Vrijmaking

Tijdperk: van 1914 tot 1945

Wikipedia, Prof. Klaas Schilder, Prof. Herman Ridderbos

Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden. Marcus 16:16.

Bovenstaande uitspraak van Jezus geeft aan dat de doop heel belangrijk is.

Discussies hierover speelden een belangrijke rol bij de Vrijmaking.

Een achterliggend punt is het lot van kinderen die vlug na hun geboorte zijn overleden.

Die kunnen nog niet gelovig zijn. Ze kunnen wel gedoopt zijn. Worden ze behouden?

Op basis van het geloof van hun ouders?

De Vrijmaking (ontleend aan Wikipedia)

Bij deze scheuring splitste een vleugel van de Gereformeerde Kerk onder leiding van professor Klaas Schilder zich af en ging de Gereformeerde Kerken (onderhoudende art. 31) vormen, later zijn die de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt gaan heten. De aanleiding tot deze ontwikkeling was onder meer de onenigheid die ontstaan was over de precieze betekenis van de doop. Eenvoudig gesteld was dit het probleem: was de doop alleen geldig als de gedoopte de rest van zijn/haar leven gelovig bleef, en doopte je op grond van een veronderstelde wedergeboorte (de synodalen)? Of is de doop een teken van Gods belofte dat je Zijn kind mag zijn, waarbij de dopeling geroepen wordt om ook als kind van God te leven (de vrijgemaakten)? Daarnaast speelde kerkrechtelijke zaken een belangrijke rol, vooral of kerken synodebesluiten moesten goedkeuren (vrijgemaakten) of moesten accepteren en bij volgende synode bezwaar maken (Synodalen). Naast verschil over de leer speelden ook meer persoonlijke elementen bij deze kerkscheuring een rol. Schilder was een polemisch gezind man, die zijn opponenten nogal eens tegen zich in het harnas joeg.

De Vrijmaking kwam op een uiterst ongelukkig moment in de geschiedenis. In 1944 was de Duitse bezetting op zijn ergst en het was dan ook niet eenvoudig een synode bijeen te roepen. Openbaar vervoer was er nauwelijks en liep het risico bestookt te worden door de geallieerde luchtmacht. Een aantal kopstukken (waaronder Schilder) van de Kerk was ondergedoken, vanwege hun aandeel in ondergrondse activiteiten. Op de synode van 1944 zijn de latere "vrijgemaakten" - zo beweren zij zelf - niet netjes behandeld. Maar ook de koppige houding van Schilder heeft bijgedragen aan het conflict. Er werden besluiten doorgedrukt, waarvoor een - volgens de vrijgemaakten - onreglementaire verlenging van die synode nodig was. Belangrijke opponenten konden er door oorlogsomstandigheden niet bij zijn. Er werd een uitspraak gedaan over de doop die noodzakelijk werd gevonden om de erfenis van Abraham Kuyper te beschermen. Hiermee werd een compromisformule opengebroken over Kuyper's leer van de 'veronderstelde wedergeboorte', die in 1905, dus in Kuyper's tijd, tot stand was gekomen. De synode handelde - zo beweren de vrijgemaakten - in strijd met artikel 31 van haar eigen Dordtse Kerkenordening, en de nieuwe uitspraak werd als enig aanvaardbare uitleg opgelegd, waarmee de synode verder ging dan Kuyper zelf ooit had gedaan; de synode vroeg van ieder die zich kandidaat wilde stellen voor het ambt van predikant de recente synodebesluiten te onderschrijven, de zgn. "kandidatenbinding". Schilder (en ook zijn collega Greijdanus) verzetten zich tegen deze besluiten. Reden voor de synode om Schilder en Greijdanus te schorsen en uiteindelijk te ontslaan en uit zijn ambt te zetten. Schilder kwam van zijn onderduikadres om de "Acte van vrijmaking of wederkeer" voor te lezen (Den Haag 1944).

De kerkscheuring van 1944 veroorzaakte veel leed in de ooit zo hechte gereformeerde kring. Het rukte families, soms gezinnen uiteen. Herman Ridderbos, synodelid en collega van Schilder aan de Theologische Universiteit te Kampen zou later over de Vrijmaking verklaren: "Het is verschrikkelijk wat er toen is gebeurd, maar wat ik blijkbaar moeilijk bij mensen over het voetlicht kan krijgen is: Schilder heeft ons gemanoeuvreerd in een situatie waarin we het móesten doen."

Een aspect dat vaak wordt vergeten, is dat de ontwikkelingen rond Schilder de synode dwongen een uitspraak te doen. Het conflict was (niet het minst door toedoen van Schilder zelf) in de oorlogsjaren op de spits gedreven. Overigens hebben de Gereformeerde Kerken in Nederland later hun schuld in het conflict beleden; iets wat de Vrijgemaakte Kerken tot op de dag van vandaag niet hebben gedaan.