Publicatie: Dit verslag is eerst gepubliceerd op het Forum van Hear.nl op 12 februari 2013.
Inleiding
Op vrijdag 1 februari 2013 werd in Alkmaar bij Spanjaard Muziekhandel een presentatie gegeven door Crispin Murray als onderdeel van de PMC recording sessions. Gesponsord door luidsprekermerk PMC kwam deze mastering engineer van de Londense Metropolis Studio's vertellen over zijn werk. De tour door Nederland bracht hem in drie dagen tijd naar de steden Rotterdam, Zwolle, Alkmaar en Amsterdam. Een snelle ronde door Nederland om zo maar te zeggen. De engineer is bekend met Nederland, want sinds oktober 2012 werkt hij als consultant voor de Wisseloord Studio's in Hilversum.
Bij binnenkomst staan de drumkrukken en pianokrukken al klaar voor het publiek. Als je bekend bent met Spanjaard, dan weet je dat het een grote muziekhandel is met muziekinstrumenten, bladmuziek en een kleine, doch hoog kwalitatieve hifi-afdeling. Deze afdeling heeft sinds 2012 een ruimte uitbreiding meegemaakt. De kleine 'audiogrot' achter in de zaak is verlaten voor een plek voorin de winkel bij de etalage. Opgesteld stonden als bronnen een AVID Diva II draaitafel en laptop gekoppeld aan een Vincent versterker SV-238MK met natuurlijk een PMC luidsprekerset, de PMC 24 uit de Twenty serie, als front end.
De groep werd als eerste toegesproken door Marc Lops van Stage Acoustics, de importeur sinds 2010 van het gerenommeerde Britse merk. Als importeur krijgt hij vaak de vraag: waarom klinkt muziek zoals het klinkt? Met deze sessie hoopt hij daar een antwoord op te kunnen geven natuurlijk met behulp van PMC luidsprekers.
Professional Monitor Company
Het merk is voortgekomen uit de onaflaatbare zoektocht van de BBC naar een speaker met een uniform geluid. De luidspreker dient dus waar het ook staat of gebruikt wordt dezelfde kwaliteiten te tonen. Peter Thomas was engineer bij de BBC en kon onder de gevestigde hifimerken niet vinden wat hij zocht. Dus maakte hij voor de BBC zelf de BB5-A. Door deze voortvarendheid werd hij wel voor de keuze gesteld: werknemer zijn bij de BBC of leverancier worden van de BBC. Dus hij begon met zakenpartner Adrian Loader het bedrijf PMC ofwel de Professional Monitor Company in 1990. Het merk is vandaag de dag dusdanig groot geworden dat de producten bij de Warner Brothers Studio's en Dolby Studio's in gebruik zijn. Hun marktaandeel in de pro-audio wereld is zo groot, dat men claimt dat 70% van alle commerciële albums in contact komt met een PMC monitor.
Consumentenlijn
Verkocht PMC eerst alleen aan de pro-audio markt haar producten, sinds 1999 heeft zij ook een eigen consumentenlijn met het model FB1. De lijn werd opgezet omdat artiesten de speakers ook graag thuis wilden hebben. De consumentenlijn ging eerst niet verder dan een extra fineerlaag over de studiomonitor heen, maar de luidspreker werd later ook getuned voor huiskamerweergave. En daarom beschikt een legio aan artiesten nu zowel thuis als in de studio over een set PMC luidsprekers.
Het Hoofd-verkoop Mike Picanza van PMC introduceert de volgende spreker Crispin Murray. De man waar het allemaal omgaat.
Jong geleerd
Crispin begint eerst te vertellen over zijn achtergrond. Op school maakte hij al platen van zangkoren. Op die jonge leeftijd vroeg hij zich af hoe kan ik de muziek terugluisteren zoals het klonk bij de opname? Die uitdaging gaat hij aan, toen hij als veertienjarige zijn eerste stereoset samenstelde. Maar op zijn achttiende was het geen stereoset meer, maar een monoset... met Tannoy luidsprekers en een grote transcription platenspeler. Mono vond hij beter klinken. In die tijd begon hij ook zijn opnamehobby als carrière te overwegen en daar begon zijn avontuur: Hoe een audiofiel, een engineer zou worden.
