F

Straat genoemd naar Ferdinand Wilhelm Pauwels (geboren te Ekeren op 13 april 1830 en overleden te Dresden op 26 maart 1904) Pauwels was een Belgisch kunstschilder, bekend om zijn genrestukken en historische scènes alsook muurschilderingen in de Lakenhalle van Ieper die in WO I werden verwoest. Hij was voornamelijk werkzaam in Duitsland. Ontstaan tussen 1903 en 1933, in welk jaar het bebouwd was met een 10-tal panden. De naam werd in 1930 aan de straat gegeven. Tussen 1928 en 1940 werden er bouwvergunningen aangevraagd voor 20 nieuwe woningen.

Benoemd op 3 september 1898. Grotendeels bebouwd met landhuizen uit circa 1900, waartussen enkele burgerwoningen uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Vanaf 1909 vinden we talrijke bouwvergunningen terug. Aangelegd in 1898 op de eigendommen van de openbare onderstand, als oplossing voor de geldzorgen van het gemeentebestuur, vanwaar naar verluidt de naam ('Heren, daar ligt een fortuin'). Vanaf juni 1899 werden de kavels te koop aangeboden. In de jaren nadien werd een groot aantal villa's gebouwd, zoals op de nummers 8, 15-17 en 18 tot en met 24. Op de nummers 11 en 16 villa's in verbouwde staat. Op nummer 22 woonde sinds 1922 de kunstschilder Alfons van Beurden (1878-1905).

Na 1945 werden de grote bomen verwijderd (dit gebeurde in meerdere straten in Ekeren). Bij de aanleg van de Leliënlaan verdween er een villa om de verbinding met de Bist te realiseren.

Straat genoemd naar Frans Bresseleers (heemkundige en historicus). Geboren te Ekeren op 22 december 1897 en overleden te Ekeren op 6 januari 1979. Bebouwd vanaf 1979 (eerste bouwvergunning met vermelding hoek Schriek, nu nummer 1)

Straat genoemd op 31 oktober 1967 door het gemeentebestuur van Kapellen naar Frans De Peuter, geboren te Deurne op 12 oktober 1921. Ook de gemeenteraad van Ekeren besliste de naam Veldstraat te wijzigen in Frans de Peuterstraat voor het gedeelte dat de grens vormde tussen Kapellen en Ekeren. De rest behield de naam Veldstraat.

Frans De Peuter, die zelf in de Veldstraat woonachtig was, sneuvelde de dag voor zijn 23ste verjaardag, op 11 oktober 1944. Hij was lid van het verzet en vocht mee voor de bevrijding van het ganse grondgebied. Een sluipschutter schoot hem neer aan het station van Kapellenbos. Door de hevige gevechten kon zijn stoffelijk overschot pas de volgende dag door zijn kameraden worden teruggehaald.

Straat genoemd naar Frans Harrewijn, geboren te Ekeren op 13 maart 1796. Hij was burgemeester van Ekeren van 1848 tot aan zijn dood op 29 januari 1881.

Tot 15 juni 1965 was dit de Sint-Lambertusstraat. Vanaf 1965 werd de straat genoemd naar Frans Jozef Lenaerts (1897-1979), koster-organist van de Sint-Lambertuskerk en componist van kerkelijke muziek en kinderliedjes. (nr. 5 is zijn voormalig woonhuis) Voorheen de Sint-Lambertusstraat. Het Sint-Lambertusgesticht domineerde de straat in de oorlogsjaren. Aan de huidige pastorij is de ommuring bewaard van de oude pastorij, naar verluidt gebouwd in 1911-1912.

Nog één van de door Van den Weyngaert omstreeks 1900 illegaal aangelegde straten. In 1926 geregulariseerd en officieel geopend met vermelding van de uit te voeren werken: steenslaglaag, riolering, aarden stoepen. Oorspronkelijk genaamd Gezondheidslei en doorlopend op het Brasschaats deel van Sint-Mariaburg.

In 1937 werd de naam gewijzigd ter herdenking van Frans Standaert, een jonge officier die datzelfde jaar, op 14 januari 1937, samen met 7 andere officieren, waaronder de zoon van Pierre Nothomb, omkwam bij een oefening met explosieven in het militair kamp van Brasschaat. Hij was de zoon van een bekende Ekerse schepen, Honoré Standaert. De ramp zorgde voor heel wat commotie, de begrafenis werd zelfs op de radio uitgezonden.

Meestal burgerwoningen in rijverband, met voortuintjes en sommige met balkons en luifels van omstreeks 1900.

