Borgloon (Jesseren)

Borgloon, Jesseren, Motte

Op een tiental meter, aan de noordwestkant van de parochiekerk, verrees eenmaal een typische motte waarvan, bij gelegenheid van de nivellering in 1890, een keurige beschrijving door H. Van Neuss gegeven werd. Hij had een hoogte van meer dan 10 m, de diameter aan de voet bedroeg 40 m en aan de top 18 m.

Aan de voet van de noordelijke flank vond men een muur van een tiental meter lang. In het hart van de heuvel zat een vierhoekige toren van 15 m op 11 m, waarvan de funderingen 50 cm in het oud oppervlak waren ingegraven.

Dit oud oppervlak bevond zich op ongeveer 2 m boven het omliggende terrein. De oude burchtbouwers hadden dus een bestaande hoogte uitgekozen en deze aangehoogd. De resterende muren waren nog ruim 4 m hoog en hadden een dikte van ongeveer 1 m Ze waren opgetrokken met een soort beton uit silexbrokken, keien en kalk, bekleed met bekapte zandsteen. Talrijke fragmenten van Romeinse pannen en brikken waaraan nog Romeinse mortel vastzat werden hiertussen opgemerkt.

Gezien de geringe muurdikte besluiten we tot een houten toren met stenen fundaties zoals te Genk-Stalen. Deze burcht moet vroeg verwoest geweest zijn. In verheffingsakten van 1361 en 1365 wordt ze niet meer vernoemd.

  • Middeleeuwse Burchten, Colloquium te Tongeren, 12.09.1970, Tongeren, Provinciaal Gallo-Romeins Museum, 1972, pag. 36-37 (de hogere tekst is hieruit over genomen).