Als op zondag 23 juni 1895 Jan geboren wordt, is dat precies op de trouwdag (7 jaar) van vader en moeder. Piet gaat als eerste naar school, naar school 1 in Den Bout. Hij is dan 5 jaar oud. Teun en Wout blijven thuis. (Huipie de Jong gaat naar de openbare school 2, vlakbij de kerk. Toen was er geen christelijke school.)
Waarom moet het in augustus 1895 zijn geweest? Er zijn acht klassen, het kind gaat het jaar dat hij voor 1 augustus 5 is naar school. Een opmerking bij het verslag van 1905 van meester De Man wijst daar ook op: 'Hoewel velen tot het 13e jaar blijven schoolgaan.' Piet gaat dus naar school van augustus 1895 tot juli 1903.
De school staat naast de hoofdonderwijzerswoning van meester De Man. Het gebouw moet eenvoudig geweest zijn. Men kreeg tot 1904 les in lokalen met een stenen vloer. In twee lokalen wordt die vervangen door een houten, wat een grote verbetering genoemd wordt. Herhaaldelijk klaagt De Man over lekkage bij regenachtig weer.
Hoofdonderwijzer van School 1 is meester De Man, een begrip in die tijd, een man die volgens eigen zeggen 'het lijntje zeer strak houdt'. Toch heerst er een 'prettige sfeer tussen onderwijzers en kinderen'. Hij schrijft ieder jaar een verslag (in archief Hardinxveld 'verslagen van hoofden van scholen' genoemd). Enkele bijzonderheden:
1895: 1e (?) klas: voor het eerst naar school, samen met Dirk Both, zoon van Arie en Adriana Egas, feitelijk een volle neef van vader Arie, maar net zo oud als Piet, zo'n twee weken jonger, ik meen wonend in hetzelfde huizenblok (CONTROLEREN).
In augustus wordt de heer J. de Kan als onderwijzer benoemd. De onderwijzeressen doen 'uitstekend hun plicht'. Er werd onderwijs gegeven aan 176 leerlingen. Eind december waren er nog 147. 4 verlieten de school met een 'vereerend getuigschrift', 6 leerlingen verlieten de gemeente en de rest, 19 dus, verlieten de school voordat zij de hoogste klas bereikt hadden. 'Hierin verbetering te brengen is onmogelijk, daar het enkel de schuld der ouders is. Deze houden de kinderen thuis zodra zij er iets van profiteren kunnen.' Het schoolverzuim bedraagt 10%, in de maanden mei en juni 20%, omdat de meisjes moeder moeten helpen met schoonmaken en de jongens gaan vissen of op het land 'enige centen' verdienen. 'Vaste thuisblijvers zijn ook gedurende 2 dagen eenige kinderen die gaan bedelen'. Verder klaagt hij over het gemis van een lantaarn bij school 1. Zeker in de winter, als het vroeg donker is en er ook 's avonds les wordt gegeven (herhalingsonderwijs) is een lantaarn 'geen artikel van weelde'.
1896: 2e klas: de heer De Ruijter vervangt mej. Hoogwinkel. Bij het onderwerp leerlingen staat: 'Neemt men in aanmerking dat een zeer groot deel der ouders nog op een lagen trap van ontwikkeling staan, dan geven gedrag en vlijt en vorderingen der leerlingen reden tot tevredenheid.' Van de 23 leerlingen die de school verlieten hadden er 6 alle klassen doorlopen. Van de bibliotheek wordt zeer druk gebruik gemaakt (vooral kinderen van de hoogste klas), ook ouders lezen mee. Op woensdag 14 oktober 1896 wordt broer Arie geboren.
1897: 3e klas: de heer De Kan verlaat de school. Mej. Dekkers, reeds drie jaar aan school verbonden, vervangt hem. Mej. Bosch is vanaf 3 januari ernstig ziek, maar wordt spoedig weer verwacht (verslag van 14 februari 1898). De Ruijter doet uitstekend zijn plicht. De leerlingen: 'Hun gedrag laat niets te wensen over. Brutaal zijn tegen een onderwijzer(es) heeft in 't afgelopen jaar niet plaats gehad'.
