3. Superioriteit

Superioriteit (Zijde 1.)

Ieder streven is een pogen van een toestand van onvoldaanheid naar een toestand van voldaanheid tekomen. Van de mogelijkheden om uit zo’n min-situatie in een plus-situatie te komen is het streven naar superioriteit wel de meest directe, actieve en agressieve.

A. Al belooft superioriteit ook wel een gordel van bescherming en veiligheid, er worden toch risico's genomen, er wordt een zekere dapperheid ingezet om het gevoel van eigenwaarde te vergroten. Het steeds dreigende gevoel van onbeduidendheid maakt het blijkbaar nodig niet alleen de bereikte superioriteit te handhaven en bewijzen, maar ook in stijgende lijn te blijven. De harde meedogenloze strijd van één tegen allen die hieruit kan ontstaan, wordt echter in de praktijk meestal gematigd door de andere prioriteiten.

B. Wie acceptatie als tweede prioriteit heeft, zal zijn jacht wat minder fel bedrijven om de sympathie, instemming of bewondering van zijn omgeving niet te verliezen. Wie controle als tweede prioriteit heeft, zal minder gewaagd, beter georganiseerd en dus zorgvuldiger te werk gaan. Voor wie tenslotte het gemak de tweede prioriteit is, zal de strijd om de superioriteit wat minder krampachtig verlopen door de ondertoon van optimisme en flexibiliteit.

C. Zoals reeds is gezegd, kan het gevoel van superioriteit op verschillende manieren, langs verschillende wegen worden nagestreefd. Wie daarbij voor de waardeschaal van bezit, rijkdom kiest, gaat van de illusie uit dat toenemend bezit waarborgt dat ook vrijheid, eigenwaarde, overwicht en veiligheid zullen toenemen. Een tweede waardeschaal kunnen we samenvatten onder de term status. Hier kunnen accenten liggen op verschillen in afkomst, beroep, rang, zeggenschap. Een derde waardeschaal kunnen we met reputatie aanduiden, met accenten op beroemdheid, populariteit, prestatie of perfectie. Een vierde waardeschaal is die van het niveau. Deze is minder dan de vorige afhankelijk van de mening van de buitenwereld. Het is meer een eigen beoordeling van eigen lichamelijke en geestelijke kwaliteiten als schoonheid, kracht, gezondheid, intelligentie, kennis, creativiteit, moed, wijsheid, heiligheid.

D. Bij het streven naar superioriteit kunnen we verschillende methoden waarnemen. Het meest voor de hand liggend is het pure streven om door hard werken, studie, presteren "vooruit te komen in de wereld" langs de lijn van de gekozen waardeschaal. Waar deze methode niet naar wens slaagt, kan de weg van de zelfverheffing worden gekozen, het doen alsof, de arrogantie, de inbeelding. Een methode die in zo'n geval ook wel werkt, is die van de vernedering, het afkeuren, kleineren, beschuldigen, roddelen. Wie anderen kleiner maakt, lijkt zelf groter. Ook het zelfbeklag wil wel wat opleveren. Men kan met hulpbehoevendheid zijn omgeving tiranniseren, de grote dulder of het miskend genie spelen en zo zijn gevoel van eigenwaarde redden.

E. Is het streven naar superioriteit als prioriteit één van de gezonde verschijningsvormen van de mens of is het een neurotisch gedragspatroon? Als we de termen nagaan waaronder het wordt gepresenteerd, blijkt daarin een oordeel hierover te zijn vervat. Streven naar een ideaal, kundigheid, competentie, prestatie, succes, gelding, eer, beroemdheid, macht zijn aanduidingen die suggereren of een streven zich binnen of buiten de gezondheidsbreedte afspeelt. De ene vage grens van deze gezondheidsbreedte zou dan daar liggen waar iedere ambitie schijnt te ontbreken, de andere grens waar de overdrijving, de wildgroei van de ambitie begint. Deze neurotische onverzadigbaarheid kan te maken hebben met te weinig corrigerende invloed van de andere drie prioriteiten of met een onvoldoend ontwikkeld gemeenschapsgevoel. Door dit laatste ontbreekt de coöperatie, waardoor het leven een eenzame klauterpartij wordt met een toenemende kans op duizeligheid, overbelasting, overspannenheid of depressiviteit.

4. Acceptatie