Rondom Ekeren

ROND EKEREN

LUCHTBAL

Ten gevolge van de Wet van 26 mei 1914 wordt een stuk van het grondgebied van Ekeren bij de stad Antwerpen gevoegd. Het omvat een oppervlakte van bijna twintig hectare met een bevolking van 34 personen, waaronder het huis van Louis Van Vlierbergen, ook gekend als café Den Luchtbal aan de Holmebrug.

Na de Eerste Wereldoorlog waren nog lange tijd militairen in de stad aanwezig. De ingekwartierde Engelse troepen verlieten pas in 1922 hun kampement in het havengebied in de buurt van Oosterweel. De houten barakken werden daarna gebruikt door thuislozen en teruggekeerde vluchtelingen. Er werd zelfs een schooltje en een kerk ingericht. Vanaf 1928 werden in de omgeving stenen huizen gebouwd voor de bewoners en ontstond de wijk Luchtbal.

De straten van deze nieuwe wijk werden, ter herinnering aan het Engels Kamp, genoemd naar Britse en Amerikaanse steden. In 1925 begon de "Maatschappij voor Goedkope Huisvesting" met de bouw van zesenvijftig huizen in Glasgow- en Dublinstraat.

Bij het inrichten van de wijk Luchtbal wordt de loop van de Laarsebeek verlegd en zo verliest de Holmebrug haar functie.

Met de Wet van 22 maart 1929 ten bate van de havenuitbreiding, wordt de nieuwe tuinbouwwijk in het zuiden van Ekeren samen met de Polder van Ekeren (nu de Oude Landen, Rozemaai, Bospolder, Ekerse Putten, Recreatiegebied Muisbroek, Schoonbroek en de Edinsonwijk) en de toen 971 inwoners overgedragen naar de stad.

Het Ministerie van Landsverdediging, werd in de jaren 1930 opnieuw eigenaar van de gronden ten Noorden van de Luchtbal, met de bedoeling er een grote kazerne te bouwen voor het 6de liniebataljon en de 9de Compagnie van de militaire politie. De kazerne van de Luchtbal werd gebouwd in de periode 1937-1939 en was net voor de oorlog klaar.

DE EKERSE DIJK (Polder van Ekeren)

De Ekerse dijk vormde van oudsher de verbinding tussen het dorp Ekeren en de Schelde. Tevens vormde de dijk een bijkomende bescherming van de polders ten zuiden van de dijk. De oorsprong ervan gaat terug tot het einde van de Tachtigjarige Oorlog in 1648.

Het "Octroy bij den Coninck, ghegunt ende gheoctroyeert aende gheinundeerde Polders van Austruweel, Wilmersdonck, Oorderen, Eeckeren, Mercxem ende Steen-borgher-Weert op den 20 Februarij 1649", verleende aan de inwoners van deze polders de toelating tot herindijking, omdat sinds 1632 deze polders geïnundeerd waren, de oude dijken ondertussen waren afgespoeld en sommige plaatsen door de grote diepte van de grondgaten onbedijkbaar waren gebleven. Het octrooi van 1649 ligt aan de basis van de aanleg van de binnendijk lopend vanafde Scheldedijk ter hoogte van het fort St.-Filip over Wilmarsdonk naar de hoogte van Ekeren (Wilmarsdonkse en Ekerse dijk).

Het polderlandschap bleef vrijwel intact tot het begin van de twintigste eeuw.

Afbeeldingsresultaat voor "Ekerse dijk"

EKERSE PUTTEN

Een eerste belangrijke ingreep was de aanleg van het rangeerstation Antwerpen-Noord (1925-1930), met het uitgraven van de twee Ekerse Putten (nu: Muisbroek) voor het ophogen van de bodem in het station en als waterreservoir voor de stoomtreinen.

De belangrijkste aantasting van het polderlandschap kwam er pas in de jaren zestig toen het dorp Wilmarsdonk met de grond gelijk gemaakt werd, het Churchilldok werd gegraven ten westen van de Ekerse Putten, en een nieuw tracé van de Noorderlaan werd aangelegd op enkele honderden meters ten westen van de Ekerse putten.

In oktober 1965 werd de Leerwijkpolder tussen Noorderlaan, Verlegd Schijn en Ekerse dijk opgespoten, waardoor het welencomplex onherroepelijk verloren ging en een nieuwe slikvlakte ontstond. In latere jaren werd dit gebied terug opgespoten. Na het langzaam opdrogen werd het gebied gedeeltelijk opnieuw in gebruikt genomen voor landbouw. Een aanzienlijke oppervlakte werd als stort gebruikt.

