26 mei 1888 besloot de gemeenteraad van
Wonseradeel twee brandspuiten aan te schaffen en wel één voor de dorpen
ten noorden van Bolsward en een voor de dorpen ten zuiden van Bolsward.
De spuit voor de noordelijke dorpen Burgwerd, Hartwerd, Hichtum,
Lollum, Olde- en Ugoklooster werd in Burgwerd gestald. De spuit voor de
zuidelijke dorpen werd in Tjerkwerd geplaatst. Tot dan waren er geen
brandblusmiddelen in deze dorpen voorhanden en was men aangewezen op
Bolsward. Voorafgaand aan dit besluit was er nog geprobeerd om
overeenstemming te bereiken met Bolsward over het gebruik van de
Bolswarder spuit. Bolsward wilde echter geen overeenkomst afsluiten met
de gemeente. Daar Bolsward soms grote bedragen vroeg voor het gebruik
van de spuit in de dorpen was het voordeliger om zelf spuiten aan te
schaffen.
Na enige correspondentie tussen de
gemeente en de Fa. A.H. van Bergen en een bezoek van de gemeente
opzichter en de brandmeester van Makkum aan het bedrijf in Heiligerlee
werd besloten om 2 spuiten type 1C aan te schaffen. De kosten voor een
spuit, met als extra daarbij een raam voor het inspannen van een paard,
80 meter persslang, 8 koperen schroefstukken en 2 reserve ventielen,
waren f 644,- per stuk. Er werd een garantieperiode van 5 jaar
afgedongen. Voor de bediening van de spuit waren 6 pompers nodig.
|
Het type brandspuit dat in 1888 werd aangeschaft. De afbeelding van de spuit komt uit het archief van Van Bergen uit Heiligerlee |
De brandspuiten
werden bij A.H. van Bergen in Heiligerlee gekocht. De familie Van
Bergen heeft in Midwolda van 1795 tot 1956 een klokkengieterij gehad en
maakte ook uurwerken. In 1862 kreeg Andries Hero van Bergen toestemming
om in Heiligerlee een klokkengieterij te stichten. Naast het gieten van
klokken maakte het bedrijf ook brandspuiten. Ook daarvoor was veel
geelgieterswerk nodig. De gieterij werd bekend als de klokkengieterij
en brandspuitenfabriek "Sint Paulinus". In 1887 werd geadverteerd met
een "nieuwe" constructie van brandspuiten, die in 1883 was bekroond en
waarvan er al 190 verkocht waren. De klokkengieterij in Heiligerlee
werd in 1980 gesloten In het fabriekspand is nu het
klokkengietersmuseum gevestigd. |
De fabriek van A.H. van Bergen te Heiligerlee. |
Het beheer van de brandspuit en brandblusmiddelen was door de
burgemeester en wethouders opgedragen aan een college van
brandmeesters. Het college van brandmeesters bestond uit een
opperbrandmeester, een eerste en een tweede brandmeester. Het college
brandmeesters werd bijgestaan door drie commandeurs die door gemeld
college werden benoemd of ontslagen. De opperbrandmeester had het bevel
over alle manschappen, bij voorkeur gaf hij orders aan de
brandmeesters. Hij was voorzitter in de vergadering van brandmeesters.
De eerste brandmeester zag toe op de regelmatige werking en het
doelmatig gebruik van de spuit en de goede ligging van de slang. De
tweede brandmeester was belast met het schrijfwerk en het financieel
beheer. De commandeurs hadden elk 6 pompers onder hun bevelen. Zij
volgden de bevelen van de brandmeesters op.
Voor de bediening van de brandspuit werden door het college van brandmeesters van Burgwerd aangesteld:
2 oppassers tevens boden en bijl- en gereedschapdragers,
3 brandhaak- en ladderdragers
4 lantaarndragers,
3 pijpleiders,
8 slangleiders,
3 piekeniers,
18 pompers, zodat er om de 15 minuten een verse ploeg van 6 pompers kon aantreden.
Indien zich voor al deze functies niet genoeg personen zich vrijwillig
aanmelden, werden de ontbrekenden bij loting aangewezen uit de
manlijke inwoners van het dorp in de leeftijd tussen de 19 en 60 jaar.
Tweemaal per jaar, op de laatste zaterdag van april en de laatste
zaterdag van september om één uur `s middags, werd de spuit beproefd en
oefenden de manschappen de bediening.
Als onderscheidingstekens werden gedragen;
Door de opperbrandmeester een bruin geverfde stok van 2 meter met geel
geverfde knop en door de brandmeesters één met een blauw geverfde knop.
Aan het boveneinde was de stok voorzien van de naam van het dorp. Door
de commandeurs werd een driekleurige geverfde stok met een lengte van
1,25 meter met een wit geverfde knop gedragen.
Alle overige manschappen droegen om de linker arm een band als: voor de
boden, oppassers, bijl- ladder- lantaarn en gereedschapdragers,
voorzien van de letters A.D. behorende tot de Algemene Dienst. Voor de
pijpleiders van de letters P.L. Voor de slangleiders van de letter S.