Als Crispin Murray als beginnend engineer in de studio wordt gevraagd wat zijn stereo is. Antwoordde hij: Het is een mono!
Live opnames
In de jaren 1970 werkt Crispin Murray voor de BBC. In het begin van zijn carrière maakt hij veel multitrack opnames van live concerten meestal van klassieke muziek, jazz, pop of rock. Maar ook veel drama en theater opnames zijn van zijn hand. Hij werkt namelijk op een speciale afdeling van de BBC, deze maakte opnames voor de radio. De programma's werden wereldwijd gedistribueerd en toentertijd verspreid op vinyl. Hierdoor leerde hij veel van mastering en het snijden van platen. Na de BBC ging hij werken voor platenlabel Virgin en kwam in aanraking met het maken van commerciële producten. Hier kwam hij op de mastering department terecht. Op deze afdeling wordt al het losse opnamemateriaal samengebracht, ge-edit en geluidsmatig bewerkt tot het één perfect klinkend album is. Hij verhaalt verder over één van zijn eerste projecten, de vele opnamestukken van Meatloaf's Bat out of hell (1977) samenvoegen.
Metropolis Studio's
Een nieuw project dient zich aan om samen met een team een onafhankelijke studio op te zetten genaamd Metropolis. De studio is in 1989 een feit! En als onderdeel van de mastering-afdeling betekent het materialen inkopen inclusief de luidsprekers. Een studio dient zowel over grote luidsprekers als over kleine luidsprekers te beschikken. De grote luidsprekers worden bijvoorbeeld gebruikt om een drumstel-track afzonderlijk af te spelen op hard volume, alsof het om het eigenlijk percussie instrument gaat. Dit om duidelijk de kwaliteit van de opname en uitvoering te controleren. Alleen bij een harder en zachter volume kom je vaak tonaal in de problemen bij een luidspreker. Als het volume zachter gaat verandert ook het geluid. Een kleine speaker is dan beter te gebruiken. De mastering engineer is de laatste persoon, die het album hoort voor het album in de verkoop gaat en voor de consument het thuis afspeelt. Het is de laatste "quality control check". Dus je hebt de beste monitor nodig. Alles moet te horen zijn, Meestal klinken studiomonitoren op één volumeniveau goed. Maar je moet een luidspreker hebben, die tonaal goed klinkt op elk volume.
Verschillende speakers
Opnames worden gemaakt over heel de wereld, maar kunnen weer bewerkt worden op een andere plek. Dat kan betekenen dat het resultaat afhankelijk is van de kwaliteit van de luidsprekers en dat verschilt per studio en continent. Studiomonitoren worden vaak "misbruikt" door het gebruik van equalizers en zijn niet meer op hun best. De ene luidspreker kan net meer hoog hebben, dan de andere luidspreker. Opnames worden dan moeilijk te vergelijken. Tonaal kan het goed klinken tot de laatste check op een andere speaker wordt gedaan.
Zoektocht
De zoektocht naar een goede grote luidspreker, die tonaal vast is op zowel laag als hoog volume, bleek ten einde met PMC. Het toen relatief nieuw merk heeft een goede klank, mooie bass en bij een laag volume blijft de klank hetzelfde. En zelfs op een kleine speaker, zoals de PMC DB1 klinkt het karakter van de opname nog hetzelfde. Een veeleisende klant wilde de muziek horen over meerdere speakers, waaronder dezelfde opname op kleine speakers. De klant kon niet anders dan beamen, dat de opname goed was zelfs op een kleine speaker.
Crispin is een beweeglijke presentator met een zachte stem, en vertelt met Britse rust zijn verhaal.
