Nico

“And I don’t believe in ‘if’ anymore… ‘If’ is for children… Building daydreams” zong Roger Whittaker ergens in de buurt van mijn geboortejaar (de fans mogen googelen). Gelukkig trekt scenarist Duval zich niks aan van deze these en gooit hij gezellig de geschiedenis van de laatste 60 jaren op een hoopje en puurt hij er zijn eigen tamelijk verwrongen versie uit. In deze ‘wat als…’ hebben Rusland en Amerika technologisch heel wat stappen vooruit kunnen zetten door te profiteren van het Roswellincident (waarbij een UFO zou neergestort zijn). Tegen de achtergrond van een nieuwe koude oorlog opereert babe/geheim agente Nico totdat ze er ingeluisd wordt bij een van haar undercover opdrachten en het spel op de (turbo-hover-zweef-)wagen zit.

Philip Berthet heeft bij de creatie van deze nieuwe heldin wel min of meer Dottie uit zijn topreeks ‘Pin-Up’ overgekalkeerd, maar het is een kniesoor die daar op let. Het verhaal gaat er met zo’n rotvaart vandoor dat je nu al hunkert naar de ontknoping in deel 2. Per expres graag. (MS)

1947. De Verenigde Staten en de USSR staan op gespannen voet omdat twee vliegende schotels crashten op hun grondgebied: een in Roswell, in Nieuw-Mexico, en een in Siberië. De twee supermachten gaan een meedogenloze machtstrijd aan om de technologische suprematie. Twintig jaar later vertrekt CIA-agente Nico naar Parijs. Haar missie? Max Wonder ontvoeren, een mysterieuze miljonair die ultrageheime informatie zou hebben ontvreemd over het onderzoek naar de twee ruimteschepen ...

Hoe zou de wereld er uitzien als de ontdekking van het ruimteschip in Roswell wereldkundig was gemaakt en als er ook een tweede ruimteschip was ontdekt?