Houthalen-Helchteren

In Houthalen-Helchteren waren er de volgende schansen:

Houthalen (4): Lilloschans - Brelaarschans - Lakerschans - Hoevereindeschans

Helchteren (1): Helchteren schans

Houthalen

In de omgeving werden enkele archeologische vondsten gedaan. Zo werd op de Tenhaagdoornheide een Merovingische fibula gevonden.

In de Middeleeuwen, en zeker sinds de 13e eeuw, behoorde het dorp tot het domein van de Graven van Loon. Samen met Zolder, Stokrooie, Zonhoven en Heusden vormde Houthalen toen de heerlijkheid Land van Vogelsanck. Het dorp Houthalen was verdeeld in vier herdgangen of kwartieren: het Houthalen-dorp, Laak, Lillo, en Tenhout (met Kwalaak en Tenhaagdoorn). Sinds eind 16e eeuw had elk kwartier een eigen schans.

De parochie van Houthalen bestond vermoedelijk al vóór 1223, in welk jaar het patronaatsrecht overging op de Abdij van Floreffe. Dit geschiedde door Meilindis en Alidis van Hale, de laatste telgen uit het geslacht van de heren van Houthalen. Reeds in 1141 had deze Abdij gronden in de omgeving van Houthalen verworven.

Omstreeks het midden van de 14e eeuw was er een conflict tussen de abt van de Abdij van Sint-Truiden, Robert van Craenwick, die ook heer van Helchteren was, en ridder Hendrik van Halbeek. De laatste viel Helchteren tot driemaal toe aan. De derde maal, in 1365, werd Helchteren geholpen door inwoners van Houthalen, waarbij een tweetal Houthalenaars omkwamen.

In 1429 verkreeg Houthalen, evenals diverse andere Kempense dorpen, het buitenpoorterschap van Hasselt. Dit hield in dat de stad Hasselt zorg zou dragen voor de verdediging, maar dat de betreffende dorpen ook zouden meehelpen als Hasselt in gevaar was. Al spoedig echter braken oorlogen uit, waarbij onder meer Willem I van der Marck Lumey, Heer van Vogelsanck, betrokken was. Door de eeuwen heen was er met grote regelmaat sprake van oorlogen en overlast van plunderende troepen. Dit leidde tevens tot de uitbraak van tal van besmettelijke ziekten. In 1702, tijdens de Spaanse Successieoorlog, woedde er in het dorp een grote brand. Omstreeks 1780 bereikte de Steenweg op Luik ook Houthalen.

Ook tijdens de Tiendaagse Veldtocht had het dorp te lijden: op 6 augustus 1830 werden door de Hollanders drie huizen in brand geschoten.

Helchteren

De archeologie van de streek gaat terug tot 10.000 à 8.000 v.Chr. Op de Sonnisheide werden resten uit het mesolithicum en neolithicum aangetroffen. Eind 19e eeuw werd een Romeinse muntschat ontdekt.

In de middeleeuwen was Helchteren een zelfstandige heerlijkheid. Reeds begin 8e eeuw schonk Pepijn van Herstal een groot gebied in de Kempen aan de Abdij van Sint-Truiden, waaronder bezittingen in Helchteren. Ergens tussen 1107 en 1178 werd de Sint-Trudoparochie gesticht.

De abt van de Abdij van Sint-Truiden was de heer, en deze zetelde op Kasteel Den Dool, dat diende als zomerverblijf en, in onrustige tijden, als toevluchtsoord. De abdij beschikte hier over 127 ha. De voogdijrechten werden sinds de 13e eeuw uitgeoefend door de graaf van Loon, maar in 1281 werden deze rechten afgekocht door de abt.

In de 13e en 14e eeuw vonden de eerste ontginningen plaats.

In 1361 werd Helchteren geplunderd door ridder Hendrik van Halbeek, die een rivaal was van de toenmalige abt, Robert van Craenwick. Hij stak toen het Kasteel Den Dool in brand. In maart 1365 viel hij Helchteren opnieuw aan, maar de bewoners verdedigden zich. Van Halbeek kwam echter op 3 juni 1365 weer terug, en stak de kerk en acht huizen in brand.

Vanaf 1615 begon een aaneenschakeling van militaire acties en werd de streek vrijwel voortdurend onveilig gemaakt door allerlei troepen. Op 30 december 1634 werd door de burgers het verzoek gedaan om een schans te mogen opwerpen, en dit gebeurde ten oosten van het kasteel. Einde 18e eeuw was er van deze schans al niets meer terug te vinden.

In 1707 kreeg het dorp, in het kader van de Spaanse Successieoorlog, te maken met de troepen van John Churchill, hertog van Marlborough, die rantsoenen eisten en een burger neerschoten. Op 5 december 1792 kwamen de Franse patriotten en in 1800, onder de Eerste Franse Republiek, werd Helchteren een zelfstandige gemeente. In 1831 kreeg het dorp te maken met het (Nederlandse) regeringsleger, dat op 6 augustus slag leverde met het opstandige (Belgische) Maasleger tijdens de Tiendaagse Veldtocht. Het leger van Willem II won de slag en rukte verder op, maar moest zich uiteindelijk terugtrekken na een Franse interventie in de richting van Antwerpen.