Demo 1: De drie fases
Crispin Murray laat ons een track horen opgenomen in Duitsland in 2012. Het was een bijeenkomst voor dealers en de pers. De opname bestond uit de volgende onderdelen: drumstel (5 microfoons), piano (4 microfoons), bass (2 microfoons) en zangeres (1 microfoon). Zij stond in een andere kamer. De opname heeft Crispin niet zelf geleid, maar hij wil graag de verschillende opnames laten horen in zijn 3 fases:
1. De ruwe opname
2. De gemixte opname
3. De master opname
Tijdens dit proces dien je goed gebruik te maken van compressors en limiters om het geluid te manipuleren om tot een goed resultaat te komen. Eerst horen we de ruwe mix. Het drumstel overstemt het geluid en de balans is zoek. Hoe kan dit, zelfs als je een soundcheck hebt gedaan? Muzikanten zoals de drummer geven net even wat meer, als het voor een echte opname is, daardoor speelt degene net wat harder, dan was geanticipeerd. Het geluid is vol, alsof de loudness knop aan is. De piano en de basgitaar vechten om ruimte in het stereobeeld. En de vocalen kunnen duidelijker volgens Crispin. De remixed versie dan: De piano en basgitaar worden los van elkaar gescheiden in het geluid en de stem is duidelijker te volgen. Ook de drums zijn aangepast. Al met al is er meer ruimte in het geluid voor de bandleden. De gemasterde versie. Er klinkt meer rust in de muziek. Alsof de horizon is vergroot. De stem is meer in de 'lead', maar ze klinkt niet luid. Alles in het stereobeeld is meer gebalanceerd. De basgitaar zoals Crispin uitlegt is nu meer onder controle, zodat je op een kleine speaker of radio nog de bas hoort. Zonder mastering zou je het geluid niet onder controle hebben, om het mooi af te spelen op kleine speakers.
Mastering-balanceer-act
Er zijn een aantal uitdagingen voor de mastering engineer. De persoon dient drie partijen tevreden te stellen:
1. De artiest
2. De platenmaatschappij
3. Het publiek
Daar spelen verschillende spanningsvelden. De artiest kan blij zijn met het resultaat, zoals de dynamiek in de opname. Maar de platenmaatschappij wil bijvoorbeeld dat het album luid klinkt. Deze wil namelijk dat de nummers hard klinken voor op de radio, TV of op de MP3speler. Daar de platenmaatschappij de factuur betaalt wordt er altijd gehoor aan gegeven. Anders gaat de klant naar een andere studio, die het wél wil doen. De muzieklabelmanager, die een "stille" plaat accordeert is ook meestal de eerste die ontslag krijgt bij het label, als het tegen zit.
Werkwijze mastering
De moeilijkheid voor de mastering engineer, legt Crispin uit, is dat hij of zij 9 tot 10 nummers tonaal moet aanpassen opdat het album als één geheel klinkt. Daar zijn verschillende aanpakken voor. De ene mastering engineer luistert naar alle opnames voor hij aan de slag gaat. Sommige luisteren naar de eerste drie nummers en daarna naar delen van de andere nummers. De ander pakt het aan door alleen naar de basgitaar te luisteren en van daaruit de nummers geluidsmatig op te bouwen met een focus op de zangstem. Een andere optie is om te beginnen bij de zangstem als leidend voor de andere muziekdelen. Ofwel iedere engineer heeft zijn eigen manier van werken.
