Ik leer je liedjes van verlangen - Bette Westera

Post date: Sep 24, 2011 7:56:25 PM

Het eerste dat opvalt aan Ik leer je liedjes van verlangen en aan je apenstaartje hangen, is niet de lange titel maar het formaat van het boek waar die lange titel makkelijk op past. Het boek is groot, en naar verhouding smal. Bij het openslaan ziet de lezer prachtige kleurige illustraties en in een zacht grijs gekleurd lettertype een, meestal vrij lang, gedicht.

Bette Westera presenteert 47 gedichten over dieren die in alfabetisch volgorde aan de orde komen, van aasgier tot zeester.

Er komen heel wat dieren met hun problemen en eigenaardigheden langs: een kikker met een identiteitsprobleem omdat hij niet kan springen, een teleurgestelde koekoek die zich uiteindelijk terugtrekt in de koekoeksklok, een helderziende meeuw die de kost verdient met zijn toekomstvoorspellingen en een school vissen vermaakt zich met de jaarlijks 1 aprilgrap.

Westera vertelt hun verhalen op rijm en gebruikt daarvoor verschillende rijmschema´s, waarvan het ene wat makkelijker wegleest dan het andere.

De inhoud van de dierengedichten heeft vaak een filosofische ondertoon en de beschreven problemen en oplossingen liggen nogal eens ver buiten de belevingswereld van het jonge kind, zoals een kritisch kijk op de alternatieve geneeskunst en de labiele aard en wisselende stemmingen van de (jawel) lemmingen. Ook de inventieve woordspelingen zullen voor de jonge lezer moeilijk zijn, bijvoorbeeld de woordgrapjes over de pimpelmees: ´als de kater is geweken, dan is het onherroepelijk hetzelfde oude lied. Zijn hele voorgeslacht is aan de alcohol bezweken. Ach ja, je bent een pimpelmees of niet.´

Het boek mag dan door de uitgever geschikt bevonden worden vanaf acht jaar, maar het zal beter tot zijn recht komen bij kinderen vanaf een jaar of elf en (veel) ouder. Het inventieve rijm, de onderliggende kritiek en knipogen en de vaak originele woordgrapjes hebben wat levens- en leeservaring nodig.

Het bijzondere formaat van het boek laat de prachtige illustraties van Sylvia Weve goed tot hun recht komen. Voor het eerst zien we van haar werk in kleur en haar kleurgebruik is prachtig. We zien bijvoorbeeld pastelroze vissen zwemmen, sommige met ´echte ogen´ die zwemmen tussen pieren en vissersloodjes die in een andere techniek getekend zijn, strak omlijnd en met harde kleuren. Geweldig is ook de kwal ´glibberig, glad en doorzichtig´, of de koe die nog net te zien is aan de bovenkant van de bladzijde, starend naar haar spiegelbeeld dat in een fraai palet van kleuren het grootste gedeelte van de pagina vult. Sylvia Weve had, wat mij betreft, voor dit boek minstens een zilveren penseel moeten krijgen.

Tot slot een gedeelte uit het gedicht ooievaar, om even te proeven van die heerlijke woorden van Bette Westera:

´De mensen weten altijd alles beter,

Een baby komt niet uit de boerenkool

en ook niet zomaar ergens uit de ether.

Ze zien mij nog alleen maar als symbool

voor op geboortekaartjes, net als muisjes met beschuit.

De ooievaar bestaat, maar het geloof in hem sterft uit.

Ik overweeg mij om te laten scholen,

tot postbesteller bij de TNT,

ver hier vandaan, op Walcheren of Tholen.

Heel landelijk en lekker dicht bij zee.

Als niemand wil geloven in de zin van je bestaan,

dan heb je toch als ooievaar geen poot om op te staan…´

Ik leer je liedjes van verlangen, en aan je apenstaartje hangen

Bette Westera (tekst) en Sylvia Weve (ill)

Gottmer, 2010 € 19,95

| 11+ | Griffels en Penselen 2011 |