9. Bottelen en hergisten

Na de lagering moeten we het bier bottelen in goed gereinigde flessen. Het jonge bier bevat nu bijna geen koolzuur. Tijdens het gisten kon namelijk het koolzuur dat gevormd werd, ontsnappen via het waterslot.Om in het gebottelde bier koolzuur te krijgen, voegen we vlak voor het bottelen wat suiker toe. 

Deze suiker zal dan in het flesje opnieuw vergisten. In het afgesloten flesje kan het koolzuur niet meer weg en wordt het koolzuur opgenomen in het bier. Het bier wordt nu sprankelend.

Door de hergisting wordt extra koolzuur gevormd. Dit zorgt voor de druk in het flesje en voor een mooie volle schuimkraag. Een bier met nagisting in de fles heeft meestal een mooiere schuimkraag dan een flesje dat met gefilterd bier en toegevoegd koolzuurgas is afgevuld. Het bier is ook langer houdbaar.

De smaak van het bier ontwikkelt zich gedurende de tijd. Zo smaakt een bier na een maand soms totaal anders dan na een jaar.