Tschai

Onder de sf-boeken is 'Tschai' niet alleen een bestseller, maar ook een buitenbeentje qua sfeer en originaliteit. Het boek is gebaseerd op een echte vondst.

De kosmos is bevolkt door talloze intelligente levensvormen, die in veel opzichten met de mens te vergelijken zijn. In het prille beginstadium van de homo sapiens werd de aarde bezocht door een van deze buitenaardse volken (denk aan Erich von Däniken), die enkele menselijke specimen meenamen naar een door hen geëxploiteerde planeet. Op die planeet, Tschai geheten, worden die vroege mensen verder uitgefokt tot bruikbare slaven en als wild voor de jacht.

Tschai is, in vergelijking met de aarde, een zeer groot hemellichaam en derhalve ook voor andere aliens aantrekkelijk en er vestigen zich dan ook andere volkeren, die echter bepaald niet in harmonie met elkaar leven. Al die rassen hebben technisch de overhand op de mens, die dan ook overal en door iedereen wordt uitgebuit en vernederd. Desondanks zien enkele mensen kans zich aan de greep van hun overheersers te ontworstelen en aldus ontstaan er ook diverse min of meer onafhankelijke menselijke gemeenschappen. Voeg daar nog de oorspronkelijke bewoners aan toe, die alle vreemdelingen als ongewenst en vijandig beschouwen, en je hebt werkelijk een waanzinnige planeet.

De ontwikkeling op aarde gaat door en de achterstand wordt volledig ingehaald. De mens op zijn thuisbasis heeft geen weet van Tschai, maar ontvangt op zeker moment een teken van leven uit de ruimte en rust een expeditie uit om de herkomst van het signaal te onderzoeken. Bij Tschai aangekomen wordt het expeditieschip getorpedeerd en met een soort reddingsbootje komt Adam Reith als enige overlevende op die buitengewone planeet terecht. En zo begint een fantastisch avontuur.