Winterhulp

Om de grootste nood te lenigen werd einde oktober 1940 "Winterhulp" opgericht door de secretarissen-generaal (de vertegenwoordigers van de naar Londen gevluchte regering, die de Duitse Militärverwaltung moesten bijstaan bij het bestuur van het land). In eerste instantie stond de bevolking wantrouwig tegenover de organisatie. De Duitse Militärverwaltung had immers een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van Winterhulp. Vooral omdat het initiatief was geïnspireerd op wat reeds in Duitsland bestond : "Winterhilfe". Bovendien verleende de bezetter bepaalde voorrechten aan Winterhulp en werden heel wat VNV’ers en Rexisten in de Plaatselijke en Provinciale Comités opgenomen.

Maar na verloop van tijd veranderde de houding van de Belgische bevolking ten voordele van Winterhulp. Dankzij de georganiseerde werking kon Winterhulp heel wat hulpbehoevenden te bereiken met onder andere soepbedelingen en het uitdelen van kledij en kolen. Bovendien onttrok de Belgische Winterhulp zich grotendeels aan de invloed van de bezetter.

Op lokaal vlak werkten veel mensen van het Rode Kruis of christelijke organisaties mee, waardoor Winterhulp steeds meer krediet kreeg als hulporganisatie.

Daardoor ging de verhoopte propaganda voor de Duitsers verloren.

Voorzitter was oud-minister Paul Heymans, tevens voorzitter van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid. Winterhulp werkte nauw samen met het Internationale Rode Kruis en het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn. Het kon rekenen op de steun van welgestelde burgers, van financiële ondernemingen, van koning, Kerk en overheid.

De hoofdsponsor van Winterhulp België was de Koloniale Loterij, voorloper van de Nationale Loterij.

Het staatsblad publiceert op 1 november 1940 het besluit houdende de instelling van Winterhulp.

Het doel van Winterhulp wordt in de volgende dagen duidelijk omschreven:

  1. Inzamelen van steun van aller aard en verdeling daarvan, in het teken van onderling hulpbetoon aan alle Belgen;

  2. Morele en materiële bijstand verlenen aan de armen en misdeelden, ten einde verbetering te brengen in hun lot.

  3. De activiteit van de bestaande, openbare of particulieren werken, die een gelijkaardig doel na streven, te ordenen en hun actiemiddelen te versterken.

  4. Wat de bronnen van inkomsten betreft, het werk mag alle giften uit de hand, alle schenkingen onder de levenden en legaten aanvaarden, zonder vooraf de toelating daarvoor te vragen.

  5. Jaarlijks zal bovendien de schatkist een subsidie verlenen aan het werk, zoals dit het geval zal wezen voor de provincie, stad en gemeente.

  6. Ook de voedingswaren die door de dienst van ravitaillering in beslag genomen goederen worden aan Winterhulp afgestaan.

  7. Winterhulp beschikt over geen enkel middel om dit programma op te leggen, en wenst er ook niet over te beschikken.

In eerste instantie richtte Winterhulp zich op het bedelen van voedsel, kleding en steenkool. Naarmate de oorlog vorderde, kwamen daar schoolbedelingen bij (soep, melk, vitamines en levertraan) en ging men nauw samenwerken met het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn (NWKW) voor het verstrekken van geneesmiddelen. Ook ging Winterhulp zich meer en meer richten op specifieke bevolkingsgroepen zoals kinderen, scholieren, zwangere en zogende vrouwen, opgeëisten, politieke gevangenen, oud-strijders en kunstenaars.

In 1942 bracht de Antwerpse afdeling een brochure uit over één jaar Winterhulp. In het voorwoord wordt de meerwaarde van Winterhulp uitgelegd:

‘Wij weten dat velen liever zonder onze tusschenkomst hulp verleenen, en zoo gaan hun gaven dikwijls naar personen die hun belangstelling niet verdienen of minder noodig hebben. Winterhulp beschikt over de noodige gegevens om den nood te lenigen waar hij het grootst is. Geen versnippering van krachten door eigenzinnigheid dus, maar samenwerking."

Winterhulp zamelde heel wat informatie in over de steunaanvragers. Want de steun die een gezin kreeg was voor een groot deel afhankelijk van het inkomen. Hiervoor moesten gezinnen vanaf midden 1941 looncertificaten, pensioenbrevetten, schoolbewijzen of andere documenten voorleggen. De kolenbedeling werd gerantsoeneerd afhankelijk van het aantal gezinsleden. Deelname aan zogenaamde ‘volkseetmalen’ was voorbehouden voor gezinnen met minstens drie kinderen, zwangere of ‘zogende’ vrouwen.

De deelname aan ‘éénschotelmaaltijden’ was voor alle kaarthouders van Winterhulp toegelaten. Om de ‘staat van behoeftigheid’ vast te stellen, legde het Plaatselijk Comité in Antwerpen aanvankelijk zelf huisbezoeken af bij de steunaanvragers. Dit werd echter al in april 1941 verboden door het Centraal Uitvoerend Comité van Winterhulp.

De Plaatselijke Comités moesten zich baseren op de gegevens van het Centraal Uitvoerend Comité en het Provinciaal Comité. Ten gevolge van zo’n huisbezoek kon het zijn dat zwakke kinderen in instellingen of kolonies buiten de stad werden geplaatst of door de bemiddeling van Winterhulp bij de organisatie Boerenhulp aan Stadskinderen naar landbouwfamilies in Limburg gestuurd werden.

