari 1942
Zeer geliefde kinderen
Met dezen bericht ik u dat wij tot hier toe allen nog gezond zijn en hopen dat van jullie ook weer te horen. Wat is het toch koud hee en zo hard vriezen en sneeuwen, je kan haast niet buiten komen en zo veel mensen zonder kolen en nu al weer minder aardappels, gaat de praat. Bij ons zijn er ook bevroren, maar hoeveel, dat weet ik niet. Dirk <61?> wou ze gaan dekken, maar Jat <37> zei: "Dat hoeft niet, want het bevriest niet in het huisje." Maar toen wij gingen kijken toen vroor het er al wel in. Nu zullen wij maar afwachten hoever het loopt. Bij Miet <21> zitten ze ook al zonder kolen en bij Piet <55> ook. Ik heb ze al eens gegeven, maar als je er een stuk of drie hebt, dan gaat het zo hard en Piet <55> is al die tijd al ongesteld als het gevroren heeft en hij mag nog niet weg van de dokter en (moet) goed eten en drinken en daar is het nu nogal een tijd voor. Je kan onderhand niets meer krijgen of je moet het duur betalen. Hoe is het bij jullie? Jat <37> is naar Eeltje <59> met haar (?) dat zij geen kolen meer had en Gerrie <44> is bij ons, dus al weer een weg. Als je oud wordt en je kinderen nodig gaat krijgen dan trekken zij weg. Anders denk je: straks komen zij om een baksie en dan is een avond, maar dat is gedaan. Ik kan het er wel eens slecht mee hebben en vooral als ik er om denk als het avond is. Dan is het wel eens een uur of een eer ik slaap. Maar daar is niets aan te doen. Drieka <?> zit daar ook zo hulpbehoevend, al d'r merde <?> van huis en Drieka gaat hard terug, daar zit niet meer bij. Ik en Aai <?> hebben het er vanmiddag nog over gehad, maar wij zullen maar leven zolang wij kunnen, Neeltje. Bij Miet <21> is de boom omgezaagd. Zij gingen het vragen bij Keet <53> en die zei:"Zaag maar om." Van Frans <34> had het niet gemogen, maar hij lag (al) en er kwam een hoop hout af. Nu moet ik eens schrijven over de verjaardag van de kinderen, daar heb ik geen erg in gehad, dat moet je (me) maar niet kwalijk nemen. Als tante Miena <20> niet gezegd had: "Heb je wel erg gehad in Dik en zusje?" dan had ik het niet geweten, maar ik zal er voor ieder een kaart indoen en die centen van die <paatreten???> zijn voor de spaarpot, hoor Dik, en dan samen delen hoor. Dag Dik, dag Jannie, allebei gefeliciteerd en jullie ook. Kees <35> is een dag of vier thuis geweest, die komt niet weg met de sneeuw en Huiber Teun <3> is nu thuis tot de volgende week, als het blijft vriezen. Dirk <?> is al 14 dagen thuis. Die zijn allemaal bedankt en hoelang is onbekend. Bij Ant <19> is alles klaar. Dirk <7> is aan het sneeuwruimen. Daar valt het ook niet mee, maar kolen hebben zij nog gehad. Nog voor een week, dan is het ook op. O wat een ellende. Nu de groeten van ons alleen en van je vader en van mij, P. de Boon,
Dag Wim, dag Neeltje, zus en Dik,
dag -----------------------------
brief 12 Hardinsveld, april 1942
