Politie

De Burgwerder Veldwachters

Volgens het bevolkingsregister van 1818 is Otte Sjoerds Attema veldwachter in Burgwerd. Of hij al eerder veldwachter was is niet bekend. Uit de speciekohieren blijkt dat Otte Sjoerds vanaf 1789 woonachtig is in Burgwerd, helaas staan er geen beroepen in deze informatiebron vermeld. Hij overlijd in 1827 op 68 jarige leeftijd en wordt opgevolgd door Frans Tjallings Sieswerda die tevens Herbergier op Doniaweg 3 is. Sieswerda blijft deze beide functies uitoefenen tot hij in 1842 op 55 jarige leeftijd overlijd. Zijn opvolger is Johannes Leenderts Rosier die op Doniaweg 18 komt te wonen. Naast veldwachter is Johannes Rosier ook wegwerker en ijkmeester voor botervaten. In Nederland was de gemeenteveldwachter nauwelijks een professionele politieman. De gemeente vond de functie van veldwachter ook niet erg belangrijk. Hij werd slecht betaald en boezemde waarschijnlijk weinig ontzag in in zijn doorgaans versleten uniform. Vaak moest een veldwachter vragen of hij op kosten van de gemeente na jaren een nieuwe uniformjas mocht kopen. Ook het salaris van de veldwachter was laag. Gemiddeld verdiende een veldwachter rond 1900 zo'n 250 gulden per jaar. Verschil qua inkomen was afhankelijk van de neventaken.


Het politiekorps van Wonseradeel anno 1919. Geheel links de veldwachter van het resort Burgwerd, Jan de Vries. In het midden Burgemeester Piccard

Dat een veldwachter als gewone arbeider werd gezien blijkt wel uit het raadsverslag van 24 december 1881 wanneer wordt besloten om de hoog bejaarde Rosier te ontslaan:

Voorstel van burgem. en weth. tot het toekennen van eene tegemoetkoming voor levensonderhoud aan J. Rosier te Burgwerd.

Mijne Heeren

Al geruimen tijd is het door ons wenschelijk geacht, dat de hoog­bejaarde gemeente ambtenaar Johannes L. Rosier in zijne functiën van politiebeambte, wegwerker en ijkmeester der botervaten door een jeugdiger en krachtvoller persoon mogt worden vervangen. Wij aar­zelden echter steeds daartoe over te gaan, omdat de man daarmede van zijn eenig middel van bestaan zou zijn beroofd. Nu echter heeren gedep. staten onlangs er bij ons op hebben aangedrongen om een anderen ijkmeester aan te stellen, nu ook hebben wij het in het welbe­grepen belang van de gemeente noodig geoordeeld, gelijktijdig ook de andere functiën aan jeugdiger krachten toe te vertrouwen. Het ligt alzoo in onze bedoeling Rosier met ingang van 1 Januani e k. uit al zijne gemeentelijke bedieningen ontslag te verleenen. Wij vertrou­wen echter, dat wij, wanneer we ten behoeve van dien 84 jarigen grijsaard, die bijna 40 jaren de gemeente naar zijn beste krachten heeft gediend, een beroep doen op de toegeeflijkheid van uwe verga­dering, bij haar een gewillig onthaal zullen vinden. Uwe vergadering kan het naar onze overtuiging niet willen, dat zulk een ouden dienaar in den avond zijns levens hulpeloos uit de dienst der gemeente weg­gezonden en aan de zorg van een of ander armbestuur overgelaten worde. Met vrijmoedigheid doen wij het voorstel om te besluiten:

Aan den met 1 Januari 1882 te ontslanen politiedienaar enz. Johannes L. Rosier uit de gemeentekas eene tegemoetkoming voor levensonderhoud te verleenen tot een bedrag van f 200 per jaar.

De heer Anema kan zich niet met dit voorstel verenigen. Is de man zoo hoog op jaren, dat hij niet meer werkzaam kan zijn , dan moet hij bedankt worden maar om een politieagent en weg­werker eene tegemoetkoming voor levensonderhoud te geven, ligt niet op den weg van den raad. Als de man niet in zijn levenson­derhoud kan voorzien, dan moet hij zich wenden tot armvoogden, anders heeft men legio van dergelijke verzoeken te wachten.

De heer Aukema kan zich zeer goed met het voorstel van bur­gem. en weth vereenigen, want die som zal het anders toch aan de gemeente kosten. De man is oud en, zoover bekend, altoos goed bij zijn pligt geweest.

De heer Anema stemt toe, dat de man als politieagent en wegwerker misschien altoos flink op zijn pligt gepast heeft, maar daarvoor heeft hij altoos belooning gekregen en heeft nu niets te eischen.