Eind 1987 werd een verbod uitgevaardigd om in dit gebied nog aan landbouw te doen, omwille van het te hoge loodgehalte in de gewassen. Het stadsbestuur maakte plannen om in een gedeelte van de polder, op de plaats van de vroegere welen, een bos aan te planten (nu: Bospolder).

Aan de oostzijde van het Verlegde Schijn breidde de dorpskom van Ekeren zich geleidelijk uit en werd in het begin van de jaren zeventig de autosnelweg Antwerpen – Bergen-op-Zoom aangelegd, waardoor een langwerpig sikkelvormig terrein werd afgesneden (nu: Ekers Moeras). Er ontwikkelde zich hier een moerassig gebied met stilstaand water. In dit terrein gebeurden nog allerlei ingrijpende wijzigingen, waaronder opspuitingen (nog in 1981), het doorsteken van de oorspronkelijke dijkjes en aanleggen van nieuwe, vergravingen en werd zelfs een deel van het gebied omgeploegd. Aan de westelijke rand werd een wandelweg gecreëerd met aanplantingen van allerlei sierbomen en -struiken. Deze weg maakt deel uit van het gebied Muisbroek, dat verder de Ekerse dijk zelf en de Ekerse Putten omvat en toegankelijk is vanuit Ekeren via een voetgangersbrug over de autostrade.

GENERAL MOTORS

General Motors werd in 1908 opgericht in Flint, in de Amerikaanse staat Michigan, door paardenkoetsen-miljonair William Durant. Durant had zich in 1904 ingekocht in de Buick Motor Company en wilde de verschillende automerken die hij opkocht verenigen in één concern. In 1925 nam GM het Britse Vauxhall over en in 1929 het Duitse Opel. Nog eens zestig jaar later krijgt de Amerikaanse constructeur ook het Zweedse merk Saab in handen.

In 1923 maakte GM de sprong naar Europa met de opening van een fabriek in Denemarken. General Motors Belgium werd in 1924 onder de naam General Motors Continental opgericht en bouwde Chevrolets in een oude abdij aan de Fortuinstraat in Antwerpen.

In het eerste productiejaar werden 2.040 wagens geleverd. Een groeiend aantal bestellingen verplichtte GM Belgium om de assemblage-activiteiten deels onder te brengen in de velodroom in Antwerpen, waar destijds wielerwedstrijden plaatsvonden.

In 1929 verhuisde GM Belgium naar de haven van Antwerpen. Productie, verkoop, onderdelen en service werden gecentraliseerd op één locatie, terwijl ze voordien over heel Antwerpen verspreid waren.

In de jaren dertig eiste de depressie haar tol en tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg GM Belgium het zwaar te verduren. De fabriek werd regelmatig gebombardeerd en uiteindelijk met de grond gelijk gemaakt.

FORD FABRIEK ANTWERPEN

Ford is een Amerikaans bedrijf, maar het duurt niet lang vooraleer er verschillende filialen in onder meer Europa worden opgericht. Begin jaren 20 start Ford met de assemblage van auto’s in Antwerpen. Ook deze fabriek is een belangrijk doel voor luchtaanvallen.

Assembling 2½-ton trucks at Ford Motor Company plant in Antwerp, Belgium, December 1944.

"DEN DNJEPR"

Einde 1943 werd gestart met de aanleg van een tweede anti-tankgracht.

De gracht werd tussen Oorderen en het Albertkanaal gegraven in opdracht van de Duitsers, als verdediging tegen de oprukkende geallieerden. Ze maakt een bijna volledige cirkel vanaf het voormalige Oorderen waar ze het traject volgt van het verlegde Schijn tot de spoorweg naar Rotterdam. Verder over Merksem - Schoten en vanaf het Albertkanaal verbind ze de oude Brialmontforten tot Mortsel. Een derde stuk vinden we op Antwerpen Linkeroever ter bescherming van de Autotunnel.

De naam is een sarcastische verwijzing van de Antwerpenaren naar de rivier de Dnjepr in Rusland, waar de Duitse opmars aan het oostfront tot staan werd gebracht.

De gracht werd met de schop gegraven door opgeëiste werklieden onder leiding van de Duitse firma Baum und Bötchen.

De Dnjepr te Antwerpen speelde een grote rol bij de bevrijding: de Duitsers hielden daar stand, zodat het noorden van Antwerpen pas een maand later bevrijd werd. De gracht is grotendeels gedelgd.