Hechtel
De oudste vermelding van de gemeente vinden we terug in 1160 onder de benaming "Hectala". De betekenis van deze naam is niet erg duidelijk. Aanvankelijk was de heerlijkheid Hechtel eigendom van de graven van Loon, maar later, in 1366 kwam ze in het bezit van de prins-bisschoppen van Luik. Samen met Eksel vormde Hechtel een schepenbank, die afhing van het hof van Vliermaal.
Een gedeelte van de heide van Hechtel en Eksel was vroeger gemeenschappelijk bezit van de twee dorpen. Hechtel moest menig proces voeren met naburige dorpen betreffende grenskwesties. De gemeente Hechtel werd bestuurd door twee burgemeesters, met wie twee gezworenen samenwerkten vanaf de 18de eeuw. De gemeentelijke organisatie werd gereglementeerd door een verordening van de Prinsbisschop van 8 maart 1745.
De kerk van Hechtel heeft als patroon de Heilige Lambertus. Zij was een "quarta capella" die afhing van het aartsdiakonaat der Kempen en van het dekanaat Beringen. Van 1337 tot 1381 verkregen de Premonstratenzers van Averbode van verscheidene edelen het patronaat over de kerk van Hechtel, die ingelijfd werd bij de abdij. De parochie werd tot aan de Franse Revolutie bediend door de Norbertijnen. Vermelden wij als eigen aan deze parochie de devotie tot de H. Marcoen, eertijds aanleiding tot talrijke bedevaarten. Er waren te Hechtel verscheidene broederschappen, waaronder de schutterijen van de H. Lambertus en van de H. Sebastiaan.
De bevolking van Hechtel leefde over het algemeen van de opbrengst van de landbouw, inzonderheid van de schapenteelt. Nochtans vindt men er in de 16de eeuw hennepnijverheid (vervaardiging van visnetten voor Nederland) en in de 17de en 18de eeuw de bedrijvigheid van Teuten (reizende handelaars die Nederland en Duitsland doorkruisten).
Van bij het begin van de 18de eeuw was Hechtel een pleisterplaats voor postkoetspaarden op de weg van Brussel naar Roermond en daarna ook op de weg van 's Hertogenbosch naar Maastricht. Deze pleisterplaats verdween in 1861. Een douanekantoor werd te Hechtel opgericht op het einde van de 17de eeuw en bleef er behouden tot aan de Franse tijd. Heropgericht in november 1830, verdween het voorgoed in 1832.
Hechtel had te lijden onder de twist tussen de families de Horne en de La Marck (einde 15de eeuw), evenals onder de onlusten in de 16de eeuw en de uitspattingen van de Lorreinse troepen in de 17de eeuw. Hierbij dient nog vermeld dat de pest er huishield in 1635.
In Hechtel was er één dorps-schans die aanleunde bij de pastoriesite.