3. Gevoel

Met het woord gevoel kan zowel het vermogen tot voelen, de activiteit van het voelen als het resultaat ervan in de vorm van emoties worden bedoeld. In de eerste betekenis denken we in eerste instantie aan de tastzin, die ons in staat stelt via de huid sensaties te beleven als hard of zacht, glad of ruw, warm of koud. Deze sensaties zijn verwant aan die welke de andere zintuigen ons verschaffen en in principe van cognitieve aard, dus neutraal kennis verschaffend. In werkelijkheid roepen ze echter wel emoties op, al zou het alleen maar een vaag gevoel van lust of onlust zijn. Waarnemen, denken en voelen zijn in deze ervaringen zo verstrengeld, dat een aanhef als: "Ik denk, dat ..." meestal zonder betekenisverandering vervangen kan worden door: "Ik voel, veronderstel, neem aan, heb de indruk, dat …." Dat betekent dan meestal niet, dat we denken en voelen met elkaar gelijk stellen, maar wel dat we in het onzekere zijn over de afkomst van onze meningen. De gevoelstoon van een sensatie is niet altijd zo sterk, dat ze van de loutere waarneming te onderscheiden is of dat ze niet verborgen of ontkend kan worden. De grens tussen objectiviteit en subjectiviteit is dan heel vaag. Zijn de gevoelens sterker, dan dringen zich nadere onderscheidingen op dan alleen maar die tussen prettig en onprettig.

Gevoelens kunnen zwak of sterk zijn, kort- of lang-durend, egocentrisch of sociaal. Ook de aanspreekbaarheid voor gevoelens kan verschillen. De namen die wij aan gevoelens en gevoeligheden geven, getuigen hiervan.

Emotie, effect en extase geven de hevigheid van een gevoel aan, stemming en humeur zeggen iets over de duur. Kwetsbaarheid, prikkelbaarheid, sensibiliteit, sensitiviteit, suggestibiliteit, invoelingsvermogen, empathie geven een aanwijzing over de manier waarop en de mate waarin iemand toegankelijk is voor gevoelens.

Gevoelens kunnen ook onderscheiden worden in positieve en negatieve gevoelens. Positief noemen we ze in het algemeen als ze een toenaderende tendens hebben.

Vreugde, liefde, vertrouwen, respect en vele andere gevoelens van sociale, esthetische of religieuze aard hebben deze tendens.

Negatieve gevoelens hebben op twee manieren met verwijdering te maken. De afstand tot, of het gemis aan contact met de medemens roept niet alleen gevoelens van verdriet, wantrouwen, eenzaamheid, depressie, woede, wanhoop of haat op, maar deze gevoelens accentueren en vergroten op hun beurt weer de afstand en de eenzaamheid.

4. Wat was er eerst?