Zeer geliefde kinderen. Met deze brief bericht ik u dat wij uw brief ontvangen hebben en daaruit gelezen alsdat jullie nog gezond zijn. Nu, dat is een groot voorrecht. Hier is alles ook nog gezond, behalve ik en Jans <36>. Ik heb ook al weer een flesje van de dokter voor het hoesten. Ik ben nog wel in de weer, maar ik heb wel tijden dat ik beter ben om te liggen dan om te zitten, maar wij zullen maar aantobben. Je weet toch niet hoe het lopen zal, want het is zo'n rare tijd. Met Jans <36> gaat het weer vooruit, maar de dokter vond het beter dat zij nog een week hier bleef, maar het is een monster geweest, netelroos. Zij is zaterdags gekomen en toen zag zij er al zo raar uit en zondagmorgen was zij niet goed en 's avonds was zij niet om aan te zien, van d'r hoofd tot haar tenen toe een juk. Ik ben heel de avond met de poederdoos doende geweest, dan had zij weer wat gena. Maar nu is dat weg, maar zij is erg mager en zwak. Ik was blij dat zij thuis was, want dan had ik toch ook geen rust gehad als ik het geweten had. Piet <55> heeft met paasmaandag behangen in huis en verleden week heeft Neeltje <32> en Korrie <?> de zolder schoon gemaakt en toen was het zulk mooi weer dat de bedden heel den dag in de schuur gelegen hebben, maar zij moest en zou schoonmaken. Ik was er kwaad om want als het nu de dag regent, wat heb je er dan aan? Het kon me niet schelen, al had alles doornat geweest. Ik geef er niet meer om, de moed gaat eruit, maar wij zullen maar leven zo lang we kunnen. Jat <37> is altijd nog beneden. Dat gaat zo zolang als moeder (?) kan, maar als dat (?) voorbij is trekken ze weg. Dat zie je wel aan mij (? hoezo?). Wim, je schreef om leggoed (?), maar wij moeten ze van de week zelf nog leggen en wij hadden Wim <25> van Miet <21> ook al gegeven. Als je eerder geschreven had, dan had je er wel gehad, want wij konden er zat kopen, want tante Miena <20> heeft ook nog 15 kilo gehad. Maar wij zullen wel zien. Gerrit <?> moet vanavond nog op pad om aardappels, Dirk <?> ligt in de Holland, die moet woensdag naar de Zuiderzee. Hij zou vanavond wat kolen thuis brengen. Tante Miena <20> is ook aan de schoonmaak, vandaag heeft zij me verteld dat zij een kaart van Dik en Jannie <75> gehad had. Je vader <61> krijgt morgen weer 3 gulden opslag van de ouderdomsrente en 45 gulden met terugwerkende kracht, dus dat is nog een meevaller. Dik, ons konijn heeft gejongd, hij heeft er 8, dus dat is een mooi nest, maar de ander (heeft) nog niets. Wij hebben er nog twee. Dag Dik, dag Jannie. Nu, verders geen nieuws las de groeten van ons allen en van Jans <36> en van mij, P. de Boon,
Dag Wim, dag Neeltje, dag -----------
nu, ik zal wel zien met de aardappels, dag -----
brief 13 Hardinsveld, 10 mei 1942
Zeer geliefde kinderen,
Met deze bericht ik u alsdat wij uw brief ontvangen hebben en daaruit gelezen dat bij u alles nog gezond is. Bij ons wat de gezondheid aangaat ook nogal, maar steeds magerder worden (we) en je krachten verminderen. Ik ben tenminste al heel wat minder en alle mensen zeggen dat ik zo mager wordt. Nu, ik kan het zelf ook wel zien, want mijn zwart lijf (jurk?) dat is pas geweest en nu kan ik er bei mijn handen tussendoen en dan is het nog ruim. Maar daar is niets aan te doen, het vet ontbreekt en slechte aardappels en die kan ik haast niet eten en anders is er niet. Onze aardappels waren er nog niet uit met de vorst, maar bij Ant <19> is alles afgevroren. Zij stonden zo mooi, maar wij hebben ook nog niets van 't land als de rabarber. Die staat erg mooi, maar verders groeit het niets, want het is zo droog. Wij hebben een konijn met 6 mooie jongen van 4 weken en er volgen er nog een paar als het goed gaat en de hond is weg naar 't stikhok gebracht. De kleine Kees <60> van Ant <19> heeft hem weggebracht. Het ging me toch nog aan mijn hart, maar hij was niet meer gehoorzaam en hij ging altijd weg en het brood daar zat je ook mee, want hij at een hoop, als ik het had, maar het is nu rustig, nu ik er aan gewend ben. Je vader <61> had verleden, toen Kees <35> thuis was, het 's avonds zo benauwd voor zijn maag, dat wij dachten dat het mis liep. Toen heb ik hem warme cognac gegeven en toen heeft hij een hoop overgegeven. Toen is de pijn geminderd, maar Gerrit <?