Orgelopname & dynamiek
Een mooi verhaal volgt over een BBC opname tijdens The Promenade in 1985 over de problematiek van opname en dynamiek. Het jaarlijkse Britse klassieke concertfestival staat in Nederland ook wel bekend als The Proms of meer bekend van de laatste avond in de concertreeks ofwel The Last Night of the Proms. De opname was een uitdaging omdat er in het orgelconcert van Olivier Messiaen - La nativité du Seigneur een mooi 'stil' stuk zit, maar je wil niet het hoge gefluit geluid van de orgelpijpen opnemen, the hiss, daarbij kwam er aan het einde van het concert veel pedaalwerk kijken en ook dat wil je niet te hard terughoren in de opname. En het orgel van The Royal Albert Hall gaat tijdens het concert tamelijk laag 28 Hz. Waarbij het verschil in dynamiek een 100-120 dB kan zijn. Omdat het orgel veel energie genereert dient men een hal onder de vloer van het concertgebouw te openen. Klaarblijkelijk gaat de ruimte anders mee resoneren en wordt het gebouw letterlijk geweld aangedaan. In die tijd werkte hij met een signaal van 38kHz/16 bits en kreeg hij de stille stukken 'hard' genoeg op de band. Men had 18 microfoons voor het orgel en men verzwakte de meest harde stukken ietwat.
Er wordt door Crispin vaak gerefereerd aan CD kwaliteit terwijl hij streamt vanaf de laptop. Daar bedoelt hij dus de 16 bits kwaliteit mee van het bestand.
Opname en medium
Bedenk ook dat ieder album moet worden gemasterd voor het medium waar het op uitkomt of het nu CD, vinyl, MP3 of SACD is of een HighRes download. Ieder medium heeft zijn sterke en zwakke punten. Een artiest dient bij het opnameproces ook een keuze te maken of een voorkeur aan te geven. Wat klinkt het beste in zijn of haar oren? Bijvoorbeeld bij de artieste Eleanor McEvoy. Je kunt bij een hybride SACD een SACD mix maken voor de eerste laag en voor de tweede laag, een echte CD mix maken. Maar in de studio kwam men erachter dat het downsamplen van de originele SACD mix naar CD-niveau veel beter klinkt. Daarom dat de artieste kiest om alle opnames op SACD niveau op te nemen en te mixen, om het daarna naar het format niveau te brengen, waar de muziek op uitkomt: een compact disc. Op haar website is het bewijs te vinden, dat er ook SACD's van haar zijn uitgekomen, ook bij het label overigens.
Demo 2: Persoonlijke keuze
In april 2013 komt er een nieuw album uit. Als voorbeeld laat Crispin een nog niet gemasterde opname horen van een nieuw nummer van Eleanor McEvoy. Het klinkt lekker luid met een super focus op de stem. Ze is de juiste artieste voor de zo typische audiofiele muziek, stel ik vast. Een vrouwelijke singer-songwriter met beperkte muzikale begeleiding, de muzikale sirene. Hierna laat hij een gemasterde opname horen, waarin het orgel en de gitaar meer los van elkaar zijn geplaatst en je de twee instrumenten op elkaar kunt horen reageren. De stem staat als een huis en er zit meer rust in de opname, alles is meer gebalanceerd. Dezelfde opname komt nog een keer voorbij nu is het vocale deel aangepast, minder aangezet. Het verbaast me hoe je de klank van een stem kunt aanpassen. Deze opname is nog meer ontspannen om naar te luisteren. Een lichte voorkeur van de artieste is ook te horen, de opname van haar stem is ietwat 'bright' ofwel een nadruk op het hoog, volgens Crispin.
Geluidsapparatuur
Op het gebied van filters, compressors en equalizers gebruikt Crispin Murray zowel analoge hardware als digitale hardware (lees studiosoftware) met een nadruk op analoge hardware om opnames te bewerken. Dat heeft een reden. De producten van analoge apparatuur is niet meet-perfect, waarom niet? Als men bij het ideale meetplaatje kwam gingen de producenten eerst luisteren. En klopte het muzikaal niet dan paste men het aan. Dan waren de meetwaarden minder, maar het geluid beter. Toen de digitale producenten opkwamen wisten ze de analoge droom te verwezenlijken, de meest perfecte meetwaarden, maar dit ging ten koste van de muzikaliteit. Een voorbeeld is een analoge equalizer, die hij graag gebruikt. Het apparaat is vriendelijk voor het geluid. Een voorkeur voor analoog dus, maar muziekfans moeten wel accepteren dat bijna alle opnamemasters digitaal zijn.
