In 1114 wordt in een handschrift voor het eerst melding gemaakt van “Salechem”. Dit “salech & heim”, “zalig en plaats waar men woont” bestaat nu als Zelem. Met grote zekerheid was het eigendom van de heren van Diest sinds de 12e eeuw tot 1472. Daarna was het bezit van de grafelijke familie van Nassau. Het was de prins van Oranje-Nassau die Zelem in 1649 schonk aan de Nederlandse dichter Constantijn Huygens, toen zijn secretaris. Het bleef in de familie tot aan de Franse revolutie.
Op 10.04.1628 werd een notariële acte opgesteld voor de oprichting van een schans te Zelem in het "Marcellis bosch". Voorlopig is het mij nog niet duidelijk om welke schans het hier ging.
In de gemeenterekening van Zelem van 1650 werden drie schansen vermeld: de Nieu Schans, d'oude Schans en de Schans tot Hees.
De Oude Schans De Nieuwe Schans De Hezerschans
In 1650 dienden de schansen vrijgekocht te worden. Voor de Nieuwe Schans werd de som van 383 gulden betaald, voor de Oude Schans: 118 gulden 16 stuivers en voor de Schans te Hees 343 gulden en 4 stuivers. Tesamen 845 gulden die overhandigd werden aan de "Laureynsche" soldaten. Op 30.01.1654 moest de pastoor naar Diest gaan om 14 souvereynen te halen voor de Nieuwe Schans. 's Anderendaags is Joannes Philips met de kapitein van de soldaten bij dezelfde Duynen het geld gaan halen. In 1651 worden gronden verkocht om het nodige geld bijeen te krijgen: 100 pond voor de schans op de Vroente. De Boterbeempt en 2 beemdekens te Bakel werden verkocht.
Navolgend is het schansreglement van de Zelemse schansen weergegeven.
(Met dank aan Karel Rymen voor opzoekwerk en overmaken van tekstfragmenten uit: 'Het Oude Zelem', J.Vranken, Pittem 1960.)
In 1676 wordt een schans vernoemd (allicht de nieuwe) in een betwisting tussen het dorp Zelem en het aldaar gelegen Karthuizerklooster
Simon Beckers, notarius pub(licu)s.
9 mei 1676 (folio 436v.). Selhem.
Den gen. mey 1676 ben ick Simon Beckers, openbaer notaris ende mette getuyghen ondergenoemt ten v(er)suecke vanden seer eerw(eerdighen) heere pater Gathovius, prior van het clooster van Selhem, selver present, gegaen aen een wouwer, geleghen ontrent de schanse van Selhem om aldaer te vinden den eersaemen Jan Duys, dorpmeester tot Selhem, ende den selven aldaer gevonden, hebbende den selven aldaer in naeme vanden seer eerw(eerdighen) heere prior.....
SCHANSREGLEMENT
Vooreerst zal ieder schansgezel gehoorzaamheid en onderdanigheid verschuldigd zijn aan de Gouverneurs en de bouwmeesters «int allent ghene sy met verdragh sullen gouverneren statueren ende goet vinden tot gemeyn welvaert ende profyt welke Gouverneur ende Bouwmeesters sullen doen collecteren ende inmaenen ... ».
Over alle inkomsten en uitgaven zal jaarlijks een rekening opgemaakt en voorgelegd worden aan de andere schansgezellen, die de gouverneur en de bouwmeesters gekozen hebben. «Ende tot dien eynde geven die naerbeschreven schansgesellen midts desen onwederroepelyck consent ende volmacht aen den Gouverneur ende Bouwmeesters om hun lieden sonder contradictie te panden voor... ende penen als sy sullen hebben tegent naerheschreven misbruyck ende reserveert de officiers penen van vechten, diveryen en andersins».
Dit reglement werd door notaris Janssen opgetekend met de melding: Copia concordat cum sua originali copia, quod attestor.
Het werd ondertekend door: Nandus Dullaerts, schansmeester, Loots ]., bouwmeester, Joannes Loots, Franciscus Loots, Joris Lenaerts, Dionisius Luyten, Goossens Joannes, Gerardus Huybrechts, schansgezellen.