Hij klaagt weer over een 5-tal bedelaarsfamilies, 'die haar kinderen in dat vak opleiden. Krachtig wordt dat verzuim bestreden door de Commissarissen van Hulpbetoon. Zoodra kinderen, die bedeeld worden, verzuimen, krijgt de Comm. hiervan kennis en de bedeeling wordt ingehouden. Deze maatregel werkt best.'
Blijkbaar werd er in 1897 een leerplan ingesteld voor de 4 scholen van Hardinxveld. Het commentaar van meester De Man levert een aardige inkijk op. De achtklassige school moest veranderen in een zesklassige school, met 2 onderwijzers met 1 klas en 2 onderwijzers met 2 klassen. (Feb. 1903 schrijft hij weer: 'wat was het geval? Door de indeeling der school in acht klassen moest een nieuw leerplan gemaakt worden'. Hoe zat dat nu eigenlijk?) De keuze is om in de eerste en de laatste klas 1 op 1 te draaien. In totaal werkten er dus 4 onderwijzers. Dat zijn dus: meester De Man, de heer De Ruijter, mej. Dekkers en mej. Bosch. Meester De man doet af en toe aan lesbezoek.
Al met al houdt dit dus in dat Piet naar we mogen aannemen in een gecombineerde klas van 3 en 4 zat en les kreeg van de heer De Ruijter of mej. Dekkers of Bosch. Op donderdag 3 maart 1898 wordt broer nummer 5 geboren, Johan Marius (Jo).
1898: 4e klas: in het najaar zijn er zware regenbuien. Door het slechte onderhoud van de gebouwen lekt het langs de muren.
1900: 6e klas: de school wordt aanzienlijk opgeknapt. Een vervallen houten hek wordt opgeruimd, de boel wordt geverfd en dat 'dwingt de kinderen tot netheid'. Als nu het schoolpad nog bedekt wordt met een laag zand, dan zou er weinig te wensen overblijven. 'Van het godsdienstonderwijs maakt slechts een deel der leerlingen gebruik. Onverschilligheid der ouders zal hier wel de hoofdoorzaak zijn'. Het is niet aannemelijk dat dat geldt voor het gezin van Arie Both, gezien de overlevering.
Een dertigtal kinderen 'die door ijver en getrouw schoolbezoek uitgemunt hadden (een 30-tal) hebben een reisje naar Rotterdam gemaakt. Dat daar vooral van de onderwijzers veel en inspannend toezicht geeist wordt, behoeft geen betoog. Dubbel te betreuren was het daarom, dat er naar aanleiding van die reis beschuldigingen geuit zijn, die 1e onwaar waren en 2e zoo ingekleed waren, dat een verdediging niet mogelijk was'.
Op zondag 23 december 1900 zijn Aagje en Arie 12,5 jaar getrouwd. Aagje heeft een dikke buik en zal twee weken later, op zondag 6 januari 1901, bevallen van broer nummer 6, Cornelis Pieter (Kees). Cornelis Pieter wordt vernoemd naar de opa en vader van Arie, Cornelis en Pieter Both. Het beroep van Arie, dat hij opgeeft als hij het aangeeft, is weer visser. Vlak daarna zal hij een baan krijgen als 'roeier bij den Waterstaat'.
1 januari 1901 zijn er 130 schoolgaande kinderen.
1902: klas 8: Piet is 12 jaar (wordt in december 13). In het begin van het schooljaar komt er weer een broer, Bastiaan (Bas). Hij wordt vernoemd naar een broer van moeder Aagje, oom Bastiaan den Breejen, die 22.11.1901 is verhuisd naar Rotterdam. Vader Aai geeft Bas niet zelf aan.
Piet zit nu in klas 8, bij 'mister De Man' zelf dus. Hij moet kou hebben geleden. De winter 1902/1903 was nogal streng en doordat de kachel minder warmte geven en de openingen, waar tocht door komt, ruimer worden, zijn 'de kinderen zeer te beklagen. Er zijn schooltijden geweest, dat de thermometer van F. niet boven de 40E kwam. De felle oostenwind blaast naar hartelust tegen een 16 tal ramen.' Elders schrijft hij dat het noordelijk deel soms zo schrikbarend lekt, dat 'zonder overdrijving een derde deel van den vloer herhaalde malen vochtig is'.