De muziek wordt mede mogelijk gemaakt door het merk PMC. Bij Spanjaard stond deze set PMC GB1i casual in de hoek.
Demo 3: Perfectie of muziek?
Bij een mastering engineer of een opnametechnicus gaat het niet altijd om de perfectie van de opname. Soms kan er iets verkeerds zijn in een opname, maar toch klinkt het goed. Om dit te demonstreren laat hij een opname horen van Tom Jones gemaakt bij Peter Gabriel. Er is weinig gedaan aan de opname, de gitaar klinkt eigenlijk te hard. Het is een fout, maar niet verkeerd. Tom Jones komt nogmaals voorbij en nu is de opname enigszins gewijzigd. Het klinkt allemaal wat luid en vlak als een gordijn. Het klinkt als een opname van 'het moment' met het juiste lo-fi gevoel, waar men voor ging tijdens de sessie.
Remastering
Een andere aspect van het werk van Crispin Murray is het bewerken van oude opnames ofwel het remasteren van oude opnames, om ze opnieuw uit te brengen op LP of CD. Als je met mastertapes werkt uit de jaren 1960 en 1970 weet je in ieder geval dat ze vaak afgespeeld zijn. Want bij iedere nieuwe uitgave op LP, muziekcassette of compact disc wordt er gebruik gemaakt van de master. Dit betekent veelal dat de mastertape iedere 3 of 4 weken wordt afgespeeld. Zo'n tape is dus 2000-3000 keer afgespeeld in zijn bestaan. En dat betekent kwaliteitsverlies, de tape raakt uitgerekt en het cassettehoofd van de bandenrecorder zal bij het afspelen de magnetisch laag van de mastertape beetje bij beetje aantasten. Dat betekent verlies aan signaal én meer ruis. Het eerste dat er onder zal lijden zijn de hoogfrequenties. De catalogi, die Crispin onder handen heeft gehad zijn Queen, Elton John en Peter Gabriel.
Mastertapes
Soms is een eerste kopie van de originele master in betere toestand dan de mastertape zelf. Bij het album van The Police - Zenyatta Mondatta (1980) kwam een speciaal probleem kijken. De mastertape was in een obscuur digitaal JVC format vastgelegd, alleen dat liet zich niet meer afspelen. Gelukkig lag er naast de mastertape nog een doos, een half inch tape die volgens het opschrift vooral niet gebruikt mocht worden, omdat de nummers niet in de juiste volgorde staan. Gelukkig bleek niemand dat ook gedaan te hebben en was de tape nog in goede conditie, dus deze kon gebruikt worden.
Genesis
De band Genesis en Nick Davis hebben in de jaren 2000 drie jaar gewerkt om de gehele discografie van de band opnieuw te masteren en uit te brengen als SACD/DVD surround boxsets (2007-2008). Er kwam van de fanbasis veel kritiek, terwijl ze met de juiste analoge tools werkten. Het probleem met de oudste mastertapes was de kwaliteit. Het eerste label Charisma was klein en zij gebruikte vaak de master in plaats van een kopie van de master om platen uit te brengen. En de mastertape zelf kwam niet uit de hoogste prijsklasse. Of te wel het startpunt was niet te best. Als voorbeeld laat hij het nummer "Dance on a Volcano" horen van het album A Trick of the Tail (1976). De 1994 versie is volledig van ruis ontdaan, maar daarmee is ook het hoog afgetopt en heeft het geluid iets onnatuurlijks. De tweede poging is beter, de hardheid is weg en er is meer middengebied. Het lijkt allemaal echter en de stem is ook beter te horen. Nadeel is dat je bandruis kunt horen volgens Crispin, maar het is niet irritant. Het origineel staat overeind en klinkt veel beter dan de schoongemaakte versie.
