Gerda schrijft brieven aan haar moeder. De eerst is uit een serie van drie uit 1941. Moeder ligt vanwege een miskraam in het ziekenhuis. Dat gebeurde op de molen. Het bloed vloeide ineens over de vloer, Gerda moest in het donker en de kou naar de dokter rennen. Het zal in eind oktober 1941 zijn geweest. Een zus van haar moeder, Ton, kwam een dag over. Gerda is 12 jaar. Ze krijgt nogal wat verantwoording, voor een kind van 13. Uit de brief blijkt dat ze een romantisch kind is, dat haar moeder mist maar dat niet wil laten blijken. Ze moet flink zijn. De brief is als het waren een gesprek met haar moeder.
Zondagavond
Lieve Moeder
Ik zal u maar schrijven, want komen kan ik natuurlijk niet! U begrijpt wel waarom he? Het gaat met u niet erg best he? Pappa zei het! U moet maar gauw beter worden hoor. Want zonder Moeder is het niks gedaan. Dat weet u ook wel he?
U hoeft u niks bezorgd te maken over het huishouden, want alles gaat oke. Dat zal u wel van Pa gehoord hebben. De jongens zijn nogal zoet! Daar zijn we erg blij om. Ze luisteren echt naar me. Jopie's kousen zijn al haast af gebreid. Ik moet aan den teen beginnen, dus dat gaat gauw genoeg. De jongens zijn vanavond in bad geweest. Ze zijn lekker schoon. O, hoor eens hoe stom. Ik schrijf vanavond. Hoe bestaat het. Ik bedoelde natuurlijk een Zaterdagavond. We hebben ze toen gelijk in bed gestopt.
Pappa zit het boek van 'Een vader met zes dochters' te lezen. Alleen. Anders was het voorlezen geweest he?
Hoe onverwachts was het he? Tjonge, tjonge, ik kan er nog niet overuit. En u zeker ook niet he! Ja, een mens kan wat met maken! Zoiets gebeurt nou altijd bij goeie en lieve moeders. Nou, laten we daar maar niet meer over praten. Want als ik het woord Ziekenhuis hoor of schrijf, krijg ik het op mijn zenuwen. Wat een enge Zondag heb ik gehad zeg! U zeker ook he? O ja, ik zou daarover uitscheiden he?
Kijk u niet zo naar mijn lelijken schrijven? Ik heb Opoe ook geschreven! En gevraagd of ze naar u wou schrijven.
Vindt u het leuk dat ik u schrijf? Dat zal wel he? Toch post.
Ik zal Tonnij ook vragen of ze naar u toe schrijft en T. Co ook. Is dat goed, Mamsie? Tot heden is er nog niks gebroken! Dat zal u wel meevallen he?
Wat vervelend dat Pa zo naar en erg eng is he? Dadelijk wordt hij ook nog ziek! Is niet te hopen. Nou, dag lieve Moeder! De aller, aller Hartelijkste groeten van uw steeds liefhebbende dochtertje Gerda. En ik wens ik veel beterschap. De groeten ook van de anderen. Ze wensen u natuurlijk het zelfde!
Nu dag lieve moeder. 10000000 en ontelbare zoenen van mij. Daag moeder.
Lieve Moeder
Allereerst wens ik u veel beterschap en veel geluk. Ik zal maar weer een briefje schrijven, want nu Ton weer weg is, kan ik helemaal niet komen. En ik zou toch zo dolgraag u weer eens willen zien. Al ga ik iederen dag. 'n Ga toch nooit vervelen.
Natuurlijk hebben wij u liever thuis, maar als het niet gaat hoeven we daar niet meer om te zeuren. Want daar wordt u toch niet beter van.
't Is nu weer avond. Alles leg op bed. Sjaan leg ze in slaap te zingen en ik geloof warempel al dat ze slapen.
Wat een dunne is het he? Ja, er is water bij gegooid. Dat vinden ze wat meer. Maar het is, hoop ik, toch nog wel wat te lezen. Al is 't niet zo mooi. Ik zal Ton ook eens met die inkt schrijven. Misschien komt ze dan wel. Zou ze niet meer willen komen? 't Is zo jammer, dan zou u weer hier mogen komen. Maar ik zal het schrijven.
