Toelichting

Op deze pagina een nadere toelichting over de totstandkoming en de keuzes die zijn gemaakt bij het ontwerpen van het applicatiefunctiemodel.

Raamwerk applicatiefuncties

De applicatiefuncties zijn ondergebracht in de bedrijfsdomeinen Sturing, Zorg, Onderzoek, Onderwijs en Bedrijfsondersteuning. Binnen Zorg onderscheiden we subdomeinen vergelijkbaar met de subdomeinen uit het informatiedomeinmodel. Gezien de integraliteit en samenhang van de applicatiefuncties binnen Consultatie en Behandeling hebben we er voor gekozen deze domeinen in het applicatiemodel samen te voegen. Veel bedrijfsactiviteiten in alle domeinen worden ondersteund door generieke ICT functies. Dit zijn  applicatiefuncties die domeinonafhankelijk generiek gebruikt worden. Binnen het applicatiefunctiedomein hebben we daarom een domein generieke ICT functies toegevoegd met daarin een onderverdeling in 4 categorieën.

Applicatiefunctiemodel (sub)domeinen

Uitgangspunten en inspiratiebronnen

Bij het bepalen van de applicatiefuncties hebben we vooral gekeken naar welke applicatiefuncties nodig zijn bij de ondersteuning van de ZiRA bedrijfsfuncties en bedrijfsactiviteiten. Voor de zorg hebben we dit gedaan aan de hand van de uitgewerkte processen. Vervolgens hebben we ons laten inspireren door een aantal andere referenties en systemen. De voornaamste inspiratiebronnen zijn hieronder weergegeven.

Verwijzingen

(voor zover publiek toegankelijk):

HL7 EHR-S Functional Model

RSM; Referentie Systeemfuncties Model (RSM) voor eHealth toepassingen voor patiënten

HORA applicatiemodel

NFU Data for lifescience (D4LS) web site.

OIAm; Open Infrastructure Architecture Method (opvolger DYA infrastructuur)

3LGM; Drei-Ebenen-Meta-Modell zur Beschreibung, Bewertung und Planung von Informationssystemen im Gesundheitswesen

Uitgangspunten document EPD van het NVZ  (niet openbaar gepubliceerd, neem evt contact op met uw NVZ contactpersoon)

Onze ervaring is dat ieder model zijn eigen perspectief en doel heeft, afhankelijk van het doel en de gekozen granulariteit. We hebben er voor gekozen de ZiRA bedrijfsactiviteiten en bedrijfsfuncties leidend te laten zijn en de bovenstaande modellen als inspiratiebron te gebruiken. In het spreadsheet is daar waar van toepassing in het tabblad applicatiefuncties een associatieve verwijzing naar de inspiratiebron opgenomen.

Functies versus Services

We hebben geen expliciet onderscheid gemaakt tussen intern gedrag (functies) en extern gedrag (services), dit is immers voor een (logsich) applicatiefunctiemodel niet relevant. De functies kunnen dus ook services zijn of visa versa. 

ICT change en servicemanagement versus generieke ICT functies

We maken in het applicatiefunctiemodel onderscheid tussen applicatiefuncties die de bedrijfsfuncties direct ondersteunen (specifieke applicaties) en applicaties die in veel verschillende bedrijfsfuncties in alle bedrijfsdomeinen worden gebruikt (generieke ICT functies). 

ICT change en servicemanagement onder bedrijfsondersteuning betreft de functies voor de ondersteuning van de ICT bedrijfsfunctie; het faciliteren van hulpvragen en oplossingen ten behoeve  van het beheren en exploiteren van ICT diensten. De generieke ICT functies zijn veelal de functies die de ICT bedrijfsfunctie generiek aanbiedt en waarvan de  applicatiesfuncties in de bedrijfsdomeinen gebruik van maken. 

Alle applicatiefuncties zijn gekoppeld aan bedrijfsfuncties. Omdat generieke ICT functies op verschillende bedrijfsfuncties van toepassing zijn is deze gerelateerd aan de fictieve bedrijfsfunctie 'Generiek'. Dit geldt ook voor de bedrijfsactiviteit en het informatiedomein.

Generieke ICT functies, niet de infrastructuur zelf!

De generieke ICT functies beschrijven niet de ICT infrastructuur of door welke componenten, systemen of software de functies geleverd worden. Het beschrijft alleen de generieke ICT functionaliteit of service die geleverd wordt. 

Granulariteit

We hebben bewust gekozen, uit oogpunt van overzichtelijkheid, haalbaarheid en toepasbaarheid,  voor een beperkte detaillering van de applicatiefuncties. Een applicatiefunctie kan uit meerdere (sub)applicatiefuncties bestaan, dit wordt al veelal duidelijk uit de omschrijving. Als er een applicatiefunctie mist, dan is het waarschijnlijk dat dit sub-applicatiefunctie is die valt onder één van de beschreven applicatiefuncties. De koppeling met bedrijfsactiviteiten kan hierbij mogelijk ook een steun zijn.