De heer Ledeboer heeft vroeger meermalen meegewerkt tot het verleenen van dergelijke pensioenen, maar is daarvan terug gekomen en zal, behoudens bijzondere omstandigheden er altoos tegen stemmen. De pensioentrekkende contribueren er toe en hebben dus aanspraak; maar een politieagent staat gelijk aan iedere ander arbeider en spreker ziet niet in dat deze nuttiger is dan een ander arbeider.

Na enig gesteggel wordt toch besloten om Johannes Rosier een pensioen te geven van f 200,- per jaar. 

In 1881 komt er een nieuw Reglement van Politie voor de gemeente Wonseradeel.

In dit reglement staat beschreven wat er zoal verboden is en waar de veldwachter tegen op moet treden. Hierin komen zaken als openbare orde, verkeersveiligheid, hygiëne, toezicht op woningbouw, brandveiligheid enz aan de orde. Ook moet de veldwachter er op toezien dat paden, wegen, bruggen en vaarten in goede staat blijven en voor het publiek veilig begaanbaar zijn.

De volgende politiedienders hielden het minder lang vol dan Johannes Rosier, ze losten elkaar om de 2 jaar af.

Van 1882 tot 1884 Jacob Heikes, 1884 tot 1886 Jan Hettema, 1886 tot 1888 Willem Boonstra, 1888 tot 1890 Markus Luxwolda de Boer.

In 1890 wordt Jan Mulder veldwachter, hij woont op Sjungadijk 14 dat door meerdere gezinnen wordt bewoond. Jan Mulder is hier tot 1905 diender.

Jan de Vries voor Schoolstraat 14 met vrouw en 2 dochters.

Op 1 januari 1905 treedt Jan de Vries in dienst als dienaar van Politie 1e klasse te Wonseradeel. Jan de Vries wordt op 22 maart 1898 bij het verlaten van de Koninklijke Marechaussee benoemd tot veldwachter in de gemeente Haaften (Gelderland) op 13 mei dat jaar wordt hem commissie verleend door de minister van justitie als onbezoldigd Rijksveldwachter. Nederland kende gemeenteveldwachters en rijksveldwachters. De eersten hadden alleen bevoegdheden binnen de eigen gemeente, en daarom waren gemeenteveldwachters vaak tevens aangesteld als onbezoldigd rijksveldwachter.

15 December 1899 treed Jan de Vries in een zelfde functie in dienst bij de gemeente ’t Zandt (Groningen). Na 5 jaar trouwe dienst aldaar wordt hij hier dus benoemd als dienaar van Politie 1e klasse. Echter is de Vries zijn commissie als onbezoldigd rijksveldwachter enkele maanden eerder ingetrokken.

De Vries was namelijk veroordeeld tot een boete van f 10,- wegens eenvoudige belediging. Hij ervaart dit echter als een belemmering in het uitvoeren van zijn functie en richt na 1 jaar intrekking van zijn commissie als onbezoldigd rijksveldwachter een verzoek aan de burgemeester om hem wederom commissie te verlenen als onbezoldigd rijksveldwachter. Het is mij niet duidelijk of dit verzoek is ingewilligd.

De eerste jaren woont Jan de Vries op Trekpad 14, in 1907 worden er 4 nieuwe huizen aan de Schoolstraat gebouwd waarvan hij Schoolstraat 14 betrekt. Hij blijft hier wonen tot hij op 17 mei 1924 op 53 jarige leeftijd overlijd.

Hielke Wijnands is de volgende veldwachter, hij woont eerst een jaar in Hichtum. Als de dienstwoning op Schoolstraat 24 klaar is verhuist hij hier naar toe, en blijft hier wonen tot hij in 1932 naar Aalten vertrekt.

Hielke Wijnands voor de dienstwoning

Jan en Sijtske Poelstra

De laatste veldwachter die Burgwerd heeft gehad was Jan Poelstra. Deze kwam samen met zijn vrouw Sijtske en de kinderen in 1932 in de dienstwoning te wonen.

De veldwachter deed iedere dag zijn ronde op de fiets door het ressort. Het werk bestond o.a. uit het bijhouden van burgerlijke stand gegevens van de bewoners, zoals knechten, meiden, geboortes, sterfgevallen, ver-huizingen en dergelijke. Hij moest dit in een dik boek noteren. Een andere taak was het handhaven van de orde, controleren van eierzoekers en stropers opsporen. Ook werden fietsplaatjes gecontroleerd in verband met de fietsenbelasting. Met oud en nieuw was het een sport van de jonge mannen om met carbidbussen te schieten. Dit mocht echter niet. Men moest dus uit de handen zien te blijven van de veldwachter.

Poelstra die in zijn diensttijd werd bevordert tot opperwachtmeester is in 1952 met pensioen gegaan. Hiermee kwam er voor Burgwerd het einde van een echte dorps politieagent.