Ik was bij Cock van der Weiden op bezoek in maart 2019, om zijn draaitafel nogmaals te beluisteren. Daar had hij enkele minieme aanpassingen in gedaan, die invloed zouden hebben op het geluid. We verdiepen ons dus nog een keer in zijn platenspeler, die al menig plaat die middag heeft gedraaid.
Als Cock eenmaal over zijn platenspeler ontwerp begint te vertellen, dan komt er een waterval los aan details en overdenkingen. Wat hem betreft staat in zijn draaitafelontwerp de "Eenvoud" centraal. Hij richtte zich daarbij op: weinig tot geen resonantie, de precisie van de techniek, het lager, de basis en de motor.
Zijn aanpak begint bijvoorbeeld al bij de grootte van de diameter van het lager. Hij stelt een wisselwerking vast tussen de diameter van het lager en de diameter van het plateau en dat kan resulteren in lage resonanties. Daar moet je dus ook rekening mee houden volgens Cock van der Weiden. Honderd procent van de resonanties kun je niet verwijderen in het plateau, maar je kunt het wel uitbannen uit het audiogebied.
Een licht plateau heeft zijn voorkeur: "Want een zwaar plateau werkt kwadratisch tegen je en dat komt omdat de ideale motor niet bestaat." Hoe zwaarder je het plateau maakt des te moeilijker de motor het krijgt met het aanhouden van de snelheid. De motor kan dit lichter plateau (5-6 kilogram) makkelijker aandrijven.
Het plateau zelf is trapsgewijs ontworpen. Er zitten ringen onder het plateau. waarmee de resonanties van het plateau worden gesmoord. Deze resonanties mogen bij het afvoeren geen pieken vertonen of abrupt worden weggewerkt. De tonen moeten exponentieel worden uitgedoofd, maar op een constante manier. En met een goede mat er op heb je er verder geen last meer van.
Cock gebruikt een motor zonder encoder of terugkoppeling. De motor zal het plateau dus niet tussentijds in snelheid corrigeren. Daarmee zul je volgens Cock altijd achter de feiten aanlopen. Zijn keuze is een sterke motor met een "snelle run up time". De motor is dan snel op snelheid. Zijn ontwerp zorgt er voor dat er geen 'overshoot' is als de plaat tijdens het afspelen frictie ondergaat door needle drag bijvoorbeeld. Een extreem voorbeeld van needle drag kun je hier zien op Youtube. Het geheel aan maatregelen hoor je terug in het geluid als rust, als drive, en als kracht en precisie.
De aandrijfriem speelt ook een rol. Cock kwam er achter dat de aandrijfriem het motorgeluid of de trillingen van de motor overbrengt naar het plateau en dus de naald. Zelfs met zijn stille motor merkte hij een lichte zoem op met zijn stethoscoop. Hij legt het uit als het touw tussen twee blikjes, zoals kinderen vroeger met elkaar praatte. Het element pikt het geluid op dus je krijgt bijgeluiden die zich mengen met originele geluid van de LP. Zijn eerste experiment was met een tape snaar voor de drive en kracht. Maar deze snaar is stijf en transporteert het motorgeluid naar het plateau. Daarom ging zijn zoektocht naar een nieuw materiaal. Dit materiaal is gemaakt van een rubber met een Q van 1. Deze nieuwe snaar absorbeert de rek, die er op de snaar wordt uitgeoefend. Het heeft het effect van een schokdemper. En het nieuwe rubber is geoptimaliseerd om het geluid van de motor te dempen. Het smoort het geluid voor het de plateau bereikt.
Cock van der Weiden heeft geprobeerd om verder te kijken dan de bestaande dogma's in het platenspeler ontwerp. Hij wilde er zo weinig mogelijk fouten in: Alles moest in balans zijn. Het uitgangspunt is om energie af te voeren van de platenspeler én de motor, dusdanig, dat het buiten het hoorbaar gebied komt te liggen. Hij laat een contrabas instrument horen. Het is geen hifi-achtig geluid dat het basgeluid goed weet te benaderen. We horen de snaren tegen het fretboard slaan en de kast. Er is geen druk te horen in de muziek. Er is balans tussen de noten en de instrumenten. Het is heerlijk ontspannen op de bank. Nu moet ik wel zeggen dat het veelal akoestische muziek is, zoals jazz of orkestrale werken, goed opgenomen. Ik zou het kunnen omschrijven als de perfecte omlijning om iedere noot en om ieder instrument heen. Er zit ook veel luchtigheid in de projectie. Er is diepte en rust tussen de instrumenten. De soundtrack Bladerunner wordt opgezet en het diepe motorgeluid strekt zich als een groot veld voor me uit. Als er ruimte informatie in de opname zit, dan zal deze volledig worden uitgebaat door het systeem. Volgens Cock zou ik nog een diepe toon moeten horen, maar mijn oren laten het afweten. Zelfs jazz opnames, die een slechte naam hebben binnen de audiofiele scene kan Cock van der Weiden rustig afspelen. Hij is zelf ook verbaast over het resultaat.
