Rotterdam Marathon

Plaatsingsdatum: Apr 10, 2011 8:47:26 PM

"Rotterdam is all in" was een van de motto's van de Rotterdam Marathon van dit jaar. Diverse mensen liepen in T-shirts waarop dit motto afgedrukt stond, maar dan met hun naam erop "Ilse is all in", "Pieter is all in", etc. Evert Jan, Paul, Steffi en ik hadden weliswaar niet zo'n shirt, maar het gold voor ons des te meer, althans zeker voor Evert-Jan en mij. Wij hadden beiden het doel om de magische drie uur grens te doorbreken. De training was heel goed gegaan, dus het lag in de mogelijkheden, als alles zou meezitten... Twee omstandigheden die roet in het eten konden gooien, en waar wij geen of weinig controle op hadden, was het weer en de congestie na de start. Met zorg bekeken wij al dagen het weerbericht, dat zon en hoge temperaturen in het vooruitzicht stelde. Maar een Noorse weerwebsite projecteerde dat de hoogste temperatuur pas later in de middag bereikt zou worden, dus ik was voorzichtig optimistisch. De congestie bij de start was een probleem van de rare startvakindeling van Rotterdam. Maar de oplossing bleek te liggen door in een langzamer startvak te gaan staan, en te zorgen daar vooraan te staan, met daarvoor alleen nog maar de A en B vakken (hele snelle lopers, dus geen probleem), en het R vak (Rotterdamse ambtenaren, gemiddeld niet zo snel maar slechts een kleine groep).

Bij de start was het koud (want in de schaduw), maar de startlijn was niet al te ver weg, dus alles leek perfect te zijn. Ik had wel gehoord dat bij de start traditioneel Lee Towers te horen was (zoiets als New York, New York bij de NYC Marathon), maar wist niet dat de oude baas zelf op een hoogwerker gehesen zou worden om iedereen toe te zingen. Indrukwekkende show. Daarna de start, en een halve minuut later was ik weg. Doeltempo voor een 3 uur marathon: 3:16/km, ruim 14 km/uur. De startcongestie loste zich zoals ik gehoopt had snel op: na ongeveer 500 meter was ik door het langzame deel van de ambtenaren heen en had ik genoeg ruimte om mijn eigen tempo op te zoeken. De schade voor de eerste kilometer was daardoor beperkt, slechts 10 seconden. Snel daarna begon de klim omhoog de Erasmusbrug op, maar met nog frisse benen was dit geen enkel probleem. En aan de andere kant naar beneden ging het als een speer. Daar stond Barry mij aan te moedigen, de eerste keer van zeker drie (of vier?) keer. Wel merkte ik nu al dat er weinig schaduw was op het traject, maar het was nog fris, dus ik had weinig last van de volle zon. Vanaf dit punt kon ik heel makkelijk zo'n 4:10-4:14 tempo lopen, net als in de training, dus ik had een goed gevoel aan het begin. Maar met nog vele kilometers te gaan weet je nooit wat er komen gaat.

Het viel niet echt mee om in een groepje te lopen: elke keer als ik dit probeerde werkte het een tijdje, maar dan zakte het tempo wat terug waarop ik weer een stukje alleen op pad moest. Maar alles ging soepel, en tot ongeveer 16 kilometer liep alles goed en in het juiste tempo. Toen begon de zon echter zijn ware aard te tonen. Zo rond kilometer 18/19 maakten wij een bocht, en liepen in volle zon met de wind in de rug. Toen merkte ik de opkomende hitte, en opeens moest ik wat kracht bijzetten om het tempo te houden. Te vroeg in dit stadium van de race, want deze kracht zou ik later nog nodig hebben. Rond 25 kilometer moest de Erasmusbrug weer genomen worden, en nu kostte het mij veel kracht om tempo te houden. Uiteindelijk lukte dit wel, maar na de brug begonnen de extra inspanningen en de steeds hoger wordende temperaturen zijn tol te eisen, en begon mijn schema langzaam scheuren te vertonen: 4:24, 4:22, 4:22, allemaal niet goed.

Na deze slechte kilometers bereikten we het Kralingse bos, met een beetje schaduw, en opeens ging het weer goed met een kilometer van 4:14. Ik had weer hoop. Maar helaas was de schaduw van korte duur, en was het vanaf daar weer volle zon. De kilometertijden en de pijn in mijn lichaam begonnen langzaam omhoog te lopen richting 4:30, en was duidelijk dat de kansen op drie uur verkeken waren. Maar dan toch nog wel een nieuw PR? Maar mijn lichaam begon steeds meer te protesteren, en de tijden kropen naar hoge 4:30's, met zelfs, in kilometer 40, een 5:01 kilometer. Ik zat helemaal leeg, en kon me niet herinneren ooit zo moe geweest te zijn geweest in een marathon, met uitzondering van mijn allereerste in Berlijn. Twee kilometer voor de finish moedigt Barry mij nog aan met een "alles eruit", maar alles is er al uit. Eindelijk op de Coolsingel, met nog 500 meter tot de finish, 450 meter... Ik zag de klok boven de finish in de 3:03 tikken, en bedenk me dat ik misschien nog net een PR zou kunnen halen op nettotijd. Nog even aanzetten in de laatste 200 meter. Op het moment dat ik over de finishlijn kom vertikken de benen het verder, en val ik op de grond. Ik wordt door toesnellende EHBO-ers in een rolstoel gehesen en krijg flesjes sportdrank toegediend. Ik voel me al snel weer wat beter, hoewel ik een lelijk bloedende wond op mijn knie heb, maar blijf nog mooi even zitten in de schaduw. Daarna gaat het beter, en werk ik in minuten ruim 2 liter vocht naar binnen. Door mijn duik bij de finish heb niet mijn stopwatch kunnen stoppen, dus ik weet nog steeds niet of ik in ieder geval een troostprijs heb. Later blijkt ik mijn Amsterdam tijd met welgeteld 5 seconden te hebben verbeterd (3:03:31), dus de suïcidale "eindsprint" was niet voor niets geweest.

Ik zoek naar mijn college LA-ers. Ik zie Paul al aangekleed in het publiek: hij is na 30 kilometer uitgestapt. Evert Jan kom ik pas later tegen: ook hij is door de hitte gesloopt. Nu snel naar de finish om Steffi op te wachten. Zij komt binnen op ongeveer 3:55, met hetzelfde verhaal: het begin ging prima en op tempo, maar de zon zorgde daarna voor een stelselmatige sloop van de energie en vochtvoorraden. Zelfs de toppers lagen het eerste deel van de race op wereldrecordschema, maar moesten dit in de tweede helft laten lopen.

Misschien is er toch iets voor te zeggen om voor een volgende 3 uur poging Apeldoorn te kiezen: in februari is het zeker niet te warm. Jammer dat er zoveel heuvels zijn....