Hoe kan het bestaan dat Juffr. Tuinenburg ook bij u leg he? Dat gebeurt niet veel. 't Is zeker wel gezellig he?
Pa heeft de bedstee behangen. 't Is weer echt hoor. Hij noemt het den Engelenbak. Lollig he? Vindt u ook niet? Dat is weer eens wat anders als bedstee. We hebben vandaag puree gegeten 't Is wat lekker. We lusten het graag. Hebt u het al eens in Ziekenhuis gehad? Morgen eten we bruinebonensoep. Wil u 't geloven?
Nu moet ik er even mee uitscheiden, want de lamp gaat uit. Er moet olie in gegooid worden. 't Is haast op. We hebben misschien nog maar 1 keer. Dan moeten we kaarsen gebruiken. En ze zijn haast niet te krijgen. Dan moeten we maar om 6 uur naar bed. Dan is het al haast donker.
Nu even wachten hoor! Dan zal ik straks wel eindigen.
Zo dat hebben we ook alweer gehad. Wat volgt er nu! .... O ja, koffie inschenken ...
Dat hebben we dus ook gehad! Nu lieve moeder, de aller aller Hartelijkste Groeten van uw dochtertje Gerda. En dit ook wordt gewenst van de anderen. Die anderen zijn ... Willij, Jopie, Nellij, Pietje, Tinie en Sjaan. He he, wat een hoop kinderen hebt u he?
Doe de Groeten aan Juffr. Tuinenburg. Ik wens u veel geluk.
Dalem, 17 Dec. 1941. Donderdag
Lieve Moeder
We hebben gehoord dat het met u best gaat daar zijn wij erg blij mee! Dat begrijpt u wel he? En u ook! We hopen dat u goed en gezond, 't liefst zo gauw mogelijk thuis komt! En zo denkt u er precies over he? Maar als dat niet gaat, maar niet opstaan hoor! Wees maar erg voorzichtig. U moet uw eigen maar troosten. U hebt toch nog au de cologne? En een boek? En aardige lieve zuster en daarom mag u ook blij zijn!
Misschien bent u met Kerstmis wel thuis. Nu ligt u op te sterken, flink te worden. En als u dan hier bent, hebt u een kleur als vuur. Een echt gezond en knap gezicht, vind ik.
En 's avonds als u dan in bed ligt, ziet u sterretjes voor u, en als u dan gaat slapen droomt u dan van de sterren en de maan? Wat zal u dan echt dromen he? Of niet.
Het gaat hier best met 't werk! Maak u uw eigen daar maar niet ongerust over! De kinders zijn zo nu en dan wel eens lastig, net als ik, maar dat is het ergste niet. 't Meest zijn we zoet en lief. 's Avonds zitten we versjes te zingen. We hebben er al wat bij geleerd van Pappa.
Ik kan al een beetje op dien fluit spelen, zes mopjes al. Knap he?
Nu ik zo eens in 't rond zat te kijken schoot me ineens wat te binnen. We hebben nog maar 1 poes Doortje. Zwartje heeft de benen genomen. Hij is weg. Hij was al aardig groot hoor. Maar ik was blij toe, hij deed zo vies. Allemaal hoopjes kon je vinden en plasjes. Dan moest ik weer iederen morgen met bleekpoeder boenen. Ook niet lekker he? Ik wrijf liever het zeil met was en u?
Natuurlijk is 't weer avond. Je hoort alleen het omslaan van 't boek wat Pa zit te lezen, het tikken van de klok, het snorren van de poes en het krassen van m'n pen. En toch kan je een speld horen vallen, stil is het nou. 't Is raar maar waar! Maar, de kinderen slapen allemaal.
Lieve moeder
Ik ben net thuis, van de stad, en ben blij dat ik u gezien heb. Daar knap je weer eens van op, al heb ik u maar even gezien.
Gelukkig knapt u weer eens wat op he? Daar zijn we héél erg blij om. Als u er nu maar vast uit bent, he?
Hier gaat alles goed.
Dat ééne stuk land (weet u wel, dat vlak voor ons neus?) dat moet in drieën verdeeld worden. Weinig he? Maar 't is toch wat, als is 't niet veel. Gelukkig dat het weer eens wat mooier wordt. Dat scheelt ook een stuk.
