Rabocup Assen en Noord-Drenthe 2019

Plaatsingsdatum: Dec 01, 2019 10:47:24 AM

Omdat je eens in je leven een loopcircuit gewonnen moet hebben, besloot ik voor 2019 mijn pijlen te richten op de Rabocup Assen en Noord-Drenthe. Dit sympathieke circuit bestaat uit een serie van negen veelal deels onverharde loopjes in Noord-Drenthe (Assen is enkel om sponsorredenen opgenomen in de naam) van meest 10 km of iets minder.

In de eerste maanden van het jaar was mijn enige loopdoel lekker te trainen en heel te blijven. Ik kwam terug van mijn eerste enigszins serieuze blessure in acht jaar tijd (lopersknieachtige klachten) en was daarnaast aan het eind van het vorig jaar ook nog eens onderuit gegaan en niet al te zacht op mijn ribben beland. De eerste drie loopjes van het circuit, die in deze maanden vielen, waren ontspannen meetmomentjes. Omdat ze (groten)deels onverhard waren zeiden de tijden ook niet zo veel, wat misschien niet het meten, maar wel de ontspanning ten goede kwam.

De eerste loop was de Arnaud Magnin Wintercross in Zuidlaren. Met veel draaien en keren over bospaadjes in een besneeuwd landschap deed deze loop zijn naam alle eer aan. Hoewel er een klein stukje verharde weg in zat, besloot ik toch op spikes te lopen. Geen slecht idee, gezien de vaak gladde ondergrond. En ondanks de spikes lukte het me om op het stukje stenen naar de finish toe de rest van een groepje waar ik deel van uitmaakte in de sprint voor te blijven. Het had daarvoor overigens wel geholpen dat de voorsten van het groepje iets meer meters moesten maken toen we moesten omkeren na een verkeerde afslag te hebben genomen. Omdat er nog twee lopers ver voor ons zaten, werd ik in totaal derde.

De tweede loop was de Annerveensche Boscross. Niet geheel onverhard, maar wel grotendeels. Lopend op een tweede plaats, ver achter de uit zicht zijnde Ben Stellingwerf en ver voor de nummer drie, maar wel met veel wandelaars op de paden (het was prachtig voorjaarsweer), was het af en toe lastig om het besef te houden dat ik met een wedstrijd bezig was. Hoe dan ook, de tweede plaats hield ik vast en de punten voor het circuit nam ik mee.

De derde loop vond plaats op de grens van Drenthe en Groningen, de Semslinieloop (de oudste rechte grens ter wereld). De loop was naar verhouding wat minder onverhard dan de vorige twee, maar er zaten wel een paar stukje gras bij (en een doorkomst door een kerk). Nadat ik in het begin Wouter (Luinge) van me afgeschud had, kon ik redelijk ontspannen richting de eerste plek lopen. Op een kilometer voor de finish hoorde ik echter opeens voetstappen achter me. Rikjan Bathoorn, mede-Peizenaar en de vorige winnaar van het circuit, had de jacht op mij ingezet en die bijna voltooid. Gelukkig zorgden de ontspannen eerste 8 km (de loop was ca 9 km), dat ik nog wat over had. Een stukje minder ontspannen, maar wel met flinke snelheid, passeerde ik even later als eerste de meet.

Na deze laatste loop vond ik het tijd om het lopen weer eens wat meer gestructureerd aan te pakken. Het eerste doel was een snelle 5000 meter. De trainingen ging ik doen aan de hand van een trainingsschema van Pieter-Dirk. Een van de 5000 meters die ik liep viel in hetzelfde weekend als de Run van Gieten. Die loop van het circuit moest ik dus laten schieten. Omdat de vorige loop (Beilen) viel toen we op vakantie waren had ik er zo inmiddels twee gemist. Geen ramp, want om mee te doen met het klassement hoefde je maar zes van de negen gelopen te hebben. Het betekende wel dat ik er nog maar één mocht missen. Ik had al gezien dat de Zuidlaardermarktloop in hetzelfde weekend was als de 4 mijl (die ik na vijf jaar weer eens wilde lopen), zodat het zaak werd om de overige drie lopen dan wel te doen.