> stond al klaar om de dokter te halen. Maar nu gaat het weer. Wij zijn klaar met de schoonmaken de jongens hoeven nog niet naar Duitsland. Daar zijn er hier heel wat, maar ik denk dat het nog wel komt, want wat is het toch een toestand, he? En wij zijn er nog niet, ik denk dat het nog hongerlijden wordt en slechte aardappels en ik kan ze zo slecht eten. Ik heb zo gezocht en van Jans <36> heb ik nog niets gehoord. Dat zal ook wel raak zijn, denk ik, want het was al wijd mis en ik kan er nu ook geen aardappelbonnen naar toesturen, want de onze zijn ook haast op, hoewel ik het graag zou doen, want je denkt er altijd om. En verders is hier alles nog goed. Wim <25> mag nog niet praten, de ene kant is beter, maar de andere nog niet, maar hij is dik en vet. Huiber Teun <3> is thuis geweest, hij is vanmorgen weer weggegaan. Verders geen nieuws als de groeten van ons allen en van mij, P. de Boon. Dag Dik, dag jannie. Dirk <?> heeft gezegd dat hij in de loop van de zomer trouwt en hij blijft in Poederooijen, dus daar zullen wij niet veel last aan hebben. Ik hoop dat het hem goed gaat. Dag Wim en Neeltje, het beste hoor. Oom Niek <?> is vanmorgen gevallen van de trap, om 5 uur. Hij werd dronken en heeft zijn rug bezeerd en zijn nek, maar morgen moest hij weer uit bed, anders werd hij te stijf, zei de dokter.
brief 14 Hardinsveld, 24 mei 1942
Zeer geliefde kinderen,
Daar ik de pen eens op zal nemen om tot u te schrijven alsdat wij tot hier toe allen nog gezond zijn en hopen dat van u allen ook. Wim, ik feliciteer je met de vermeerdering van uw jaren en ik hoop dat je het nog vele jaren mag beleven, maar in een betere tijd als nu, want wat is het toch een slechte tijd. Het ziet er toch zo donker uit en met het eten ook en de aardappels. De onze zijn ook bijna op en dan weet ik er geen doen aan, want zij eten toch zoveel. Het is altijd honger. Kees <35> is ook thuis en Huiber Teun <3> en Kneel <4> ligt aan de wal, maar uit Rotterdam heb ik niets gehoord. Pietje <?> is nog een paar dagen geweest, maar nu is zij in Bussum en wat moeten er toch een jongens naar Duitsland he. De jongens bij ons hebben nog niets gehoord, maar ik hoop dat zij maar vrijblijven, maar ik vrees ervoor, want de praat gaat dat er weer meer weg moeten. Albert <17> zit op het ogenblik in Tiel met zijn meisje en Dirk <> is ook thuis. Die trouwt al gauw. Volgens die meid zelf zegt hij er niets van, maar hij blijft 4 weken bruidegom. Dat komt beter uit en hij trouwt over (?), dus het is nogal een drukte. Ik heb er gelukkig geen last van, ik zal mijn gemak maar houden, het is mij te ver. Wij zijn klaar met de schoonmaak en de aardappels groeien goed en alles op het land. Ik heb van de week al rabarber gewekt. Die staat zo hoog en de aardbeien, als zij d'r weer hebben dan kan ik het niet aanplukken. Maar de suiker ontbreekt, anders wist ik het wel. Wij hebben gisterenavond finten gehad. Ik had ze gekookt in een pot en toen in een bus water en in den azijn, maar zij waren fijn. Wim, ik zou je wel een stukje gunnen op je verjaardag, maar ze zijn zo duur en daar is geen doen aan. Dik, opoe heeft zulke mooie konijntjes. 