Op 't ogenblik is Pa aan 't spitten, en de anderen spelen buiten, in het zonnige weer! Hoe smaakten de eierkoeken? Ik ben Juffrouw Roskamp tegen gekomen en ze zei: "Ik zal een Maandag of Dinsdag wel eens aan komen wippen."
Vanmorgen ben ik naar de Gier geweest en ben tarwe wezen vragen voor een suikerbon. We kregen 8 kilo. Fijn he? Het buffet is stuk, er is een luik op gevallen. Er zit [rechthoek] groot gat in. Maar je ziet er haast niets van, want ik zet er een lijstje op en dan is het weg. De jongens hun haar is geknipt. En Willy gaat naar school. We missen ze dan erg, maar daar wennen we wel aan.
Met Januari mag ik het school af, en dan ben ik weer bij u. U vond het zeker wel fijn he? Dat Opoe is geweest, over 14 dagen zou ze komen met T. Ka. En Tonny zou komen als u thuis was, en dan zou ze blijven slapen. Hoe schrijf ik? Lelijk he? Maar u moet maar niet zo nou kijken.
Vanmorgen heb ik fijn nog twee doosjes bruine schoensmeer kunnen krijgen. Dus ik kan fijn wrijven. Alles glimt nu beter als de andere keer.
Nu lieve Moeder! Ik ga eindigen met veel goeds en duizend zoenen van ons allen. Maar dat al het meest nog van uw liefhebbende dochter Gerda Biemans. Dag schat.
Gorinchem, 22 Augustus 1945
Lieve Moeder
Hoe bent u overgekomen? Goed? Schrijft U eens een brief. Pa is om 10 uur weggegaan. Willy is mee naar Rotterdam. Ze was zo blij. Vanmorgen om 7 uur was Pa en Willy al op.
Beneden loopt iederen keer het pakhuis onder. De hoofdkraan lekt.
Cobie is zo lief. Ze zit te spelen met de poppen en haar konijntje.
Sjaantje heeft ik de hele morgen in de rij gestaan om de bonnen gewisseld te krijgen. De peulvruchtenbonnen konden niet gewisseld worden.
Het is zo stil hier. We zijn maar met z'n vijven over.
J. Van Twyl krijgt aardappels. Gelukkig he? Eerst wou Pa de aardappels in R'dam halen. Maar ze waren volop aardappels aan 1 lossen. En toen heeft Pa de zak en bonnen maar weer mee teruggegeven.
Ik zit nu gelijk een peer te sabbelen.
En Tini, hoe vind je het nu in je geboorteplaats? Valt het je nu niet tegen, nu je er bent?
Moeder, hier zijn 6 brood, 3 kaas, 3 melk en 2 pakjes boterbonnen.
Sjaan heeft pijn aan haar been. Piet is de hele dag bij C.v.d.Berg. Jopie is boter halen. En ze zijn helemaal niet lastig. Nu is Joop weer bezig het pakhuis leeg te scheppen. Is het in Nijmegen ook zulk gezellig weer als hier. U treft het niet hoor.
Moeder, als u terug uit Nijmegen komt, mag U weer naar R'dam. Willy halen. En Pa haalt Tini en Nel. U moet maar niet zo naar mijn schrijven kijken, want ik heb haast. Cobie en Jo vragen om eten, ze hebben weer trek. Wat een fouten maak ik he? Echt slordig. Maja, de volgende keer beter.
Nu Moeder, ik ga sluiten, want hier is niet veel te beleven, dus weet ik niet te schrijven wat ik beleef. Niets.
Vele H. Groeten van Cobie, Jopie, Pietje, Sjaan. Maar de meeste nog van Uw dochtertje Gerda. Ook de Fam. Klaasen. Tini, jij natuurlijk ook. Nu wou ik het beste paard van stal vergeten he Dag veel plezier en xxxxxx kusjes.
P.S.
C.v.d.Berg heeft zo'n lef. Hij heeft nu een motor en is die de hele dag aan 't rijden. Is hij klaar, dan gaat Gerard. Ze zijn het aan 't leren. Dat beest heeft geen minuut rust.
J. Oosterwijk is ook al terug Tini. En Annie en Leni zien we helemaal niet meer. Rustig hoor, dat weet je. Nu schijnt de zon weer. Ook raar he? Dag mamma, wanneer komt u weer? Cobie wou ook schrijven, hoe vindt u ze?