Analoge experimenten 1
Toen Crispin als "expert" door een vriend werd meegetroond naar een hifizaak om een stereoset mee helpen uit te zoeken, kregen ze twee tracks te horen. Eén van een Mobile Fidelity LP. Het album is op halve snelheid gesneden en dat betekent ruime groeven en dus betere geluidskwaliteit. Motown paste de techniek ook toe. Een voordeel is dat je ruisvloer lager ligt. Daarna wordt een direct to disc LP gedraaid, dat betekent dat het geluidssignaal bij de opname direct naar de snijtafel gaat, van Thelma Houston - I've got the music in me (1975). De duidelijkheid van het geluid en het stereobeeld was lang niet zo goed als de op halve snelheid gesneden plaat. Nadeel is dat je niet veel direct gesneden platen kunt persen. Dus het is geen commerciële optie. Daarom zijn latere edities van "I've got the music in me" van de gewone mastertape. Crispin is gebiologeerd en werkt met de Metropolis studio aan een nieuwe halve snelheid snij-technologie, waarmee het signaal 5 dB luider op een plaat komt, dan de reguliere variant. De technologie heet The Paradigm Process. Om de kwaliteit daarvan te demonstreren heeft hij een proefpersing mee van een opkomende Genesis heruitgave van het album A Trick of the Tail (1976) en laat ons nogmaals "Dance on a Volcano" horen. Het is genieten.
De meest begeerde plaat bij Spanjaard, de proefpersing van een Genesis album A Trick of the Tail (1976).
Slechte kwaliteit
In de jaren 1980 werden vinyl platen vaak geperst op basis van de CD-master, omdat platenmaatschappijen geen master wilde laten maken voor de vinyl uitgave. Dat betekende een verslechterde kwaliteit, waarmee de geluidskwaliteit van de CD nog makkelijker werd aangetoond.
Demo 3: Er is geen één waarheid
Crispin laat een deel van de soundtrack horen van de serie The Killing. Het stuk muziek klinkt als een soundscape met veel drama. Aan de opname, die eerst alleen bedoelt was als televisiemuziek voor onder de serie, voegde de mastering engineer nog wat hoog toe. Het stuk wordt nu weer gedraaid en het enige wat ik hoor is meer midden. En eerlijk gezegd vond ik de eerste versie beter klinken, meer drama, minder ingetogen. Ofwel er is geen één waarheid als het om muziekbeleving gaat!
Analoge experimenten 2
Na de uitdaging van het op halve snelheid snijden van platen wil Crispin graag het analoge experiment aan van Thelma Houston ofwel zet een band in de studio laat ze nummers spelen aan één stuk door en snij direct de plaat. Want wat hem opvalt aan de Thelma Houston persing is de realisme die de kopersectie tentoonspreidt. Dat is met de reguliere opnametechniek niet zo mooi vast te leggen. De artiest Duke Special reageert en wil met zijn band meedoen. Eén nadeel de opname moet in één keer lukken! Daarbij dient Crispin een kabel aan te leggen van 78 meter tussen opnamestudio en de mastering room. De opname wordt gesynchroniseerd via de klok en per telefoon. Na de opname gaat men luisteren, via de digitale master, de tape en de direct gesneden plaat. Bij de plaat blijkt de saxofonist emotioneel te worden, zo goed had hij zichzelf nog nooit terug gehoord. Uiteindelijk kiest de platenmaatschappij niet voor de 12 inch, maar om een 7 inch single uit te brengen, dat gaat ten koste van de kwaliteit. De single wordt opgezet en het klopt alles klinkt heel duidelijk, zonder de extra laag die je gewend bent, net als bij de Thelma Houston LP. Een speciaal signatuur zo'n direct-cut-recording.
De 7-inch single direct-to-disc-recording ter viering van het meer dan 50-jarig bestaan van de 45-toeren single. Het eerste singletje "Texarkana Baby" uitgebracht in maart 1949 opnieuw opgenomen met Duke Special in maart 2009. De les waarbij Crispin Murray leerde ook de productie van het eindproduct het liefst in eigen handen te willen houden. De AVID draaitafel beschikt over een Denon DL-A100 element. Een product uitgebracht ter viering van Denon's 100-jarig bestaan in 2010.
