Een van de schietvelden die vandaag nog intensief gebruikt wordt door landsverdediging. Ook de politie van de verschillende omringende politiezones komen er schietoefeningen houden. Dit oefenterrein is uit veiligheidsoverwegingen niet toegankelijk voor het publiek.
Doordat het zijn oorspronkelijk uitzicht wist te bewaren vormde het “Groot Schietveld” samen met het “Klein Schietveld” (Kalmthout-Brasschaat) na verloop van tijd een groot natuurreservaat van in totaal bijna 1.600 ha rustig terrein met dennenbossen, eiken- en berkbossen, weilanden, vennen en heide.Door deze ontoegankelijkheid heeft de natuur zich hier op unieke wijze weten te handhaven. Zo heeft hier zich onder andere een adderpopulatie gevestigd ter hoogte van de Brechtsebaan. Door het uniek ecosysteem lopen verschillende studieprojecten in het Groot Schietveld. Hiervoor heeft het ministerie van landsverdediging een samenwerkingsakkoord afgesloten met het agentschap van waters en bossen.
De afdeling Bos en Groen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap staat in voor het beheer van fauna en flora. In het toegankelijke gebied kunnen wandelaars een wandelpad met rode pijltjes volgen. Het pad is 12 km lang en doet de mooiste plekjes van het domein aan. Het is niet geschikt voor rolstoelgebruikers en kinderwagens. In ruil voor een jaarlijkse bijdrage aan de militaire overheid mogen ook de ruiterpaden betreden worden.
Lees ook : https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/135368
In 1914 worden een manège en vier paardenstallen gebouwd op het Groot Schietveld. Dit is de start van het Kwartier Oost. In 1920 start de bouw van een echte kazerne. Op 16 november 1921 neemt de Ruiterijschool, die van Tervuren komt, haar intrek in de nieuwe kazerne. Het is een groot, sierlijk complex met keurig onderhouden plantsoenen, met daartussen manèges en paardenstallen. Op het grote binnenplein paraderen de cavaleristen. Elke ruiter kan oefenen op voldoende open ruimten. Eind 1929 komt het 3de Regiment Lanciers naar de site.
Vanaf 1932 verandert de politieke situatie in Europa. Op militair vlak maakt het paard plaats voor vrachtwagens en tractoren. De manèges en paardenstallen worden omgebouwd tot garages en herstelplaatsen voor de voertuigen.
Op woensdagnamiddag, 24 februari 1937 in de Cavalerieschool, doet zich een zware ontploffing voor in de buurt van het fort van Brasschaat. Onderluitenant Standaert (Kallo 29-3-1911) uit Ekeren, stierf ter plekke, samen met 6 andere leerling-officieren. In Mariaburg is de Frans Standaertlei naar hem genoemd . Hij ligt begraven op het kerkhof van Mariaburg.
Tijdens de mobilisatie van 1939 ontruimen de Lanciers als eersten het kwartier om hun oorlogsstellingen in te nemen. Vanaf 1940 wordt het kwartier bezet door de Duitsers. Door geallieerde luchtaanvallen en later de beschietingen vanuit Duitse stellingen worden Maria-ter-Heide en het Kamp zwaar getroffen. Op het einde van de Tweede Wereldoorlog vallen twee V2-bommen op de Ruiterijkazerne. De schade is enorm. In het nabijgelegen Maria-ter-Heide vallen uiteindelijk 44 V1’s en V2’s, zodat geen enkel huis of gebouw onbeschadigd blijft. De heropbouw neemt jaren in beslag.
Van 1954 tot 1960 neemt de artillerieschool de opnieuw opgebouwde Cavalerieschool in gebruik voor de opleiding van haar kaders. De jaren daarop blijft de kazerne leeg. In 1965 wordt ze opnieuw in gebruik genomen door het 18de Regiment Rijdende Artillerie. De kazerne krijgt vanaf dan de naam van Lt. Jean Coppens. De gebouwen ten noorden van de heropgebouwde Cavalerieschool worden gebruikt door de dienst voor evaluaties van het materieel (Het Centrum voor Technische Studies)
In 1994 wordt het 18de Regiment Rijdende Artillerie ontbonden en verlaat het de Lt. Coppenskazerne. De vrijgekomen gebouwen worden ingenomen door de militaire politie, een transmissie-eenheid en de Batterij Paracommando. Bij volgende reorganisaties verlaten ook die eenheden de kazerne. In 2007 verlaat het Centrum voor evaluaties van het materieel als laatste eenheid de site.
Sinds 2009 KMO zone.
Wie was Luitenant Jean Coppens?
Jean Coppens wordt op 20 maart 1925 te Ukkel geboren. Na de bevrijding (1945) wordt hij - met twee van zijn broers oorlogsvrijwilliger en neemt deel aan de laatste gevechten in Nederland. In 1946 volgt hij aan de infanterieschool een opleiding tot kandidaat-officier. Later volgt hij Wapenschool in Brasschaat. In mei 1951 wordt hij batterijcommandant in het 18de Regiment Rijdende Artillerie in Altenrath (West-Duitsland). Jean Coppens vertrekt op 8 april 1952 als vrijwilliger naar Korea, waar hij in een Amerikaans veldartillerie bataljon wordt opgenomen. Met deze compagnie neemt hij op 26 september 1952 deel aan operatie Mariette.
Jean Coppens is één van de zes soldaten die een voorpost bemannen. Ze worden echter door een tegenaanval van Chinese troepen verrast. Alle soldaten in de voorpost sneuvelen in een lijf aan lijf gevecht. Op het lichaam van Jean Coppens vindt men een eenvoudig kaartje met de tekst Dienen in blijheid. Luitenant Coppens ligt begraven op de begraafplaats van Ukkel.