4 zijn al groot, die lopen al door ('t) hok en 7 zitten nog in 't nest en van de week krijgen wij er nog meer, dus wij zitten er weer goed in. Maar kippen hebben wij er maar 4 meer en tante Miena <20> een om te broeden. Dag Dik, dag Jannie, ze hebben opoe gezien (wie?), maar zij hoeft ook niet naar Roermond te gaan om dik te worden hoor (?), ik wel, want dat is ook wijd mis. Nu, verders geen nieuws als de groeten van ons allen en van mij P. de Boon. Dag Wim en Neeltje, bak maar lekker hoor <i.v.m. verjaardag? >, wij zullen het wel denken, dag
brief 15 Hardinsveld, 17 juni 1942
Zeer geliefde kinderen,
Nu zal ik de pen maar eens opnemen om tot u te schrijven alsdat wij tot hiertoe nog gezond zijn en hopen dat van u ook. De drukte is nu voorbij. Ik had geen tijd een maandag toen oom Niek <?> thuis was, want Kneel <4> dacht dat er geen mens het (wat?) wist, want zij hadden het zo stil gehouden, maar alles kon niet in huis en dan weet je het wel. Nu, het was wel gezellig, maar toch ontbrak er wat, want Jans <36> (was) in 't ziekenhuis en als je daar dan om dacht dan was er de moed uit. Zij is wel aan de beterende hand, maar het is toch erg geweest. Ik had 's avonds van tevoren nog een brief van haar gehad dat zij kwam en nu is Jat <37> en Huipje <2> er naartoe. Ik dacht: ik zal maar wachten met schrijven, dan kan ik er de tijding weer in schrijven. Nu, Kneel <4> heeft nogal heel wat gekregen: een tafelkleed van ons met ons 4'en, een loper op de trap, een lamp, theedoosje, twee bloempotten met bloemen, theelichtje, bloemenbakje, een suikerpot, een lepelpotje, een melkkan, een grote ruiker (daar zijn wij nu mooi mee, want zij kon hem niet plekken), een rijksdaalder en 3 prachtige taarten. Jat <37> niet gezegd dat het zo'n slechte tijd was, want er was zat. Er was wel niet veel drank, maar snoep zat gehad. Zelf 150 taartjes besteld, dus alles was (on de rozen?). Wij hebben met een hele ploeg gegeten en Jat <37> had voor gehakt gezorgd en dat was fijn en wij hadden 3 schalen aardbeien geplukt en zij hebben gesmuld hoor. Dus nu weet je heel het nieuws, want daar is Jans <36> ook altijd nieuwsgierig naar. Ik heb nog een cakeje meegegeven in 't vierkant en daar stond op "beterschap". Dat had Wim <?> gebakken voor haar en nu tekent Dirk <> een vrijdag aan, maar hij blijft (4 onder geboojen?) en dan Huipje <2> weer als wij gezond blijven, dus het kan niet op. Maar ik ga niet naar Poederoijen, die reis is mij te ver. Als ik gezond blijf dan ga ik de volgende week naar Rotterdam met Miet <21>. Maar wat blijft het toch een droevige tijd. er is zowat niets meer te krijgen. Piet den Breejen <24> heeft voor ons aardappels meegebracht en fijne hoor, zoveel kunnen wij niet schillen of zij gaan op. Ik had 4 mut gekocht. Nu dag Dik en Jannie, dag Wim, onze aardappels zijn ook nog niet goed. Jat <37> zo (?) thuis en alles was goed in Rotterdam. Vanmorgen zijn er de draden uitgehaald en zij kon al een beetje overeind en zij lag al wat hoger met haar hoofd en al dat vergiftigd bloed hebben zij weggehaald en nu was het beter dat haar eigen bloed groeide als dat zij van een ander kreeg, maar zij krijgt van alles (?) op dus dat is een groot voorrecht. Maar het is voor mij geen doen, zei Jat <37>, want je moet bijna het hele eind staan, zo vol zitten die bussen. Nu, de groeten van ons allen en van mij, P. de Boon. Dag Wim, Neeltje, Jannie en Dik, dag ---------------------