Zo stond ik in juni dan ook aan de start van de Steeds Beter Run in Eelde, een vrijwel geheel onverharde loop over acht mijl. De loop paste niet echt in mijn schema voor de snelle 10 waar ik inmiddels voor aan het trainen was (daarvoor doe ik liever wat korter werk), maar echt kwaad zou het ook wel niet kunnen. Gelukkig was er niet veel concurrentie en ik kon ik onbedreigd de eerste plaats pakken.

Het vervolg, voor mij althans, was pas weer in november. Ik had het klassement niet precies bekeken, maar wist dat ik er met twee eerste, een tweede en een derde plaats wel goed voor zou staan. Ondertussen was ik Rikjan (inmiddels de atletiektrainer van mijn jongste dochter) al een paar keer tegenkomen en wist zodoende dat hij mijn belangrijkste concurrent was. Het was dus zaak hem in de laatste twee lopen voor te blijven.

De vijfde loop was een 10 km in Vries, de enige volledig verharde loop van de serie (althans, van de zes die ik liep). Het was fijn dat ik Sander had kunnen overtuigen om hier ook te lopen. Op trainingen zaten we dermate dicht bij elkaar dat het logisch zou zijn dat we ook in de wedstrijd wat aan elkaar konden hebben. Dat bleek ook wel, hoewel de volgorde vrij duidelijk was. In het begin deed ik nog even kopwerk, maar al snel nam Sander het over en trok hij goed hard door. Halverwege ging het me zelfs echt wat te hard en moest ik hem laten gaan. Het gaatje werd echter nooit groot en in de laatste 2 km fungeerde hij mooi als richtpunt waar ik naar toe kon lopen. Vlak voor de finish was ik weer bij hem, probeerde een “erop en erover”, maar hij pareerde en schudde er de laatste 100 meter nog zo’n eindsprint uit dat ik moest passen en als derde (Ben Stellingwerf zat ver voor ons) over de finish kwam. Met de redelijke tijd (34.23) en het voor blijven van Rikjan (die vierde werd) was ik echter niet ontevreden.

Toen toch maar even rekenen hoe ik er precies voor stond. Het bleek dat als Rikjan zou winnen ik in de laatste loop nog vijfde mocht worden om het circuit te winnen. Eigenlijk was het dus alleen zaak heel te blijven en niet ziek te worden. Het eerste lukte, maar het tweede niet helemaal: vorig weekend kreeg ik buikgriep. Een hele dag niets binnen houden is meestal niet bevorderlijk voor de vorm. Gelukkig knapte ik snel op en kon ik dinsdag alweer gewoon trainen.

Gisteren stond ik dan ook gewoon aan de start van de Zeijer Strubbenloop: 10 km, deels onverhard. Een uitgesproken doel had ik niet (behalve minimaal vijfde worden) en dat doet de scherpte tijdens een loop meestal geen goed. Echt pushen kon ik niet. Rikjan kon bij me blijven lopen en was op de onverharde stukken zelfs sterker (ik ben nog niet overtuigd van de meerwaarde van Vaporfly op de weg, maar inmiddels wel van de mindere geschiktheid in de modder: het was flink glibberen). Gelukkig betekent niet echt kunnen pushen vaak ook dat je op het laatste stuk nog wat over houdt. Zo ook nu. Toen we met nog een kleine 1,5 km te gaan voor de laatste keer weer de verharde weg opdraaiden, kon ik flink demarreren. Het duurde even, maar de voetstappen achter me verstomden en zo ik kon het circuit mooi afsluiten met ook een eerste plek voor de dag.

Na vier keer op het hoogste treetje van een podium gemaakt van bierkratjes te hebben gestaan (winst bij M40 en overall, zowel voor de dag als het hele circuit), kon ik met vier envelopjes, een bos bloemen en een wisselbeker huiswaarts: een geslaagd project.