Genebos

De schansreglementen van Tessenderlo, Zelem, Meldert (Geenmeer-Oude Schans), Houthalen (Brelaarschans), Genebos + Mellaar + Geneiken (Lummen), Houterschans (Wijchmaal), Genebroek (Meerhout), Bocholt (Lechtenschans), Obglabbeek, Eksel (Hoxenterschans), Overlaar (Mol)

en in Nederland: Moeselschans + Swartbroek (Weert), Elsenschans + Keyserbosch (Neer) + Swalmen (Roermond)

Reglement van de schans te Genebos, 1599

  • Er zullen twee gouverneurs (schansmeesters) worden aangesteld en twee rotmeesters die een jaar in functie blijven, tenzij ze zich misdragen.
  • De gouverneurs zullen de schans in goede staat houden.
  • De gouverneurs en de rotmeesters zullen de deelnemers in twee rotten verdelen.
  • De rotmeesters zullen het bevel voeren over hun rot, dat de wacht zal houden. Zij zullen de discipline handhaven in hun rot.
  • De vluchtenden op de schans zullen de gouverneurs en rotmeesters gehoorzamen en mogen zonder hun toestemming geen schoten lossen op straffe van een boete van 13 guldens.
  • Als er krijgsvolk voor de schans verschijnt, zullen de gouverneurs het woord voeren en de vijand als eerste geweld laten gebruiken. En als de nood aan de man komt zal iedereen zijn best doen zich te verweren, maar altijd op bevel van de gouverneurs en de rotmeesters.
  • Iedereen die naar de schans vlucht, moet zijn voorzien van een goed geweer en altijd zijn voorzien van twintig schoten kruit en twintig kogels op straffe van vier guldens.
  • Bij alarm zal iedere rotgezel zich onmiddellijk op zijn plaats in de schans stellen onder bevel van de rotmeester. Hij mag niet van zijn plaats gaan zonder toestemming van de rotmeester op straffe van tien guldens.
  • Degene die niet gehoorzaam is aan de gouverneurs zal worden bestraft met zes gulden.
  • Wie zijn wapen trekt tegen de gouverneurs of woedend uitvalt binnen de schans zal worden bestraft met twaalf gulden.
  • Wie ongehoorzaam is aan de rotmeesters of woedend uitvalt zal worden beboet met drie gulden.
  • Wie tegen de rotmeesters zijn wapen trekt, wordt beboet met negen gulden.
  • Schansbewoners zullen geen ruzie maken binnen de schans op straffe van verbeurdverklaring van hun geweer en een boete van een dubbele ducaat.
  • Mocht er ruzie ontstaan tussen de schansbewoners, dan dient dit onmiddellijk te worden opgenomen met de gouverneurs en de rotmeesters en te worden opgelost. Mocht dit niet gebeuren, dan worden betrokkenen verjaagd uit de schans en moeten ze tevens een boete betalen van twaalf guldens.
  • Wie niet verschijnt voor de wacht of slapende wordt aangetroffen zal zijn geweer kwijtraken en drie gulden boete krijgen.
  • Als door het slapen van een wachthebbende krijgsvolk de schans binnendringt, zal deze gestraft worden door de hertog van Brabant en de prinsbisschop van Luik. Daarnaast zal alle ontstane schade worden verhaald op diens goederen, dit ter uitvoering van de schepenen.
  • Wanneer iemand schade oploopt door onvoldoende toezicht van een wachthebbende zal deze laatste worden beboet met vijftig gulden om die schade te verhalen.
  • Wanneer iemand uit angst zijn collega wachthebbende in de steek laat, zal deze zijn huis en goed verbeuren en daarbij een boete krijgen van vijfentwintig gulden.
  • Wanneer iemand binnen de schans steelt, zal hij van de schans worden verwijderd en zullen zijn plaats en huis worden verbeurd verklaard.
  • Het reglement zal ook gelden voor de schans van Coersselle, die gelegen is in de buurt van de kerk.

Later bijgeschreven in een ander handschrift:

  • Iedereen zal bij zijn huis een ladder met minstens 20 sporten hebben. Op straffe van dertig stuivers.
  • Als iemand in gebreke blijft de boete te betalen zal deze boete worden verdubbeld en geïnd worden door de officieren.

Document betreffende de constructie van de schans te Genebos, 1598

  • 1 Er zullen twee bouwmeesters worden aangesteld die elke veertien dagen zullen worden gewisseld. De eerste veertien dagen zullen Jan Elen en Peters Moens de bouwmeesters zijn, daarna Jan Geerts en Jan Henrick. Vervolgens zullen er steeds om de veertien dagen, twee bouwmeesters worden gekozen tot het werk klaar is. Deze bouwmeesters zullen de werkers aansporen en een goede discipline handhaven. De werkers moeten de aanwijzingen van de bouwmeesters zonder tegenspraak uitvoeren, op straffe van een boete van 12 stuivers.
  • 2 Men zal drie dagen per week graven en wel 4 uren 's morgens en 4 uren 's middags.
  • 3 Iedereen moet op afgesproken dag komen graven of een bekwame vervanger sturen. Boete op het niet nakomen: 12 stuivers.
  • 4 Niemand zal zich van het werk verwijderen zonder toestemming van de bouwmeesters.
  • 5 Degene die niet mee graaft zal voor altijd geen vluchtplaats hebben op de schans.
  • 6 Alle onkosten die gemaakt moeten worden voor de bouw van bruggen, poorten en andere reparaties zullen hoofdelijk worden omgeslagen.

Er wordt tevens afgesproken, dat:

  • niemand zijn plaats mag verkopen aan iemand die al een plaats heeft of aan iemand die niet welgevallig is in de gemeente.
  • als de gevaarlijke tijd voorbij is en de bewoners de huizen of hutten niet meer nodig hebben, mogen zij deze afbreken en vervalt de plaats aan de gemeente.

Op 3juni 1598 hebben de gemeente Genebosch en een aantal bewoners akkoord bevonden, dat er een schans wordt gebouwd of gegraven in de 'ghemeynen aerde' van Genebosch.

Namens de inwoners tekenen: Jan Celen, Henrick van Heerle, Wilmvan Obbel, Steven Hemeleers, Wilm van Born, Lemmen Gueris, Lenaert Knapen, Gheert van Revieren, Peter Moens, Jaspar Gueris, Jan Gheerts, Jan Bosmans.

Er wordt vastgelegd, dat iedereen zal helpen graven tot de schans klaar is en dat de kosten gelijkelijk zullen worden verdeeld. Ook de kosten voor het bouwen van huizen of hutten zullen gelijkelijk worden gedeeld.

Tevens waren aanwezig en hebben meegeholpen met graven:

Jan Henrickx, Jan van Ham, Art Leysen, Paul Fransen, Michiel Cruesen, Lemmen Hesseleers, Quinten Jacobs, Michiel Snoers, Peter Cleykens, Peter Laermans, Claes Kenens, Heyl Mekynen.