En de pompers van de letter P.
|
Deze spuit, hetzelfde type dat er ook in Burgwerd stond, is te vinden in het klokkengietersmuseum te Heiligerlee. |
De beloning voor de manschappen was 25 cent per oefening. De vergoeding
bij brand werd vastgesteld door de Burgemeester. Wie bij een oefening
of bij brand, meer dan tien minuten nadat de spuit in werking was
gebracht, verscheen werd gestraft met een geldboete. Voor brandmeester
ten hoogste f 2,- , de commandeurs ten hoogste f 1,50 en overige
manschappen ten hoogste f 1,- |
|
Voor de stalling
van deze brandspuit moest een brandspuithuisje gebouwd worden. Het
voorstel was om deze te plaatsen op de opslag naast de grindbak. Bij
nader inzien was deze plek toch minder geschikt. In tweede instantie
werd er gedacht om het brandspuithuisje in de tuin bij de pastorie te
plaatsen. Er werd overeenstemming bereikt met de kerkvoogden. De grond
zou worden gekocht voor f 1,- per centiare mits de gemeente, in overleg
met de dominee, de kosten zou dragen voor de verplaatsing van het
kippenhok. Hier is het hokje in eerste instantie geplaatst. In 1915
werd het brandspuithuisje verplaatst naar het kerkhof op de plek waar
nu de garage van Bauke-Jan Sieperda staat. De aanbesteding voor de bouw
was op zaterdag 28 juli op het gemeentehuis van Wonseradeel.
F. Hamburg uit Bolsward mocht de bewaarplaatsen voor de brandspuiten van Burgwerd en Tjerkwerd bouwen voor f 499,-.
In oktober 1888 was het brandspuithuisje
gereed, was de brandspuit afgeleverd en kon er geoefend worden met het
nieuwe materieel.
15 oktober 1888 stond het volgende bericht in de Leeuwarder Courant.
Wonseradeel, 11
Oct. In eene reeds lang gevoelde behoefte is thans van gemeentewege
voorzien. De dorpen onzer gemeente, die in de nabijheid van Bolsward
liggen, waren geheel van brandbluschmiddelen verstoken. Gevolg daarvan
was, dat bij voorkomenden brand door de belanghebbenden zelven
brandspuiten uit Bolsward moesten worden ontboden, hetgeen in sommige
gevallen met aanzienlijke kosten gepaard ging. De Gemeenteraad heeft
begrepen daaraan een einde te moeten maken en nam het besluit tot het
aanschaffen van twee spuiten, eene voor de dorpen ten noorden, de
andere voor die ten zuiden van Bolsward. De spuiten geleverd door den
heer A. H. van Bergen te Heiligerlee, zijn gisteren op respectieve
standplaatsen, Burgwerd en Tjerkwerd, beproefd. Over het resultaat
daarvan was maar één roep van goedkeuring. De spuiten bleken van
eenvoudige, doch zeer soliede constructie; in weinig meer dan twee
minuten leverden ze op bekwame lengte en hoogte een fermen waterstraal,
en tot bediening van zuig- en persvermogen voorzien werktuig waren zes
pompers ruimschoots in staat.
De brandspuit is
tot circa 1932 gebruikt. Een bewoner uit het dorp vertelde mij dat hij
als klein jongetje nog had gezien dat er met de brandspuit werd
geoefend. In deze tijd kwam er waterleiding in Burgwerd en werd er
gebruik gemaakt van brandkranen. In de raadsverslagen van 1932 staat
vermeld dat er verschillende brandblusmiddelen voor de brandkranen voor
onder andere Burgwerd werden aangeschaft bij Handelsmaatschappij Ad.
Voigt & Co.uit Amsterdam. De slangen, standpijp en straalpijpen
werden daarna bij timmerbaas en brandmeester Willem de Groot bewaard op
Schoolstraat 3. Later kwam er een karretje van de gemeente met
kussiebanden er onder, in de praktijk was de handkar toch handiger. De
banden van het karretje kwamen goed van pas voor de fiets van zijn zoon.
De brandweer is
waarschijnlijk een aantal keren uitgerukt. Ook werd er regelmatig
geoefend. Eind jaren 40 moest de brandweer ook uitrukken. De boerderij
van Teade Aukema op Doniaweg 5 werd getroffen door de bliksem, het dak
van de boerderij stond in brand. Snel werd op het Trekpad het deksel
van de brandput gelicht, de standpijp geplaatst, de slangen uitgerold,
over de vaart gebracht en aangesloten op de standpijp. Door het snelle
ingrijpen van de Groot en consorten werd voorkomen dat de boerderij
afbrandde. Redelijk snel hierna werd de brandweerpost in Burgwerd
opgeheven, de gemeente beschikte nu over groter materieel, de telefoon
had z'n intrede gedaan en de dorpen waren vanuit Witmarsum redelijk
snel te bereiken.
Het
brandspuithuisje werd vanaf de jaren 30 niet meer gebruikt voor die
functie. Het huisje werd vervolgens gebruikt door de bewoners van
Kerkhof 10 en 12. |
Het brandspuithuisje voor 1915.
Het brandspuithuisje in de 30er jaren.
|
|