Demo 4: Afblijven van een opname
Crispin laat ons The Staves horen, een vocale damesgroep bestaande uit drie zussen. De opname is zo goed en in balans vindt hij, dat hij er weinig tot niets aan doet. Als iets goed is moet je er vanaf kunnen blijven als mastering engineer! Krijgt de platenmaatschappij dan toch een factuur? Ja.
Demo 5: Smaakverschillen
In 1983 werden de ontwikkelingen in analoog gestaakt ten faveure van de compact disc. Crispin wil ons graag zijn analoge ontwikkeling laten horen. Eleanor McEvoy wordt eerst digitaal gedraaid vanaf de laptop. Daarna wordt de op halve snelheid gesneden vinyl single gedraaid: "Isn't it a little late". De digitale versie klinkt luid en duidelijk. Het vinyl heeft meer definitie in het laag, de definitie van het ritme-instrument is duidelijker te horen. Maar het is een kwestie van smaak. Het geluid is minder upfront. De digitale versie laat meer het drama horen en de vinyl versie is beter in de muziekanalyse.
Limited edition: nr. 7 of 100 (Paradigm001). Ofwel de single Eleanor McEvoy - "Isn't it a little late" en "The rain falls". Een absolute collector's item.
Na de presentatie bleef Crispin Murray nog enkele vragen beantwoorden, terwijl hij toch snel moest dineren om daarna Amsterdam aan te doen voor de volgende presentatie. Excuus voor het paarse licht, dat is de verlichting bij Spanjaard.
Conclusie
Na de presentatie had ik eigenlijk het idee weinig gehoord te hebben aan informatie, maar dat valt na het uitwerken van de aantekeningen best mee. Crispin Murray is politiek correct als het gaat om het werk van andere collega's of wat de beste platenperserijen zijn in Europa. Eerlijk is het wel, want ja hij kan natuurlijk ieder moment met hen samenwerken of opdrachten in ontvangst nemen. En toch door zijn ontspannen voorkomen heb je eigenlijk niet door dat je een presentatie krijgt van een echte studiogoeroe met een voorliefde voor analoog. Een autodidact die zichzelf alles heeft geleerd en graag het experiment aangaat. Een aantal zaken gingen boven mijn pet, daar ik niet thuis ben in de studiowereld, zoals sommige aanwezigen wel zijn. Toch hoop ik dat het artikel duidelijk is. De presentatie was in ieder geval leerzaam. Vooral de kwetsbaarheid van ons muzikaal erfgoed of het nu digitaal of analoog is. De keuzes die door de artiest, de platenmaatschappij of de mastering engineer worden gemaakt. Of de mooie muzikale resultaten die vanuit de PMC luidspreker ten berde werd gebracht. Want uiteindelijk gaat het om de muziek en natuurlijk een mooie set speakers. Met dank aan PMC, Stage Acoustics en natuurlijk Crispin Murray als gastdocent voor deze speciale sessie!
Hij begon in het tijdperk van analoog, een technologie die hij als makkelijk beschouwt. Daarna kwam de digitale wereld die hij zich eigen heeft gemaakt: "Als je nu zou beginnen is er zoveel om te leren." Maar Crispin Murray zou stoppen met zijn beroep als er niets meer te leren valt, om te zoeken naar een nieuwe uitdaging. Laten we hopen dat hij zich blijft ontwikkelen, want we hebben genoten. De volgende keer in de Wisseloord Studio's, meneer Murray?
Bronnen:
Crispin Murray joins Wisseloord team - 31-10-2012
Crispin Murray - Music Producers Guild Awards 2012 - winner of Unsung Hero award
Guilde Productions - Crispin Murray's Technical consultancy bedrijf
LinkedIn profiel Crispin Murray
Metropolis Studio's, zie ook hier