2. Verstand

De veelduidigheid van de term verstand wordt geïllustreerd door de woorden die vaak op vage wijze als synoniemen worden gebruikt, maar die ook wel worden gekozen om bepaalde aspecten te beklemtonen.

• Intelligentie doet door het gebruik van de termen intelligentiequotiënt en intelligentieonderzoek denken aan een aangeboren, constant en meetbaar vermogen.

• Intellect vooronderstelt wel een basis van intelligentie, maar wijst meer naar verzamelde kennis en naar denktraining.

• Verstand wordt niet alleen opgevat als het vermogen tot begrijpend analyseren, maar duidt ook wel op kennis. Ergens verstand van hebben is meer dan ergens van afweten.

• Slimheid en - wat ongunstiger in zijn toepassing sluwheid duiden op het vermogen zich ad rem en op de korte baan uit moeilijke situaties te redden.

• Esprit duidt op een fijnzinnige, verrassende, geestige vorm van slimheid, die zich uit in creatief taalgebruik.

• Rede (ratio) is het woord met de ruimste inhoud. Het omvat het gehele denkvermogen, zowel het analytische als het synthetische. Waar de rede verheven wordt tot enige bron van kennis, waardoor waarnemen en voelen als het ware overbodig of ondergeschikt gemaakt worden, rijst daartegen verzet. Het rationele denken dat zuiverend werkt op de benadering van de realiteit kan geschaad worden door een te pretentieus rationalisme.

Een term waarmee deze exclusiviteit van het denken kan worden vermeden is het woord 'sense', zoals het in 'common sense' en 'private sense' gebruikt wordt. Het omvat als 'besef' zowel het begrijpen als het invoelen. Bovendien geeft de onderscheiding tussen 'common' sense' en 'private sense' , zoals in hoofdstuk I. al is aangeduid, nog de mogelijkheid te zien in welke context dit denken zich afspeelt, hoe ruim of bekrompen de denkwereld is, welke doelen worden nagestreefd. Beide vormen van besef duiden wel op een met gevoelens geladen mening over en relatie met zichzelf, de wereld en het leven, maar de verschillen kunnen groot zijn.

'Private sense' doet zich voor als egocentrisme, egoïsme of egotisme.

• Egocentrisme is een onvolwassen beleving van de wereld als een milieu dat op het ik betrokken is en behoort te zijn en waarop het ik, al of niet op magische wijze, invloed kan uitoefenen. "Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten."

• Egoïsme komt voort uit teleurgesteld egocentrisme. Als de greep en het overwicht op de situatie minder vanzelfsprekend blijkt en bedreigd wordt door de aanspraken van anderen en als de weg naar de coöperatie niet gevonden wordt, zijn andere dan magische maatregelen nodig. In plaats van een gezond streven naar zelfontplooiing ontstaat via toenemend wantrouwen en angst voor onttroning een zelfzuchtige behartiging van wat als eigen belang wordt gezien.

• Egotisme is een andere poging om de egocentriciteit te redden. Het is de neiging voortdurend.over zichzelf te spreken, over zijn kwaliteiten, heldendaden, kwalen of tegenslagen. Het is een verbaal exhibitionisme, waarvan de betrokkene zich meestal nauwelijks bewust is. Als twee mensen met deze neiging elkaar ontmoeten, kan dit aanleiding geven tot een "gezellig" gesprek, waarbij men half naar elkaar luistert, de ander gelijk geeft om hem daarna te overtroeven. Dit langs elkaar heen praten kan als prettig ervaren worden, al vindt men achteraf wel dat de ander overdreven heeft.

De 'common sense' is op p.58 al aangeduid als een combinatie van intelligentie en gemeenschapsgevoel. Het redelijke gedeelte ervan is het vermogen, de bereidheid en de moed om de aanwezigheid van de medemensen in hun anderszijn en gelijkwaardigheid te erkennen en als uitgangssituatie te aanvaarden. De gevoelskant is het gemeenschapsgevoel, gebaseerd op de behoefte aan kameraadschap, erotiek en liefde.

3. Gevoel.