1903: volgens het jaarverslag van meester De Man verlaat in dit jaar een twaalftal leerlingen de school met een getuigschrift. Dat zijn alleen de kinderen die 'met vrucht de achtste klasse doorlopen hebben. Was het vroeger gewoonte, dat de achtste klasse een of geen leerlingen bevatte, de wet op leerplicht heeft hierin verandering gebracht.'
Zitten Piet en zijn 'oom' Dirk hier ook bij? We kunnen met vrij grote zekerheid zeggen van wel. Enkele jaren later, op een schoolfoto met enkele Both'jes, staat als een der oudste leerlingen ook Wouter Both. Arie ziet erop uit als een jaar of 10, Wouter moet dan 13 geweest zijn. Op de foto zou ook Chris staan, maar dat waag ik te betwijfelen, die was pas 1 jaar toen Wouter 13 was.
(Huibertje Teuna ging op school op de Buurt, school 2, de openbare school bij de kerk. Toen was er nog geen christelijke school. School 1 is ook al afgebroken)
Op de foto uit omstreeks 1900 ligt Piet met een witte bloes rechts op zijn buik, met zijn handen ineen geslagen. Hij kijkt een beetje tegen de zon in naar de fotograaf. De foto is genomen op de dijk, het huis links is de woning van het schoolhoofd, meester De Man. Deze onderwijzerswoning staat er nog steeds, de school erachter is afgebroken. Daar is geen foto van bekend. Men poseert echt voor de fotograaf, zoals we dat van meer foto's uit die tijd kennen. Piet is een jongen van zo'n jaar of 10, 11. Neeltje de Jong wist zeker dat dat Piet Both was: dat had haar moeder namelijk altijd gezegd. Zo'n foto werd genomen door een langslopende fotograaf. Hij vroeg dan aan een stel mensen of ze op de foto wilden. Dat gebeurde dan. Volgens de heer Remans uit Katwijk zitten achter het raam Meester De Man, bekend onderwijzer en een begrip in die tijd, en zijn vrouw, de rest kende de heer Remans niet. Het zou weleens zo kunnen zijn dat de jongens om Piet heen broers van hem zijn, temeer omdat Neel de Jong bij een later bezoek veronderstelde dat de jongen die een andere jongen op zijn schouders heeft, ook weleens Piet Both zou kunnen zijn. Misschien is dat wel Wout of Teun. Datzelfde geldt voor de andere jongens. Vader Aai Both woonde in het huis met het rieten puntdak dat achter de twee boomstammen zichtbaar is. De Bothen woonden dus praktisch naast de school. Neel de Jong vertelde: "Toen mijn moeder erin kwam wonen, stond er op de muur gekerfd A. Both. Het huizenblok had aan elke kant vier huisjes. In totaal waren dat dus acht huisjes. Ze hadden een diepe kopjeskast waar je helemaal in kon staan."
Het leven in het gezin, met 8 jongens op een rij, zal geen sinecure geweest zijn, maar moeder Aagje laat er geen gras over groeien: alle jongens hebben een taak in het huishouden: de één moet aardappelen schillen, de andere kolen halen, etc. Als zij naar de markt gaat in Gorinchem, op maandag, doen de kinderen de was (ze laten die bleken op de bleekvelden). Als ze terugkomt, is de was gedaan.
Vlnr Cees, Chris en Bas Both (met hoepel). De foto is genomen door fotograaf Goethals, die op Eind Lange Dijk in Gorinchem was gevestigd.
Schoolfoto van school 1, ongeveer 1910. Er staat een 3 onder, maar dit is niet alleen klas 3, er staan meerdere Bothen op. Er werden in die jaren geen klassefoto's gemaakt, maar kinderen uit één gezin gingen samen op de foto. Dat was goedkoper. Links met baard: Meester De Man, rechts meester De Ruiter. De jongen achterste rij linksboven is Wouter Both. Dan onbekend (in witte bloese). Daarnaast: Johan Marius, nn, Arie, nn. Voorste rij, twee jongetjes rechts: Cornelis Pieter (Kees) en Christiaan. (gegevens van Aagje Both, dochter van Teun Both) Waarschijnlijk staan Jan en Bas ook op de foto. Piet en Teun waren al werken in de griend.