brief 16 Hardinsveld, 29 november 1943
Zeer geliefde kinderen,
Daar ik uw brief ontvangen heb en daaruit gelezen alsdat bij u alles nog gezond is. Bij ons is tot hiertoe alles ook nog gezond. Griet <?> is wel hard verkouden, waar ik bang voor was, want het valt niet mee 's morgens en 's avonds, maar het (is) toch weer aan de beterende hand. Zij blijft wel eens een nacht weg bij tante Sien <?>, maar twee op zijn hoogst, dan komt zij weer. "Het is lang genoeg, he opoe?" zei ze verleden week. Het is hier vandaag erg buiig: regen en wind en onweer, alles hebben wij al gehad. Bij Kees <35> gaat het goed, zij hebben een grote week in Wezel gebaggerd, de haven, maar daar hadden zij het niet erg op, maar nu liggen zij weer op hun eigen plek en vrijdag komt hij naar huis, bij leven en welzijn. Piet Both <23> is ook thuis ziek, hij heeft het in zijn zij, maar vandaag heb ik er nog niets van gehoord, maar hij was al een week niet goed geweest aan boord. Kneel <4> ligt nog steeds bij Haëzer, ik denk dat daar van de winter niet veel meer van komt. Bij Piet <55?> zitten ze in de war over Jan <?>, want daar wordt zo gebombardeerd en bij Ton <?> zo over huis. Dirk <?> maakt het goed, daar gebeurt niets en die heeft nog niets meegemaakt. En Dik, nu is 't bij Sint-Nicolaas, maar ik denk dat hij niet zal rijden van ('t) jaar, want het is zo'n rare tijd met dien oorlog, want je kan niets krijgen of je moet bonnen hebben en die hebben wij niet te veel, daar is niets aan te doen. Als den oorlog maar aan een eind was! Wij zullen maar hopen van gauw, maar ik weet het niet hoor. Aagje Both <39> is zoëven geweest en die heeft ook trouwplannen. Zij tekent tegen Nieuwjaar aan, is 't zeggen. Pietje Hoornaar <?> trouwt van de week, zij kan het zeker niet hebben <waarom niet ?>. Piet Both was nog hetzelfde. Nu, verders weet ik geen nieuws meer, want er is hier niet veel. Albert <17> is aan 't koffiemolen maken voor Anna <?>. Wij hebben er nog voor een bakkie koffiebonen uitgehaald. Nu Jannie, zoet zijn van de week, dan krijg u misschien nog iets van Sint-Nicolaas. Johanna van Piet van Meriene <?> heeft een dood kind. Alles was besteld voor 't ziekenhuis 's nachts en toen kwam alles gelijk, maar dat laatst moest komen kwam eerst. Het is nog goed afgelopen: meest(al) zijn zij allebei weg. Nu, de groeten van ons allen en van mij, P. de Boon,
Dag Wim, Neeltje, Dik en Jannie
dag allemaal
dag ----------------------------
brief 17 Hardinsveld, 26/3?/1943,
Geachte Broeder en Zuster,
Met deze laat ik u weten dat wij uw brief in gezondheid ontvangen hebben en gezien als dat u ook nog gezond waren, nu, dat is een groot voorrecht en wij zijn tot op heden ook nog goed gezond en met Opoe en Opa gaat het ook nog al goed. N**** Wim, het is zeer slecht weer met de Pasen, maar daar hebben we niet zo veel last van, maar we hebben op het ogenblik een zware taak te bestrijden, dat zal u wel gehoord hebben en dat is iets dat nooit meer uit de gedachte gaat.