Soepbedelingen waren de hoofdactiviteit van de organisatie, maar ze bedeelde ook maaltijden, melk, kolen, kledij en andere zaken aan zowel particulieren als aan scholen en andere organisaties. De organisatie sprong in bij speciale gelegenheden zoals Sinterklaas en bood bijstand aan weeshuizen en ziekenhuizen. In Antwerpen werden zo talrijke feesten ingericht : voor de wezen, voor de plechtige comunnies, voor de bejaarden, Sint Niklaasfeesten,..

Om geld in te zamelen organiseerde Winterhulp allerlei evenementen, collectes en zelfs loterijen. Daarnaast deed de organisatie ook oproepen om speelgoed, schoenen, luiers, ondergoed, schorten, kinderkleedjes, sokken en broeken niet weg te gooien of ongebruikt te laten liggen, maar aan Winterhulp te geven. De organisatie leverde wol aan verschillende scholen, waarmee de leerlingen kledij moesten breien die vervolgens door Winterhulp bedeeld werd. Tot slot haalde de organisatie ook winsten uit de abonnementen op haar maandblad.

De foto's geven een beeld van Winterhulp in Antwerpen en komen allemaal uit het Felixarchief.

17 december 1940 : Het plaatselijk bestuur wordt aangesteld

Het plaatselijk bestuur wordt aangesteld door de provinciegouverneur, dhr. J. Grauls.

Het plaatselijk bestuur is als volgt samengesteld:

Voorzitter :

  • Van Thillo Edm., geneesheer, Veltwijcklaan 3

Ondervoorzitters:

  • Adriaenssens Karel, notaris, Steenstraat 53

  • Malfliet Georges, onderzoeker van belastingen, Veltwijcklaan 82

Secretaris:

  • Knapen Pieter, schoolbestuurder, Alf. Jeurissenstraat 11

Leden:

  • Borgerhoff Jos, apotheker, Markt 10

  • Carpentier Irma, Leo Vermandellei 6

  • Craeybeckx, schoolbestuurder, Aug. Scheyvaertslaan 18

  • De Bie Jan, Villapark 5

  • Hellemans Jac., bediende, O.L.Vrouwstraat 71

  • Huyskens Albert, geneesheer, Groot Hagelkruisstraat 7

  • Mariën Marie, verpleegster, Kloosterstraat 23

19 januari 1941 : Ook in Ekeren wordt actie gevoerd.

Er is een bestendig secretariaat van Winterhulp in de school aan de A. Jeurissenstraat. Men is zo goed als klaar met de steekkaarten en de huisbezoeken voor de aanvullende inlichtingen. De acties omvatten de verkoop van speldjes, de studenten die rondgaan met een Drie Koningen stoet (met een "echten kemel"), de fanfare "Labore et Constantia" die vergezeld van de voorzitter en de raadsleden van Winterhulp met collectebussen de huizen afgaan, collectes aan de kerkdeuren, het rond halen van kleding, de giften van "verscheidene volksgenoten", de talrijke vrijwilligers in de subcomités (1° Propaganda en Finacien; 2° Bedeling en geneeskundige hulp; 3° "Kontrool"). Ook worden in het Centrum voor februari en maart verschillende feesten voorzien ten bate van Winterhulp.

Het start met een toneelfeest van "De Zonnebloem" op zondag 2 februari met de opvoering van "het dol-komische succes-blijspel" - "Willy's trouwdag".

Ook in de Driehoekstraat 20 is er in 1942 is er een inrichting van Winterhulp. Op 15/12/1942 vraagt het Plaatselijk Comité Winterhulp - Sallaert een vergunning aan voor veranderingswerken aan de achtergevel. Ook op 10/12/1942 werd in naam van Winterhulp - Claes, H. voor Comiteit-Winterhulp, Pl. ; Soloets, H. ; eig.- een vergunning aangevraagd voor veranderingswerken aan achterbouw

Foto uit "50 jaar geleden... maar niet vergeten: Merksem 1940-1945"

5 april 1942 : Schoolsoep

Het plaatselijk comité van Winterhulp meldt dat de schoolsoep zal bedeeld worden zonder zegels. De kwaliteit van de soep (die een voedingswaarde van 500-600 calorieën zou moeten hebben) kan niet gewaarborgd blijven gezien er geen zegels meer dienen gegeven te worden.

18 april 1942 : Tentoonstelling 1 jaar Winterhulp

Tentoonstelling "Eén jaar Winterhulp" in het hele land en Ekeren in het bijzonder. Er wordt ook een film getoond. Toegang 1 frank.

17 mei 1942 : Toneel

In het Gildenhuis wordt een toneelstuk gespeeld "Wij zijn een volk van dichters" ten voordele van Winterhulp. Toegang 10, 7, 5 en 3 frank.

25 mei 1942 : Germinal Ekeren

Deze 2de Sinksendag speelt Germinal om 3 uur 's namiddags tegen Putte S.K. Inkom 3 frank ten voordele van Winterhulp

1 november 1942 : Nationale collectedag voor Winterhulp

De opbrengst gaat neer het plaatselijk comité. De warme oproep wordt ondersteund met het bericht dat in Ekeren jaarlijks reeds voor 300.000 frank steun aan de kinderen alleen wordt gegeven. En over het aantal mensen dat steun ontving: "Sommige weken in de winter bedraagt het aantal gesteunden meer dan 3.000"

Soepbedeling Winterhulp

Op Youtube vind ik dit filmpje van Christophe Letzer : Winterhulp st maarten in de jongensschool en de meisjesschool te St Mariaburg