Op nummers 32-34 een dubbelwoning uit 1907-1909. Op nummers 52-54 Vrije Basisschool Sint Mariaburg uit 1924. Toegankelijk en zichtbaar vanop het Van de Weyngaertplein. Bakstenen gebouw in L-vorm, aanvankelijk van één bouwlaag, later verhoogd en uitgebreid, onder meer in 1927. De school werd naar hier overgebracht vanuit de Karel De Wintstraat. Het onderwijs werd gegeven door de Zusters Annonciaden. Het klooster werd opgeheven in 1971.

Relaas (bron: Erik Vanomdehoek‎ Ge zijt van Brasschaat als ge... Facebook 4 februari 2017 )

"Op woensdagnamiddag, 24 februari 1937 in de Cavalerieschool, doet zich een zware ontploffing voor in de buurt van het fort van Brasschaat. Leerlingen van de vervolmakingscursus ‘genie’, twee promoties jonge officieren van ‘36 en ’37, volgen een cursus ‘pionier’. Het is een praktische oefening op de polygoon naast het fort. Er nemen voor de gelegenheid ook rijkswachtofficieren deel aan de demonstratie. Er wordt een vernieling voorbereid met 20 kg TNT (in die tijd toniet genoemd).De lading wordt aangebracht in de mijnkamer (een vooraf met kleine lading gegraven put), de ontsteker geplaatst en de trage lont wordt tot op honderd meter afgerold, terwijl de put met aarde dichtgestampt wordt. Luitenant Evrard activeert de ontsteking. Maar er gebeurt niets. Zoals voorzien in de reglementen wordt de nodige wachttijd, twintig minuten, in acht genomen.

Na de wachttijd gaat de onderrichter alles controleren en vindt hij geen abnormaliteiten. Met de leerlingen besluit hij het geheel te ontmantelen. Dan gebeurt het onvermijdelijke: de lading komt tot ontploffing. Zeven officieren zijn op slag dood, tien anderen zijn al dan niet zwaar gekwetst. Ook verschillende onderofficieren behoren tot de gekwetsten.

De uitvaart heeft plaats op zaterdag 27 februari 1937 in de kathedraal van Antwerpen, in aanwezigheid van Luitenant-Generaal Nuyten, vertegenwoordiger van de Koning en van een massa afgevaardigden. Na de kerkelijke plechtigheid worden alle lijkkisten op autolijkwagens geplaatst, behalve die van onderluitenant Ghyssaert die met een door paarden getrokken koets naar Schoten gebracht wordt. Alle slachtoffers, uitgezonderd een, worden dezelfde dag ter aarde besteld: Onderluitenant Standaert in Mariaburg (*), Onderluitenant Rysman in Doornik, Onderluitenant Nothomb in Sint-Joost-ten-Node, Onderluitenant Crevecoeur in Brussel-stad en Onderluitenant Janssens in Bree. Onderluitenant Lamour wordt naar Habay-la-Vieille gebracht waar hij de volgende maandagmorgen begraven wordt.

Op donderdag 24 februari 1938 wordt in het Kamp van Brasschaat een gedenkteken onthuld ter ere van de slachtoffers van de ontploffing van 24 februari 1937."

Het kasteeldomein Haezeldonck ontstond door samenvoeging van diverse gronden tot een oppervlakte van bijna 12 hectare. Walter-Jean-Alfred Blaess en zijn echtgenote Laura Huffman lieten in 1911 het kasteelgebouw oprichten.

Op 20 december 1920 verkochten deze eigenaars het kasteeldomein aan Frederic-William Good, zoon van Carolus Good en van Joanna-Hortensia Engels.

In 1961 werd het kasteeldomein “Haezeldonck” verkocht en onmiddellijk verkaveld. Er werden - naast het oorspronkelijke kasteel met een tuin van ruim 3,5 ha - twee straten aangelegd, namelijk de Lobelia- en de Petunialaan. Op het einde van de jaren '60 werd de verkaveling uitgebreid . De nieuwe wegen kregen de namen: Gardenia-, Fresia-, Campanula-, Zinnia- en Fuchsialaan.

Het kasteeldomein Haezeldonck ontstond door samenvoeging van diverse gronden tot een oppervlakte van bijna 12 hectare. Walter-Jean-Alfred Blaess en zijn echtgenote Laura Huffman lieten in 1911 het kasteelgebouw oprichten.

Op 20 december 1920 verkochten deze eigenaars het kasteeldomein aan Frederic-William Good, zoon van Carolus Good en van Joanna-Hortensia Engels.

In 1961 werd het kasteeldomein “Haezeldonck” verkocht en onmiddellijk verkaveld. Er werden - naast het oorspronkelijke kasteel met een tuin van ruim 3,5 ha - twee straten aangelegd, namelijk de Lobelia- en de Petunialaan. Op het einde van de jaren '60 werd de verkaveling uitgebreid . De nieuwe wegen kregen de namen: Gardenia-, Fresia-, Campanula-, Zinnia- en Fuchsialaan.