Ja Wim, ik kreeg vrijdagsmorgens het bericht dat Gerrit <zoon van Cees de Jong> een ongeluk gehad had met dodelijke afloop, dus je begrijpt wel hoe ik veranderde, want dat is het ergste wat je overkomen kan, en toen ben ik vrijdagsmorgens om 9 uur met de trein naar Duisburg gegaan en om 13 uur van Duisburg naar Berlijn en toen was ik om half elf 's avonds in Berlijn, maar toen kwam het slimste aan, want toen moest ik nog verder, maar ik heb het toch gevonden en toen was ik om een uur in 't krankenhuis en daar heb ik toen een beetje geslapen tot 's morgens. Maar toen was Gerrit al dood want die was donderdagsmorgens om vijf uur al gestorven en woensdagavond om 8 uur was het ongeluk gebeurd en hoe het gebeurd is, ja, met het rangeren moet hij gestruikeld zijn en toen het wiel over zijn been gegaan zijn, maar daar was er gauw een bij die zijn been afbond, en toen is hij naar het krankenhuis gebracht, maar daar was geen dokter aanwezig, dus dat zal wel te lang geduurd hebben voordat er hulp kwam, maar toen had Gerrit er geen erg in dat hij er aan dood zou gaan, want hij zei tegen zijn maat die meegegaan was naar het ziekenhuis: "Daar schiet mijn verlof bij in," dus toen was hij nog goed bij en toen vroeg die jongen aan de zuster: "Zou ik weg kunnen gaan?" en die zag er nog geen gevaar in, dus die is weggegaan, maar zijn been was verbrijzeld en dat hebben ze toen nog afgezet halverwege tussen zijn knie en zijn heup en toen heeft hij niet meer bij geweest dus hij heeft een smartelijke dood gehad. Het is iets verschrikkelijks dat we niet gauw vergeten zullen, maar ik heb hem toch nog gezien en het ene been was er af, maar het andere zou wel gegaan hebben, dat had wel weer bijgekomen. Nu, ik heb er een half uur bij gezeten, maar dat hielp niet meer en toen is hij woensdagmiddag om 1 uur begraven, daar zijn 20 jongens mee geweest naar het kerkhof en daar was ook nog een Hollandse Dominee bij dus hij is nog netjes begraven. Dat verlichtte helemaal voor mij, want dat had ik zo niet verwacht, maar ja, Neeltje en Wim, wij zijn hem kwijt en we zien hem nooit meer en nog zo jong, dat hadden we voor vier weken niet kunnen denken, maar nu zien we al weer: het is tot zo en niet verder en we zullen weer gesterkt moeten worden en er weer overheen moeten en nu ga ik morgen maar weer weg, dat zal het beste maar zijn, hopende dat wij gespaard zullen blijven voor zo iets.
Ja Wim, hij is in Lichtenberg bij Berlijn begraven en hij krijgt een steen op zijn graf, dus als er nog eens een in de buurt komt dan kunnen we hem altijd vinden en verders de hartelijke groeten van uw geachte Broeder, C. de Jong <35>, ook Jannie en Dik gendag.
Ja Neeltje en Wim, ik moest u van al mijn kinderen gendag schrijven en ook van Vader en Moeder. Jans <36> is heel de week hier geweest voor moeder maar is zaterdag weggegaan en Dirk <?> en Ans <8> zijn gisteren geweest en nu is Griet <?> hier en Piet den Breejen <24> ligt ook voor de wal te slingeren. Nu allen hartelijk gegroet.