Hichtum weer bij de tijd. 19 dec. 2008
Al lange tijd stond
het torenuurwerk stil. De kerkenraad en de bewoners van Hichtum vonden
dat dit zo niet langer kon. Voor het herstel van de klok werd een
beroep gedaan op de deskundigheid van de 85 jarige Bram Bergsma uit
Witmarsum. In september 2006 werd gestart met het herstel. Het bleek
dat er verschillende onderdelen versleten of beschadigd waren, er
misten zelfs enkele onderdelen.
Na enige studie
bleek dat het uurwerk de kenmerken heeft van een oorspronkelijk
waaguurwerk. Waaguurwerken hadden maar één wijzer voor de uren. Oude
torenuurwerken werden vrijwel nooit voorzien van een jaartal en
gegevens over de maker, zo ook niet bij het Hichtumer uurwerk. Het
uurwerk moet vervaardigd zijn voor 1650, dit blijkt uit de volgende
aanwijzingen:
- Het smeedijzeren frame is door middel van spieverbindingen gemonteerd.
- De trommels voor het gaandwerk en het slagwerk zijn nagenoeg achter elkaar geplaatst.
- Het aantal tanden op het grondrad van het gaandwerk is groter dan dat van het grondrad van de as van het slagwerk.
- De wijzerplaat heeft om de as een ster met twaalf punten.
- Tussen de cijfers staan 'halfuur' pijltjes.
Deze kenmerken
passen bij een waaguurwerk van voor 1650. Jongere uurwerken werden
uitgevoerd met een door Christiaan Huygens uitgevonden, slingeruurwerk.
|
|
Een torenuurwerk met slagwerk heeft twee aandrijfsystemen, elk voorzien
van een eigen aandrijfgewicht met kabel of ketting, die de assen met de
trommels doet ronddraaien.
Het ene systeem is voor het uurwerk, het andere voor het slagwerk.
Het deel van een uurwerk waarmee de tijd wordt gemeten die aan de
wijzerplaat wordt doorgegeven heet 'gaandwerk'. Het gaandwerk heeft een
grondrad, in feite een tandwiel waarop een as naar één of meer wijzers
van de klok is aangesloten. Dat rad is verbonden met een houten 'wals',
een korte houten spil waarom een touw wordt gewonden. Aan dat touw
hangt een gewicht waardoor het rad gaat draaien. Via een tussenwiel en
een gangrad wordt het 'gangregelend orgaan' aangedreven. Oorspronkelijk
was dit een waag (foliot), een in een horizontaal vlak heen-en-weer
draaiende balk met aan elk uiteinde een gewicht. De zwaarte en de
afstand van de gewichten tot het draaipunt van de waag zijn bepalend in
welk tempo de tijd in meetbare stukjes wordt verdeeld. Het gaandwerk is
eigenlijk een telwerk voor de stukjes tijd.
Door de toepassing van een slinger, waar Huygens in 1657 octrooi op
kreeg, werden de uurwerken aanzienlijk nauwkeuriger. Ook het
torenuurwerk van Hichtum is later omgebouwd tot een slingeruurwerk en
uitgevoerd met een tweede (minuten) wijzer. De slinger krijgt steeds
aandrijfkracht van de door het gewicht draaiende wals. Uurwerken hebben
een zogenaamde spillengang, waarmee de heen-en-weer gaande verticale
spil met behulp van 'lepels' steeds een tand van het schakelrad laat
passeren. |
De heer Bergsma geeft tekst en uitleg over het herstel van het uurwerk. |
Bij het herstel is, in overleg met Monumentenzorg, gekozen voor een
oorspronkelijk uurwerk met één wijzer, die alleen de uren aangeeft. Ook
de wijzerplaat is gerestaureerd, het schilderwerk en het herstel van
het bladgoud is uitgevoerd door Johan de Bruin uit Sneek.
Woensdag 18 juni 2008 werd de gerestaureerde wijzerplaat door wethouder
Rein Boersma onthuld en is het uurwerk weer in gang gezet. Na deze
ingebruikname gaf Sijmen Duursma, door middel van een Power Point
presentatie, tekst en uitleg over de werking en het herstel van het
uurwerk en de wijzerplaat.
|
|
|
|