ZiRA principes metamodel

Metamodel ZiRA-principes

Het metamodel voor de ZiRA principes (onderdeel van het totale ZiRA metamodel) geeft inzicht in de voor ZiRA relevante strategische architectuurconcepten en hun onderlinge samenhang met betrekking tot principes. Het is afgeleid van het NORA kennismodel.

Definities en toelichting

De in het metamodel gebruikte elementen zijn vertaald uit ArchiMate, conformeren zich aan de NORA en zijn toegespitst op de Nederlandse ziekenhuiszorg. Deze elementen zijn: belanghebbende, drijfveer, doel, architectuurprincipe, implicatie, afspraak en standaard. Ze worden hieronder toegelicht.


Belanghebbende (wie) 

Een belanghebbende is een individu, team, organisatie (of klasse daarvan) die zijn belangen vertegenwoordigd ziet in de effecten van de architectuur. Voorbeelden van belanghebbenden zijn de CEO (chief executive officer), de Raad van Bestuur, patiënten, zorgmedewerkers, verzekeraars en wetgevende instanties. De belanghebbende is bij voorkeur een zelfstandig naamwoord.

Een belanghebbende heeft drijfveren en een of meer belangen bij (of zorgen over) de organisatie en haar enterprise architectuur. Om deze belangen (en zorgen) te richten en/of te veranderen, stellen de belanghebbenden doelen. Het object belanghebbende is de Nederlandse vertaling van het Engelse ArchiMate-concept stakeholder.

Drijfveer (waarom)

Een drijfveer is een externe of interne factor die een organisatie motiveert om haar doelen te definiëren en de veranderingen door te voeren die nodig zijn om deze doelen te bereiken. Voorbeelden van interne drijfveren zijn patiënttevredenheid en kostenbewustzijn. Externe aanjagers van verandering kunnen zijn nieuwe technologie en wetgeving. Een drijfveer is bij voorkeur een zelfstandig naamwoord.

Een drijfveer kan bestaan uit andere drijfveren. Een drijfveer beïnvloedt een doel. Een drijfveer kan een relatie hebben met een belanghebbende. Het object drijfveer is de Nederlandse vertaling van het Engelse ArchiMate-concept driver.

Doel (wat) 

Een doel is een intentie, richting of gewenste eindtoestand voor een organisatie en haar belanghebbenden. Een doel kan in principe alles vertegenwoordigen wat een belanghebbende wenst, zoals een stand van zaken of een geproduceerde waarde. Voorbeelden van doelen zijn: het verbeteren van de kwaliteit van zorg, het realiseren van digitale zorg, het verkorten van wachttijden, het voorkomen van medicatiefouten. Doelen worden meestal gebruikt om het succes van een organisatie te meten.

Doelen worden over het algemeen uitgedrukt met kwalitatieve woorden zoals verhogen, verbeteren of vereenvoudigen. Doelen kun je ook ontleden. Zo kun je winst verhogen ontleden in de doelen kosten verlagen en omzet verhogen.

Een doel kan bestaan uit andere doelen. Een doel wordt beïnvloed door drijfveren en heeft een relatie met een belanghebbende. Het object doel is de Nederlandse vertaling van het Engelse ArchiMate-concept goal.

Architectuurprincipe (hoe)

Een architectuurprincipe geeft richting aan hoe middelen aan te wenden om organisatiedoelstellingen te bereiken. Het zijn normatieve uitspraken die richting geven aan het in samenhang ontwerpen en realiseren van diensten. Bijvoorbeeld het principe samen: “Bij alles wat wij doen stemmen wij af met alle belanghebbenden. In zorgnetwerken werken wij samen met patiënten, zorgverleners en professionals binnen en buiten ons ziekenhuis.”

Een architectuurprincipe kent per definitie een omschrijving en een rationale. De omschrijving beschrijft het principe diepgaander en de rationale legt het waarom van het principe uit ofwel de gedachte erachter.

Een architectuurprincipe heeft een of meer implicaties. Een afspraak beïnvloedt een architectuurprincipe. Het object architectuurprincipe is de Nederlandse vertaling van het Engelse Archimate concept principle.      

Implicatie (hoe)

Een implicatie is een concretere invulling van het abstracte architectuurprincipe. Implicaties beperken de ontwerpruimte door concrete kaders of eisen te stellen. Zo beperkt de implicatie ‘gebruik DICOM als standaard beeldformaat’ het aantal verschillende bestandsformaten waarmee je de opslag van beelden in een archiveringsoplossing kunt vormgeven.

In het metamodel geven we de relatie tussen implicatie en architectuurprincipe weer met een realisatie-relatie. Het object implicatie is gebaseerd op het ArchiMate-concept requirement.

Afspraak

In overeenstemming met de NORA definiëren wij een afspraak als: een overeenkomst binnen een domein of sector over de inrichting en het toepassen van voorzieningen of standaarden. Voorbeelden in de zorgcontext zijn afsprakenstelsels als MedMij, Twinn en Koppeltaal. Ook wetgeving zoals de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) en de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) vallen hieronder.

Een afspraak beïnvloedt een of meer architectuurprincipes. Een afspraak heeft een relatie met een standaard. Het object afspraak is gebaseerd op het ArchiMate-concept contract.

Standaard

Standaarden vormen een set regels die beschrijven hoe mensen materialen, producten, diensten, technologieën, taken, processen of systemen dienen te ontwikkelen en te beheren. Standaarden worden vastgelegd binnen een bedrijf, consortium of via een erkende standaardisatie-organisatie (zoals ISO of NEN) en standaarden kennen een beheerproces. Voorbeelden hiervan zijn SNOMED CT, LOINC, zibs (zorginformatiebouwstenen) en de technische uitwisselstandaard HL7 FHIR.

Een standaard is gerelateerd aan een afspraak. Het object standaard is gebaseerd op het ArchiMate-concept requirement.