Het totale effect van de platenspeler is dat luisteraars het geluid ervaren als rust met een zekere vanzelfsprekendheid in de muziek. Als het gejaagd klinkt volgens Cock dan is er sprake van elektronische stress en moeten je hersenen te veel corrigeren. Dan zeggen mensen al snel: "zet het nu maar wat zachter. Hier kun je uren naar luisteren zonder vermoeidheid." Cock kan niet beloven dat hij niets meer aan de platenspeler zal veranderen, maar hij geeft aan dat de hoofdmoot van het ontwerp zoals het nu is overeind blijft staan. Zijn laatste wijzing is het experiment met het lager.
Tjdens een koffiepauze valt mijn oog op vintage hifi apparatuur: een voorversterker en eindversterker van Dynaco. Deze zijn jammer genoeg niet aangesloten. Cock van der Weiden is van mening dat een goede hifi set geen arm en een been hoeft te kosten, zoals de Britten dat zo mooi zeggen. Oude ontwerpen kunnen nog steeds goed klinken.
De middag gaat snel en Cock draait als een volleerde DJ door zijn muziekcollectie heen. Hij heeft alleen een atypische LP in huis. Na een bezoek aan de platenzaken in Dordrecht kwam Cock thuis - niet met een serieus stuk jazz, maar met een heuse discostamper: Een onbeschadigd exemplaar van Santa Esmeralda - Don't let me be misunderstood uit 1977. Dat bracht Cock weer helemaal in de tijd van de discotheken en danszalen.
Die middag draaien we artiesten als Mélanie De Biasio, een interview met Jules Deelder, een Steve McQueen soundtrack en de harpist Andreas Vollenweider.
We luisteren naar zijn set en deze klinkt heerlijk ontspannend. Een audiofiele spa zou je het bijna kunnen benoemen. Hoe komt er toch zoveel rust in zijn geluid? En wordt je niet te moe van zoveel dynamiek? Cock van der Weiden legt het als volgt uit: De muziek klopt in de tijd en de fase en de hersenen zijn daar gevoelig voor. Ze hoeven niets te corrigeren.
Cock van der Weiden zienswijze is dat ruis inherent is aan ambiance: Het hele leven bestaat uit ruis. Hier door kunnen we als we geblinddoekt in een grote ruimte staan de ambiance voelen. Volgens Cock kijkt iedereen naar het verloop van de harmonische pieken in het geluidssignaal, dat is belangrijk. Maar wat ook heel belangrijk is wat er plaatsvindt tussen de 2e en 3e en 4e harmonische et cetera in de ruisvloer, die paaltjes zijn juist mede bepalend voor het geluid.
Fabrikanten gebruiken vaak computers om een filter te ontwerpen voor een luidspreker. Dat is een mooi begin. Maar Cock van der Weiden verandert de waardes in een filter liever op gehoor met roze ruis. Software is bij hem niet leidend. Het meten via software is voor hem, iets vaststellen op 1 plek, terwijl het oor het volledige complex meeneemt. Met roze ruis stelt hij ook luidsprekers op. Als hij begint hoort hij verschillende ruislagen en als hij klaar is met afstellen dan wordt het geluid een homogene 'ruisbal'. Dezelfde methode hanteert hij ook bij mensen thuis.
Over phonovoorversterkers heeft hij ook een zienswijze: Zoals de plaat gesneden is, zo moet je hem ook afspelen. En daarom moet volgens Cock gewerkt worden met een LCR netwerk, dat is mede belangrijk vanwege een vlak faseverloop en een contante impedantie. Hij wikkelt zijn trafo's zelf. Het bekende merk Lundahl voor trafo's gebruikt hij dus niet.
Verder ontwikkelt hij een nieuwe eindversterker zonder condensatoren. Daar gebruikt hij trafo's voor, die hij neerzet in een cirkelachtige volgorde, waardoor het veld van de trafo's voor energie zorgen. Een fabrikant die het een beetje op zijn manier doet is de Japanse fabrikant Robert Koda met de Takumi K-70. Alleen de Sonore versie heeft een lager energieverbruik. En dan komen we op een teer punt bij Cock van der Weiden, want condensatoren wilt hij het liefst volledig schrappen uit alle audio apparatuur: "Zet je gedachten er op en haal de condensatoren uit het signaalpad mét de uitdaging om de apparatuur toch stabiel te krijgen."
De middag is snel om en zo ook de avond. Het is tijd om in te pakken en om naar huis te gaan. Bedankt Cock van der Weiden voor je tijd en tot een volgende keer. Dan zal het hopelijk gaan over de nanofolie kabel.
Het addendum is een aanvulling op onderstaande verslagen: